• No results found

BLAUWDRUK Bachelor in de Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BLAUWDRUK Bachelor in de Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BLAUWDRUK

Bachelor in de Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

Faculteit bewegings- en revalidatiewetenschappen

OKTOBER 2018

Update 29 juni 2021

(2)

Deel 1: Profiel en Visie Speerpunten

Speerpunt 1: flexibiliteit en instroommogelijkheden

De opleiding bachelor in de lichamelijke opleiding en bewegingswetenschappen (LO&BW) is toegankelijk voor een brede groep: pas afgestudeerden aan het secundair onderwijs, studenten met een professioneel of academisch bachelor diploma en werkenden.

Speerpunt 2: persoonsvormend en student-activerend onderwijs

De studenten gaan samen op weg met medestudenten, begeleiders, docenten en professoren om nieuwe kennis en inzichten te vergaren. De studenten worden benaderd als leden van een leergemeenschap waarbij docenten begeleiders zijn maar waarbij studenten een actieve inbreng hebben door mee na te denken en bij te dragen aan de verbetering van de opleiding.

Speerpunt 3: combinatie theorie en praktijk

Door de unieke combinatie van theorie en praktijk verdiepen studenten zich in de inleidende basiswetenschappen en in de bewegingswetenschappelijke toepassingen ervan. Op deze manier daagt de opleiding studenten uit om zich op een actieve manier te ontwikkelen tot de professional die zij beogen te worden.

Speerpunt 4: verantwoordelijkheid en keuze

Doorheen de driejarige opleiding worden de studenten meer verantwoordelijk voor hun eigen leerproces, zij krijgen voldoende keuzemogelijkheden waarmee zij hun studietraject zelf kunnen uitbouwen en eigen accenten kunnen leggen. De opleiding vormt een tool die studenten ondersteunt om hun professionele ontwikkeling zelfstandig in handen te nemen.

Speerpunt 5: doorstroommogelijkheden

Als afgestuurde bachelorstudent LO&BW bestaan er verschillende doorstroommogelijkheden. Al naargelang het interessegebied bestaat er binnen onze faculteit de mogelijkheid om door te stromen naar de master in de bewegings- en sportwetenschappen. Hierin kan de keuze gemaakt worden uit drie afstudeerrichtingen: prestatie- en actievelevensstijlcoaching, sportbeleid en sportmanagement en biomedical research in movement sciences. Daarnaast is doorstroom mogelijk naar de educatieve master lichamelijke opvoeding waarbij het onderwijsluik in de diepte en de breedte bestudeerd wordt.

(3)

Doelen en leerresultaten

De academische bachelor LO&BW heeft als eigen finaliteit studenten wetenschappelijk, methodologisch en didactisch te bekwamen doorheen de drie fasen.

Figuur 1: schematische weergave opbouw doelstellingen bachelor lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen

In de bachelor LO&BW wordt de studie van de bewegingswetenschappen vanuit een multidisciplinair oogpunt benaderd. De academische vorming vormt daarbij steeds het fundament voor de professionele vorming. Studenten leren de bewegingswetenschappen te situeren als de studie van de menselijke beweging en de bewegende mens. Zij verdiepen zich in de inleidende basiswetenschappen (wetenschappelijk, methodologisch, humaan-wetenschappelijk, biomedisch wetenschappelijk) en hun bewegingswetenschappelijke toepassingen. Zij worden tevens vertrouwd gemaakt met de belangrijkste inzichten in denkwijzen, conceptuele modellen en onderzoeksresultaten van de bewegingswetenschappen (humane bewegingswetenschappen, biomedische bewegingswetenschappen, bewegingsleer). Daarnaast worden studenten geschoold in bewegingsvaardigheden en vertrouwd gemaakt met didactische principes, vormen en methoden die hen in staat stellen professioneel te handelen en te begeleiden in het domein van de bewegende mens.

Verdere toelichting bij deze doelstellingen en de concrete leerresultaten die van studenten worden verwacht, zijn te vinden in de programmagids.

