• No results found

De multiculturele droom werd geen werkelijkheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De multiculturele droom werd geen werkelijkheid"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

e 1,95

67

ste

jaargang • nummer 37 • woensdag 11 september 2013 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Deze week

Jean-Paul Servais, de onaantastbare

2

Bracke, brengt de N-VA onheil

3

Briefje aan Martine Fournier

3

Het bochtenwerk van Reynders

7

Corelio in volle vaart

5

De multiculturele droom werd geen werkelijkheid

Kent u de ‘fellow travellers’ nog? Dat waren overtuigde of wat minder over- tuigde communisten die naar de over- kant van het IJzeren Gordijn reisden om daar te onderzoeken hoe de toestand er werkelijk was.

Ze kregen daar een meer dan opgepoetste versie van de realiteit te aan- schouwen en mochten vrijuit babbelen met mensen die vooraf waren ingepeperd dat ze vooral niets negatiefs mochten vertel- len. De ‘fellow travellers’ kwamen dan weer thuis – zelden bleven ze daar – om te komen getuigen dat het eigenlijk allemaal wel best meeviel achter het IJzeren Gordijn en dat de westerse propaganda de zaken ook behoor- lijk scheef trok. Sommigen hebben later hun fout ingezien, anderen bleven zweren bij het opgesmukte verhaal.

Of herinnert u zich de student-arbeiders?

Die kwamen ook uit extreemlinkse hoek al hadden ze dikwijls een katholieke achter- grond en waren ze doordrongen van de mis- sionariscultuur. Zij verlieten tijdelijk of zelfs definitief de universiteitsbanken om zich aan de zijde te scharen van den arbaaider, de echte onvervalste zuivere proletariër die de revolutie zou doen losbreken.

Eerlijke ‘fellow travellers’ moesten later erkennen dat ze zich hadden laten mis- bruiken door een tot in de vezels verkrampt en vastgeroest regime waar van de echte bevrijdingssfeer al lang geen sprake meer was en dat vooral de nadelen van de klein- burgerlijkheid combineerde met de nadelen van het totalitarisme. De student-arbeiders kwamen (soms) vroeg of (dikwijls) laat tot de vaststelling dat den arbaaider meestal vooral belangstelling had voor loonsverho- ging en arbeidsduurverkorting. Zo lang de

‘kapitalistische uitbuiter’ daar voor zorgde was het verder allemaal oké met dat slechts in theorie vermaledijde vrije marktsy- steem. Veel revolutionaire geest huisde er niet onder die overalls, stelden de wereld verbeterende advocaten- en schoolmees- terzoontjes en –dochters teleurgesteld vast, waarna ze hun studie hervatten om advo- caat of schoolmeester te worden.

Elke generatie telt wel zijn eigen ‘teleur- gestelden’, de idealisten die door dat ide- aal verblind alle kritiek op hun Utopia met kracht afwezen tot de dag dat de ogen open gingen en ze diep bedroefd hun vergissing moesten erkennen.

Leefschool

Katleen Van Langendonck behoort tot de groep die dezer dagen die droevige rol moet spelen. Ze is programmator podiumkun- sten van het Kaaitheater. Achter zo’n adres- kaartje kleef bijna automatisch een heel politiek programma: progressief-links, ste- delijk, groen, kosmopolitisch en ingesteld op de zogenaamde hogere cultuur; kortom het soort mensen dat zegt dat het niet in hun naam is, dat ze hand-in-hand rondlopen,

dat ze in een straat zonder haat wonen. Van nature brave mensen maar door hun zelf- genoegzame overtuiging moreel superieur te zijn, doorgaans erg onverdraagzaam en weinig empathisch voor andersdenkenden.

Zo’n mensen sturen hun kinderen naar een multiculturele school in de multicultu- rele stadswijk waar ze multiculinair door het leven gaan. Ook Van Langendonck bewan- delde dat pad en schreef haar dochter zes jaar geleden in op een Antwerpse ‘leef- school’. Gewone mensen slikken eens diep bij zo’n term als ‘leefschool’ maar bij die pro- gressieve wereldverbeteraars past die termi- nologie als gegoten.

Woensdag biechtte Katleen Van Lan- gendonck in De Standaard op dat ze haar jongere zoontje nu naar een overwegend

‘witte school’ heeft gebracht. Na de verhuis naar Brussel kwam haar dochter in een zeer ’donkere’ school terecht en daar brok- kelde het ideaalbeeld van de multiculturele opvoeding stelselmatig verder af. Het moet diep zitten want u hebt er geen idee van hoeveel moed het vraagt om publiekelijk toe te geven dat het verheven geloof van de wederzijdse verrijking de toets van de prak- tijk dikwijls niet doorstaat.

Onze programmator podiumkunsten is geen racist geworden, verre van. Haar reac- tie komt er zelfs ondanks zichzelf en wat ze eigenlijk mist is geen uniek blanke en homogene samenleving. Wat ze mist past helemaal bij wat ze ooit verwachtte:

samenleven. Ze mist andere moeders om een praatje mee te maken, ze mist andere ouders die zich mee betrokken voelen bij de school, ze mist evenwicht in de uitwisseling van gebruiken en waarden. Wat ze mist?

De schone multiculturele illusie die ze zo lang heeft gekoesterd. Ze is tot de vaststel- ling moeten komen dat bekrompenheid en gebrek aan openheid echt geen monopolie is van de ‘bange blanke mannen’. Wat haar, de open en speelse geest die ze ongetwijfeld is, zo tegenstak bij al die gewone witte men- sen die wat minder ‘verheven’ door het leven wandelen heeft ze nu ook moeten ontdek- ken bij de allochtonen. De schuld voor het mislukt samenleven ligt dus echt niet alleen bij staalharde racisten die de boel verzieken.

Van Langendonck liet een in de klassieke media weinig gehoorde stem weerklinken in haar stuk voor De Standaard. Wie wel eens een gesprek voert met mensen die actief zijn gaan investeren in die multiculturele droom, weet dat ze absoluut niet de enige teleurge- stelde is. De meesten verbijten die teleur- stelling, zoals ‘fellow travellers’ zo lang heb- ben gedaan, want ongelijk bekennen doet niemand graag en al zeker niet over een zaak waar de grote Waarheid met zoveel overtuigingskracht werd verdedigd. Van- uit een bepaald oogpunt is het zelfs spij- tig dat de multiculti-aanhangers ongelijk hebben gekregen, onze samenleving was zoveel mooier geweest als hun illusie reali- teit was geworden.

Niet dus.

Een week na het Gordelfestival kan een balans opgemaakt worden. En die is niet bepaald positief. Amper 12.000 deelne- mers, maar een organisator (vzw De Rand) die desondanks meer dan tevreden is.

Werd er dan te weinig publiciteit gemaakt om het evenement aan te kondigen? In ieder geval werd er minder tamtam rond gemaakt, dat is zeker. Maar wat moet je denken van de Randkrant, het boekje dat gratis in de Rand rond Brussel verspreid wordt en uitgegeven wordt door vzw De Rand, dat zelf nauwelijks aandacht besteedt aan het eigen evenement.

Je moet al tot blz. 26 bladeren om iets over het Gordelfestival te vernemen. En dan lees je enkel dat het Gordelfestival nu de nadruk legt op sport, toerisme en cultuur. Een actie tegen de oprukkende verfransing mag je het zeker niet noemen, zoveel is duidelijk. Onbegrijpe- lijk dat vzw De Rand in haar eigen publica- tie nauwelijks aandacht heeft voor haar eigen evenement. Je kan enkel vaststellen dat alles wat te Vlaams is uit de communicatie moet verdwijnen. Niet alleen in de Randkrant, maar ook ter plekke. Zo kreeg de VVB geen stand toegewezen.

Wie wel een stand kreeg, was sponsor Nestlé. In Hofstade slaagde die firma erin om haar stand met tweetalige spandoeken en vlaggen vol te hangen. De voertaal van de ver- antwoordelijken en hostessjes: Frans.

In Hofstade! Mocht u het niet weten, het provinciaal domein Hofstade ligt dichter bij Mechelen dan bij Brussel. Maar bij Nestlé snap- pen ze dat blijkbaar niet. Boze VVB-ers merk- ten de spandoeken op en namen verongelijkt telefonisch contact met de organisatieverant- woordelijke van vzw De Rand. Reactie: geen;

Totaal gebrek aan interesse om in te grijpen.

