• No results found

Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken:"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

aan: de raad

datum: 21 maart 2017

onderwerp: resultaten Monitoring en onderzoek Sociaal Domein

van: het college

bijlage: 5

registratienr.: OD/2017/194762 in afschrift aan: Burgerplatform

Inleiding

Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken:

1. Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein, eerste helft 2016 2. Cliëntervaringsonderzoek Sociale teams (toegang) 3. Onderzoeken Jeugdhulp, te weten:

- Cliëntervaringsonderzoek Jeugdhulp (spiegelgesprekken)

- Cliëntervaringsonderzoek Centrum voor Jeugd en Gezin (toegang) - Evaluatie Centrum voor Jeugd en Gezin

In het najaar van 2016 zijn bovenstaande onderzoeken onder regie van de IJmond gemeenten uitgevoerd. De resultaten van de eerste twee onderzoeken worden op Heemskerks niveau

gepresenteerd. De resultaten van de onderzoeken Jeugd worden op IJmondiaal niveau beschreven.

1. Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein, eerste half jaar 2016

De gemeente Heemskerk levert ieder half jaar gegevens aan ten behoeve van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. Daarnaast worden gegevens via andere bronnen verzameld. Op basis van al deze gegevens wordt ieder half jaar een geactualiseerde rapportage van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein opgeleverd.

De monitor wordt via de website www.waarstaatjegemeente.nl gepubliceerd en geeft inzicht in:

1. Het gemeenteprofiel;

2. Het gebruik van voorzieningen;

3. Stapeling van voorzieningen;

4. Cliënttevredenheid Wmo.

Op 18 oktober 2016 heeft het college aan de gemeenteraad een toelichting gegeven op de resultaten van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein over het jaar 2015. Deze cijfers hadden grotendeels betrekking op het jaar 2015. De rapportage is in januari 2017 vernieuwd met informatie over de eerste helft van 2016. De vernieuwde informatie heeft betrekking op het gebruik van voorzieningen en de stapeling van voorzieningen (ad 2 en ad 3).

Ingekomen stuk nr. 2017/040

Raadsvergadering d.d. 6 april 2017

(2)

In het gebruik en de stapeling van voorzieningen zien wij de volgende verschillen ten opzichte van gemeenten met dezelfde grootteklasse (25.000-50.000):

- In Heemskerk ontvangen relatief iets meer jongeren tot 18 jaar jeugdhulp, er wordt een fractie minder gebruik gemaakt van voorzieningen in het kader van jeugdhulp met verblijf of van jeugdbescherming.

- Inwoners van Heemskerk maken relatief meer gebruik van hulpmiddelen en hulpdiensten en minder gebruik van ondersteuning thuis (begeleiding en dagbesteding).

- Het aantal bijstandsuitkeringen is in Heemskerk aanzienlijk hoger en het aantal re- integratievoorzieningen aanzienlijk lager.

- In Heemskerk maken in zijn totaliteit meer inwoners en meer huishoudens gebruik van één of meerdere voorzieningen. Relatief gezien betreft dit iets vaker één voorziening per huidhouden.

Daarnaast maken verhoudingsgewijs iets meer cliënten gebruik van 5 of 6 voorzieningen.

Ten opzichte van 2015 zien wij in de eerste helft van 2016 het volgende beeld:

- Een lichte stijging van het aantal jongeren tot 18 jaar dat jeugdhulp ontvangt, dit is een landelijke trend. Het aantal jongeren dat gebruik maakt van jeugdhulp met verblijf of jeugdbescherming blijft gelijk.

- In de eerste helft van 2016 bleef het aantal inwoners dat gebruik maakt van maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo stabiel ten opzichte van het jaar 2015.

- Het aantal Heemskerkers dat een bijstandsuitkering ontvangt is licht gestegen; het aantal inwoners dat in het kader van een participatiewet een re-integratietraject volgt is licht gestegen ten opzichte van het tweede half jaar 2015 maar lager dan het eerste half jaar van 2015.

- Ten opzichte van 2015 zijn er geen wijzigingen in de stapeling van voorzieningen.

De gegevens waarover we nu beschikken beperken zich tot anderhalf jaar. Trends op de langere termijn zijn nog niet inzichtelijk.

Algemene conclusie: Heemskerk wijkt niet substantieel af van gemeenten van dezelfde grootteklasse met uitzondering van de voorzieningen in het kader van de participatiewet. In de eerste helft van 2016 zijn geen opvallende verschillen ten opzichte van het jaar 2015 te melden.