Doelpubliek

De bacheloropleiding LO&BW richt zich op studenten die hun interesse in de verschillende toepassingsgebieden van de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen willen uitbouwen en benaderen vanuit een wetenschappelijke invalshoek. Van de studenten wordt verwacht dat zij via het verrichten van wetenschappelijk onderzoek het inzicht in de studie van de menselijke beweging en de bewegende mens wensen te verruimen. Zij bewegen zelf graag, beschikken over een goede fysieke fitheid en staan open om nieuwe motorische bewegingsvaardigheden onder de knie te krijgen.

Onderwijsvisie

Het uitgangspunt van de bachelor opleiding LO&BW is het ondersteunen van studenten om samen met medestudenten, begeleiders en professoren op weg te gaan in het ontdekken en zelf construeren van op onderzoek gebaseerde kennis en de betekenis hiervan voor het werkveld. De opleiding wil studenten hiertoe extra motiveren door hen via de concrete manier van onderwijsgeven aan te spreken op hun toekomstbeeld, hun disciplinary future self. De vijf speerpunten van onze opleiding sluiten hierbij aan.

Flexibiliteit en instroommogelijkheden

Omdat disciplinary future selves gaandeweg nog verder worden vormgegeven en uitgediept, wordt de opleiding opengehouden voor studenten die pas later de stap zetten naar de opleiding bachelor LO&BW.

Dit gebeurt via flexibele instroommogelijkheden voor zij-instromers en/of werkstudenten.

(4)

Persoonsvormend en student-activerend onderwijs

De heterogeniteit die een studentengroep kenmerkt zoals uiteenlopende inhoudelijke interesses en kennis en verschillende overtuigingen, is een verrijking om de leergemeenschap mee vorm te geven. Hierbij is het belangrijk dat elke student wordt uitgedaagd door anderen en zelf ook nieuwe inzichten aanreikt aan anderen. De combinatie van theorie en praktijk brengt abstractie en toepassing samen en leidt zo tot diepgaand, kritisch leren en draagt bij tot de realisatie van persoonsvormend onderwijs met attitudes zoals feedback geven, zelfreflectie, zorgzaamheid voor anderen, leiding nemen, samenwerken, doorzetten, communiceren etc.

Theorie en praktijk

De combinatie van theoretische opleidingsonderdelen en bewegingspractica is een zeer sterk gegeven om studenten hun wetenschappelijke inzichten te verdiepen en te laten vertalen naar de professionele toepassing ervan. Daarom streven we naar een interactie en afstemming tussen beide. Enerzijds verwerven de bewegingspractica de bewegingsvaardigheden, didactische en persoonsvormende attitudes en verdiepen ze het inzicht in de theoretische principes. Anderzijds ondersteunen de theoretische opleidingsonderdelen het verwerven van praktische vaardigheden binnen de bewegingspractica.

Verantwoordelijkheid en keuze

De opleiding wil studenten gaandeweg steeds meer verantwoordelijk stellen voor hun eigen leerproces.

Een dynamische leeromgeving stimuleert die eigen verantwoordelijkheid en autonomie. Dit vertaalt zich binnen de opleiding onder meer in het feit dat studenten binnen bepaalde opleidingsonderdelen systematisch gevraagd worden om stukken leerstof zelfstandig voor te bereiden en dat zij gaandeweg meer opdrachten moeten uitwerken. Die verantwoordelijkheid wordt groter wanneer studenten in de 3de bachelorfase hun verworven competenties moeten integreren en toepassen tijdens een onderzoeksstage en de professioneel gerichte stage van hun keuze binnen de leerlijn bewegingsleer.

Doorstroommogelijkheden

Niet elke student weet op het moment dat hij het secundair onderwijs verlaat hoe hij zijn disciplinary future self wil vormgeven. Via de eerder aangehaalde mogelijkheden willen we studenten de kans geven met verschillende disciplines kennis te maken in de bacheloropleiding, alvorens verdere keuzes te maken.