Slechts na een telefoontje aan Ben Weyts, die op zijn beurt druk moest uitoefenen bij de organisator, kwam het bevel om de spandoe- ken te verwijderen. Maar op dat ogenblik had- den de VVB-ers al zelf ingegrepen. Hoe kun je nu tweetalige spandoeken toelaten op een evenement dat zijn oorsprong vindt in de actie

“Waar Vlamingen thuis zijn”. Hallo Philippe Muyters, hallo Geert Bourgeois?

Als we zo het Vlaamse karakter van de Rand rond Brussel moeten gaan verdedigen, dan zijn we heel goed bezig.

Maar ja, het geld van de sponsor is op zo’n moment belangrijker. En dat zal ook het argu- ment worden om het nieuwe nationale voet- balstadion op het grondgebied van Grimber- gen te bouwen. Kris Peeters heeft nu zogezegd strenge voorwaarden opgelegd voor de bouw van dat stadion. Maar die voorwaarden gaan enkel over de economische haalbaarheid en de rendabiliteit van het project. Nergens maakt hij zich zorgen over de verfransingsdruk die dat nieuwe stadion met zich gaat meebrengen.

Ook voetbalclub Anderlecht zou in dat nieuwe stadion onderdak krijgen. Die club ziet het wel zitten om in een frisse wijk te komen voetbal- len want waar ze nu zit is het niet meer “leuk”.

Vrij vertaald: voetbalclub ontvlucht Anderlecht.

Alleen mag het zo niet gezegd worden.

De plaatselijke horeca van Grimbergen ziet natuurlijk brood in de komst van dat stadion. Maar stel u even een match voor tussen Anderlecht en Standard. Dat is dan goed voor 50.000 franstalige supporters die Grimbergen gaan overspoelen. In welke taal denkt u gaan die hun pintjes bestellen in het plaatselijke café?

Er zijn partijen die zich triomfantelijk op de borst roffelen omdat BHV eindelijk gesplitst is en daarmee de taalgrens definitief vastligt en er een halt werd toegeroepen aan de verfran- sing. ‘t Was vanaf nu zelfs niet meer nodig om De Gordel te organiseren. Diezelfde mensen die dat roepen, halen ondertussen het paard van Troje binnen in Grimbergen. Dertig jaar gordelen wordt in een klap teniet gedaan.

Tot slot nog volgende uitsmijter over het Fes- tival Ten Vrede dat ook al op 1 september geor- ganiseerd werd door het IJzerbedevaartcomité.

We schreven reeds eerder dat ook de maoïsti- sche PVDA daar aanwezig mocht zijn met een infostand, ter promotie van hun festival Mani- Fiesta. We kunnen u geruststellen: de span- doeken en vlaggen die de stand van ManiFiesta sierden waren tweetalig, Frans en Nederlands.

Moet kunnen aan de voet van de IJzertoren.

Niemand van het organiserende IJzerbede- vaartcomité vond het nodig daartegen te pro- testeren. ‘t Is maar dat u het weet. KvC

Hier spreekt men Nederlands

(2)

Actueel

11 september 2013

2

Uit de smalle beursstraat

Jean-Paul Servais, de onaantastbare

Ondanks het feit dat hij het verwijt krijgt de bankencrisis niet te hebben zien aankomen, wordt Jean-Paul Servais bevestigd als topman van financiële waakhond FSMA. Wie is die mach- tige man?

Vreugde en verdriet liggen dicht bij elkaar. Ook voor Jean-Paul Servais, de topman van de FSMA, de financiële waakhond die erop moet toezien dat banken, verzekeraars en vermogensbeheerders niet buiten de lijntjes kleuren. In juni 2007 werd hij voor het eerst in die topfunctie benoemd. In diezelfde maand liep de toen 43-jarige Servais achter de lijkkist van één van zijn boezemvrienden en oud- studiegenoten: de plots overleden Anderlechtse liberale burgemees- ter Jacques Simonet, zoon van de legendarische Henri Simonet. Op de uitvaart waren een hele reeks studiegenoten uit het eerste jaar rech- ten aan de ULB aanwezig.

Simonet was een vriend van vele jaren en de goede contacten maken duidelijk in welke kringen Servais zich altijd thuis heeft gevoeld:

de Franstalige liberale Brusselse burgerij, bij voorkeur vrijzinnig, al heeft Servais aan het katholieke Sint-Michielscollege schoolgelopen en zou zijn voornaam naar de pausen Paulus VI en Johannes XXIII verwijzen.

Servais werkte aanvankelijk als assistent-boekhoudrecht aan de ULB, was tevens bij KPMG aan de slag en hij kwam in de toenmalige Commissie voor Boekhoudkundige Normen terecht. Maar zijn belang- rijkste stap was die naar het kabinet van nieuwbakken minister van Financiën Didier Reynders in 1999. Servais kwam in het machtige politieke en economische netwerk van Reynders terecht. Met Peter Praet (directeur van de Nationale Bank, nu ECB-directeur), Koen van Loo (nu topman van de Federale Participatiemaatschappij) en Bruno Colmant (ex-ING-topman en later ook kabinetschef van Reynders) werden politiek-economische toppers zijn intimi. Reynders heeft de gewoonte zijn medewerkers te belonen. In 2007 kreeg Servais goed nieuws: hij mocht de CBFA leiden, de financiële waakhond (na de financiële crisis omgedoopt tot FSMA). “Wat voor werk doe jij?”, vroeg de vierjarige Guillaume aan zijn vader. “Ik ben de gendarme van de banken”, antwoordde Jean-Paul Servais. “Je liegt”, zei de zoon, “je draagt geen pet en geen revolver.”

Servais vertelde die anekdote graag. Hij is een gevoelsmens, in

positieve en negatieve zin. Na een jaar aan de top van de financiële waakhond barstte de financiële crisis los. De banken wantrouwden elkaar en verleenden elkaar geen kredieten meer. Fortis stond na de overname van ABN Amro aan de rand van de afgrond. Eind septem- ber moest vermeden worden dat de bank failliet ging. Tijdens een historische vergadering verloor Servais zijn kalmte. Hij greep Fortis-baas Maurice Lippens bijna bij de keel. Hij schold de Knokse icoon van de haute finance voor verrot. “Fortis is één grote rotzooi. Jullie zijn onbe- nullen. Jullie namen zullen in de geschiedenisboeken staan als de mensen die de grootste bankencrisis in Europa veroorzaakt hebben sinds de Grote Depressie van de jaren 30. Jullie hebben het hele finan- ciële systeem in Europa in gevaar gebracht. Wij smijten jullie buiten, allemaal, zowel de directie als de raad van bestuur en we nationalise- ren de groep voor een symbolische euro.” Luc Coene, toen de nummer twee van de Nationale Bank, probeerde hem tevergeefs te kalmeren.

Waarnemers zeggen dat Servais toen al nattigheid voelde en dat hij vreesde dat hij voor het Fortis-debacle mee verantwoordelijk ging worden gesteld. Onder andere de toenmalige gouverneur van de Nationale Bank, Guy Quaden, een PS’er, schoot met scherp:

Servais heeft zijn werk niet gedaan. Maar dankzij de steun van Didier Reynders bleef de financiële gendarme buiten schot.

Het klopt dat Servais geen schuld treft bij het uitbreken van de financiële crisis in het algemeen. Dé hefboom was het faillisse- ment van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers, nu vijf jaar geleden. Weinigen hebben de gevolgen van die faling voor het finan- ciële systeem goed ingeschat.

Anders is het met Dexia. Terwijl allang duidelijk was dat het risicomodel van de bank niet houdbaar was, heeft Servais alles op zijn beloop gelaten, terwijl hij de instelling tot de orde had moeten roepen. De situatie van de bank was zo kritiek dat ze dagelijks bij andere banken 265 miljard euro moest lenen. Het rapport van het Franse Rekenhof wijst met een beschuldigende vinger naar de Belgische toezichthouder. Maar afgezien van een paar kritische stemmen in de Vlaamse pers is de storm overgewaaid. Servais blijft op post, een eis van Didier Reynders. Na zijn carrière wachten voor Servais een aantal lucratieve mandaten in grote Franse bedrijven. Verantwoording voor de Dexia-ramp zal deze onaantastbare liberaal nooit moeten afleggen.

