• No results found

Enkele aspecten van de technische en

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Enkele aspecten van de technische en "

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

488

DECEMBER 1970

Omlaag met de NAVO-lasten J. Morriën 489 Discussies in de studentenbeweging G. Schreuders

500

Enkele aspecten van de technische en

wetenschappelijke ontwikkeling J. Visser

509

Vietnam, zaak van vrijheid, vooruitgang

en vrede P. de Groot 519

Hernieuwde belangstelling voor

Louis Couperus J. G. Stuve 522

BOEKBESPREKING

Eldridge Cleaver en de

Zwarte Panterpartij M. Milikowski 533

POLITIEK EN CULTUUR verschijnt maandelijks bij uitgeverij Pegasus leidsestraat 25, Amsterdam-C., tel. 23.11.38 De abonnementsprijs is f 7.50 per jaar.

f 3.75 per halfjaar, losse nummers f 0.75

Ons gironummer Is 173127, Gem.glro: P 1527 Correspondentie over betaling en verkoop s.v.p.

zenden aan de administratie p

ja

Pegasus.

Alle correspondentie over de inhoud aan de redactie van P. en C., Prinsengracht 473, Amsterdam-C., tel. 62565

" L

f\,

V

v. B ti

111 w I\

tL

SC 111

cc lij st

p<:

gr Z<

.Ju he

VC

ge

Ull

D<

diJ

de

de

(3)

30e jaargang no. 12 december 1970

POLITIEK

EN

CULTUUR

maandblad, gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der CPN

Omlaag met de NA VO-l asten!

"Het is een trieste constatering te zien hoc weinig het Neder- landse volk bereid is adequaat bij te dragen voor de defensie".

Met deze woorden verscheen de anders zo boertige minister van buitenlandse zaken Luns onlangs samen met de minister van oorlog Den Toom mistroostig voor de televisie.

Beide heren waren zojuist uit Brussel teruggekeerd, waar zij tijdens de decemberzitting van de NAVO hadden besloten, nog vóór hierover ook maar een enkel woord in het parlement was gewisseld, de Nederlandse bijdrage in de bodemloze NAVO-put te verhogen en nog eens honderden miljoenen gul- dens extra in de komende jaren voor allerlei oorlogstuig be- schikbaar te stellen. En als we de befaamde NAVO-kringen in Brussel mogen geloven (en waarom zouden wc niet voor een keer) dan hebben de KVP- en VVD-minister zich behoor- lijk uitgesloofd, om behalve Nederland ook de andere NAVO- staten tot grotere militaire uitgaven te bewegen en hun bewa- peningslasten in verhouding tot de V crenigde Staten te ver- groten.

Zo werden de twee vcrtegenwoordigers van de regering-De Jong - tegen de wil en de opvatting van de grote meerder- heid van ons volk in - te Brussel de voornaamste gangmakers voor het vervullen van de al maanden geleden door Amerika geuite wens het "Europese aandeel" in de militaire NAVO- uitgaven op te voeren.

Den Toom had deze wensen in oktober, tijdens een speciaal diner van de ministers van oorlog van de Westeuropese lan- den al voorgelegd en hij was nu in december ook degene, die

de zaak aan de vork stak. Besloten werd om voorlopig in de 489

(4)

komende tien jaar een grotere last van drie en een half mil- jard gulden op de schouders van de Westeuropese belasting- betalers te leggen. Het is geen wonder, dat Den Toom er de gelukwensen van de zich als boss gedragende Amerikaanse mi- nister van oorlog Laird voor in ontvangst mocht nemen. Een fijn trekje van Luns -- gedoodverfd als de komende NAVO- secretaris-gcncraal in de plaats van Brosio - was, dat hij

"Den Toom zeker zo goed voor deze functie vond" als zich- zelf. Kijk eens aan, de Nederlandse reactie heeft niet één, maar zelfs twee candidatcn voor een post, die alleen voor de uiterst getrouwen aan de Amerikaanse politiek is bestemd.

In Nederland wordt noch door premier De Jong, noch door Luns of Den Toom ingegaan op de grote vraagstukken van de buitenlandse politiek, maar internationaal roeren zij de trom en zetten een grote borst op. De NAVO is echter niet alleen de hoeksteen van het buitenlandse beleid van dit kabinet, in werkelijkheid beheerst zij ook de binnenlandse politiek. Het blijkt steeds duidelijker, dat kapitein De Jong vaart op het kompas van Nixon, die openlijk koers heeft gezet op een ver- scherping van de internationale situatie en steun verleent aan de uiterst rechtse groeperingen, onder meer in \Vest-Duitsland aan de CDU/CSU.

NAVO-instrument

De NAVO is het instrument, waarmede de Verenigde Staten hun politiek aan de andere NAVO-landen opleggen en waar- mede zij hen onder druk willen houden. Zij is door Washing- ton en de agressieve kringen in West-Europa altijd al alleen en uitsluitend gebruikt voor het opvoeren van de internatio- nale spanningen en voor het smeden van agressieve plannen tegen de socialistische landen, tegen de democratische krach- ten in West-Europa en tegen de onafhankelijkheidsstrijd van de Aziatische en Afrikaanse volkeren. Daarvan getuigen haar activiteiten vanaf haar bestaan nu twintig jaar geleden; acti- viteiten, die gaan van het op de been brengen en houden van fascistische regiems in Griekenland en Portugal, het steeds meer in de NAVO integreren van Franco-Spanje tot aJ.n het formeren van de NA VO-Middellandsc Zeevloot tegen de be- vrijdingsbeweging in het Midden-Oosten of de wapenleveran- ties voor de koloniale oorlog tegen de volkeren van Angola en Mozambique.

Van tijd tot tijd is dat gepaard gegaan met een aangepaste

toon en met een schildering van de "vredelievende" motieven,

die dan wel aan de NAVO ten grondslag zouden liggen. Deze

toon nam toe, naarmate het vcrzet tegen de NA VO-kocrs

groeide. De Belgische minister van buitenlandse zaken Har-

me! heeft jaren geleden zelfs eens een rapport voor de NAVO

mogen opstellen, waarin het heette ... "militaire veiligheid en

een politiek van ontspanning zijn niet met elkaar in strijd,

490 doch vullen elkaar aan" ... De "ontspanningspolitiek" van de

(5)

]\)AVO bied echter bestaan uit het provoceren van militaire conflicten, het uitbreiden van militaire bases over vele delen

v~1n

de wereld en het voortdurend opvoeren van de bewape- nmgsrace.

Over het rapport-1-Iarmcl, een aantal jaartjes een topper op l\J AVO-conferenties, hoort men allang niet meer en het heeft nu een plaatsje gekregen bij het oude papier. Maar omdat het verzet tegen de NAVO-politiek er nog altijd is (en breder groepen gaat omvatten) en niet alleen over militaire zaken ge- praat kan worden, zoekt men het nu in onderwerpen als

"NAVO en luchtverontreiniging", "NAVO en economische ontwikkeling" ':·) en praat men over een Europese veilighelds- conferentie, waarvoor echter van de kant van de NAVO-on- verzoenlijken steeds nieuwe beletsels en voetangels worden op- geworpen.

f-Iet gaat echter niet om de mooie woorden, maar om de da- den. Want onder het uitspreken van fraaie slagzinnen wroeten de agressieve krachten in alle NAVO-landen verder en tam- boereren, zoals in ons land al vanaf de zomer de geschiedkun- dige van de koude oorlog en de kouwe grond L. de Jong en de VVD-er Van Riel, op uitbreiding van de bewapening.

Een generaal blijft dan ook een generaal en een militair appa- raat blijft een militair apparaat. Dàt is tijdens de laatste NAVO-zitting ook maar al te duidelijk gebleken, waar een studie "AD '70" in het middelpunt van de belangstelling stond en waar in het slotcommuniqué weer de "voorwaartsstrategie"

als uitgangspunt van de NAVO wordt genoemd.

AIY70 moet tot een geforceerde bewapeningswedloop leiden en aange1.ien vcrhoogde bewapeningslasten altijd wel op één of andere manier dienen te worden goedgepraat, heeft men plotseling een reeks van onvolkomenheden en tekortkomingen ontdekt. Mag men het rapport geloven, dan is het maar droef gesteld met de militaire situatie in de NAVO-landen: er is niet voldoende luchtbcscherminP" voor vliegtuigen, er wordt gespro- ken over verouderde anti tank wapens, verouderde radar en over zwakke flanken. Het enige, dat men zich eigenlijk nog zou kunnen afvragen is, waarom de altijd in geur en kleur ge- schetste dreigende militaire overval op zo een krammenakkige boel is uitgebleven.