In bijlage 1 wordt een nadere toelichting gegeven op de resultaten met betrekking tot het gebruik en de stapeling van voorzieningen.

2. Cliëntervaringsonderzoek Sociale (wijk)teams

In het najaar van 2015 hebben de IJmond gemeenten voor het eerst een cliëntervaringsonderzoek Sociale (wijk)teams en CJG laten uitvoeren (0 meting). In februari 2016 heeft het college de

gemeenteraad geïnformeerd over de resultaten van dit onderzoek. Dit onderzoek is in het najaar van 2016 herhaald (1–meting). Voortaan zal dit onderzoek tweejaarlijks plaatsvinden.

In deze paragraaf worden de ervaringen van bewoners met de ondersteuning door het sociaal team Heemskerk beschreven. De ervaringen van bewoners met de ondersteuning door het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt in de volgende paragraaf beschreven samen met de andere onderzoeken over Jeugdhulp.

In het onderzoek is zowel gevraagd naar het resultaat van ondersteuning (in termen van

zelfredzaamheid) als naar het proces van ondersteuning (bejegening, communicatie, bereikbaarheid etc). De respons in de IJmond bedroeg 25 %, voor Heemskerk was de respons 34 %. Hierbij past de

(3)

kanttekening dat de absolute respons in Heemskerk met 51 respondenten lager was dan in Beverwijk en gelijk aan Velsen.

De belangrijkste bevindingen:

- Respondenten zijn over het algemeen (zeer) tevreden over de geboden ondersteuning: het sociale team krijgt gemiddeld in de IJmond een 7,3. In Heemskerk ligt dit met een 7,6 iets hoger.

In de 0-meting scoorde het sociaal team Heemskerk een 7,2.

- Over het proces van ondersteuning zijn de respondenten overwegend (heel) tevreden. Men voelt zich serieus genomen ( 85 % versus 89% 0-meting), men begreep de medewerker (87 % versus 86 % 0-meting) en het merendeel vond het prettig dat de medewerker op huisbezoek kwam (85%

versus 81% 0-meting).

- De tevredenheid over het resultaat van de ondersteuning blijft daarbij relatief gezien iets achter.

Uit het onderzoek blijkt dat in Heemskerk 64% (62 % bij 0-meting) van de cliënten die ondersteuning hebben ontvangen van het Sociale team van mening is dat zij dankzij deze ondersteuning een stap verder zijn gekomen.

De meest opvallende verschillen ten opzichte van de 0-meting in 2015 staan in onderstaande tabel

Algemene waardering 2015 2016

Ik zou het Sociaal (wij)team aan anderen aanbevelen 73% 79%

Bij een nieuwe vraag ga ik terug naar het Sociaal (wijk)team 62% 77%

Proces

Het Sociaal (wijk)team was voor mij goed te vinden 63% 68%

Resultaat

Ik kan nu zelf verder 41% 60%

De resultaten van dit onderzoek zijn besproken en geanalyseerd met medewerkers van de Sociale teams. De resultaten worden gebruikt om van te leren en de kwaliteit van dienstverlening waar nodig te verbeteren.

In bijlage 2 treft u de factsheet aan met de resultaten van het cliëntervaringsonderzoek Sociaal team Heemskerk.

3. Onderzoeken Jeugdhulp

De afgelopen periode zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd rond het Centrum voor Jeugd en Gezin IJmond (CJG) en de jeugdhulp. De onderzoeken geven inzicht in de ervaringen van cliënten met de (toegang) tot jeugdhulp en in ervaringen van partijen die samenwerken met het CJG. We willen u hierbij informeren over de resultaten van deze onderzoeken.

a. Cliëntervaringsonderzoek Jeugdhulp

Gemeenten zijn vanuit de Jeugdwet verplicht jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren.

Omdat het in 2016 voor aanbieders niet goed mogelijk bleek om cliënten die anoniem zorg ontvangen, of cliënten waarvan de ouders niet weten dat zij zorg ontvangen uit de adressenlijsten te filteren, is besloten het cliëntervaringsonderzoek op een kwalitatieve wijze uit te voeren. Dit is gebeurd door middel van spiegelgesprekken. De spiegelgesprekken gingen in op ervaringen van gezinnen met het CJG en met specialistische jeugdhulp aanbieders. Er hebben twee

spiegelgesprekken plaatsgevonden, met in totaal 15 ouders.

Tijdens de gesprekken deelden de ouders over het algemeen positieve ervaringen met het CJG.