Angélique VAnderstrAeten

“Vlaamse” opiniemakers wedijveren met elkaar om zich als “slimste” te profileren tel- kens ze kans zien om hun eigen identiteit te verloochenen, en ze zijn collectief duidelijk niet slim genoeg om het inhoudelijk eenvou- dige begrip “confederalisme” te definiëren, laat staan het aan hun lezers toe te lichten. Con- federalisme komt neer op het vastleggen van wat deelstaten in een federale staat nog samen kunnen en willen doen. Voor al de rest is de deelregering bevoegd. Zo ziet de N-VA het en moeilijker is het niet.

Ik las in Het Laatste Nieuws dat “Vlaanderen niet rijp is voor confederalisme zoals de N-VA dat in gedachten heeft”. Kan zijn, maar als ik in dezelfde zin lees dat “u en ik nog altijd het gis- sen hebben naar wat dat betekent”, zou scri- bent Jan Segers er goed aan doen eraan toe te voegen dat hij alleen voor zichzelf spreekt.

In Het Nieuwsblad deed gezellin Liesbeth van Impe nog beter: “Met een confederalisme dat de N-VA nog voor zichzelf moet zien te defi- niëren (sic), en dat andere Vlaamse partijen nog niet met een tang willen aanraken (resic) kiest N-VA in het beste geval voor totale blok- kering, in het slechtste voor complete irrelevan-

tie.” Simpel vraagje: op wat baseert Liesbeth haar “schrandere” conclusie en haar bewering, tegengesteld daaraan, dat men bij de N-VA nog niet weet wat “hun” confederalisme betekent?

Weet zij dat dan wel? In haar vorige journalis- tieke leven verdedigde Liesbeth de kleur van De Morgen. Dat verklaart veel, zo niet alles, van wat ik eufemistisch raaskallen noem.

Glazen bol

In tegenstelling tot de “Vlaamse” opiniema- kers beheerst men beneden de taalgrens de kunst van het definiëren blijkbaar veel beter.

Dat geldt ook voor het begrip “confederalisme”.

Men onderkent moeiteloos het gevaar dat erin schuilgaat voor het “status quo” van de Belgi- sche constructie, dat de eigen deelstaat toe- laat grotendeels op de welvaart van een andere te teren. Al bepaalt de scheiding der mach- ten dat de rechterlijke macht volledig geschei- den opereert van de wetgevende, het belette Jean-Claude Leclercq, Franstalige procureur- generaal bij het Hof van Cassatie, niet om te waarschuwen voor de gevolgen van confede- ralisme. “Dergelijke staatsontmanteling draagt niet bij tot de politieke en juridische veiligheid”,

De kunst van het definiëren

De eensgezindheid binnen de regimegetrouwe “Vlaamse” mediaclub, qua volume van de berichtgeving en duiding over “nefaste gevolgen” voor de N-VA na een soloritje zon- der zege van Siegfried Bracke, was weer opmerkelijk. Het moet zijn dat opinieschrij- vers hun eigen krant heel oppervlakkig lezen, of helemaal niet. Even opmerkelijk is de tegenstelling tussen wat zij als relevant beoordelen en “duiden” en de vele in lezersru- brieken op de korrel genomen toestanden die het zonder nadere duiding moeten stel- len, die gewoonlijk met een berichtje in de rand worden afgehandeld.

zag hij in zijn glazen bol. Goed dat hij ook over juridische veiligheid sprak, zo niet zou de man verdacht kunnen worden van schending van de scheiding der machten. En zoals iedereen weet, er is geen land in de wereld waar ieders juridische veiligheid hoger aangeschreven staat dan in modelstaat België.

Het was, uiteraard, tevergeefs uitkijken naar een opiniestuk over wat een Franstalige top- magistraat zich in die modelstaat als politieke duider kan en mag veroorloven. In dezelfde orde van gedachte keek ik tevergeefs uit naar een kritische bijdrage over de uitlatingen van Didier Reynders, die “de moeder van alle ver- kiezingen” in 2014 nu al overbodig maken.

Zijn zeer democratische uitspraak “laten we de N-VA opzij en rustig Di Rupo II in de steigers zetten”, bleef onopgemerkt, het op bladzijde zoveel aan de deontologie verplichte berichtje daargelaten.

Vergeefse speurtocht

Hetzelfde kan, neen moet gezegd worden over de “heilige verontwaardiging” en het

“overal gerezen verzet” bij de Vlaamse par- tijen tegen de herbenoeming van Jean-Paul Servais als topman van het FSMA. De Autori- teit voor Financiële Diensten en Markten houdt toezicht op de Belgische financiële sector. Ser- vais, bekend als notoire protegé van Didier Reynders, is berucht voor een meer dan beden- kelijk optreden in de aanloop naar de banken- crisis van 2008.

Hoe heilig de verontwaardiging ook was en is, en hoe overal het verzet ook rijst, alles blijft zoals het was terwijl mijn speurtocht naar opi- nies waarin zowel het ene als het andere zon- der omwegen en keihard aan de kaak wordt gesteld in de “Vlaamse” media, nog tot niks anders geleid heeft dan tot het bekende “op de honger blijven zitten”.

In het overschakelen naar alweer een hogere versnelling om de Vlaamse belangen via aan- vallen op de V-partijen - in het bijzonder N-VA - verder te blokkeren, en in één moeite de

“hogere” van “la Belgique” verder te vrijwa- ren en te promoten, kan men beter daarover beklijvende opinies ophangen. Zoals over het almaar groeiende vertrouwen dat een prins bij “zijn volk” geniet, sinds hij koning werd. Of over een land dat als één man achter de voet- ballende “duivels” staat.

En over peilingen naar de kiesintenties die van nu tot mei 2014 elkaar steeds sneller zul- len opvolgen om het afkalven van de grootste partij van Vlaanderen te kunnen bijhouden tot die, als men dat zou durven, een reikwijdte tot nog net boven de kiesdrempel toe te kennen de dag dat de moeder van alle verkiezingen zich meldt. Moraal van het trieste verhaal? Als het van “zijn” media afhangt, blijft Vlaanderen eeuwig aan België verknecht.

d.Mol

VErPlicHt ArABiScH

Het OLV-ziekenhuis in Aalst heeft opschudding veroorzaakt door een adver- tentie te plaatsen waarin verpleegsters worden gezocht die ook Arabisch spreken.

Volgens een communicatieverantwoorde- lijke van Randstad, is zo’n taalvereiste vol- komen wettelijk, al geeft hij toe dat het in de medische sector zeldzaam is. “Maar het ziekenhuis wil die buitenlandse patiën- ten die enkel Arabisch kennen in de beste omstandigheden opvangen en dan heb je gekwalificeerd personeel nodig.

Een ander voorbeeld is een slager die recent vroeg om een hulpslager die Pools sprak omdat hij veel Polen als klant had die hier in België kwamen werken. In een internationale economie is het toch niet absurd dat je zo goed mogelijk inspeelt op de vraag van je klanten?” Kijk, kijk!

Waarom mag men hier plots wel “inspelen op de vraag van klanten”? In 2005 wees kantelpoortenbedrijf Feryn een Maghre- bijnse sollicitant af omdat de klanten liever geen allochtone werknemers aan de deur kregen om hun poort te installeren. Feryn werd toen door het CGKR aangeklaagd wegens racisme.

Ook interim bedrijven en uitzend- kantoren kregen de volle laag omdat zij rekening hielden met de “racistische” wen- sen van hun klanten. Heel dat project doet ons om nog een andere reden de wenk- brauwen fronsen: in alle Europese landen waar Arabische “medische toeristen” zich komen om zich te laten opereren, laten zij massa’s onbetaalde hospitaalrekeningen achter.

HEt kAN NiEt OP

We reizen om te leren en dat mag een centje kosten, toch zeker bij de EU. In maart van dit jaar trok EU-chef Barroso voor amper twee dagen naar de Marok- kaanse hoofdstad Rabat met een lading van vijftien eurocraten in zijn gevolg. Euro- pees parlementslid Philip Claeys kreeg een tip dat zelfs in de EU-instellingen zelf schande gesproken werd over de kostprijs van dit reisje. Hij spitte wat cijfers boven en wat blijkt: om naar Rabat te vliegen koos Barroso voor een gecharterd privévliegtuig met 16 plaatsen, en voor die heenvlucht werd de som van 46.150 euro neergeteld. Dat is dus 2.884 euro per persoon. Enkele reis, wel te verstaan: de terugvlucht werd gemaakt met een ‘commerciële vlucht’. Die kost min- stens nog eens 1.000 euro per persoon of 15.000 euro. Alles samen dus een kosten- plaatje van 61.000 euro voor de reis alleen, en dan moest er nog gegeten en geslapen worden... ‘Buitensporig’, zegt Claeys. ‘Zeker de EU-instellingen die van de EU-inwoners grote inspanningen vragen zouden dit soort verspilling grondig moeten aanpakken.’