'J Minister Luns speelt wat dat betreft het spelletje internationaal mee.

Nu hij kennelijk secretaris-generaal gaat worden, vond het Amerikaan- sc blad Newsweek het de moeite waard eens een vraaggesprek met deze

"memelijke praatmachine" te publiceren. En de praatmachine orakelde:

"Daar de genleenschappelijke markt het stadium van een economische douane-overeenkomst overschrijdt en daar de NAVO de overgang van een z.uiver militair vcrbond begint naar een samenwerkingsverband voor z.ulke zaken als ruimtelijke ordening en stadsplanning, zal de rol van NAVO-secretaris-generaal steeds belangrijker worden. En daarom lijkt me dit een aantrekkelijke post".

Hierbij mag overigens wel worden opgemerkt, dat 66k zaken als ruimte- lijke ordening en stadsplanning voor de NAVO van belang zijn, als men alleen al aan de aanleg van militaire oefenterreinen, bases en het instand-

houden daarvan en bestuurscentra denkt! 491

(6)

Het lijvige rapport komt in een apart hoofdstuk "de relatie tussen Oost en West" weer aandragen met de al jaren achter-- haalde fabel over "de dreiging uit het Oosten en later V crrc Oosten". (Zelfs de Ncw York Herald Tribune schreef echter na de NAVO-zitting in een officieel commentaar: "Wij be- treuren het, dat Mr. Nixon zich bij het aanzetten tot een gro- tere Europese krachtsinspanning, verplicht voelde de oude boe- man van een Sowjet-dreiging weer op te rakelen. Heel weinig mensen buiten het bereik van de NAVO-bureaucratie nemen dit nog ernstig. De NAVO meent bijvoorbeeld nog altijd, dat de Warschaupactlanden zo tussen de 14000 à 5500 tanks meer hebben dan de NAVO - een cijferspcl, dat voorbijgaat aan verschillen in vuurkracht, paraatheid en politieke be- trouwbaarheid en dat ook voorbijgaat aan de recente ontdek- king van de nationale veiligheidsraad, dat de NAVO in wer- kelijkheid over 5000 meer tanks beschikt in Europa dan het Pentagon had geteld".)

Luns en Den Toom nemen de Nixanpraat over de "drcigin!!,"

echter over en zijn in hun sas met het AD-rapport en met het slotcommuniqué, waarin wordt gezegd: een voldoende niveau van conventionele en nucleaire kracht moet gehandhaafd wor- den tot verdediging en afschrikking om een stevige basis te leggen voor onderhandelingen.

Dit slotcommuniqué werd door alle NA VO-ministcrs onder- steund en zij waren daarmee, zoals bijvoorbeeld de Westduitse minister van buitenlandse zaken Scheel het zei "bijzonder te- vreden".

West-Europa als wingewest

Het is echter niet in overeenstemming met de werkelijke toe- stand om het NAVO-gezelschap alleen maar als een gezel- schap van met elkaar tevreden heren te beschouwen. Bekend is, dat binnen de NAVO ook scherpe tegenstellingen bestaan, die niet altijd met een diplomatiek woord of glimlach kunnen worden bedekt en soms openlijk naar buiten barsten.

De Verenigde Staten treden nog altijd op als voornaamste wc- reldpoliticagcnt en zij laten dit van tijd tot tijd tegenover hun NA VO-"partners" duidelijk blijken.

Het is nog geen jaar geleden, dat Nixon het Amerikaanse con- gres een boodschap over de buitenlandse politiek zond onder de snorkende titel "een nieuwe strategie voor de vrede". Wc willen het hier nu niet hebben over Nixons houding in de Vietnamese oorlog (op zichzelf al het meest ontluisterend voor Nixons "vrcdesgepraat" en een treffend voorbeeld hoc onder zoet gefleem een agressie wordt voortgezet), maar over zijn houding ten opzichte van de landen in Europa.

Nixon hield een loflied op de NAVO en noemde haar "ecu essentiële voorwaarde voor de Amerikaanse buitenlandse poli- tiek". Daarbij worden de militaire en politieke banden met de Westeuropese landen als van beslissend belang beschouwd.

492 Hoe de Amerikaanse regeerders de W esteuropesc landen bezien

(7)

werd op treffende wijze geïllustreerd door de uitspraak, dat Amerika zich net zo min kan losmaken van Europa als van Alaska ...

Maar Alaska is indertijd eenvoudigweg opgekocht als een Amerikaanse kolonie en de Amerikaanse monopolies hebben zich er op schaamteloze wijze van de rijkdommen meester ge-

ma~kt.

West-Europa wordt dus ook als zo een wingewest gezien.

Maar al had Nixons boodschap toen de toon van de oude arrogantie, het ging niet meer zo van harte als vroeger en het is voor een ieder waarneembaar, dat in de machtsverhoudin- gen binnen de NAVO de laatste twintig jaar bepaalde verschui- vingen zijn opgetreden, die de aanleiding voor het touwtrek- ken en de tegenstellingen zijn. De leidende positie van de Ver- enigde Staten binnen de NAVO wordt betwist. Machten als West-Duitsland, Frankrijk en Engeland trachten er een aan- deel in te verkrijgen en een eigen rol te spelen, zowel in hun vcrhouding tegenover de V crcnigde Staten als tegenover de Sowjet-Unie.

Zo ontworstelden de Westeuropese landen zich meer en meer aan de Amerikaanse bevoogding met betrekking tot hun han- delsbetrekkingen met de socialistische landen en negeerden van lieverlee het Amerikaanse embargo op de levering van bepaal- de goederen aan die staten.

Opvallend is een artikel, dat onlangs vcrscheen van de hand van de bekende Amerikaanse publicist C. L. Sulzbergcr, die geregeld allerlei NA VO-hoofdstcdcn bezoekt en er vele deu- ren open vindt. "Er is in West-Europa een waarneembare ten- dens", zo bcgod hij dat artikel, "voor alles in Frankrijk, om zich te beklagen over de gewoonte van de twee supermachten, Amerika en de Sowjet-Unie, om bij hun beslissende besprekin- gen over oorlog en vrede, zoals in het Midden-Oosten of de SALT-besprekingen, geen acht te slaan op kleinere landen".

Sulzbcrger, die zich meerdere malen kritisch tegenover de bui- tenlandse politiek van Nixon opstelde, neemt dan echter diens betoogtrant over en sniert naar "Europa, dat zich niet zo luid- ruchtig behoeft te laten horen". De betrokken Westeuropese landen hebben wel grote tradities en waren eens impcriale machten, maar dit - en hun handel en bloei - , is niet vol- doende om anderen te dwingen naar hen te luisteren. "Men be- hoeft er slechts op te wijzen", aldus Sulzbergcr in de Nixon- trant, "dat met de huidige stand van atoommacht en compu- termacht West-Europa zoals het nu is op onvoldoende mili- taire en economische macht kan wijzen om op voet van ge- lijkheid te spreken met Washington en Moskou, zeker niet tot het beter gebruik maakt van hetgeen, waarover het beschikt."

De landen in West-Europa moeten hun mond maar houden en eerst een "politieke eenheid" verwezenlijken, die alleen maar tot verlies van nationale zelfstandigheid en souvereiniteit kan

leiden. 493

(8)

Verschuiving in machtspatroon

Een verschuiving in het machtspatroon hangt zeker samen met de ongelijkmatige ontwikkeling in het imperialistische kamp, waar West-Duitsland (en in Azië Japan) op de wereldmarkt opdringen en hun militair potentieel tot ontwikkeling brengen De V crenigde Staten kampen met grote interne moeilijkheden - een hoge werkloosheid, strijd van de negers voor gelijke rechten, de beweging tegen de oorlog in Vietnam.

De economische bronnen zijn niet onuitputtelijk en de Vietna- mese oorlog betekent weliswaar een versterking van het mili- tair-industrieel complex en maximum winsten, maar vcrgroot door de stijgende bewapeningsuitgavcn het inflatiegcvaar.

Het was in die omstandigheden, dat vanuit Washington steeds sterker stemmen opgingen om een compensatie te verlangen voor de aanwezigheid van de 300.000 Amerikaanse militairen in West-Europa en de uitgaven in buitenlandse valuta daar- voor te beperken.

