• No results found

DE KAMER VEERTIG JAAR GELEDEN, TOEN Mr. P. J. OUD DAAR

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE KAMER VEERTIG JAAR GELEDEN, TOEN Mr. P. J. OUD DAAR "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJBEID EN DEMOCIATIE

Zaterdag 11 mei 1957 - Ho. 446

Wat de heer Scheps nietzag

<Zie pae. 5)

WIIKBLAD VAN Of VOLKSPAR TU VOOR VRIJHEID EN DEMOCRA Til

DE KAMER VEERTIG JAAR GELEDEN, TOEN Mr. P. J. OUD DAAR

ZIJN INTREDE DEED

D

it jaar - precies genomen: op 29 juni a.s. - zal het veertig jaar geleden zijn, dat een jonge candidaat-notaris; m r. Pi e t e r J a c ob u s 0 u d, op dat ogenblik ontvanger der registratie en domeinen te Ommen, zijn in- trede deed in de Tweede Kamer.

Op 5 december 1886 geboren, had hij, als aenjamin van de Kamer, nog maar nauwelijks de minimum leeftijd voor toelating bereikt.

Op St. Nicolaasdag van het afgelopen jaar was hij, onze partij- en fractievoorzitter, dus zeventig jaar en al achtte hij het bereiken van deze leeftijd geen persoonlijke verdienste, zijn oude vrienden en naaste politieke medewerkers hebben dit heuglijke feit toch niet geheel onge- merkt voorbij willen laten gaan.

Zij hebben daarbij de wens van de 70-jarige politicus, om de viering van zijn verjaardag in de persoonlijke en besloten sfeer te houden, ge- eerbiedigd, maar onder één voorwaarde: dat hij van zijn kant dan zou toegeven, dat de herden·

king van dat achteraf gezien: historische feit van 29 juni 1917 n i et een uitsluitend persoon- lijke zaak gold, maar een zaak voor geheel vrij- zinnig, voor geheel liberaal Nederland.

* * *

- Belofte maakt schuld en wij zullen onze partijvoorzitter aan deze belofte hou- den.

· Zij het dan op een wat gunstiger tijdstip dan einde juni, wanneer velen reeds met vakantie zijn, zal elke V.V.D.-er in de gelegenheid wor- den gesteld, dit historische feit uit onze parle- mentaire geschiedenis tezamen met de hoofd- persoon te gedenken en te vieren en hem van ons aller erkentelijkheid te doen blijken voor wat hij die veertig jaar, als Kamerlid, als mi- nister en in andere functies, voor Nederland in het algemeen en voor de politiek-vrijzinnige ge- dachte in het bijzonder, heeft gedaan. ·

Komende weken zullen daar in ons blad na- dere mededelingen over verschijnen.

De 29ste juni ligt nog in het verschiet en de ,,grote ontmoeting" - als wij het zo voorlopig maar mogen noemen - ligt in een nóg iets verder verwijderde toekomst.

Daarom willen we niet vooruit lopen op het- geen bij die gelegenheid over de figuur van de heer Oud zal worden gezegd en geschreven, maar willen wij even een blik slaan op. dat

"Binnenhof" van veertig jaar geleden, zoals de heer Oud dat bij zijn intrede in het parlemen- taire milieu aantrof.

J

uni 1917 dus: de eerste wereldoorlog was nog niet geëindigd en de waardige Cort van der Linden, zoals Piet van der Hem deze minister-president met zijn ambtgenoten heeft geportretteerd, had nog de handen vol om onze bedreigde neutraliteit te handhaven en de steeds moeilijker wordende economische en voedsel-situatie het hoofd te bieden.

In de voorzitterszetel van de in meerderheid ,.linkse" Tweede Kamer zat de unie-liberaal, mr. D. Fock, oud-minister van Koloniën en- ge- wezen gouverneur van Suriname; nog in de kracht van zijn leven (hij was toen 59), met- ongeweten - het Gouverneur-Generaalschap van Nederlands-Indië nog in het verschiet.

Senior van de Kamer was de 80-jarige jhr.

mr. A. F. de Savornin Lohman, de christelijk- historische staatsman, op en top "man van de oude stempel", die met de katholieke fractie- voorzitter mgr. dr. W. H. Nolens (de "sphinx van het Binnenhof") en met de socialistische leider en agitator, mr. P. J. Troelstra, tot de groten in het politieke toernooi behoorde.

Leider van de vrije liberalen was de voortref- felijke en intelligente mr. H. C. Dresselhuys.

Die11s fractie telde 10 man, tegen 21 unie-libe- ralen, die mr. Fock als Kamervoorzitter hadden afgestaan.

Op de unie-liberale banken zetelde ook de oud-minisiter mr. P. Rink, die, als minister van Binnenlandse Zaken, samen met mr. D. Fock in het door Goeman Borgesius gevormde mi- nisterie-de Meester (1905-1908) had gezeten.