GEEN circuS

Aalsters burgemeester Cristoph D’Haese kreeg niet alleen kritiek te slikken van de oppositiepartijen, maar ook van zijn eigen coalitiepartners. Wat was het probleem: in het Nederlandse tv-programma Nieuwsuur had de burgemeester het koningshuis ver- geleken met Disneyfiguren. De meerder- heidspartijen sp.a en CD&V reageerden furi- eus. De kans dat Koning Philippe klacht gaat indienen wegens majesteitsschennis is bij- zonder klein. Op basis van een wet uit 1847 riskeert D’Haese drie jaar gevangenisstraf.

De N-VA kamerleden Van Vaerenbergh en Francken gaan nu een wetsvoorstel indie- nen om de eeuwenoude wet af te schaffen.

Da’s ook goed nieuws voor onze redactie. Nu is het nog wachten op een reactie van Dis- neyworld. Naar we konden vernemen waren ze daar helemaal niet gelukkig met de ver- gelijking van hun Disneyfiguurtjes met de clowns van Laeken. Ook in de marketing zijn er grenzen! Stoute vraag van ons: wie in Lae- ken zou het best te vergelijken zijn met de heks uit Sneeuwwitje? Misschien eens aan Delphine vragen?

(3)

Actueel 11 september 2013 3

Voorbeeldig

Mevrouw de burgemeester,

Gij hebt in uw gemeente gezien wat zove- len in tal van andere Vlaamse gemeenten al tot in den treure met lede ogen hebben moeten vaststellen, maar waar niks tegen gebeurde: de verdrukking van het Neder- lands aan loketten en in allerlei diensten.

Velen komen van heinde en verre en heb- ben maar al te graag dat hun papieren rap in orde komen en dat zij zo spoedig moge- lijk alle mogelijke steun kunnen trekken die hen door de vakbonden en de ziekenfond- sen in de oren is gefluisterd.

Dat is de realiteit. Zij spreken geen woord Nederlands en ze beroepen zich dan maar op dure tolken op kosten van de gemeen- schap, of ze praten wat Engels of Frans aan de loketten. Heel wat ambtenaren schake- len haast spontaan naar die talen over, ter- wijl de taalwetgeving in Vlaanderen heel duidelijk stelt dat de taal die moet gebruikt worden door besturen het Nederlands moet zijn. Punt aan de lijn. In uw gemeente, Menen, gelegen aan de taalgrens, komen vele Fransen en Walen bij u aankloppen in het Frans en ze gaan er haast van uit dat het maar vanzelfsprekend is dat zij in hun taal bediend worden. Gij zegt nu kordaat dat dat moet gedaan zijn en dat het Neder- lands de plaats moet krijgen die het niet alleen verdient, maar die door de wet voor- zien is. Dat is klare en duidelijke taal. En zo hoort het ook.

Overigens, draai het verhaal maar eens om. Ga richting Wallonië de taalgrens over en ga eens een gemeentehuis binnen voor een inlichting. Het zal alleen de taal van Molière zijn die ge te horen krijgt. Veel Vla- mingen spreken daarom al Frans nog voor ze de deur zijn binnengegaan. Velen kun- nen hun slaven- en knechtenmentaliteit klaarblijkelijk nooit naast zich neerleggen.

De laksheid waarmee veel ambtenaren en diensten in gans Vlaanderen de taalwet- ten toepassen, of juist niet, loopt de spui- gaten uit. Het siert u dat gij daar een punt

achter wilt zetten en dat gij u niet laat inti- mideren door onnozele mannekes als Sja- rel de Gucht, die op de vrt in zijn gekende arrogante stijl als een god-de-vader komt vinden dat dat allemaal moet kunnen. Hij haalt er zelfs zijn madam bij, die als poli- tierechter in Aalst zelf de taalwetten aan haar botten lapt en geregeld overschakelt naar het Frans of een andere taal. Eigenlijk roept het koppel uit Berlare op om de wet naast zich neer te leggen. Eens zien hoe hij zou gaan kraaien als een Vlaamse overheid bijvoorbeeld de Europese regelgeving naar het stort verwijst! Het kot zal te klein zijn.

De man in de straat vindt uw beslis- sing evenwel niet meer dan normaal en maakt de spontane vergelijking die altijd opgaat: als wij nog maar op reis gaan naar Frankrijk of Spanje of Engeland of Duitsland, dan kunnen wij daar in onze taal ook niet terecht. Dan passen wij ons aan. Poepsim- pel is dat. En gelijk hebben zij.

Had men in de faciliteitengemeenten de letter en de geest van de wet maar wat strik- ter toegepast, waardoor de faciliteiten als vanzelf zouden uitdoven nadat men de tijd had gekregen om Nederlands te leren, dan hadden wij nu niet met compleet verfranste Vlaamse gemeenten gezeten. Wie een vin- ger krijgt, grijpt al gauw de ganse arm. De Franstaligen in België kennen daar alles van, en niet alleen wat talengebruik betreft.

Denk maar aan de transfers…

Wat gij doet in Menen, Martine, is correct en het verdient alle lof. Laat u niet uit uw lood slaan door hen die vinden dat alles maar moet kunnen. Wij hopen overi- gens dat uw houding andere burgemees- ters, schepenen en gemeenteraadsleden mag inspireren om ook in hun gemeenten het puntje eens op de ‘i’ te zetten. De wet is nu eenmaal de wet en die geldt tot nader order nog altijd voor iedereen, zoals dat in een rechtsstaat hoort.

Dura lex, sed lex!

Brief aan Martine Fournier

Hoe vaak zou Bart de Wever de laatste tijd niet hebben gepreveld: lieve God, bescherm mij alstublieft tegen mijn vrienden, mijn vijanden kan ik zelf wel de baas.

En hoe vaak heeft de Heer niet geantwoord: Bart, jongen, niet overdrijven, wie heeft die vrienden van u binnengehaald in de N-VA?

Want aan waarschuwingen heeft het niet ontbroken. Neem nu Bracke. Toen die meer politiek brood zag in de partij van De Wever dan in de sp.a, waar hij wegkwijnde en die zelfs zijn VRT-carrière niet meer steunde, was het De Wever die hem met wijd openge- spreide armen in de N-VA opving, tegen het advies van wie Bracke kende en De Wever vergeefs probeerde uit te leggen dat wie door zijn ouders Siegfried werd genoemd, niet noodzakelijk zestig jaar later nog steeds een flamingant was. Ging Bracke niet fier op zijn lidmaatschap van de loge, en was het niet de loge van het Groot-Oosten die bij monde van haar grootmeester ooit in De Morgen had verklaard dat ze weliswaar niet aan politiek deed, maar bij wijze van uitzondering wel tegen het Vlaams-nationalisme was? Later gaf Bracke toe dat zijn overstap naar de N-VA hem opgezadeld had met “problemen” bij de loge. Hoe anders kan hij die problemen heb- ben opgelost dan door zijn publiek optreden ondergeschikt te maken aan de eisen van de Belgisch-radicale en overwegend francofone vrijmetselarij?

Voor zijn beurt

Men kan geen twee heren dienen, zegt een Vlaamse volkswijsheid. Toen wijlen pro- fessor Robert Senelle, een man van grote cor- rectheid, na een lang leven als socialist en logebroeder, radicaal Vlaamsgezind werd, verliet hij de socialistische beweging en nam ontslag uit de loge. Hij wist wat wel en niet verenigbaar was. Heeft Bracke ontslag genomen uit de loge? Niet dat men weet.

Maar in De Standaard gaat hij wel zeggen dat het Vlaamse zelfstandigheidsstreven géén prioriteit is en dat zijn partij in de volgende regering wil zitten, ook als die zich alleen met economische kwesties bezighoudt.

Later heeft men daar allerlei soorten uit- leg voor verzonnen, maar het was duidelijke taal: het eerste programmapunt van de N-VA (onafhankelijkheid voor Vlaanderen) werd terzijde geschoven: voor Bracke bestond er geen loyauteitsconflict meer tussen zijn lidmaatschap van de loge en van de N-VA.

Alleen had, als hij gelijk had, de N-VA geen reden van bestaan meer. Le Soir toonde zich hierover zeer tevreden.

En dan is het onwaarschijnlijke gebeurd.