De plannenmakers van de NAVO hebben berekend, dat het

"Europese element" in de Amerikaanse oorlogsbegroting onge- veer drie miljard dollar beloopt per jaar. Indien de West- europese landen daarvan een deel op hun schouders namen, zouden Nixon en het congres "min of meer tevreden zijn".

Er is van de meest uiteenlopende motieven gebruik gemaakt om druk uit te oefenen: het was een kwestie van "Atlantische disci- pline en solidariteit", het was nodig (ook al weer!) vanwege de "Sowjet-dreiging" en er mocht geen "vertrouwenscrisis" ont- staan tussen de Verenigde Staten en West-Europa.

Gedurende een korte periode werd er ook gedreigd met het terugtrekken van de Amerikaanse troepen, maar dat is niet geheel ernstig genomen. De meerderheid van de democratische en republikeinse partij was helemaal niet voor terugtrekking van die troepen, omdat zij belangrijke strategische posities bezet houden op het Europese continent (waar 60 miljard Ameri- kaanse dollars zijn belegd!) en omdat die troepen volgens de woorden van het congreslid W. Heith "in de eerste plaats de strategische doeleinden van de V ercnigde St:tten zelf dienen".

De taak van de Nederlandse minister Den Toom is het geweest om (namens de Amerikaanse regering dus in feite) de West- europese ministers tot een vergrotinLÇ van de NA VO-biidragcn te bewegen en een vcrdeelsleutel te vinden voor de verschillende landen, rekening houdend met hun onderlinge ri valitciten.

Want in het spel van NAVO-krachten zoeken ook \'Vest-Duits- land, Frankrijk en Engeland de gunstigste uitgangsposities voor hun eigen belangen. Bonn besloot maar liefst veertig procent voor zijn rekening te nemen van het door Amerika geëiste be- drag. Het heeft de laatste jaren steeds belangrijker posities binnen de NAVO verworven en zelfs generaals met een uit- gesproken nazi-vcrleden op vooraanstaande posten in het NAVO-apparaat benoemd.

De reactie van het Franse blad Cambat op Bonns bijdrage was,

494 dat West-Duitsland, gezien ook al de omvang v:tn de Bundcs-

(9)

wehr, zijn rol dusdanig verhoogt, dat "het werkelijk de leider wordt in Europa . . . en de werkelijke pilaar van het Atlanti- sche bondgenootschap daar in de plaats van Frankrijk".

Veel schijnt Den Toom te hebben moeten praten met de Britse minister van oorlog Carrington. De conservatieve regering van Heath voelde niet veel voor extra-geld in een NAVO-pot, rnaar wilde wèl meer ponden uittrekken voor versterking van het eigen militaire apparaat "ten behoeve van de NAVO"

Er werd nauwkeurig vermeld wat voor wapens dit zou be-- treffen en die bleken precies te passen in het Britse concept zich militair te handhaven ten oosten van Suez. De conservatieven willen hun partijtje blijven meeblazen in het gebied van de [ndische Oceaan en het J\1idclen-Oosten. Zij sloten niet alleen een militaire overeenkomst met Maleisië, Singapore, Australië en Nieuw-Zeeland, maar knoopten ook nog nauwere betrek- kingen aan met het rassistische bewind in Zuid-Afrika. In de Britse pers wordt zelfs gesuggereerd om met Zuid-Afrika en met NAVO-steun een speciaal pact voor de Indische Oceaan te vormen.

Het Britse aandeel in de extra NAVO-pot bleef uiteindelijk gering in vcrhouding tot de andere mogendheden.

Amerikaanse atoomrace

Een thema, dat de laatse jaren bij herhaling in de NAVO-top aan de orde is geweest, is dat van de atomaire en conventionele bewapening.

Waarop moet de nadruk vallen?

Atoomwapens zijn de meest moderne en meest vernietigende wapens en bieden de imperialistische mogendheden gelegenheid tot een hoog chantagespeL Lokale conflicten als koloniale oorlo- gen worden echter gevoerd met conventionele bewapening en de technische ontwikkeling daarvan wordt door de imperia- listen eveneens als een noodzaak beschouwd. De bewapenings- race is dan ook gaande zowel op het gebied van de conventio- nele als de atomaire bewapening.

In de loop der tijd verscheen een reeks van rapporten en studies, waaruit onomstotelijk blijkt, dat de NAVO-strategie is ge- baseerd op het gebruik van atoomwapens. ::-::-)

Vooral ook op het punt van de raketbewapening en van daar- mee samenhangende meest moderne oorlogstechnieken (radar- systemen, overbrengingsmiddelen) hebben de Verenigde Staten een nieuwe wedren ontketend.

Zo werden in de loop van de zestiger jaren de Safeguard en Sentinel raketsysteem in het stadium van uitvoering gebracht en zullen de Safeguards in 1974 gedeeltelijk en in 1976 volledig operationeel zijn. Verder zijn er de raketten met veelvuldige atoomladingen, de MR V (Multiple Re-entry Vehicles) of MIR V (Multiple Indepently Targetable Re-entry Vehicles). Dit zijn projectielen met 3 tot 14 kernwapens, die alle tegelijk uit een raket kunnen worden gelanceerd (MR V) of na elkaar (MIR V)

en dan ieder afzonderlijk kunnen worden gericht. Er wordt 495

(10)

496

thans van uitgegaan, dat vijftig procent van de raketten nog buiten het aangegeven doel zal geraken; men streeft er koorts- achtig naar om de nauwkeurigheid van de intercontinentale raketten op te voeren.

Uit publikaties in de Britse en Amerikaanse pers blijkt, dat de Amerikaanse minister van oorlog Laird in zijn eigen land en in de NAVO-bijeenkomsten andere taal spreekt dan bij de raketonderhandelingen in Helsinki. Hijzelf maakte onlangs enkele fijnzinnige berekeningen - als vaststaand feit werd daarbij aangenomen, dat het nodig is bij een eerste atoomaanval op een land

45

procent van de bevolking uit te schakelen.

De rekenmeesters van het Pentagon hebben nu verder uitgedok- terd, dat hiervan uitgaande de Verenigde Staten over zes keer meer intercontinentale raketten moeten beschikken. Wat is dit anders dan een argumentatie voor een permanente bew::lpenings- wedloop en een poging om een overmacht aan atoomwapens te handhaven of te verwerven?

Het is een militair verblindende, gevaarlijke aangelegenheid waar Nederland zelf meer en meer bij betrokken raakt - niet alleen door de opgeschroefde NAVO-verplichtingen en de op- slag van atoomwapens op Nederlands grondgebied, maar ook door de ontwikkeling van het ultra-centrifugeproject in Almelo.

De overeenkomst tussen Engeland, de Bondsrepubliek en Neder- land is nog altijd niet door het parlement behandeld, maar inmiddels worden alle stappen voor de verwezenlijking van het project reeds genomen.

Er is hier geen sprake van een of ander industrieel project, maar wel degelijk van een poging vanuit Bonn om via Almelo beschikking over verrijkt uranium voor atoomwapens te ver- krijgen.

Trouwens, Luns heeft laten weten, dat naast een aantal andere

'•) Er heeft ?.i eh bij de discussies over 2toom- en conventionele bewape- ning een jargon ontwikkeld, dat ook wordt gebruikt om de atoomwapen- race met de mantel der militaire strategie te bedekken. Zo zijn er: rail- back [oprollen), flexible-response ["aangepast antwoord") ; "crisisbeheer- sing", first-strike of pre-emptive strike

r

eerste klap) enz. enz.

Maar de atoomwapens staan bij de NAVO voorop. In het NAVO-bbd van maart schreef minister Den Toom: "Anders dan veelal wordt begre- pen, beoogt die strategie r "flexible response"] niet een flexibiliteit in de tegenweer in die 7.in dat onder alle omstandigheden met conventionele middelen zolang mogelijk een verdediging in de diepte wordt gevoerd, waarbij in achtereenvolgende lijnen of zones weerstand zal worden gebo- den om zodoende de opmars van de tegenstander te vcrtragen en rijd te winnen voot· diplomatiek overleg. Een dergelijk tevoren vastgestelde ver- dcdigingswijze zou betekenen, dat de Westeuropese landen bereid zouden zijn grote verliezen aan gebied, mensenlevens en strijdkrachten te aanvaar- den, alvorens de keus te moeten maken al dan niet nucleaire middelen in te zetten".