Vooral de bejegening door de CJG-coaches en de laagdrempeligheid werden als positief ervaren.

(4)

Verbeterpunten die naar voren kwamen waren onder andere het beeld dat een aantal ouders heeft van het CJG en de bekendheid van het CJG. Daarnaast werd de nazorg die door het CJG wordt geboden als aandachtspunt benoemd. Over de specialistische jeugdhulp die is geboden lopen de ervaringen erg uiteen.

In bijlage 4 treft u een samenvatting aan van de bevindingen van de spiegelgesprekken.

b. Cliëntervaringsonderzoek Centrum voor Jeugd en Gezin (toegang)

Naast het kwalitatieve cliëntervaringsonderzoek, is er analoog aan het onderzoek rond de Sociale (wijk)teams ook een kwantitatief onderzoek uitgevoerd naar ervaringen van gezinnen met het CJG. In totaal hebben 113 gezinnen deelgenomen aan het onderzoek, dat is een respons van 21%.

De belangrijkste bevindingen:

- Respondenten zijn over het algemeen (erg) tevreden over de ondersteuning door het CJG. Zij geven het CJG gemiddeld een 7,3 als rapportcijfer.

- Gezinnen zijn heel positief over het proces van de ondersteuning. Ze voelden zich serieus genomen (88%), hadden het gevoel dat ze alles konden zeggen (82%) en begrepen de medewerker (81%). Bij de meeste gezinnen is de CJG coach thuis langs gekomen (87 van de 113), een groot gedeelte gaf aan dit ook prettig te vinden (83%).

- In vergelijking met de resultaten op het gebied van het proces, zijn de waarderingen op het gebied van het resultaat van de ondersteuning iets lager. De meeste gezinnen geven aan dat zij dankzij de ondersteuning een stap verder zijn gekomen (59%). 50% geeft aan dat de relatie tussen ouder en kind is verbeterd en 48% geeft aan dat hun kind(eren) zich beter voelen dankzij de ondersteuning.

In bijlage 3 treft u de factsheet aan met de resultaten van het toegangsonderzoek Centrum voor Jeugd en Gezin IJmond.

c. Evaluatie Centrum voor Jeugd en Gezin

Door middel van een evaluatie is gekeken naar de werkwijze van het CJG. Hierbij zijn de ervaringen van de CJG medewerkers zelf en de ervaringen van een aantal grote

samenwerkingspartners van het CJG in beeld gebracht. Er zijn gesprekken gevoerd met de Sociale (wijk)teams, medische professionals, onderwijs (interactie begeleiders, zorgcoördinatoren en directeuren samenwerkingsverbanden), professionals werkzaam bij specialistische

jeugdhulpaanbieders en de CJG professionals.

Uit het onderzoek komt vaar voren dat er in relatief korte periode (sinds eind 2014) erg veel is bereikt binnen het CJG. Onder andere de professionele kwaliteit van de CJG-coaches wordt gewaardeerd. De conclusies en aanbevelingen die naar voren komen gaan vooral in op het Centrum van Jeugd en Gezin als onderdeel van een breed netwerk met samenwerkingspartners.

De communicatie met de partners en de bestaande verwachtingen bij partners (bijvoorbeeld over de regierol van het CJG) komen vooral naar voren als belangrijke aandachtspunten. Zo is door de Sociale (wijk)teams aangegeven dat er meer samengewerkt en gecommuniceerd zou kunnen worden, onder andere rond de afschaling van casussen. Door partners binnen het onderwijs wordt aangegeven dat de communicatie en terugkoppeling wanneer het CJG met een gezin aan de slag gaat aandacht verdient. Hierbij moet ook gekeken worden naar overwegingen rond de privacy van gezinnen.

(5)

In bijlage 5 treft u een samenvatting aan van de resultaten van het evaluatieonderzoek Centrum voor Jeugd en Gezin.

De resultaten van de hierboven beschreven drie onderzoeken zijn besproken en geanalyseerd met medewerkers van het CJG. Dit heeft geresulteerd in het opstellen van verbeterpunten en een inventarisatie van gespreksonderwerpen om de samenwerking met partners te optimaliseren

De onderzoeken die in 2016 zijn uitgevoerd op het gebied van de jeugdhulp geven inzicht in de ervaringen met het Centrum voor Jeugd en Gezin en de specialistische jeugdhulp. Samen bieden deze onderzoeken en perspectieven handvatten voor de doorontwikkeling van het CJG.