De Wever en anderen van N-VA verklaarden dat Bracke “voor zijn beurt” had gesproken.

Dat wilde dus zeggen, dat Bracke wat had moeten wachten voordat hij met zijn ver- loochening van het Vlaams-nationalisme uit- pakte. En alsof het zelfvernietigend vermo- gen van de N-VA onbeperkt was, waren er die vervolgens opmerkten dat het om een

“en-enverhaal” ging. Men diende de Vlaamse zelfstandigheid na te streven én tegelijker- tijd een degelijk beleid voor Vlaanderen uit te stippelen. Voor een deel is dat vanzelf- sprekend (wie kan tegen meer welvaart voor Vlaanderen zijn?), maar voor een deel roept dat bedenkingen op. Herinner u het verhaal van het Vlaams Blok. Dat beweerde ook altijd dat men én voor onafhankelijkheid was én tegen vreemdelingen, maar zo’n houding is niet vol te houden, en uit de electorale neer- gang van het Vlaams Belang is dat daad- werkelijk gebleken. Er is altijd iets dat pri- meert, iets dat in de perceptie blijft hangen als het wezenskenmerk van een partij. Door er een “én-én” van te maken, bleef bij velen alleen het vreemdelingenstandpunt van het

VB in de perceptie over, waarna de vijanden van het Vlaams-nationalisme zich op dat ene thema konden werpen. Niet zonder succes, zoals met weet.

Dubbelzinnig

Bracke zegt nog dagen nadat hij zoge- naamd werd “teruggefloten” (bijvoorbeeld in De Morgen, 2 september) dat “confe- deralisme geen doel op zichzelf is”? Nee?

Vindt de N-VA dat? Eén van de opmerkelijk- ste kenmerken van alle volksnationale bewe- gingen die de wereld heeft gekend, is dat ze hun voeten vegen aan de bewering van de bondgenoten van het imperialisme en kolo- nialisme, dat onafhankelijkheid welvaart zou kosten. Allemaal hebben ze die kritiek ver- worpen, want ze wilden liever leven in een zelfstandig land, met minder welvaart, dan in een kolonie, met meer welvaart. Echte nationalisten – en die vormen de basis van het Vlaams-nationalisme – worden niet door een welvaartsstreven gedreven en worden niet door een mogelijke welvaartsvermin- dering afgeschrikt. Als de N-VA Bracke volgt – en het ziet ernaar uit dat hij zelfs door De Wever wordt nagepraat – houdt de N-VA op een Vlaams-nationale partij te zijn, want voor nationalisten is zelfstandigheid – ook in de vorm van confederalisme – juist wél een doel op zichzelf.

Wat een treurigheid. Het lijkt wel alsof de N-VA, amper een goede drie jaar nadat ze een grandioze verkiezingsoverwinning had behaald en heel eventjes België aan het wan- kelen had gebracht (enkele uren, laten we zeggen: totdat De Wever het eersteminis- terschap cadeau gaf aan Di Rupo en België wist dat er geen gevaar meer dreigde), en nauwelijks een jaar of zo nadat de Vlaamse opinie volgens peilingen bereid was om de N-VA een nieuwe en beslissende verkiezings- overwinning te schenken (tot 40 procent van de stemmen), lijkt het wel alsof de ver- moeidheid heeft toegeslagen en de N-VA de strijd heeft gestaakt. Want het is niet alleen Bracke die “voor zijn beurt sprak”, die de par- tij schade heeft berokkend, maar ook – vrees ik – de daaropvolgende tamme, slappe, dub- belzinnige reactie van de kopstukken van de partij. De Wever wekt de indruk dat hij het te druk heeft met zijn burgemeesterschap om zich nog met zijn partij bezig te houden.

Beseft De Wever wel wat hij zijn partij aan- doet door deze indruk te wekken? Velen den- ken nu dat het eerste punt uit het partijpro- gramma (zelfstandigheid) op initiatief van Bracke rustig mag worden uitgewist. Weet De Wever dat Hugo Camps voor vele Vlaams- gezinden spreekt als hij zich afvraagt (in De Morgen, 1 september), “hoe en waarom Bracke bij de N-VA is terechtgekomen”, en waarom De Wever nooit een bevredigend antwoord op die vraag heeft verstrekt? Weet De Wever dat als hij, zoals wordt gefluisterd, Bracke aan het hoofd van de N-VA-lijst voor de Europese verkiezingen plaatst, die lijst een minder goed resultaat zal opleveren dan verwacht, want dat velen zullen denken dat Bracke in Europa alleen maar de aanzienlijke vertegenwoordiging van de Belgische loge (met Michel, De Gucht, enzovoort) zal gaan versterken, niet Vlaanderen? En dat nogal wat Vlamingen vinden dat dit niet de taak is van de N-VA, en de N-VA daar ook niet voor mag worden gebruikt?

Mark GraMMens

Siegfried Bracke

brengt de N-VA onheil

ViNGt-ciNq

Karel de Gucht maakte zich in Reyer- sLaat vrolijk over de Menense problemen met Franstaligen. In De Zevende Dag liet Carl Devos weten dat hij vooral plaatsver- vangende schaamte voelde voor het rond- uit platte optreden van die «intellectuele»

politicus. Gelijk heeft Carl Devos.

Het is natuurlijk belachelijk dat men in Menen pictogrammen moet gebruiken om zich verstaanbaar te maken. Niet omdat men er halsstarrig weigert andere talen te spreken, wel omdat bepaalde inwoners er halsstarrig weigeren een beetje Neder- lands te leren. Sommigen zagen op het beruchte filmpje een ambtenaar die wei- gerde het woordje «vingt-cinq» te zeggen, wij zagen vooral een Franstalige die wei- gerde het woordje «vijfentwintig» te begrij- pen. En laten we eerlijk zijn, hoeveel Vla- mingen ouder dan twaalf jaar zouden het woordje «vingt-cinq» niet begrijpen? Een half procentje?

EEN loGiscH VrAAGjE

Als Karel de Gucht zich in Toscane tot de plaatselijke autoriteiten wendt, in welke taal doet hij dat dan?

We vermoeden dat hij er enkel in het Ita- liaans terecht kan.

Als Karel de Gucht ergens in een gemeente in Nederland moet zijn aan een loket, in welke taal zal hij dan te woord worden gestaan? Veel kans dat dat in het Nederlands zal zijn.

Als Karel de Gucht zich aanmeldt aan het loket van een Vlaamse gemeente zoals Menen, dat vindt hij dat de Franse taal bezigen de normaalste zaak.

Jaren geleden al zijn we Zinnik (nu Soignies) en Geldenaken (nu Jodoigne) verloren, om maar 2 voorbeelden te ver- melden van de vele steden en dorpen die in de loop der jaren verfranst werden.

Wat enkel kon door de lakse houding van de politieke voorgangers van Karel de Gucht.

(4)

Dossier

11 september 2013

4

Ooit het echte land van melk en honing

Syrië - de naam is waarschijnlijk afgeleid van Assyrië - was ooit het centrum van het rijk van één van Alexanders generaals, later een Romeinse provincie. Beschaafder en veel rijker dan het Westen, omdat de vallei van de Eufraat één van de bakermatten van de beschaving was en omdat de karavanen en de handelsstromen van oost naar west er door- trokken, op weg naar de Syrische havens. De hoofdstad, Antiochië, was na Rome en Alexan- drië de grootste stad van het Romeinse Rijk.

In 634 veroverden de Arabieren Syrië op de Oost-Romeinen.

Een eeuw lang was Syrië het centrum van de mohammedaanse gewelddadige expan- sie. Bagdad verving tenslotte Damascus als belangrijkste Arabische stad, maar Syrië bleef ook als provincie een parel aan de kroon. Af en toe werd eens aan de grenzen geknabbeld - bijvoorbeeld door de kruisvaarders - maar lang duurde dat nooit. In 1516 veroverden de Osmanen de provincie.

Syrië zonk geleidelijk weg in achterlijkheid en armoede, vooral omdat de Europeanen via nieuwe zeeroutes zelf hun specerijen, zijde en porselein in Azië konden kopen. Tijdens de Osmaanse tijd was het nooit rustig in Syrië.

Altijd waren er wel zware rellen of opstan- den door de provinciale emirs, want de Ara- bieren verafschuwden hun Turkse heersers.

De levensstandaard was laag maar er woon- den maar een paar miljoen mensen.