Dit is door alle rimbam heen wel duidelijk: atoomwapens zuilen worden ingezet in geval van conflict.

De Westelijke mogendheden weigeren bovendien in te gaan op voorsrellen van verschiiiende socialistische staten ervan van af te zien het eerst ge- bruik te maken van atoomwapens. De imperialisten ontwikkelen ze om ze te gebruiken - als eerste in geval van oorlog.

(11)

bnden ook Nederland over de kennis en de industriële capa- citeit beschikt om kernwapens te produceren - een uitlating, die kennelijk betrekking heeft op het ultracentrifugeproject in Almelo, al deed Luns later pogingen de betekenis van zijn uit- spraak af te zwakken.

Voor nieuwe regering met nieuwe koers

Den Toom, Luns, Van Riel, L. de Jong en tal van andere figuren van dit slag roffelen de NAVO-trom, maar de mensen in ons land laten zich niet meezeulen in oorlogspsychose en pessimistische uitzichtloosheid. Zij doorzien deze politici van het militaire geweld.

De Amerikaanse eis tot verhoging van de NAVO-uitgaven heeft de regeringspartijen in verlegenheid gebracht: een half jaar voor de parlementsverkiezingen.

Het in de aanhef vermelde televisieverdriet van Luns en Den Toom heeft dan ook niet al te veel aandacht gekregen, JUISt ook omdat de regeringspartijen zelf zich thans in allerlei boch- ten wringen om de aandacht van de vcrhoging van de bewape- ningslasten af te leiden. Want het is nu eenmaal niet aanlokkc- lijk om daarmee het verkiczingspad op te gaan, vooral omdat steeds duidelijker en krachtiger aan de dag begint te treden, dat de grote meerderheid van ons volk niets van de NAVO en de bewapening moet hebben.

Dat is overigens niet alleen een verschijnsel in ons land, getuige de huilerige toon van een slotresolutie van de zestiende algc- mene vcrgadering van de vereniging van het Atlantische ver- drag. Deze vcrgadering sprak haar ongerustheid uit over "een toestand van onverschilligheid en apathie en soms een groeiende negatieve houding ten opzichte van de NAVO" en een "gebrek aan wilskracht in de meeste NAVO-landen".

Er moet, volgens die club, een "positieve voorlichtingspolitiek"

komen en Luns en Den Toom waren niet bepaald origineel, toen zij tegen de publiciteitsmedia uithaalden, alsof daaraan de afwijzende houding onder de mensen zou moeten worden geweten.

De werkelijkheid is echter, dat men door heeft dat er steeds meer geld ter beschikking wordt gesteld voor allerlei oorlogs- tuig en dat voor dringende zaken (woningbouw, onderwijs, enz.) de hand op de broekzak wordt gehouden.

Volgens een instituut in Stockholm zijn de militaire uitgaven van de Europese NA VO-Iandcn sinds de oprichting met het drievoudige gestegen - van 6,8 miljard dollar in 1949 tot 17,7 miljard in 1970 (gebaseerd op onveranderde prijzen van 1960).

ln Nederland gaan de bewapcningsuitgaven met sprongen om- hoog, hetgeen valt aan te tonen met de uitgaven, die officieel werden vermeld op de begrotingen van defensie in de loop der

jaren (ondergeschoven en extra-posten dus niet meegerekend). 497

(12)

Het overzicht wordt dan

1950 901

1951 1060

1952 1253

1953 1330

1954 1583

1955 1699

1956 1854

1957 1845

1958 1656

1959 1505

1960 1728

aldus: (in miljoenen guldens) 1961

1962 1963 1964 1965 1966 1967 1968 1969 1970 1971

2013 2186 2307 2620 2645 2848 3219 3184 3372 3777 4306 Ons land is evenwel door al deze uitgaven niet veiliger, m::tar juist kwetsb::t::trder geworden: is er een NA VO-hoofdkw::trtier gevestigd, alsmede militaire bases en Nederlandse militairen werden gelegerd in West-Duitsland.

En dat is nog maar wat zich ::tan de oppervlakte toont. Vee!

speelt zich af binnenskamers - in het diepste geheim. Men be- hoeft slechts te denken aan het geheimzinnige gedoe rondom de besprekingen tussen de NAVO-top (secretaris-generaal Bro- sio, commandant Goodpaster en nog een rijtje generaals) met de Nederlandse regering in de julia11a-kazerne in Den Haag.

Nooit nog had de volledige NAVO-top een ontmoeting met enigerlei NAVO-regering gehad, m:car al wat premier De Jong erover wilde zeggen was, dat het kabinet het nuttig vond zich eens uitvoerig over de hele defensieproblematiek v::tn de NAVO te laten informeren.

En daar moest de bevolking het dan maar mee doen!

De regeringspartijen dokteren op het ogenblik aan allerlei cryp- tische formuleringen voor hun verkiezingsprograms en beden- ken ingewikkelde zinnen om de verhoging van de bewapenings- uitgaven te verbloemen. Zelfs een blad als De Volkskrant, dat Luns en Den Toom pleegt goed te praten, signaleerde: "Het is onwaarschijnlijk, dat de regeringspartijen hun verlangen naar meer defensiegeld nog blijven uitschreeuwen in de verkiezings- tijd. Recente opiniepeilingen wijzen uit, dat dit een slecht num- mer zou blijken".

Inmiddels zijn de afspraken over de miljoenen méér al gemaakt en heeft Den Toom zijn toezeggingen a:-tn de NAVO gedaan.

Waar het geld vandaan moet komen? Den Toom: "\'ifelnu, na de verkiezingen komt er een nieuw k:tbinet, dat opnieuw prio- riteiten zal moeten stellen, waarbij er bij de vaststelling van de defensiebegroting met dit bedrag rekening zal moeten worden gehouden".

De vraag, die bij dit alles rijst is, of dit nu maar zo moet door- gaan en of er voor ons land geen andere weg mogelijk is. Er zijn er, die - zoals De Jong en Den Toom -- de indruk willen wekken, dat alles onvermijdelijk blijft en dat ook een volgende regering eenzelfde NAVO-koers zou moeten volgen. Dat zijn degenen, die de NAVO-uitgaven als een onaantastbare groot- heid beschouwen - hoe groot de tekorten op de begroting ook worden en hoe hoog de belastingen ook worden opgeschroefd.

498 Dit alles behoeft echter niet door te gaan!

(13)

Er is een andere weg mogelijk, waarvoor de CPN optreedt en die zij ook heeft :>.angcgc;ven. In een verklaring voor "een nieuwe regering - voor een nieuwe politiek" verlangt zij op het gebied van bewapening

.?11

buitenlandse politiek onder meer:

ingrijpende verlaging van de bijdrage aan de NA VO-bcwape- ning - vcrwijdering van ::dle atoomwapens uit Nederland - absolute garantie tegen de vervaardiging, of voorbereiding daarvan - in welke vorm ook - van atoomwapens op Neder- lands grondgebied. In dit vcrband stopze<:ring van de bouw van de ultracentrifugefabriek in Almelo. Nederland dient op te treden voor een totaalvcrbod van atoomwapens; het non- prolifcratievcrdrag, dat door de regering is getekend, dient on- verwijld te worden geratificeerd.

De grote meerderheid van ons volk is voor verwezenlijking van de/,c verlangens en voor een vermindering van de spanningen in de wereld. Garantie voor de veiligheid is niet afhankelijk van opvoering van de bewapening of van verdragen, maar van permanente waakzaamheid, die vrede en veiligheid moeten en kunnen verzekeren.

De regering-De Jong

bla~1st

zich wel op, maar haar politiek is bankroet.

De invloed van de CPN op het politieke leven groeit gestadig en gedragen door een krachtige beweging tegen de NAVO- koers bestaat in Nederland de mogelijkheid een andere politiek, in overeenstemming met de belangen van ons volk, af te dwingen.