Tot slot

De bijlagen bij dit raadsmemo bieden gedetailleerder inzicht in de onderzoeksresultaten.

(6)

Bijlage 1: Toelichting bij de gemeentelijke monitor sociaal domein 1, Het gebruik van voorzieningen

In algemene zin wijkt de gemeente Heemskerk niet substantieel af van de referentiegemeenten. Op het dashboard van www.waarstaatjegemeente.nl is op onderdelen meer informatie te vinden. Hier is ook het meest actuele rapport Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein te downloaden.

Jeugd

Het gebruik van voorzieningen op het gebied van jeugdhulp door jongeren tot 18 jaar lag in de eerste helft van 2016 in onze gemeente 0,4 % hoger dan in gemeenten met een vergelijkbare grootteklasse (8,6 % ten opzichte van 8,2%). Het percentage jongeren dat jeugdhulp met verblijf of een

jeugdbeschermingsmaatregel ontvangt ligt in Heemskerk met respectievelijk 0,9% en 0,8 % een fractie van 0,1 % lager dan in gemeenten met dezelfde grootteklasse.

Het absolute aantal jongeren met jeugdhulp is in de eerste helft van 2016 ten opzichte van het jaar 2015 licht toegenomen. Het aantal voorzieningen jeugdhulp met verblijf en de maatregelen in het kader van jeugdbescherming en jeugdreclassering zijn vergelijkbaar met het jaar 2015.

Wmo

In de gemeente Heemskerk ontvangen ten opzichte van gemeenten met dezelfde grootteklasse meer inwoners maatwerkvoorzieningen Wmo. Het gebruik van ondersteuning thuis (dit betreft de nieuwe taken begeleiding en dagbesteding) is relatief iets lager. Het percentage inwoners dat hulp bij het

(7)

huishouden ontvangt is nagenoeg gelijk, terwijl aanzienlijk meer inwoners hulpmiddelen en

hulpdiensten ontvangen in vergelijking tot gemeenten met dezelfde grootteklasse. In het raadsmemo van 18 oktober 2016 hebben we als mogelijke verklaring hiervoor aangegeven dat de gemeente Heemskerk meer dan gemiddeld vergrijsd is waardoor het beroep op deze voorzieningen toeneemt.

Tevens is datzelfde raadsmemo aangegeven dat uit het gemeeneteprofiel een sterke

samenredzaamheid spreekt en Heemskerk bovendien kan bogen op en stevige sociale infrastructuur, waardoor het beroep op ondersteuning thuis wellicht iets lager ligt.

In de eerste helft van 2016 bleef het aantal inwoners dat gebruik maakt van maatwerkvoorzieningen binnen de Wmo vrijwel stabiel ten opzichte van het jaar 2015. Het totaal aantal gebruikers is gestegen van 55 per 1.000 inwoners in de tweede helft van 2015 naar 60 per 1.000 inwoners in de eerste helft van 2016. Bij een gelijk blijvend aantal voorzieningen is dit een indicatie dat er iets minder sprake is van een stapeling van voorzieningen.

Wat verder in de rapportage opvalt is dat in Heemskerk minder gebruik wordt gemaakt van het Persoons Gebonden Budget dan in de referentiegemeenten.

(8)

Participatie

Het aantal mensen met een bijstandsuitkering is in Heemskerk hoger dan in gemeenten met dezelfde grootteklasse. In Heemskerk had in de eerste helft van 2016 5,2 % een bijstandsuitkering ten opzichte van 3,9% in gemeenten met dezelfde grootteklasse. In 2015 lag dit percentage op respectievelijk 5,0

% en 3,8 %. Landelijk is het percentage inwoners met een bijstandsuitkering in 2016 met 0,2 % gestegen ten opzichte van 2015.

De zorg en ondersteuning in het kader van de Participatiewet laat ten opzichte van referentiegemeenten een afwijkend beeld zien.

In maart 2016 hebben de IJmond gemeenten het model ‘strenger en selectiever aan de poort’

ingevoerd binnen IJmond Werkt! Dit model heeft ervoor gezorgd dat het aantal klanten dat

daadwerkelijk start met een re-integratievoorziening is afgenomen. Dat vinden wij deels terug in de cijfers. Het aantal gestarte re-integratietrajecten in Heemskerk is in de eerste helft van 2016 sterk afgenomen ten opzichte van het jaar 2015. In gemeenten met dezelfde grootteklasse is het aantal re- integratietrajecten in dezelfde periode toegenomen.