De Franse bezetting

Met de Eerste Wereldoorlog veranderde alles. Vlamingen denken dan natuurlijk aan de film “Lawrence of Arabia”, maar in wer- kelijkheid was dat maar een zijtoneeltje van een zijtoneel. Ja, de geallieerden beloofden

enkele Arabische krijgsheren een eigen rijk, maar ze beloofden zoveel aan iedereen die tegen de Centralen (Duitsland, Oostenrijk- Hongarije, Turkije en Bulgarije) wou vechten.

Feitelijk hadden de Britten en de Fransen (en de Russen, maar de communistische staatsgreep zette Rusland buitenspel) al in 1916 afgespro- ken hoe ze de Arabische provincies zouden verdelen. Grosso-modo kreeg Frankrijk Syrië en het Verenigd Koninkrijk nam het huidige Irak, Jordanië en Israël-Palestina in beslag.

Over olie werd nog niet gesproken, maar toen het belang meteen na de oorlog duidelijk werd, namen de Britten het noordoostelijke deel van Syrië in beslag en lijfden ze Mossoul bij Irak in. In Damascus keken de paar in poli- tiek geïnteresseerde Arabieren met belang- stelling naar emir Faisal (Alec Guinness in de film “Lawrence of Arabia”) die een konink- rijk in Syrië wou stichten, waarna hij door de Fransen prompt werd weggekegeld. De Brit- ten gaven hem Irak als troostprijs. De moham- medaanse Syriërs, een meerderheid van de bevolking, hadden echter een nog grotere hekel aan die ongelovige Franse honden dan aan de Turken. Dat culmineerde in een bloe- dige opstand in 1925-’26. De Fransen reageer- den met het bekende “verdeel en heers”. Ze kerfden Libanon uit Syrië omdat in die omge- ving een christelijke meerderheid woonde.

Syrië verloor de belangrijke havens Beirut, Tyre en Sidon. Geen enkele latere Syrische heerser (de familie Assad nog het minst van allemaal) is die amputatie vergeten, laat staan dat ze vergeven. In 1939 boden de Fransen de Turken een bondgenootschap aan tegen de Duitsers. In afwachting betaalden ze Tur- kije met een stuk Syrië in het noordwesten waar zich het historische Antiochië (nu het Turkse Antakya, niet te verwarren met toe- ristenval Antalya) bevond, benevens de inte- ressante havenstad Alexandrette (nu Isken-

Een klein beetje

geschiedenis over Syrië

Leren ze het dan nooit? Nee, ze leren het nooit, want politici zijn maar in drie dingen geïnteresseerd: 1. het eigenbelang 2. het belang van hun partij en 3. als het echt niet anders kan, ook nog het belang van enkele van hun mogelijke kiezers. Ze buitelen over elkaar heen in hun “geschoktheid” bij beelden waarvan ze niet weten hoe, wanneer en door wie ze gemaakt zijn. En ze doen uiteraard niet de moeite zelfs maar een A4’tje te lezen over de geschiedenis van een land dat voor de zoveelste keer in een crisis is beland.

derun). Dank je wel, zeiden de Turken, en ze bleven neutraal. Ook een eventueel nieuw Syrisch regime zal dat verlies niet aanvaarden.

Turkije wil maar al te graag dat de VS het hui- dige Syrische regime straffen, maar dat heeft minder te maken met humanitaire redenen dan met de wens om Syrië te verzwakken zodat die aanspraken op het gestolen gebied naar de achtergrond verhuizen in de Syrische eisenbundel.

Voortdurend moord en doodslag

In 1945 zijn de Fransen zo verzwakt dat ze niet de kracht hebben nieuwe zware rellen te onderdrukken. De Britten doen dat galant in hun plaats en ze adviseren de Fransen graag om op te hoepelen. In 1946 is Syrië dan echt onafhankelijk en begint een letterlijk dodelijke politieke strijd langs grotendeels religieuze lijnen, even onderbroken door een verloren oorlog tegen het jonge Israël. De ene mili- taire staatsgreep volgt op de andere. Opeen- volgende militaire dictators regeren het land.

Ze maken er een traditie van hun voorganger en diens aanhangers te vermoorden. De Syri- ers vinden - denken ze toch - een bondgenoot in de Egyptische militaire dictator Nasser en drie jaar lang vormen die twee landen de “Ver- enigde Arabische Republiek”.

Die republiek is gezien het koloniale verle- den door en door antiwesters en krijgt onmid- dellijk veel steun (wapens en goederen) van de Sovjet-Unie die een basis in Syrië verwerft (Rusland bezit die nog altijd). Die hulp is meer dan nodig, want de vijf miljoen Syriërs leven nog grotendeels in middeleeuwse omstan- digheden.

Natuurlijk eindigt de unie met Egypte met een zoveelste staatsgreep van ontevreden officieren. Die worden op dat moment bijna uitsluitend gerekruteerd bij religieuze min- derheden (alawieten, druzen en sjiieten).

Een soennitische opstand (70 procent van de Syriërs is soenniet) wordt keihard neergesla- gen in 1964. Sommige officieren flirten met een Arabisch socialisme, dat uiteraard sterk gesteund wordt door de Russen. Een echte machtsstrijd begint tussen radicale marxisten en gematigden (bij wijze van spreken) onder de leiding van Assad senior.

Hij vestigt vanaf 1970 een efficiënte en bloedige dictatuur, steunend op zijn alawie- ten die de veiligheidsdiensten helemaal over- nemen en andere minderheden aan de deur zetten. In 1976 stuurt hij met veel plezier zijn leger over de grens met Libanon waar ook

een burgeroorlog begonnen is, tussen christe- nen en mohammedanen van alle soorten. De Syriërs hopen het land weer in te lijven, maar dat zien de andere Arabische naties niet zit- ten. Die behouden de koloniale grenzen lie- ver. Tezelfdertijd laait in Syrië het soennitische verzet tegen het atheïstische en alawitische regime zes jaar lang op. Moslimbroeders ver- moorden overal Assad-aanhangers. De pre- sident ontsnapt ternauwernood aan een aanslag. Het dieptepunt is de Hama-moord- partij in 1982. Soennieten liquideren iedere ambtenaar in die stad. Het leger gaat er met de grofste middelen tegenaan. Het laag- ste slachtoffercijfer van die opstand is nog altijd 10.000 doden. Er zijn nog geen mobiel- tjes, goedkope camera’s, satellietverbindin- gen of sociale media om alles vast te leggen.

President Assad komt er mee weg, want wes- terse journalisten zijn vooral te vinden in Zuid- Afrika (lekker wit tegen zwart en niet getint tegen getint; daarenboven veel veiliger voor die journalisten).

De burgeroorlog waar de soennieten op hopen, gaat niet door, want het leger en de veiligheidsdiensten mogen ongestoord hun gang gaan. Ze liquideren zonder genade ieder verzet. Assad sterft in 2000 en wordt opge- volgd door zijn tweede zoon (de beoogde opvolger reed zich dood), in Londen opge- leid. Die laat eventjes de teugels vieren, maar hij begrijpt zeer vlug dat zodra hij de repres- sie verzacht hij en zijn alawieten over de kling gejaagd zullen worden. Inmiddels zijn er, geheel in de mohammedaanse foktraditie, al 22 miljoen Syriërs. Ondanks de olie-inkom- sten is het leven er voor het grootste deel van de bevolking niet veel beter op geworden.

De vroegere marxistische prietpraat wordt niet langer gebruikt, maar het zijn vooral de grote handelaars en de lievelingen van het regime die genieten van de liberalisatie van de economie. Allerlei prijscontroles en subsidies worden afgeschaft en het land importeert veel goedkope rommel uit China en Indië zodat het zelf geen industrieel weefsel krijgt en met ver- ouderde ambachtelijke producten en beroe- pen blijft klooien. Assad jr. moet in 2005 zijn leger uit Libanon terugtrekken. In 2011 begint de zoveelste akte in een treurspel van moord en doodslag, wanneer de soennieten gebruik maken van de “Arabische winter” om onno- zele westerse politici en criminele oorlogshit- sers als Verhofstadt wijs te maken dat met hen de democratie voor de deur staat.

Jan neckers

Delta - EM

bvba

Ingenieursbureau

Detailstudies voor de omzetting van industrieel

afval in energie

info:

nvandendriessche@delta-em.eu tel 0477 723 085

Het rommelt al een hele tijd in medi- aland. Uitgevers van kranten en tijd- schriften voelen het al een hele tijd: de verkoop daalt elk jaar opnieuw. Slechts enkele publicaties doen het goed of hou- den stand.