PROF. MR. P. J. OUD op 29 juni 1917 Kamerlid •

Andere oud-ministers in de gelederen der unie-liberalen, die in 1917 de Kamerbànken be- zetten, waren mr. E. E. van Raalte, die minis- ter van Justitie in datzelfde Kabinet was ge- weest en de generaal K. Eland, minister van Oorlog in het door mr. N. G. Pierson gevormde en geleide Kabinet (1897-1901).

* * *

D

e unie-liberaal mr. Harm Smeenge was griffier bij het Amsterdamse gerechts- hof, maar was, als afgevaardigde van Meppel, nog altijd de voorvechter-bij-uitstek van zijn geliefde Drenthe.

Mr. J. R. H. van Schaik, katholiek afgevaar- digde voor het district Rheden, vijf maanden vóór mr. Oud in de Kamer gekomen, behoort met de toenmalige christelijk-historische afge- vaardigde jhr. mr. D. J. de Geer, wiens onge- twijfeld grote verdiensten helaas sterk in de schaduw zijn gesteld door de pijnlijke gebeurte- nissen rond zijn persoon in de eerste oorloga- maanden van 1940, tot de zeven of acht nog levende oud-politici van de 99, die met mr. Oud de ·Kamer van 1917 vormden. Geen van hen echter staat meer, zoals mr. Oud, in het volle politieke leven.

Met. het overlijden, onlangs, van ir. J. W.

Albarda, de opvolger van mr. Troelstra, is hun aantal nog weer met een verminderd.

Z

even directe geestverwanten had de heer Oud in 1917 naast zich in de Kamer.

Voorzitter van de vrijz.-dem. fractie was de vlijmscherpe en geestige mr. H. P. Marchant, die toen al 17 jaar lid van de Kamer was en zelf nog niet kon vermoeden, dat hij, nog weer 17 jaar later, als minister, naar het r.k. geloof zou overgaan en deswege het politieke leven zou verlaten.

Een figuur met een geheel eigen sfeer op de vrijz.-dem. banken vormde de populaire oud- onderwijzer Th. M. Ketelaar. Verder waren daar jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn, die later van de vrijzinnig-democratische naar de libe- rale hoek zou overgaan, de afgevaardigde voor Assen, W. 0. A. Koster, de Zuid-Hollandse Ge- deputeerde, mr. J. Limburg, die nochtans voor het district Groningen naar de Kamer was af~

gevaardigd; het toenmalige Haagse raadslid, mr. L. N. Roodenburg en de Groningse vrijzin- nig-democratische agrariër, E.M. Teenstra.

Op de socialistische banken kon men het broederpaar J. enK. ter Laan aanschouwen- laatstgenoemde, nog in leven, was, als burge- meester van Zaandam, de eerste rode burge- meester in ons land.

A.B. Kleerekoper, die een zekere vermaard- heid zou krijgen als "Oproerige Krabbelaar" in

"Het Volk", vertegenwoordigde Amsterdam VIII.

* * *

D

e christelijk-historische afgevaardigde, dr. J. Th. de Visser-, zou de Kamerban4 ken spoedig verlaten, om, in september 1918, de eerste minister van Onderwijs te worden in het Kabinet, dat zou worden gevormd door zijn toenmalige katholieke mede-afgevaardigde in de Kamer, jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beeren- brouck.

De thans ruim 91-jarige generaal titul. L. F~

Duymaer van Twist, die toen al sedert 1901 zit.:.

ting in de Kamer had, kan m{m een enkele maal nog wel eens op een anti-revolutionaire hoogtij.

dag zien verschijnen; de katholieke afgevaar- digde, mr. J. H. Bomans, wethouder in die tijd te Haarlem, had al dezelfde artistieke neigin- gen als thans zijn zoon Gottfried.

Vrouwen telde de Kamer nog niet. Wel nam Cort van der Lindens Grondwetsherziening van dat jaar juist de beletselen voor de vrouw weg om tot lid van de Kamer te worden gekozen, maar het zou tot september 1918 duren, voor de eerste vrouw - Suze Groeneweg - haar

historische intrede deed. ·

* * *

~

V

ele zijn de. namen, die bij de ouderen no~

herinnermgen wakker roepen, maar biJ de jongeren niet of nauwelijks meer bekend

zijn. . . .

Wij denken aan de anb-revolubonatr dr. E.

J. Beumer, de vrije liberaal Walraven Boisse- vain (wiens figuur in Amsterdam echter zeker nog niet vergeten is!) , de Zaanse socialist J.

E. W. Duys, de scherpzinnige Leidse theoloog, prof. dr. B. D. Eerdmans, unie-liberaal afge- vaardigde-voor Rotterdam lil, de socialist A.

H. Gerhard, de Amsterdamse strafrecht-hoog- (Vervolg op pag. 5),

(2)

Flitsen van Het Binnenhof (I) Zij zijn en blijven verschoppelingen, omdat zij niet de haatgevoelens jegens Nederland tot de hunne kunnen maken.