.J. MORRIËN

499

(14)

Discussies in de studentenbeweging

De discussies die in de studentenbeweging plaatsvinden over de oriëntatie daarvan in de algemene politieke strijd, zijn authen- tiek en noodzakelijk voor de verdere ontplooiing van die be- weging, die niet met deze of gene gebeurtenis, deze of gene bczettingsactie, deze of gene maatregel van de regering - zo- als de wet- Veringa - bepaald is. Zij kan zich evenmin zonder schokken, zonder tijden van omvangrijke acties of schijnbare stilstand en zelfs schijnbare teruggang ontwikkelen. Dit spreekt zo voor zichzelf, dat de constatering welhaast een gcmeenplaats is. Steeds dieper dringt het besef door, dat de beweging van de studenten alleen effectief kan zijn, wanneer zij zich doelgericht verbindt met de arbeidersklasse. Van meet af aan immers maakte de strijd op de universiteiten objectief deel uit van de strijd tegen de kapitalistische maatschappij. Groepen studenten die deelnamen aan de democratiscringsacties van de afgelopen jaren, hebben zich rekenschap gegeven van de maatschappelijke tegenstellingen, die aan de universitaire conflicten ten grondslag liggen, van het socialisme als perspectief en van het marxisme- leninisme als wetenschappelijke oriëntering.

Rechtse persorganen vcrheugen ;ûch in de oppcrv lakkige con- statering, dat het bij de discussies in de studentenbeweging niet ontbreekt aan weifelingen, verwarringen en kleinburgerlijke tegenspraken, sectarisme, enz. In werkelijkheid konden zij zich wel eens blij maken met een dooie mus.

Zeker, door sommige zelfbenoemde "theoretici" van de stu- dentenbcweging wordt geconstateerd, dat - letterlijk - acties tegen de oppermacht van de monopolies over de universiteit

"reactionair verzet tegen een voor het kapitaal noodzakelijke onafwendbare ontwikkeling" zou zijn, waartegen geen strijd moet worden aangegaan "nu de daarop volgende nederlaag zeker is". Keer op keer wordt de studenten voorgehouden, dat hun optreden tot nu toe zinloos is geweest, dat zij slechts neder- lagen hebben geleden en de enige mogelijkheid is: "uit de univer- siteit gaan", d.w.z. plaatsmaken voor Veringa.

Men ziet echter, dat deze "theoretici" zelf de effectiefste be- strijders zijn van hun eigen theorieën; men hoeft ze slechts aan het woord te laten om ze te weerleggen. Zij profereren zulke karikaturale nederlagen, dat iedere student die deel heeft gehad aan de overwinningen hen voetstoots alléén laat staan.

De gevoerde massa-actics zoals de Maagdenhuisbezetting kun- nen immers niet posthuum ongedaan gemaakt worden. De resul- taten kunnen nu eenmaal niet wcggerecieneerd worden. Dat de studentenbcweging is geworden tot een politieke factor is nu eenmaal een gegeven, waarmee ook de tegenstanders moeten re- kenen, of zij het leuk vinden of niet. Dat Veringa, waar hij naar de opperheerschappij op de universiteiten grijpt, studenten te- genover zich vindt is nu eenmaal 'n werkelijkheid, die zich da- gelijks manifesteert. De poging van de ultra-reactionaire prof.

Duynstcc om in Nijmegen te komen tot een instelling-op-voor-

500

hand van de Veringa-raden liep uit op een flop (er kwam vrij-

(15)

wel geen student opdagen); daarentegen werd de regering met betrekking tot het karakter van die "raden" aan de Groningse universiteit tot concessies gedwongen en werden daar de ver- kiezingen prompt een succes, waarbij alle studentenzetels toe- vielen aan de felste tegenstanders van de wet- Veringa.

De studenten en stafleden die de gedemocratiseerde instituten verdedigen, weigeren het zo bepleite "pbatsmakcn voor Vc- ringa". De Neerlandici in Amsterdam lieten zich van hun actie niet weerhouden door de "linkse" bewering volgens welke zij slechts vochten voor "kleinburgerlijke privileges".

De studentenbcweging hééft zijn weerslag gehad in andere takken van onderwijs, bij groepen academici, zij hééft het ge- vechtsterrein voor democratie verbreed, impulsen gegeven, strijders gerecruteerd.

Dat alles kan niet weggeredeneerd worden en wel het minst van al met een zogenaamd beroep op het marxisme, want dit kenmerkt zich voor alles door concrete analyse van concrete situaties - en de concrete situatie is niet gunstig voor theoretici J. b Vcringa.

Dit alles betekent niet, dat de studentenbcweging zonder stag- natics in een rechte lijn vooruit zou gaan . .Juist omdat zij suc- cessen geboekt heeft, is ze het doelwit van een reactionair offensief.

Minister-president De Jong gaf op de voorpagina van het Algc- meen Handelsblad te kennen, een groot gevaar te zien in de studentenbeweging; en hij liet doorschemeren, dat een ferm stukje koude-oorlogs-anticommunismc tot het arsenaal van de tegenactie zou bchorC

11,

iets wat later voortreffelijk is uitge- komen.

(Wat dit la:nstc betreft tussen haakjes een recent voorbeeld van het Nijmeegs Univcrsiteitsblad, dat alle studenten in die stad thuisgestuurd

kr;j~'cn.

Dit "linkse" blad behelsde een artikel over de havenstaking, dat één lange jankerige scheldpartij tegen de CPN bleek in te houáen. Het was geschreven door een ge- dropte Vrije-Volk-journalist.)

Ook valt te wijzen op een "discussiestuk" van een commissie uit de NA VO-asscmblcc, die zich blijkens dit stuk heeft bezonnen op mogelijkheden "de studentenbeweging in de hand te houden"

door haar "in te kapselen". "Het gezag dient overal hersteld en vcrsterkt te worden, en met de meeste spoed wel op de univer- siteiten, wier leiders wellicht hun voordcel kunnen doen met internationaal overleg". Zo heette het in dit curieuze NAVO- document, uit Brussel meegebracht door het NSR-bestuur, dat in de "malaise" van de studentenbcweging een bijzonder eigen- aardige rol blijkt te vervullen, waarop wij verder terugkomen.

De uitspraken van De Jong en van de NAVO-commissie zijn slechts een illustratie. Zij bevestigen alleen nog maar eens, dat de reactie vastbesloten was iets aan het door haar gesignaleerde

"gevaar" te doen, dat zij haar omvangrijke apparaat in het geweer zou brengen om de belangrijke bereikte successen terug te schroeven, de resultaten ongedaan te maken, de verdere ont-

wikkeling van de studentenbcweging te doen stagneren, haar

501

(16)

los te weken van de meerderheid waarop zij steunt, en daar- voor alle beschikbare middelen - inclusief de infiltratie - aan te wenden.

Sektarisme

Men moet dan ook bij de beoordeling van de discussies in de studentenbeweging een onderscheid weten te maken tussen wat daarvan noodzakelijk, op de verdere ontplooiing en theoreti- sche vcrdieping gericht is, èn wat daarvan kunstmatig is inge- bracht met het doel in tijden van betrekkelijke stilstand ver- warring te scheppen, de studenten af te houden van de onont- beerlijke hardnekkige belangenstrijd, de belangenorganisaties als actieve factor onschadelijk te maken, de kernen te laten vcr- worden tot sekten van theologanten, hen voor zich uit te driiven en als ultralinkse charlatans van de werkelijkheid binnen de universiteit te vervreemden.

De7clfde enkelingen die nog een jaar geleden met ernstige ge- zichten verklaarden, dat de studenten een "door de professoren onderdrukte klasse" vormden, of dat zij "dr, voorhoederol van het proletariaat (hadden) overgenomen",

~.chrijven

nu in zo mogelijk nog plechtiger nota's de mededeling, dat de actieve studenten zonder

uit/onderin~

"wildgcwordcn kleinburgers zijn", die het revolutionaire

h~'ndwcrk

slechts kunnen leren door in krottenwijken wc's schoon te maken, maar die vooral niet voor "hun eigen pri vilegeö" (de armzalige studietoelagen, etc.) mogen vechten.

De theoretici-van-het-politiebureau, die er met stencilmachines vandoor gaan, moeten als haastige kameleons van kleur ver- schieten, want de ontwikkeling in de ideeënstrijd gaat snel, de werkelijkheid zit hen op de hielen.

De Nijmeegse uitgeverij SUN, die met aanwendinh

nn

vrij aanzienlijke kapitalen de bij de debatten behorende p8.perassen verzorgt, moet zich te pletter drukken over de klassepositie van de studenten, dan weer de kommervolle

schriftlczin~en

van deze of gene Westberlijnse sekte te slijten, dan weer de daaraan tegenovergestelde orakeltaal van de Belgische trotzkist Mandel aan de man te brengen.

Zo kon een student, die met een ronkende frase begon aan "een historische analyse van onze beweging", te horen krijgen: "Man, je praat over gistera vond!"