Maar bijvoorbeeld Gazet van Antwerpen is een voorbeeld van een krant die het steeds moeilijker krijgt. Daarom werd in juni een drastische beslissing genomen: Concentra (uitgever van GvA) smelt samen met Corelio (uitgever van Het Nieuwsblad en De Stan- daard), onder de noemer Het Mediahuis.

Die fusie wacht nog enkel op de goedkeu- ring van de Belgische Mededingingsautori- teit (BMA). Die is nog maar net bijeengeko- men en heeft wat bijkomende informatie gevraagd, en het zal met andere woorden nog enkele maanden duren vooraleer er vol- ledig groen licht is.

De realiteit is de volgende: in Het Media- huis krijgt Corelio 62 procent van de aande- len, en Concentra krijgt 38 procent. Je moet geen hogere wiskunde kennen, om te besef- fen wie in zo’n constructie het voor het zeg- gen heeft. Met andere woorden: Corelio is de baas en zal op termijn bepalen wat er met de titels “Gazet van Antwerpen” en “Het Belang van Limburg” gaat gebeuren. In praktijk zal het er op neerkomen dat de redacties van deze kranten zullen samensmelten met de redacties van Het Nieuwsblad. De twee directies hebben al met luide stemmen aan- gekondigd dat de fusie van de twee uitge- versgroepen geen gevolgen zal hebben voor het personeel. Absurd natuurlijk, want een samensmelting betekent onherroepelijk dat er moet gerationaliseerd worden. Zo maakte Concentra de voorbije jaren verlies (1, 1 mil- joen in 2012, 7,9 miljoen in 2011) terwijl ook

Corelio 3,9 miljoen verlies boekte in 2012.

De jaren ervoor kon Corelio altijd met winst afsluiten. Een fusie lag dus voor de hand, maar heeft alleen maar zin als er op termijn kan bespaard worden. En zo verwacht men binnenkort een sociaal bloedbad in het jour- nalistenheir. Laat het duidelijk zijn: het wordt een bloedbad!

***

Reorganiseren en mensen ontslaan, daar- voor is veel geld nodig, o.a. om het sociaal passief in orde te krijgen. Het was dan ook goed nieuws deze week voor Corelio dat het haar Franstalige krant Vers l’Avenir voor een mooi prijsje kan verkopen. Zo komt er een 26 miljoen euro in de spaarpot van Core- lio. Daarvan kan een deel gebruikt worden voor het sociaal passief bij de komende ont- slagronde. Dat geld was evenzo welkom want Corelio heeft enkele weken geleden beslist om zeven miljoen euro te pompen in de Tv-zenders VIER en VIJF. Dat hebben ook de andere aandeelhouders gedaan.

Maar gaat de injectie van 21 miljoen vol- doende zijn om VIER en VIJF naar positieve kant te laten kantelen? Als dat niet lukt dan moet er opnieuw geld gevonden worden.

En dan komt de positie van Woenstijnvis in het vizier. Die aandeelhouder is immers het kleine broertje tussen Sanoma en Corelio.

Heeft Woestijnvis nog voldoende kapitaal in reserve om nog eens bij te springen? Het is niet het enige probleem waar het pro- ductiehuis mee kampt: ook HUMO brengt minder geld op dan verwacht. Woestijnvis moet dus op zoek naar nieuwe financiële bronnen. Daarvoor heeft het zelfs een nieuw boekenfonds opgericht. Boeken die aan een serie of programma gekoppeld zijn, kun- nen eventueel wat opbrengen. Denk maar

aan de succesboeken van SOS Piet die via VTM verkocht werden. In totaal verkocht Piet Huysentruyt al een 3 miljoen boeken, en dat is naar Vlaamse normen een ongekend feno- meen. Maar de VTM-kok gaat vanaf 2014 aan de slag bij VIER en meteen wordt dui- delijk waarom Woestijnvis een eigen boe- kenfonds lanceert. Alleen, Vlaanderen is wat uitgekeken op Piet Huysentruyt en ook de kookhype is aan het overwaaien. Iets wat ze blijkbaar wel bij VTM begrepen hebben, maar duidelijk niet bij VIER.

Kortom, het is absoluut nog niet zeker dat in het komende seizoen de gouden tijden zijn aangebroken voor VIER en VIJF. Boven- dien weet iedereen maar al te goed dat noch Sanoma noch Corelio gelukkig is met de samenwerking met Woestijnvis en grote baas Wouter Vandenhaute. Als de kijkcijfers niet stijgen – en rechtstreeks daarmee ver- bonden de inkomsten uit reclame – dan zal Woestijnvis als grote schuldige aangewezen worden. VIER en VIJF kunnen natuurlijk meer en meer beroep gaan doen op andere pro- ductiehuizen. Maar dat is dan wel ten koste van de omzet bij Woestijnvis. Niet echt iets om gelukkig van te worden op een ogen- blik dat elke euro welkom is. Als Woestijnvis verplicht wordt om zijn aandelen in De Vij- ver Media (de vennootschap boven VIER en VIJF) te verkopen, dan hebben Corelio (veel) en Sanoma (minder) geld klaar liggen om die operatie te bekostigen.

Eén zaak valt op: Corelio staat in twee verhalen volop in het middelpunt. Ener- zijds wordt de Corelio-holding baas over Concentra, anderzijds zal het van datzelfde Corelio afhangen wat er met VIER en VIJF (en onrechtstreeks met Woestijnvis) gaat gebeu- ren. ‘t Worden boeiende tijden in medialand!

KvC

Corelio in volle vaart

OrEN EN pOtEN

“Iedereen die poten en oren heeft, moet werken.” Als een rechts politicus zoiets zegt, dan wordt hij minstens beschuldigd van de

“jacht op werklozen” en van pogingen de sociale verworvenheden af te bouwen. Waar- schijnlijk wordt hij ook nog met fascisme geassocieerd, en krijgt hij het verwijt dat hij werklozen met dieren vergelijkt. Maar dit keer kwam die opmerking van de socialisti- sche Minister van Werk Monica De Coninck, dus nu mócht het.

Het mocht des te meer omdat zij daaraan toevoegde dat migranten op de arbeidsmarkt tegen een muur botsen en dat racisme daar één oorzaak van is. Daarmee was de politiek correcte toon gezet om nog meer werkgevers te dwingen migranten aan te werven, want

“de barrières moeten weg”. Het klinkt mooi, maar de socialisten blijven blind voor het feit dat die barrières in de hoofden en in de cul- tuur van vele migranten zitten. Er is natuur- lijk geen gebrek aan “oren en poten”, maar dikwijls wel aan studiegeest, intelligentie en ijver. We gaan daar uiteraard niet dieper op in. Het CGKR waakt, nietwaar?

(5)

Actueel 11 september 2013 5

Welke olifant?

Ik zie geen olifant (bis)

Peeters zegt niets nieuws. Hij is de chef van het Vlaams Parlement, de enige instelling in dit land waar de Vlamingen lekker “thuis”

zijn. De permanente diplomatieke conferen- ties van federaal België zijn geen optie meer.

Vlamingen willen weg uit dat station. De een al iets sneller dan de ander, maar blijven is geen optie meer. Links Vlaanderen – drie partijen klein – klampt zich vast aan de fran- cofone stationschef. Maar meer dan 80 pro- cent van de Vlamingen wil weg uit zijn krak- kemikkig bouwwerk. Ook al nemen ze niet dezelfde trein, weg willen ze.

Open VLD twijfelt zich nog te pletter. Vol- gen of blijven? Het confederalisme staat nog altijd in hun programma. Benieuwd of een of ander congres de terugkeer naar het federa- lisme zou verteren. In de CD&V-club wijst Peeters de weg. Wie niet volgt, is gezien, reken maar. Hij kiest voor het doel dat zijn voorgan- ger Luc Van den Brande al twintig jaar gele- den heeft getekend: het federalisme is “ach- terhaald”, we zullen doorgaan…

Hoe vervelend ook voor de tegenstrevers, die nu smachten naar stilstand, Vlaanderen spoort richting nog veel meer autonomie. Het treintje van Vlaams Belang wil als een TGV

meteen richting eindstation vlammen. Alleen zijn de TGV-sporen nog niet aangelegd. De N-VA en ook wel LDD willen in dezelfde rich- ting met een intercity, via een paar tussen- stops als het moet. De christen-democra- ten lijken voorlopig nog liever te wachten op een boemeltreintje. Maar alle drie willen ze in dezelfde richting, tot wanhoop van diege- nen die het confederalisme dood verklaren.