Zo moeten zij blijven voortleven in een land, waar de toestand voortdurend slechter wordt en de radio dagelijks te- gen Nederland en de Nederlanders op- hitst.

Naturalisatie Indische Nederlanders • Een zwarte bladzijde voor het Nederlandse volk • Misleide groep moet worden ge-·

holpen • Snelverkeer en bloedproef • Geen mildere behandeling

van politieke misdadigers. Inmiddels blijft de regering hardnek- kig weigeren deze misleide groep van onze Nederlandse bevolking te helpen en, waar de mogelijkheden bestaan, te steu- nen om haar keuze ongedaan te maken.

B

ij de behandeling van de begroting van .Justitie in de Eerste Kamer heeft onze geestverwant, mr. R. H. Ba- ron De Vos van Steenwijk, als enige van de Kamerleden de regering aangevallen vanwege haar stroeve bejegening van de zogenaamde spijt-optanten, die na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië, de Indonesische nationaliteit hebben ge- kozen en nu weer Nederlander willen wordtln.

In de memorie van antwoord heeft mi- nister Bamkalden geschreven: ,.De rege- ring acht de naturalisatie van in Indone- sië wonende personen van Indonesische nationaliteit, ook als zij oud-Nederlanders zijn of behoren tot de zogenaamde gelijk- gestelden, in beginsel onjuist".

Dit antwoord is een volslagen misken- ning van de bestaande situatie, aldus onze woordvoerder, die de naturalisatie van de Indische Nederlanders een zwarte bladzijde noemde voor het Nederlandse volk.

De minister weet toch ook wel, dat het hier gaat om ex-Nederlanders, die bij de 110evereiniteitsoverdracht evengoed voor de Nederlandse nationaliteit hadden kun- nen opteren en dan nu Nederlanders zou- den zijn geweest, maar die de verkeerde keus hebben gedaan, daartoe bewogen door de vertegenwoordiger van de Ne- derlandse regering, de Hoge Commissa- ris, de heer Lamping, en door het optre- den van werkgevers in de bedrijven, waarbij zij werkzaam waren.

***

I

n een artikel in de Javabode, dat de regering kwalificeert als een "nuch- ter en zakelijk" woord ter voorlichting,

set~.reef onze Hoge Commissaris, de heer Lamping: .,Aan de Indo-Europese Neder- laDders, die terugschrikken voor de draagwijdte van de beslissing om voor het Indonesische staatsburgerschap te opten!n, zou ik willen voorhouden, dat zij met het nemen van die beslissing, welke hun na rijp beraad de juiste lijkt, GOk tegenover het nageslacht verant-

~rd zijn".

. En verder:· "Een groot aantal van àe Indische Nederlanders, die, veelal ge- bruik makend van een recht op vrije overtocht, intuBI!en reeds naar Neder- land zijn vertrokken, verkeert daar, 011- tl.anll:s de relatief gunstige sociale voor- zle!!ingen, in ernstige moeilijkheden".

Dat is ook een soort van dreiging, con- cludeerde onze woordvoerder, namelijk:

.,Ga niet naar Nederland; je weet niet wat je daar te wachten staat".

Het geh~le artikel i.s een doorlopende aansporing geweest om de Nederlandse D&tionaliteit op te geven. Dat is het be- toog, dat de Indische Nederlanders zo verbitterd heeft gemaakt tegen de Ne- derlandse regering en haar "nuchtere"

woorden. Hoe is het mogelijk, dat de redenering van de heer Lamping thans nog door een Nederlandse minister in bescherming kan worden genomen?

...

D

e pressie van de werkgevers wordt door de minister met de heel kor- te mededeling afgedaan, dat voorlichting van werkgevers moeilijk met voorlich- ting van overheidswege op één lijn kan worden gesteld. Maar de minister zal toch wel kennen de befaamde circulaire van de Nederlandse Handel Mij. Dit was eok een "nuchter en zakelijk woord" en eok dit woord liet aan duidelijkheid niets te wensen.

Op onverholen wijze werd daarbij te kennen gegeven, dat bij niet-opteren van de Indonesische nationaliteit ontslag niet was uitgesloten.

Ik heb hier voor mij, zei onze geestver- want, het geval van een weduwe, die haar werk hervatte bij een firma te Ba- tavia om in het onderhoud van haar en haar driejarig zoontje te voorzien.

Haar werd ten sterkste aangeräden door een stafemployé, warga negara te worden. Zo neen, dan zou zij alle kans hebben binnenkort ontslagen te worden.

' Ik heb ook een brief hier voor mij over 11.et geval van een vrouw, wie!- man in de slag in de Java Zee gesneuveld is. Zij bleef alleen achter met twee kleine kin- deren. Haar werkgever bedreigde haar met ontslag als zij niet voor de Indonesi- sche nationaliteit opteerde.