Dankzij de doorstroommogelijkheden kunnen de studenten zich vervolgens verdiepen in de discipline van hun keuze.

Deel 2: Realisatie

Realisatie van de doelstellingen, opbouw van de opleiding en leerlijnen

De bachelor LO&BW bestaat uit 180 studiepunten verdeeld over drie fasen en is een multidisciplinaire opleiding waarbinnen de opleidingsonderdelen georganiseerd worden rond vier hoofdleerlijnen (zie figuur 2). Doelstelling 1 en 2 (zie figuur 1) worden gerealiseerd doordat de logische opbouw van de leerlijnen zich vertaalt in een curriculum waarin studenten bij aanvang vertrouwd raken met de inleidende basiswetenschappen (wetenschappelijk, methodologisch, humaan-wetenschappelijk, biomedisch wetenschappelijk) en doorheen de opleiding in aanraking komen met hun bewegingswetenschappelijke toepassingen (humane bewegingswetenschappen, biomedische bewegingswetenschappen). Parallel en in interactie met deze wetenschappelijke vorming loopt de leerlijn bewegingsleer waarbinnen de studenten verschillende individuele, interactieve en ritmisch-

(5)

expressieve bewegingsvaardigheden zelf correct leren uitvoeren, competenties ontwikkelen om bewegingsvaardigheden aan anderen aan te leren en om leiding te geven aan individuen en groepen met of zonder beperking. Daarenboven wordt binnen de bewegingspractica de link gelegd naar de wetenschappelijke concepten die binnen de theoretische opleidingsonderdelen worden behandeld, waardoor ook het inzicht in deze wetenschappelijke principes vergroot. In de derde bachelorfase zijn er binnen de leerlijn bewegingsleer verschillende opleidingsonderdelen die elk zijn opgebouwd rond een specifieke context. Studenten kiezen voor de opleidingsonderdelen die hen het meest aanspreken en kiezen voor een stage die aansluit bij het Disciplinary Future Self dat ze nastreven.

Figuur 2: Schema van de Bachelor Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen

Hoewel studenten na de bachelor kunnen kiezen aan onze faculteit voor enerzijds de master in bewegingswetenschappen met drie afstudeerrichtingen of anderzijds de educatieve master lichamelijke opvoeding, garandeert de bacheloropleiding dat alle studenten een gemeenschappelijke basis aan kerncompetenties hebben verworven.

De stages dragen bij tot realisatie van doelstelling 3: bewegingsagogisch handelen met verantwoordelijkheidsgevoel voor het fysieke, psychische en sociale welzijn van de mensen waarmee men werkt. Binnen de opleiding bachelor LO&BW zijn de stages een belangrijke component van het leerproces waarin studenten leren om hun theoretische kennis en praktische vaardigheden geïntegreerd toe te passen. De stages situeren zich in de derde bachelorfase. Studenten worden uitgedaagd om de vertaalslag te maken tussen de wetenschappelijke inzichten en professionele toepassingsgebieden van de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen. Daarnaast spreken de stages studenten aan doordat ze concrete ervaring in de beroepspraktijk kunnen opdoen en zich verder vormen inzake professionele attitudes en algemene persoonsvorming.

(6)

Uitbouwen van een krachtige leeromgeving

Het onderwijs werkt stimulerend, activerend, dienstverlenend en ondersteunend ten aanzien van het disciplinary future self. Voor elk opleidingsonderdeel wordt door het didactisch team, in overleg met de OC en POC, gezocht naar hoe een zo krachtig mogelijke leeromgeving kan worden uitgebouwd.