De beurzenkwestie

Het enten van anarchistische en ultralinkse ideeën maakt zon- der twijfel deel uit van de verdeel-en-heers-tactiek van de monopolies, om door middel van een karikatuur de studenten- beweging te diskrediteren bij de bevolking en bij grote groepen studenten.

Laten wc als concreet voorbeeld van een stukje "oneigen I ijke"

502 discussie, dat wil zeggen discussie die in wezen gericht is op

(17)

het tegenhouden van beweging, de beurzenkwestie nemen. De strijd om de studietoelage heeft bij het ontstaan en de groei van de studentenbeweging een grote rol gespeeld.

In september dreigde V crin ga met een reeks schandelijke mani- pulaties rond de beurzen van studenten aan de gedemocratiseer- de instituten, een regelrechte poging om door middel van brood-- roof pressic uit te oefenen. De belangenorganisaties van de stu- denten traden echter niet of nauwelijks op, hoogstens beperkten zij zich tot een verontwaardigd perscommuniqué. Ook toen duizenden studenten maandenlang op hun beurs moesten wach- ten in vcrband met een vcrhuizing van de afdeling rijksstudie- toelagen van Den Haag na:-tr Groningen, sloegen de grond- raden geen alarm.

Deze in wezen rechtse bureaucratische houding is echter ver- dedigd ... met een beroep op het marxisme! Studenten zijn immers geen producenten van meerwaarde, zo luidde in een aantal studentikoze publikaties de redenering, zij consumeren slechts de door de arbeiders voortgebrachte meerwaarde, zijn een maatschappelijk geprivilegieerde groep, en te vechten "voor het instandhouden van deze privileges" zou neerkomen op ...

het uitbuiten van de arbeiders! In alle ernst!! En bovendien staan studenten niet in loondienst, luidde vcrder de redenering, 1.ij moeten met hun eisen aankloppen bij de regering, hun be- langenstrijd is geen uitdrukking van een antagonistische tegen- stelling tot het kapitaal, enzovoort, enzovoort.

En dc1.e ongehoorde, stompzinnige versimpeling en verdraaiing van de "theorie" moest een argument opleveren om in de prak- tijk niets te doen. Wat is de klassepositie van de student? Op zijn krent!

Kennelijk moeten de studenten hun belangenstrijd voeren on- danks de als theoretici vermomde bureaucraten, dus in de vorm van wat altijd "wilde acties" genoemd wordt: te wijzen valt op het optreden tegen de numerus fixus en de wachtlijsten, het optreden van actiecomités in Amsterdam rond de stu- dentenhuisvesting (Concordia-project) en tegen vermindering van het aantal assistentenschappen van de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie, enzovoort. Het be- kende optreden van de Neerlandici in Amsterdam valt eigen- lijk ook onder deze noemer.

Daarnaast is men echter geconfronteerd met het leeglopen van de grondraden, de verzwakking van de organisaties. De Am- sterdamse ASV A, overigens de actiefste van de verschillende grondraden, zag niettemin haar ledental dit jaar met 33 procent tot 6000 verminderen. Organiseerde de ASV A enkele jaren ge- leden 80 procent van alle Amsterdamse studenten, nu bedraagt dit percentage nog slechts 30 à 40. De Unie van Studenten in

Nijme~.cn

telde vorig jaar nog 3000 leden, waarvan er nu 650 over ZIJn.

Overmatige betekenis moet men aan deze cijfers ook weer niet toekennen; naarmate de tegenstellingen minder versluierd aan de dag treden, vindt een scheiding der geesten plaats, en naar- mate de studentenbcweging zich verder omhoog werkt uit het

oeroude moeras van kleinburgerlijk gezelligheidsgedoe groeit 503

(18)

ook de behoefte aan nieuwe organisatietypen, waarbij de oude meubelstukken de verblufte huisgenoten als splinters brandhout om de oren vliegen.

Ondergang NSR

Want welke conspiraties er tegen de studentenbeweging ook worden ondernomen, de pogingen van rechts om door de ge- vallen gaten te kruipen en de ontwikkelingen die de laatste jaren onder de studentcn"m:lssa" hebben plaatsgevonden weer ongedaan te maken - deze pogingen zijn tot mislukken ge- doemd, omdat zij de fund:lmentelc grondslag van die beweging niet kunnen aantasten. Het ga:lt immers niet om toevallige ver- schijnselen, niet om secundaire moeilijkheden en worstelingen die iedere beweging nu cenm:lal moet doorstaan.

In dit vcrband moet het schipbreuk vermeld worden van de

"rechtse alternatieven". In Nijmegen de genoemde poging om te komen tot een instelling-op-voorhand van de Vcringa-raden;

en in Amsterdam de poging om een rechtse "concurrerende"

grondraad in elkaar te zetten, de zich op D'66 inspirerende OBAS, die voor haar papieren leden niet eens een vergadering durft uit te schrijven. D'66 heeft zich in het verleden op de universiteiten al gedemaskeerd.

De samenzweringen tegen de studentenorg:lnisaties kunnen de beweging niet tot stilstand of teruggang herleiden, zij kunnen hoogstens "in de soep spuwen". Dat gebeurt dan ook.

Medio november meldde de burgerlijke pers met opgetogen leedvermaak, dat de Nederlandse Studenten Raad, de lande- lijke overkoepeling van grondraden, in de pan was gehakt door de bestuurders van die raad. Het verslappen van de democrati- sche controle binnen de studentenbcweging ( vcrkiezingen voor de grondraden zijn slechts mondjesmaat) was de NSR het eerst fataal geworden; deze organisatie had veel minder dan de erbij aangesloten grondraden contact met de basis. Zij was dus het makkelijkst toegankelijk voor infiltraties. Sinds maart '69 -- dus nog voor "Tilburg" en "Maagdenhuis" - is er geen congres geweest! Het huidige bestuur is nooit door een congres gekozen.

Dit niet-gekozen bestuur nu keerde zich tegen de studenten- beweging, het wendde zich geheel af van de belangenstrijd en hield zich zogenaamd nog slechts bezig met discussies over de klassepositie van de studenten. De discussies eindigden ermee, dat de bestuursleden plotseling verdwenen. Stencilmachines, schrijfmachines en adresseermachine werden vermist. Verdwe- nen bestuursleden doken weer op bij een scheurmakersgroepje, dat in de Rotterdamse havenstaking voor de ondernemers ope- reerde onder de naam "Arbeidersmacht" of "KEN". Waar de stencilmachines en schrijfmachines weer opdoken is onbekend.

Men kan er slechts naar raden.

Vrij Nederland vond dit alles dermate verrukkelijk, dat het

een volle pagina wijdde aan de "theoretische discussies" welke

aan het verdwijnen van stencilmachines ten grondslag zouden

504

liggen.

(19)

Zo werd na het NSR-bestuur Vrij Nederland ingeschakeld met het oogmerk de ideeënstrijd binnen de studentenbeweging te laten vcrworden tot intrige, dç botsing tot schandaal, de dis- cussic tot fraude. Voor de studenten moet het aanwenden tegen hen van deze oeroude methode, die tot het vaste arsenaal van de oude maatschappij behoort, een bijzonder leerrijke ervaring :r,ijn. Zij kunnen eruit concluderen dat men welmoet debatteren, wel de

ideologi~che

strijd moet voeren, maar niet op elk niveau.

Wat onze partij betreft, zij debatteert niet met het politie- bureau.

Veranderende positie

Even nood:r,akelijk als het ;s, het optreden zoals bovengenoemd van NSR-bestuursleden, en een zekere tijdelijke desorganisatie van de studentenbeweging te signaleren - even onjuist zou het zijn, het effect en de betekenis van deze negatieve verschijnselen te overschatten. De ideeënstrijd binnen de studentenbeweging wordt immers niet daardoor overheerst, maar door het steeds dieper doordringende besef van de veranderende positie van de intellectuelen. Dat is het essentiële.

De kern van de zaak werd in de discussiegrondslag voor het 23ste CPN-congres als volgt samengevat:

"Gcz,icn de spectaculaire uitbreiding van de menselijke kennis, de ongekende groei en veelzijdige ontwikkeling van de weten- schap en de snelle toepassing van de resultaten daarvan in de produktie, is de wetenschap geworden tot een directe produktie- kracht. De instellingen van wetenschappelijk onderzoek en van wetenschappelijk onderwijs worden meer en meer tot organisa- ties die in het produkticve proces zijn ingeschakeld."