Hier heb ik een adres van een aantal personen, die door hun werkgevers on-

MR. DE VOS VAN STEENWIJK niet wachten op ijzeren gordijn

der zware pressie werden gesteld. Wan- neer zij op een bepaalde datum niet voor de Indonesische nationaliteit hadden ge- opteerd, zouden zij worden ontslagen.

Er zijn legio van dergelijke gevallen.

Kan deze pressie, die talrijke malen voor- kwam en nog voorkomt, worden wegge- waaid ·met één nietszeggende zin iJl de memorie van antwoord?

...

M

en moet toch niet vergeten, aldus baron de Voe van Steenwijk, dat, . toen de keuze nog moest worden gedaan, er nog zo iets bestond als de "Unie", aan het hoofd waarvan de Koningin stond, en dat sedertdien de toestand in Indonesië en de verhouding tot dat land grondig veranderd zijn.

De optanten voor de Indonesische na.- tionaliteit worden bOvendien door de ID- donesiërs niet als landgenoten be- schouwd.

V oor de naturalisatie schijnen regelen te zijn vastgesteld, die angstvallig ge- heim worden gehouden. Wij kunnen er wel om vragen, maar wij krijgen een af- wijzend antwoord. Een merkwaardige houding voor een Nederlandse minister.

...

W

at een verschil met de wijze waar- op andere landen· hun vluchtelin- gen ontvangen. Men zie naar Duitsland, waar wekelijks ruim 4000 vluchtelingen uit Oost-Duitsland over de grens komen, omdat zij het onder een hun vijandig re- gime niet kunnen uithouden. Dit gaat week in, week uit, jarenlang zo door.

Ook al zou de minister de toelatinga- mogelijkheid verruimen, dan zitten de mensen die uit Indonesië willen vluchten toch met de moeilijkheid, dat zij de pas- sage niet kunnen betalen en dat zij geen rijksvoorschot krijgen om te repatriëren.

Om hoeveel personen zou het bij deze spijt-optanten gaan? Volgens de gege- vens van de in liquidatie zijnde stichting

"Onze mensen in Indonesië" zouden het er 6000 zijn, die in aanmerking zouden komen om weer Nederlander te worden.

Hieronder zouden begrepen zijn hun meerderjarig geworden kinderen en de z.g. gelijkgestelden. Elk geval zal natuur- lijk moeten worden beoordeeld en mis- schien valt er dan nog wel een enkele af. De minister moet niet vergeten, dat de omstandigheden hoe langer hoe slech- ter worden. Laat· de minister niet wach- ten tot er misschien een ijzeren gordijn tussen Nederland en Indonesië is geval- len en hij te horen krijgt: gij zijt te laat;

de groep, die u om redding vroeg, is red- dewas verloren.

...

l\Jiinister Bamkalden antwoordde,-dat

.Ll.l.aan het naturaliseren tot Neder~

lander van personen, die in het Jand WO- nen, welks onderdanen zij zijn, ~.zwaren zijn verbonden. Ook de genaturaliseer- den rouden ·zo spoedig mogelijk naar Nederland willen vertrekken. In wezen Ïl!

DEZE BURGER

doorleefde een mooi ogenblilr:je van puur gelulr: en patriottische trots toen hij in een zijner lijfbladen las dat Nederland, zijn vaderland, het land is dat, van alle landen ter wereld, op één na, de boo9sle belastingen helt.

Een raar volkje het onze.

Wanneer onze nationale voetbalploeg als tweede op de voetbalranglijst ter wereld zou komen, zouden ruim vijftien miljoen vaderlandse borsten zwel- len van trots.

Wanneer onze hoclr:eyers, onze tennissers, onze waterpoloërs tweede op de wereldranglijst zouden staan zouden wij juichen van blijdschap.

Doch wanneer onze nationale offerbereidheid blijkt op één na de hoogste ter wereld te zijn is er niemand die de vlag uitsteelrt, ge ziet geen vrolijlr:

gezicht méér daJël gewoonlijlr: en waar hoort ge de vrolijke marsmuziek van vele onzer talloze fanfarekorpsen omdat wij de klok toch maar weer eens met Qlls allen hebben doen luiden in bronzen blijdschap om onze gebleleen hartelijke gemeenschapszin?

... _ .. waarin een klein vol.k groot kan zijn ... -. Dit trotse, koninklijke, ge- vleugelde woord kwam mij op de lippen toen ik zwart-op-wit las, dat wij nu nog alleen maar Engeland behoeven te verslaan - met één goaltje in het net van Hotstra is dat appeltje geschild - om boven aan de top te staan.

Eén onbewaakt ogenblik van Hotstra en met een mooie schuiver van .nog maar een paar procent hebben wij die hoogte bereikt.

Vrienden, moeten wij het met ons allen dáár niet op toe leggen?

Nóg waakt Hotstra als een leeuw voor zijn doel, doch wanneei onze Volks- vertegenwoordiging het w i 1 en alles op alles zet en haar aandrang een- parig uitoefent op deze man, dan zal zelfs hij bezwijken onder de druk der vollesvertegenwoordiging om ons de glorieuze voldoening te schenken, num- mer één in de wereld te zijn, waar het geldt offerzin jegens bet gemenebest.