Didactische werkvormen

Van bij de aanvang van de bacheloropleiding LO&BW wordt beoogd dat studenten zich laten uitdagen door inzichten en ervaringen van anderen met als doel hun eigen kennis en de betekenis hiervan voor het werkveld gaandeweg zelf te construeren. Deze klemtoon op zowel interactiviteit als zelfwerkzaamheid wordt ondersteund via een gevarieerd aanbod aan werkvormen. Hoewel we ook klassieke hoorcolleges blijven hanteren, vullen we dit graag aan met werkvormen die het leren door inzichten en ervaringen van anderen extra stimuleren. Hierbij denken we aan interactiecolleges, groepsdiscussies, groepsopdrachten, gastcolleges, practica, labo-oefeningen en stages. Het gaandeweg zelf construeren van kennis wordt daarenboven verder aangemoedigd via werkvormen als individuele opdrachten, kritische reflectie en zelfstudie.

Onderwijsleermiddelen

Er wordt gebruik gemaakt van kwalitatief schriftelijk, elektronisch en/of audiovisueel studiemateriaal als basis voor zowel interactie als gerichte zelfstudie. Voor ondersteuning bij zelfstandige verwerking zijn er handboeken, cursussen en readers, maar ook online oefenmodules of weblectures.

Begeleiding

Naast vakinhoudelijke ondersteuning van de docenten en (praktijk)assistenten bieden de

studieloopbaanbegeleiders bijkomende opleidingsonderdeel-overstijgende ondersteuning voor de studenten. Hierbij wordt de begeleiding gradueel afgebouwd doorheen de drie bachelorfasen. Het begeleidingsaanbod bestaat uit studieloopbaanbegeleiding en psychosociale begeleiding.

Evaluatie

Tijdens de bacheloropleiding wordt gebruikt gemaakt van formatieve en summatieve evaluatie. Bij formatieve evaluatie krijgt de student de kans zijn eigen leerproces bij te sturen. Via feedback krijgen studenten inzicht in hun (groeps)vorderingen met betrekking tot de doelstellingen van het werkstuk.

Daarnaast wordt er ook summatief geëvalueerd. Hierbij krijgt de student een beoordeling om te beslissen of de leerresultaten van een opleidingsonderdeel al dan niet bereikt werden. Binnen de bacheloropleiding LO&BW wordt aan de hand van schriftelijke of mondelinge examens getoetst of studenten de leerresultaten bereikt hebben van opleidingsonderdelen waarbij (basis)wetenschappelijke kennis en inzichten worden beoogd. Bij aanvang van de opleiding worden hiervoor voornamelijk schriftelijke examens gebruikt, waarna in de tweede en derde bachelorfase de diversiteit aan evaluatievormen toeneemt zoals evaluatie van een paper, portfolio, presentatie, self/peerassessment, verslag etc.

Meer informatie over de structuur en inhoud van de bachelor in de lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen kan teruggevonden worden via deze link.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de betrokkene niet meer behoort tot de cate- gorie van werknemers, waartoe hij behoorde op het ogenblik van de verkiezingen, tenzij de vakorganisatie die de kandidatuur heeft

In het bijzonder onderzoeken we of België een monistisch stelsel van over- dracht heeft , waarbij de eigendom tussen partijen overgaat door het sluiten van de

Dit onderzoek werd verricht in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Doel was nader inzicht te verschaffen in de belemmeringen die deze

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

Vooral vaders tot 45 jaar zijn van mening dat ze meer tijd aan hun kind(eren) zouden moeten besteden (47% van hen is deze mening toegedaan, tegenover 35% bij de oudere

tenslotte is er gelegenheid tot het plaatsen van opmerkingen en wordt gevraagd om de drie gebieden, ‘inleiden in sport en bewegingssituaties’, ‘bijdragen aan gezondheid en

dighen Pater Comissaris qŭam die en was daer gans niet toe gesint Met noch veel vande Paters, Daer worden groote swaericheijt gemaeckt, Sij begeerden van eenighe pŭncten versekert

Sport als uitlaatklep voor ‘hypernerveuzen’, als compensatie voor te veel zitonderwijs, of als een laatste uitweg voor een clausulering, zijn geen valabele redenen om voor