Geconstateerd werd, dat wc:cnschappelijke werkers gemaakt worden tot "rechteloze aan hun onderdeel geketende intellec- tuele loonsla ven". De conclusie werd getrokken, dat de strijd aan de universiteiten etc. gevoerd dient te worden in eenheid met de algemene strijd van de arbeidersklasse en direct ver- bonden (is) met de acties van alle onderdrukte mensen, ook in de onontwikkelde en op ncokolonialistische wijze uitgebuite ge- bieden, voor de omverwerping van de macht van de mono- polies en voor de vestiging van een socialistische maatschappij."

Wc citeren dit hier uitvoerig, omdat het precies betrekking heeft op de voornaamste punten van het debat in de studentenbe- weging, omdat het een uitgangspunt is waarmee gewerkt kan worden, niet omdat alle wetenschappelijke problemen ten aan- zien van de positie van de intellectuelen in het produktieproces met één klap zouden zijn "opgelost".

Schoolmeesterij

In het SUNschrift over produktieve en onproduktieve arbeid, waar wij hiervoor terloops naar verwezen, wordt juist gepoogd

met één klap, Joor de vcrwijzing naar een aantal economische 505

(20)

beschouwingen van Marx, de

di~cussies

over de rol van de intellectuelen in de klassenstrijd te beëindigen. De auteurs gaan daarvoor uit van het onderscheid dat Marx maakte tussen pro- duktieve arbeid en onproduktieve arbeid (de arbeid van leraren, verpleegsters, boekhouders, wetenschapsmensen, enz.).

Uit dit onderscheid wordt dan afgeleid, dat de tegenstelling van de onproduktieve producenten tot het kapitaal steeds onrecht- streeks is. En daaruit leiden "marxisten-leninisten(!) aan de FU West-Berlijn" dan weer rechtstreekse consequenties af voor het karakter van de studentenorganisaties.

Wat is dit anders dan het werk van klcinburgcrs, die zich marxisten noemen, maar het marxisme opvatten als stupide schoolmeestcrij? Zij menen de problemen te kunnen oplossen door in het register achterin de boeken van Marx te kijken, er een bepaald economisch begrip uit te vissen dat hen wel op de onderhavige kwestie betrekking lijkt te hebben, er de passende citaten bij te zoeken en zich met deze oppervlakkige pralerij van bewijzen te voorzien. Dit zijn register-marxisten. Met een on- gelofelijke willekeur worden de theorieën van Marx in stukken geknipt, hetzij omdat dit zo in de kraam van de auteurs te pas komt, hetzij omdat men stomweg vcrgat verder te kijken.

Zo kan het gebeuren, dat de begrippen produkticvc en on- produktievc arbeid, waartussen het onderscheid noodzakelijk is voor het analyseren van de meerwaarde, uit hun context gelicht worden om te dienen als argument voor een onderwaardering, een onderschatting van de mogelijkheid tot collectief handelen, tot organisatie en strijd van groepen technici, kantoorbedien- den, enzovoort.

Voor het gemak worden andere beschouwingen van Marx, die op deze kwestie veel directer betrekking hebben, weggelaten.

Ter illustratie kan hier bijvoorbeeld gewezen worden op de beschouwingen van Marx over de toepassing van wetenschappe- lijke ontdekkingen in de produktie, waarbij hij een onderscheid aanbrengt, namelijk tussen algemene en gemeenschappelijke arbeid, twee begrippen die men in de tientallen beschouwingen van de laatste maanden over de klassepositie van de weten- schappelijke werkers vergeefs zal zoeken:

"Overigens moet een onderscheid gemaakt worden tussen alge- mene arbeid en gemeenschappelijke arbeid. Beide spelen in het produktieproces hun rol, beide gaan in elkaar over, maar beide onderscheiden zich ook. Algemene arbeid is alle wetenschappe- lijke arbeid, alle ontdekkingen, alle uitvindingen. Zij is bepaald ten dele door samenwerking met tijdgenoten, ten dele door ge- bruik van 't werk van voorgangers. Gemeenschappelijke arbeid veronderstelt de rechtstreekse coöperatie der individuen."

( .... ) "Het is meestal de waardelooste en miserabelste soort

van gcldkapitalisten, die uit alle nieuwe ontwikkelingen van

de algemene arbeid van de menselijke geest en van haar maat-

schappelijke toepassing door gecombineerde arbeid, de grootste

506 winst maakt."

(21)

Veranderlijk

Wij ,.,even Jit op deze plaats weer, juist om te laten zien, dat men de huidige discussie over de maatschappelijke positie van de intellectuelen, welke discussic een zeer academisch karakter draagt, niet kan afdoen met wat pedante frasen of een ge- Ïsoleerd citaat.

Integendeel, de voornaamste denkfout in veel van de theoreti- sche geschriften die in de studentenbeweging circuleren en waar- uit men rechtstreekse conclusies voor het handelen van de stu-·

dentenbeweging wil trekken, lijkt juist, dat men de klassc- positic van groepen intellectuelen wil beschouwen als een on- veranderlijk gegeven,

Z~ls

voor eeuwig vastgepind.

En dat, terwijl er juist onderzoek nodig is naar de voortdurende veranderingen, die zich voltrekken in de sociale plaatsbepaling van mensen met wetenschappelijke of hogere beroepsoplei- dingen, van groepen die ten gevolge van de machtsconcentratie van de monopolies rechtstreeks tegenover de monopolies komen te staan, waardoor hun aansluiting bij de strijd van de arbei- dersklasse niet langer een kwestie is van individucel "over- lopen", zoals de Westberlijnse register-marxisten nog beweren, maar )u i st een massaal karakter draagt met vcrreikende conse- quenties.

Wie dit niet wenst te zien mag zich wel feliciteren met de deftige citaten die hij vindt, maar het wezenlijke van het marxisme, zijn revolutionaire dialectiek, heeft hij niet begrepen.

En 1.ckcr zou het uit7.ichtloos zijn zo'n statische, niet op de zich voltrekkende veranderingen gebaseerde, theorie te willen vcr- binden met het optreden van de studenten, wier positie bij uitstek bepaald wordt door het tijdelijke karakter ervan. De studenten zijn immers voor de overgrote meerderheid afkomstig uit de door het kapitalisme met ontworteling en ontreddering bedreigde middengroepm, maar worden voor het grootste deel reeds geconfronteerd met het toekomstperspectief van "aan hun onderdeel geketende intellectuele loonslaven". En hun huidige arbeidsterrein, de universiteiten, zien zij rechtstreeks in het produktieproces ingeschakeld, zodat zij op die tijdelijke plaats dus reeds te maken krijgen met de inwendige tegenstellingen van het kapitalisme, dat met Veringa en Posthumus als ge- huu.n.lc gladiatoren de absolute heerschappij in de universiteiten opeist.

Vooroordelen

I--loc beperkt is het in dit op1.icht de strijd van de studenten te bestempelen en te vcroordelen als louter "kleinburgerlijk".

Het is niet de arbeidersbeweging die met deze kortzichtige be- nadering colporteert, al moet zij zich rekenschap geven van de beïnvloedingen van allerlei kanten.

Maar het is juist het burgerlijk propaganda-apparaat, dat naar believen groepen studenten als extremisten verdacht maakt, of

hen als revolutionaire heilsprofeten ten tonele voert, dat zich in 507

(22)

508

de ideologische discussies binnen de studentenbcweging mengt met het oogmerk de verbinding tot de strijd van de arbeiders- klasse te saboteren.

Zo wijdde het !KOR - de omroeporganisatie van de kerken, die het kabouterdom van Roei van Duyn tot vervelens toe aan- prees en als richtsnoer aanbeval - een televisie-uitzending aan het onderwerp "arbeiders en studenten". Enkele "ultralinkse'' studenten kwamen in die uitzending opdraven om het kijkers- volk te vertellen, dat alle studenten straks directeuren worden en iedere universitaire actie dus per definitie een vrijblijvend en huichelachtig karakter draagt, terwijl men enkele arbeiders, juist uit bedrijfstakken waarin de technische kaders vrijwel ont- breken, de door De Telegraaf gevoede vooroordelen tegen "stu- denten in het algemeen" kon horen herhalen.

Dit is dan in de praktijk van de burgerlijke propaganda, de versimpelde "vertaling" van de theorie van "marxisten-leni nis- ten aan de Freie Universität West-Berlin".

~-iet

I KOR weet zijn "marxistische" voorkeuren wèl te kiezen!