Nog een páár procent excellentie en wij zijn het eens zo machtige Engeland voorbij gestreeld.

Nog even de tanden op elkaar, medeburgers, nog even de duimschroei aangedraaid en de buikriem één gaatje verder getrokken en wij zijn wereld- kampioen-belastingbetalers.

Met nummero 2 ben ilc tevreden, doch pas met nummertje I ben ilc voldaan.

De dag die ons dat wereldkampioenschap brengt zal de gelukkigste zijn in het leven van

-

J.1. IIBI 195'7 - PAG. Z

hier dus het toelatingsbeleid aan de orde.

Voor personen in Indonesië, die thans niet het Nederlanderschap bezitten, doch die door bepaalde duidelijk aanwijsbare banden met Nederland zijn verbonden, zijn sinds korte tijd, aldus de minister, de bepalingen over toelating tot Neder- land verruimd. De deur geheel openzet- ten is voor de regering echter onmogelijk

De verlening van het rijksvoorschot voor de reis haperde, dit moet ik beken- nen, tot voor kort ernstig. Inmiddels is hieromtrent dezer dagen een oplossing bereikt. Bij de beoordeling of al dan niet toestemming wordt verleend om naar Nederland te komen, wordt geen invloed toegekend aan de omstandigheid of iemand de reis naar Nederland wel ot niet kan betalen. Zij, die de reis niet, en zij die, de reis wél kunnen betalen, wor- den dus gelijk behandeld bij de aanvraag om toelating.

***

D

e minister heeft mij niet geheel be- vredigd, zei baron De Vos van Steenwijk bij de replieken, maar er is wel een en ander in de rede van de mi- nister geweest waaruit blijkt, dat ook bij hem de menselijke toon is doorgebroken, hetgeen wij dan ook altijd van deze mi- nister hadden verwacht.

Ik heb met vreugde vernomen, dat de minister bereid is iets te doen voor de spijt-optanten. Wij zijn met maatregelen, die in het belang van de Indische Neder- landers worden genomen, niet verwend.

Ik wil nu afwachten hoe de praktijk zal zijn en hoe de verruiming in het toela.- tingsbeleid zal werken.

***

B

aron- De Vos van steenwijk heeft ook ruime aandacht besteed aan de verkeersveiligheid, waarbij hij persoon-·

lijk betreurde, dat de medici niet willen meewerken aan de bloedproef om bet promillage aleohol in het bloed ·vast te stellen van een bestuurder na een ver- keersongeval.

In enkele landen, bijvoorbeeld Frank- rijk, bestaat reeds de verplichte bloed- proef. omdat het een zeer betrouwbare maatstaf is voor de beoordeling van de meerdere of mindere rijvaardigheid. Ill de fractie zijn leden die er anders over denken.

Minister Samkalden verklaarde het :niet onm<Jgelijk te achten, dat het be- stuur van de Kon. Ned. Maatschappij tot Bevordering van de Geneeskunst tot een nadere bepaling van zijn standpuilt zou willen komen in het lieht van de be..

schouwingen, die in de Eerste Kamer zijD

gehouden. '

Het is immers meer voorgekomen, dat artsen hun medewerking hebben ver- leend aan een gedwongen ingreep in het menselijk liehaam (inenting tegen pok- ken). Deze afwijking van de normale re- gel is alleen geoorloofd, indien zij door een groot maatschappelijk belang ge- rechtvaardigd wordt .

Dat zulks bij het nemen van bloed- monsters na verkeersongevallen mder- daad het geval ia, is door de in de Kamer gehouden discussies nog eeDS duidelijk ia het licht gesteld. Daarom wil de minia- ter het bestuur uitnodigen voor nader overleg.

...

N

aar aanleiding van het pleidooi ~ de KVP-er mr. Witteman voor een milder gratiebeleid, speciaal tegenover de politieke delinquenten, zei baron De Vos van Steenwijk, dat zij inderdaad an- ders zijn dan gewone misdadigers.

De politieke delinquenten hebben ~~lt.­

drijven gepleegd, die zo afschuwelijk zijD.

dat het strafwetboek met dergelijke mis..

drijven geen rekening heelt kunnen hou- den. De straf, die zij hebben gekregen, is meer dan verdiend.

Volgens mr. Witteman moet de straf niet langer duren dan nodig is om van de misdadiger een ander mens te maken.

Wat dat betreft hoeven wij in het ge- heel niet te denken aan een mildere be- handeling.

Wij hebben enkele jaren geleden een adres gekregen van een aantal politieke delinquenten, die in Leeuwarden zitten.

De toon van dit adres en de verwijten, die aan andersdenkenden werden ge- maakt, waren van dien aard dat er geen spoor van berouw in was te vinden.