Echter, het aantal mensen dat een re-integratievoorziening heeft is in werkelijkheid hoger dan uit dit rapport blijkt. In het raadsmemo van 18 oktober 2016 is aangegeven dat er gewerkt wordt aan een

(9)

geautomatiseerde aanlevering van gegevens en dat dit vanaf begin 2017 zal plaatsvinden De gegevens hierboven hebben nog betrekking op de eerste helft van 2016 en zijn dus nog niet

geautomatiseerd aangeleverd. In werkelijkheid zijn er op dit moment 804 lopende trajecten, Dit komt neer op 20,5 lopende trajecten per 1.000 inwoners. Er wordt op dit moment niet specifiek

geregistreerd op nieuwe of beëindigde re-integratievoorzieningen.

2. Stapeling van voorzieningen

Bij stapeling van voorzieningen wordt gekeken of een cliënt of huishouden gebruik maakt van meerdere voorzieningen vanuit verschillende wetten in het sociaal domein, te weten de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet.

De stapeling biedt inzicht in het samenvallen van het gebruik van meerdere regelingen en

voorzieningen bij een individu of huidhouden. In het kader van ontkokering van beleid en de inzet op één huishouden- één plan- één regisseur is het goed om inzicht te hebben in deze stapeling.

Heemskerk 25.000 - 50.000 inw

aantal cliënten met: per 1000 inw per 1000 inw

1 voorziening 59 50

2 voorzieningen 20 22

3 voorzieningen 8 8

4 voorzieningen 3 2

5 voorzieningen 2 0

6 of meer voorzieningen 3 0

Totaal cliënten met voorzieningen 95 80

Heemskerk 25.000 - 50.000 inw

aantal huishoudens met: per 1000 hh per 1000 hh

1 voorziening 96 81

2 voorzieningen 43 45

3 voorzieningen 20 19

4 voorzieningen 10 11

5 voorzieningen 7 5

6 of meer voorzieningen 8 7

Totaal huishoudens met

voorzieningen 184 168

Op www.waarstaatjegemeenten.nl zijn de gegevens over de stapeling afgerond op vijftallen. Dit geeft een vertekend beeld. Voor deze toelichting hebben wij de cijfers berekend op niet afgeronde aantallen per 1000 inwoners..

Uit bovenstaande tabellen blijkt dat in Heemskerk in totaal - in vergelijking met gemeenten van dezelfde grootteklasse – door meer cliënten en door meer huishoudens gebruik gemaakt wordt van één of meerdere voorzieningen. Het is waarschijnlijk dat het relatief grote aantal bijstandsuitkeringen hier debet aan is. Relatief gezien maakt iets meer dan de helft van de huishoudens gebruik van slechts één voorziening, terwijl dit in de referentiegemeente iets minder dan de helft is. Daarnaast maken verhoudingsgewijs iets meer cliënten gebruik van 5 of 6 voorzieningen.

(10)

Bijlage 2: Factsheet Cliëntervaringsonderzoek Sociaal team Heemskerk

(11)

Bijlage 3: Factsheet Cliëntervaringsonderzoek Centrum voor Jeugd en Gezin IJmond

(12)

Bijlage 4:

(13)
(14)
(15)

Bijlage 5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door het gebruik van deze technologie veranderde ons begrip van de betekenis van een ongeboren leven en van de ervaring van een zwangerschap waardoor ook een nieuw ethisch

• Leidt de ervaring van deze situatie en de evaluatie van de handeling/beslissing tot een nieuwe positie tov het gebruik van sociale media. • Leidt de ervaring van deze situatie

personeelskrachten die desgewenst ingezet kan worden teneinde een sluitende begroting te verkrijgen, al moet voor de inzet van dat instrument altijd kritisch gekeken worden naar

Het Taalpunt (een dienst van Bibliotheek AanZet) is nu het centrale punt binnen de gemeente waar zowel inwoners als professionals terecht kunnen voor advies en vragen over

De raad geeft de (financiële en regelgevende) kaders waarbinnen het college in 2018 uitvoering moet geven aan de bestuurlijke speerpunten en de gemeentelijke taken en

Hierbij sturen wij u onze zienswijze op de ontwerp beleidsnota reserves, voorzieningen en fondsen 2021.. Wij bedanken u voor de mogelijkheid die u ons

De doelgroep voor dit onderzoek bestaat uit ouders van kinderen van 0 tot 15 jaar die in 2020 gebruik hebben gemaakt van jeugdhulp.. Het gaat hierbij om jongeren en ouders die in

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en