MJar de tclcvisic-"vertaling" maakt in scherper contouren

;:ichtbaar, hoc de register-"marxisten" uiteindelijk uitkomen bij een vulgair naturalisme, dat de positie van de intellectuelen per c>lot wil bepalen aan de hand van de milieus van afkomst. En

~1iet

van de plaats in het produkticproces, die doorslaggevend

IS.

De communisten doen dan ook niet mee aan de nu in sommige studentenkringen opgedoken mode om het werk van de studen- tenbeweging af te schilderen als minderwaardig, als het ge- knutsel-aan-de-rand van eeuwig instabiele raaskallen, "wildgc- wordcn kleinburgers".

De communisten hebben daarentegen als hun standpunt uitge- sproken, dat de studentenbcweging een belangrijke politieke factor kan zijn; dat het gaat om het tot stand brengen van de juiste verbinding tussen het optreden van de studenten en de arbeidersklasse als geheel.

G. SCHREUDERS

(23)

Enkele aspecten van de technische en wetenschappelijke ontwikkeling

Voor iedereen zichtbaar voltrekken zich de laatste jaren door de stormachtige ontwikkeling van de zuivere en toegepaste we- tenschap, technische veranderingen, waarvan echter de toe- komstige betekenis en gevolgen nog maar nauwelijks vallen te overzien. De technische en wetenschappelijke vooruitgang en de toepassing daarvan krijgen duidelijk merkbaar een steeds gro- tere omvang en beginnen het produktieproces binnen te dringen.

Evenals de mechanisering in de vorige eeuw zal de thans

plaat~

vindende automatisering een diepgaande invloed uitoefenen

op

de structuur van de maatschappij en als gevolg daarvan uiter- aard ook op het leven van de mensen.

De automatisering is niet zo maar uit de lucht komen vallen, maar lag als het ware al in de mechanisering besloten.

Vooral na het op gang komen van het mechaniseringsproces tijdens de industriële revolutie, werd de logische consequentie daarvan in de automatisering, al door enkelen onderkend. Dat was zelfs nog ver voor de daartoe noodzakelijke technische en wetenschappelijke grondslagen maar konden worden vcr- moed.

Het is interessant, dat bijvoorbeeld Kar! Marx reeds meer dan honderd jaar geleden heeft nagedacht over automatisch ver- lopende produktieproccssen. In zijn grote werk "Het Kapitaal", maar meer nog in de manuscripten ter voorbereiding van zijn uitgebreide publikaties, heeft hij daarover van groot inzicht getuigende opmerkingen gemaakt. Zo schreef hij in zijn "Grund- risse: "Opgenomen in het produktieproces van het kapitaal, doorloopt het arbeidsmiddel echter verschillende gedaantever- wisselingen, waarvan de

laa-~stc

de machine is, of liever een automatisch systeem van machinerieën . . . in beweging gezet door een automaat, de bewegende kracht, die zichzelf beweegt;

deze automaat bestaat uit talrijke mechanische en intellectuele organen".

Wij zien, dat hier - meer dan honderd jaar geleden dus - al bijzonder trefzeker de uitersi:e consequentie van de technische ontwikkeling wordt aangeduid. Dat Marx zich niet blijvend met deze zaken heeft bezig gehouden, ligt voor de hand. Hii

w~1s

vooral geïnteresseerd in de maatschappelijke ontwikkelin- gen van zijn tijd en zijn wetenschappelijke werk was in dat kader gericht op de ondersteuning van het praktische handelen.

in de strijd tegen het kapitalisme en voor het socialisme.

Technische aspecten

Bij de huidige ontwikkeling lijkt vrijwel geen gebied van de menselijke activiteit immuun voor gehele of gedeeltelijke auto- matisering. In administratie en bedrijfsbeheer, bij industriële processen en produktieplanning, wetenschappelijke toepassin-

gen en bij het onderwijs, geen gebied of er zijn reeds voor- 509

(24)

beelden van. En dat alles kwam in wezen tot stand in n:1Uwe- lijks vijftien jaar, ai moet worden vastgesteld, dat de nadruk in die periode op de militaire toepassing van de nieuwe kennis is gevallen.

De oorzaak van de snel toenemende betekenis van de automa- tisering is, dat de technische en wctenschapoclijke ,_;rondsbgen voor de algemene toepassing in een tiental jaren rijpten. Het is vooral de snelle vooruitg:mg van de elektronica, die een ware doorbraak heeft mogelijk gemaakt.

We willen eerst ingaan op enkele technische aspecten van het probleem. Er is een wezenlijk onderscheid tussen

mechaniscrin~~

en automatisering. Mechanisatie is het best te omschrijven als de techniek om de menselijke spierarbeid te vcrvangen door werktuigen en machines. Vanaf het gebruik van het eerste stuk gereedschap tot het ingewikkeldste mechanische apparaat van vandaag, is er eigenlijk alleen sprake van een soort van "ver- lenging" van de menselijke hand. In het mechanische proces blijft de mens als schakel onmisbaar om het te sturen en te regelen. Het kenmerkende van een automatisch proces is nu, dat het juist deze sturende en regelende futv:ties van de mens eveneens overneemt. Met mechanisatie en automatisering is het mogelijk, dat een gcsloten machin:1al proces tot stand komt, dat daarbij tevens de mogelijkheid bezit om zelf corr,ècties

:1an

te brengen wanneer er fouten optreden. ln de techniek noemt men deze zelfregelende mogelijkheid van ccn proces, de terug- koppeling.

Deze terugkoppeling is kenmerkend voor alle vormen van automatisering. Het principe hierbij is, dat niet gewenste af- wijkingen aan het eind v:1n een proces worden benut als uit- gangspunt voor de

bijsturin~~

om die afwijking op te heffen.

Het principe van een automatisch proces van de terugkoppe- ling is in zijn meest eenvoudige vor111 duidelijk

te

maken aan de hand van een algemeen bekend voorbeeld, namelijk ebt van de thermostaat.

Deze thermostaat, die vele mensen tegenwoordig in huis heb- ben om de temperatuur te regelen, is gevoelig voor tcmper:o- tuurswissclingen en is afhankelijk van de instelling die de gas- toevoer naar een gaskachel regelt. Daalt de temperatuur onder een bepaalde ingestelde waarde, dan wordt meer gas naar de kachel toegeleHen en zal de temperatuur dus gaan stijgen. Dit gaat door totdat de temperatuur boven de ingestelde waarde uitstijgt en de thermostaat de gastoevoer weer afknijpt,

wa~'.r­

na de temperatuur weer /.eer langzaam zal gaan dalen totebt deze

:w

laag wordt, dat de thermostaat weer is

in~~cschakcld

en het verhaal opnieuw begint. De kringloop is dus rond.

Een systeem, waarbij de afwijking van het beoogde rcsnltaat, in dit geval een te hoge of te lage temperatuur, wordt ge- bruikt als regelbron voor een proces noemt men een zelfrege-- lend of automatisch systeem met terugkoppeling. Dit terug- koppclingssysteem vinden wc in vrijwel alle automatische pn)- cesscn terug.

Automatische principes worden ook toegepast bij bijvoor-

510

beeld de automatische piloot van een vliegtuig, waar de koers

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maatgevend voor de toegankelijkheid van de gegevens in de informatiever­ zameling is de zoektijd, d.i. de tijd die nodig is voor het vinden van gegevens. De gegevens zijn,

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

De website kan een houvast bieden na de opleiding omdat deze: (1) zeer duidelijke en praktisch toepasbare tips bevat, (2) tools omvat die een goede aanvulling vormen op deze opleiding

Le Collège des médecins pour le centre de traitement de l’insuffisance rénale chronique est, de par sa composition, situé à l’interface entre les groupements

Once the left atrium is opened (mitral valve surgery), most surgeons perform additional lines besides PV isolation, even in paroxysmal AF (Fig.6).. In procedures with

Wanneer de verzorgende aan de slag gaat bij een cliënt die nieuw is binnen de dienst, raden we de dienst aan om haar tijdens de eerste maand hulpverlening een materiaallijst

Vóór u de fiche voor het analyseren van een taak waarbij manueel lasten worden vertild gaat gebruiken moet u goed de context vastleggen waarin u Fifarim gaat aanwenden..

Daarbij kunnen ook extremere beelden zitten dan er nu zijn, bijvoorbeeld een technologisch natuurbeeld, waarin natuur alleen nog maar volledig door de mens wordt bepaald, onder