De eerste tijd na de bevrijding was een wilde tijd en er kan toen wel eens een enkele een iets hardere straf hebben ge- kregen dan hem thans in een rustiger sfeer zou worden opgelegd. In het alge- meen bestaat voor een mildere behande- ling echter nfet de minste reden.

Minister Samkalden verzocht zijn be- leid af te wachten. Elke precisering, die het beleid zou bren:;en onder een etiket van ,,milder" of ,,strenger" zou hij, zoal niet ongewenst, dan toch opportuun ach-

ten. V. v.D.

(3)

* ~ WEEK to.t WEEK *

Middenstand en zelfanalyse

D

e bekende Koninklijke Nederlandse Midden- standsbond zal op 1.5 en 16 mei a.s. in zijn jaarlijks congres ~ijeenkomen.

Aan de vooravond van deze bijeenkomst is een jaarverslag verschenen, waarin diverse actuele vraag- stukken, de middenstand betreffende, uitvoerig en op een interessante wijze worden belicht.

In genoemd jaarverslag wordt o.m. geconstateerd.

dat de stem van de middenstand tegenwoordig in tal van colleges wordt vernomen, doch of men ook van een volwaardige deelneming kan spreken, wordt voorshands nog twijfelachtig genoemd.

V qlgens dit jaarverslag bestaat er nog te veel de neiging om over de hoofden van de middenstand te wandelen en er is ook vaak nog te weinig oog voor de noodzaak de brede groep van midden- en klein- bedrijven bij de beleidsbepaling een passende plaats te geven.

Bij deze algemene kritiek Iaat dit verslag het overigens niet.

Het laat er namelijk onmiddellijk op volgen, dat de schuld van dit alles voor een deel ook bij de

middens~and zelf ligt.

"Het ontbreekt menige kleine ondernemer," aldus wordt geconstateerd, "helaas nog altijd aan de nocti- ge belangstelling voor wat zich in de wereld rondom hem afspeelt. Hij is er in onze sterk georganiseerde maatschappij nog te weinig op bedacht de maat- schappelijke krachten door eigen werkzaamheid te beïnvloeden," zo wordt tenslotte in genoemd verslag gezegd.

Dit is een eerlijk geluid, dat de overige geuite kritiek sterk doet staan, omdat de kritici niet schro- men de hand in eigen boezem te steken.

Zij kan er toe leiden, de georganiseerde midden- stand aan te sporen nog actiever te zijn. Zij kan er ook toe leiden, de lauwen en niet-actieven te stimu- leren om niet langer langs de kant te blijven staan en mede de kracht te helpen ontplooien, die een ge- organiseerd verband vermag op te brengen.

Als de middenstanders de geuite kritiek aldus zien en aldus kunnen waarderen, is zij opbouwend in de ruimste zin van het woord.

* * *

W a~kzaamheid {.!eboden

I

n meer genoemd jaarverslag van de Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond staan nog meer behartenswaardige dingen.

Zo wordt o.m. geconstateerd, dat, ofschoon de . welvaartsgolf nog geen merkbare neiging tot terug-

ebben vertoonde, toch wel is gebleken, dat men vaak verder heeft willen springen dan de polsstok lang was, hetgeen b.v. de bestedingsbeperking ten gevolge heeft gehad.

De onzekerheid is daardoor groter geworden en het gevoel van onbehagen gegroeid.

Ook voor het middenstandsbedrijfsleven, zo wordt in het verslag gezegd, is waakzaamheid thans wel

bijzonder geboden. .. .

De ondernemingen zullen ongetwiJfeld geproft- teerd hebben van de welvaartsvergroting in het afge- lopen jaar, doch het is moeilijk met zekerheid vast te stellen of de gesignaleerde grotere omzet ook geleid heeft tot een stij.ging ~an de n.~tto-winst, in het bijzonder voor loon-mtensteve bedrt)ven. En toch komt het daarop aan.

Het wordt een bittere ervaring genoemd, dat nog te weinig aandacht wordt geschonken aan .de spe.~i­

fieke problemen van het midden- en klembe~rt)f.

Al met al zijn er nog heel wat gerechtvaardtgde wensen, waarbij echter uit het vermaan tot voort- durende waakzaamheid van de middenstand zelf, blijkt, dat men met beide benen op de grond staat.

Nogmaals, een dergelijke positiebepaling doet sympathiek aan, omdat zij getuigt van een bijzonder ontwikkeld gevoel voor realiteit.

* * *

Oproep aan het bedrijfs- levPn (I)

D

ezer dagen is aan alle industriële ondernemin- gen in ons land met meer dan tien man per- soneel een "oproep aan het Nederlandse bedrijfs- leven" gezonden, ondertekend door de voorzitters van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers t.w. Het Verbond van Nederlandse

Werkgevers, het Centraal Sociaal Werkgeversver- bond, Katholiek Verbond van W erkgeversva.kvereni- gingen, het Verbond van Prot. Christelijke Werk- gevers in Nederland, het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (N.V.V.), de Nederlandse Katho- lieke Arbeidersbeweging (K.A.B.) en het Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland (C.N.V.).

De ondertekenaars wekken in dit geschrift het bedrijfsleven op tot produktiviteitsverhoging en- zij doen daarbij een ernstig beroep op dit bedrijfsleven om voeling op te nemen of aansluiting te zoeken bij het netwerkvan organisaties en instellingen, dat over het gehele land verspreid tot ootwikkeling is ge- bracht met het doel de produktiviteit te bevorderen.

De oproep zegt ten aanzien van de beperking der bestedingen, dat er uiteraard geen wondermiddel is tegen alle economische kwalen.

Men zal, zo zegt de oproep, als men naar wegen zoekt om uit de huidige moeilijkheden te geraken, eerder in de richting van een veegrote produktie per werknemer dienen te speuren dan de aandacht al te zeer te richten op een vermindering der consumptie.

Volkomen terecht is een rem gelegd ua de beste- dingen, aldus de oproep.

• * *

Oproep aan het bedrijfs- leven (ll)

D

e oproep vervolgt dan:

Een volk kan nu eenmaal niet ongestraft ver- teren wat men nog niet heeft verdiend. Het enige positieve antwoord op de problemen van het ogen- blik, is te zorgen, zo gaat de oproep verder, dat de produktiviteit over de gehele linie zo snel mogelijk wordt omhoog gestuwd.

Gewezen wordt voorts op de te verwachten oot- wikkeling op internationaal gebied, omdat ook daar een zo doelmatig mogelijk gebruik van produktie- middelen, een opvoering van de modernisering daar- van en een snelle aanpassing van de interne en externe organisatie aan nieuwe mogelijkheden, uit- komst zal kunnen bieden.

"Wij zullen ons dienen te wapenen tegen die ,grote bedreiging van onze stootkracht, die van bin-

nen uit komt: het gebrek aan zelfvertrouwen.

De onvermijdelijke afhankelijkheid van het buiten- land heeft dit kleine land nooit klein gekregen, zo- lang wij niet twijfelden aan ons eigen scheppend vermogen.

Door bewust contact te zoeken met anderen - deskundigen, zowel als collega's - kan het vertrou- wen in eigen kracht slechts worden versterkt. En dat is nodig. Nu meer dan ooit," aldus besluit dan de oproep aan het Nederlandse bedrijfsleven.

* * *

Oproep aan het bedrijfs- leven (lil)

W

ij hebben opzettelijk deze oproep aan het bedrijfsleven ~o uitvoerig geciteerd om de lezer in de gelegenheid te stellen van de inhoud zo uitvoerig mogelijk kennis te nemen.

Niet, omdat wij haar zo belangrijk achten, doch wel, omdat wij ons over deze oproep in een niet geringe mate hebben verbaasd.

In deze oproep wordt nu eens "het kind bij de naam" genoemd en het wordt alles zo ferm ge- zegd. En wat er in deze oproep staat, moet toch voor ons bedrijfsleven wel een "openbaring" zijn, niet- waar?

Het is zo'n "gloednieuwe'visie", dat men zich af- vraagt, hoe men dit alles zo ineens heeft kunnen formuleren.

De Volkskrant" vindt dit alles ook zo mooi, dat zi( in een hoofdartikel ons toevertrouwt, dat "de oproep om de produktiviteit te vergroten derhalve op een juist ogenblik komt".

Het spijt ons, dat wij deze visie niet kunnen delen en aan de oproep, hoe goed bedoeld ook, niet veel waarde hechten, omdat zij niet op het juiste ogen- blik, doch veel en veel te laat komt.

Buitendien, voor zo ver zij economische waarheden bevat zijn deze nogal oud-bakken en lopen zij der- halve volkomen achter de feiten aan.

Zowel in dit blad, alsook verder buiten en in het parlement is reeds veel vroeger bij herhaling van V.V.D.-zijde betoogd, dat wij in ons land het slacht- offer worden van een kruipende inflatie, die o.m.

wordt veroorzaakt, door het feit, dat de verhoging

11 MEI lttS'J - PAG. s

der lonen niet vergezeld ging en gaat met een dien- overeenkomstige verhoging van de produktiviteit.

Van georganiseerde werknemerszijde bleef men voor deze argumenten doof, althans zij werden in .eigen kring niet als een waarschuwing beschouwd en

als zodanig doorgegeven.

Van werkgeverszijde werden deze argumenten wel aanvaard, doch v~n een gezamenlijke actie met de werknemers om de houdbaarheid van deze argumen- ten verder te verbreiden merkten wij nimmer iets, totdat thans de oproep aan het bedrijfsleven ver- scheen en wel op een moment, dat het kalf was verdronken.

Nogmaals, de oproep is natuurlijk goed bedoeld, zij kan uiteraard geen kwaad, maar dat zij zoden aan de economische dijk %et, neen, dat wil er bij ons niet in.

Dan had men veel en veel eerder de hand aan de ploeg moeten slaan. Dat dit niet is gebeurd over- schaduwt de reële betekenis van deze oproep helaas in een ernstige mate.

* * *

Loonpolitiek de oorzaak

M

erkwaardig in verband met bovenstaande op- roep is wel het feit, dat in het jongste ver- slag van het Centraal Sociaal Weekgeversverbond de juiste oorzaken zijn genoemd, die tot de inflatoire ontwikkeling in ons land hebben geleid.

In dit jaarverslag wordt o.m. het navolgende geconstateerd:

. Zo stelt men inzake de loonpolitiek vast, dat het meer gedifferentieerde loonbeleid - in verband met de situatie op de arbeidsmarkt - op een weini&

geschikt ogenblik is begonnen.

Hierdoor werd in 1956, gezien de ontwikkeling van de produktiviteit, een te sterke verhoging van het loonpeil in de hand gewerkt.

De stijging van de lonen, aldus kan men verder in genoemd verslag lezen, waarbij de stijging van de produktiviteit achterbleef, is van grote invloed g~

weest op de inflatoire ontwikkeling in ons land.

Van 1949 tot en met 1~56 steeg de produktie per werknemer in de industrie met ca. 37 %, het Vef\o diende brutoloon (inclusief vakantiebijslag) van in- dustrie-arbeiders met ca . .55 % en het prijsindexcijfer van het levensonderhoud met 28 %.

_ He reële loonpeil steeg derhalve in deze tijd met

21 %, ongeacht andere verbeteringen in de sociale voorzieningen in deze jaren.

Welnu, deze feiten en cijfers hadden wij nu zet graag vermeld gezien in de meer genoemde "oproep aan het bedrijfsleven". Dan had men het kind bij de naam genoemd en had men algemeenheden over de fierheid van ons kleine land achterwege kunnen laten. Zinsneden, die weliswaar mooi klinken, doch die zelf in de oproep de ware feiten min of meer verdoezelen.

Doch nogmaals, ook al had men in de oproep een dergelijke klare wijn geschonken dan was men daarmee veel en veel te laat.

Het is wel te betreuren, dat men in ons land in vele belangrijke zaken zo achter de feiten aanloopt.

* * *

Cultuur ongeschikt voor ordening

I

n hoeverre beantwoordt de maatschappelijke ontwikkeling in de laatste jaren aan de socialis- tische wensen en verwachtingen? zo vroeg "Het Vrije Volk".

Over deze vraag zal de Wiardi Beekman Stichting komende zaterdag een conferentie houden onder de titel "Vrijheid en gelijkwaardigheid in de welvaarts- staat".

"Het Vrije Volk" publiceerde inmiddels de hoofd- zaken van de inleidingen, die op deze conferentie zullen worden gehouden.

Het Tweede Kamerlid, de heer J. de Kadt, behoort eveneens tot de inleiders.

Het uittreksel van zijn inleiding werd gepubli- ceerd onder het hoofd: "Cultuur ongeschikt voor ordening".

De heer De Kadt constateert dan, dat "het cultuur- bedrijf er een is van enorme verspilling en mi~uscule

resultaten". Doch vlak hierop constateert htJ toch,

"dat alle pogingen hierin ordep.end op t:. treden alleen maarongelukken kunnen veroorzaken .

Wij achten zijn eerste definitie zek:r aanvecht~ar.

Zijn laatste evenwel niet en van ZIJn constaterm~

dat cultuur ongeschikt voor ordening is, hebben WIJ dan ook met instemming kennis genomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat we bijna alle software en diensten via de webbrowser kunnen benaderen doet de keuze voor Win- dows, Apple of Linux – de afgelopen decennia aanleiding voor slaande ru- zies

Mission command of opdrachtgerichte commandovoering is een stijl van commandovoering die volgens de Leidraad Doctrine Publicatie 1 als een groot goed moet worden beschouwd,

Elke vader vertelt het aan zijn zoon en elke moeder geeft het door aan haar dochter.. De winterreuzen wonen verderop,

Let op: In verband met de privacywet (AVG) accepteert de Plastic Soup Foundation alleen inzendingen waarin personen niet herkenbaar in beeld zijn. Filmpjes die hier niet aan

Ze legde haar hand op het gezicht van het kind, duwde het hoofdje nog iets ver- der opzij zodat ze meer ruimte zouden krijgen en boog zich met het scalpel in haar

Te mooi om waar te zijn natuurlijk, en mijn baas hield me toen met beide benen op de grond: “maak jij eerst maar eens een volledige economische cyclus mee.”.. Het was een

Vul de emmer of kom met water en denk erover na, wat volgens jou drijft en wat zinkt. Vink de voorwerpen die zijn blijven

Deze Partijraad kan een historische worden, omdat we vandaag beslissingen moeten nemen die voor de toekomst van de Nederlandse politiek, voor de ontwikkelingen van ons