Ook ik ben separatist

Siegfried Bracke begaf zich einde augus- tus - ietwat te impulsief weliswaar - even op het perron. Hij pleitte er met sociaaleconomi- sche argumenten voor een ommetje te maken langs een tussenstation, om er nog meer volk voor de intercity op te halen. Kritiek op de voormalige VRT-journalist is begrijpelijk (zie elders in dit blad). Maar over zin en onzin van zijn boodschap is het laatste woord nog niet gezegd. Is de man de arrivist of opportu- nist, die hij wel eens lijkt te zijn? Op zijn VRT- weblog gaf Bracke al in 2007 aan dat het land maar beter kon barsten, “want hervormen in deze is de scheiding voorbereiden. Erg? Vind ik niet, nee. Ook ik ben feitelijk separatist...”

Met De Wever op pad, kort voor de verkiezin-

gen van 2010, bevestigde hij in De Standaard

“een diep overtuigde confederalist” te zijn.

Bracke stemde als jonge gast voor de Volks- unie, werd sympathisant van de sp.a, stemde in 2007 voor die partij en in 2009 voor de N-VA. (De Standaard, 8 mei 2010, kort voor de verkiezingen). In De Morgen had Bracke een paar dagen eerder niet anders gezegd:

“Als Vlaams-nationalisme betekent de twee entiteiten van dit land volledig naast elkaar zien functioneren, dan ben ik er een... Ik ben pro onafhankelijkheid van Vlaanderen als lid van Europa.” Drie weken later herhaalde hij dat nog eens in een dubbelinterview met Rik Torfs. “De Wever en ik zijn het eens over het einddoel: Vlaanderen als staat in Europa. Maar je zult een tussenfase hebben waarin België nog blijft bestaan, en ik word daar warm noch koud van.”

Pure winst

Dat de TGV-liefhebbers van Vlaams Belang het op de heupen krijgen van elk getreuzel, valt te begrijpen. Maar waarom zouden Anne- mans en co niet ten volle hun kans grijpen om zich nu te profileren als dé partij voor hard- rijders?

Het veld van de “directe onafhankelijk- heidsstrijd” ligt open. De N-VA wat stemmen afsnoepen moet kunnen. Samen met de ‘pole position’ in thema’s als criminaliteit en migra- tie zal dat ruimschoots volstaan om overeind te blijven en misschien opnieuw te groeien.

De jongste peilingen duiden in de richting van – weliswaar bescheiden - groei.

Zolang de N-VA dit (matige) stemmenver- lies kan compenseren via rekrutering in het centrum van het politieke veld, is het totaal- beeld er een van pure winst voor de Vlaamse autonomisten. Alleen zo dan de koek van de V-partijen groot genoeg worden gebakken.

Olifant

Bij de traditionele partijen lijkt voorlopig alleen Kris Peeters daar min of meer hetzelfde

over te denken. Dat de vroegere Unizo-man vorig weekend aangaf volop voor Vlaanderen te willen gaan, is geen verrassing. Maar het is evenmin lekker nieuws voor liberalen, socia- listen en groenen.

Peil je te pletter…

De euforie van sommigen na de peiling van Le Soir en RTL was voorbarig. Politici en journalisten die de N-VA in sombere kroch- ten zagen verdwijnen, waren onvoorzichtig.

Ze hadden kunnen weten dat het maar hoog- uit twee weken zou duren vooraleer La Libre Belgique en de RTBf met een nieuwe peiling zouden volgen. “Eerst toch die even afwach- ten”, had zelfs Sinardet gewaarschuwd.

De ontnuchtering volgde het voorbije week- end. De peiling van La Libre, uitgevoerd door Dedicated-Research, vertelt een heel ander verhaal dan de peiling van Le Soir/RTL. De N-VA zou het bij verkiezingen einde augustus met 35,5 procent van de stemmen liefst 7,5%

beter hebben gedaan dan bij de federale ver- kiezingen in 2010.

Vlaamse traditionele partijen in de regering- Di Rupo scoren dan weer (nog) slechter dan hun laatste verkiezingsresultaat: CD&V met 17,3% van de kiezers (-0,3), sp.a met 12%

(-3,3%) en Open VLD met 11,8% (-1,9%). Met amper 41,1 procent blijven de traditionele par- tijen cirkelen in de miserie.

Vlaams Belang zou goed zijn voor 11,3%

(-1,3%), en is duidelijk niet uitgeteld. Terwijl Dedecker (3,3) mag blijven hopen in West- Vlaanderen verkozen te geraken. De V-partijen samen deden het in peilingen nooit beter.

Laat ons afronden met een beeld dat De Wever ook in 2010 gebruikte: ook in de nu aankomende verkiezingscampagne voor de moeder aller verkiezingen (mei 2014) zal het communautaire “als een olifant zijn die in de living staat, maar waarvan de traditionele par- tijen zeggen: welke olifant, ik zie geen olifant!”

AnjA Pieters Terug uit vakantie laat Kris Peeters er geen twijfel over bestaan: hij is een confe-

deralist. Een “positieve confederalist” weliswaar, maar ook die ergeren meteen de hele reutemeteut die elke drang naar meer Vlaanderen afwijst, en denkt dat - met permanente agitatie - de Vlaamse kiezers op andere gedachten te brengen zijn. Van Menen (taal) tot Grimbergen (grondgebied), van de economische tot de culturele en politieke velden, vertrekt hun weerstand meer vanuit hoop dan vanuit een zakelijke analyse. “In Vlaanderen is er geen meerderheid voor confederalisme”, klinkt hun boodschap. Ze dwalen.

Normaal drinken wij onze Augustijn in het plaatselijke café ‘Onder de toren’, bij Frans en Maria, maar ach, voor één avond gingen we eens op café bij Bracke en vrienden.

Er was veel volk die avond in Baasrode.

We spotten hier en daar een partijspion uit een ander kamp. Ook onze vrienden van de pers hadden massaal de weg naar café “Bij Bracke” gevonden. Geen wonder, nadat hij zich in allerlei bochten had gewrongen en voor zijn beurt had gesproken, om te zeggen dat het waar was maar toch anders. Enfin, de N-VA wil in de regering met confederalisme maar ook met economische hervormingen.

Om die economische hervormingen is het te doen, in het café. Bracke spreekt de menigte toe met achter zich een hele presentatie met grafieken, tabellen, teksten en videobeelden.

Heel modern allemaal. Je mag Bracke-hater zijn of vol wantrouwen zitten, maar de man kan het wel.

Hij presenteert zijn show zoals hij het op tv al deed, met het wat schoolmeesterachtige toontje en al. Enkel Ben Crabbé ontbrak nog om er een vrolijke noot bij te voegen, om het wat op te leuken. Voor de rest was de show tot in de puntjes verzorgd. Café “Bij Bracke” is geen bruine kroeg, maar een hippe tent, dat mag wel duidelijk zijn.

Slecht nieuws

De inhoud is niet zo opbeurend. Het gaat slecht met ons land. Er hangt ons zo’n 387 mil- jard euro staatsschuld boven het hoofd. We hebben drie tijdbommen onder onze al wan- kele financiële gezondheid: Dexia, de euro- crisis en de vergrijzingskosten. Bracke maakt zich zorgen: ‘Jongeren en kinderen zullen dat moeten betalen.’ Want, peroreert Siegfried:

‘De schulden van vandaag zijn de belastin- gen van morgen.’ Veel rekening houdt de federale regering daar niet mee. Bracke rekent voor dat de federale regering dit jaar zo’n 25 procent meer zal uitgeven dan vijf jaar gele- den. De tering wordt hoegenaamd niet naar de nering gezet.

Dexia is volgens Bracke dan nog eens de schuld van de traditionele partijen, die alle- maal hun pionnetjes hadden in het bestuur van die bank, van Dehaene over De Gucht tot Di Rupo. Maar ze wassen hun handen als Pila- tus in onschuld. De rekening is voor ons en

Pintje drinken met Siegfried

onze kinderen. De traditionele partijen heb- ben ook boter op het hoofd als het gaat over de vergrijzingskosten die komen en waarop dit land niet is voorbereid. Volgens cafébaas Bracke ligt de verantwoordelijkheid daarvoor bij de paarse regeringen. Die gaven het geld liever uit aan schnabbels dan er de toekomst mee te verzekeren. De kosten van de vergrij- zing zouden volgens de N-VA oplopen tot 10 procent van het bbp, dat is te vergelijken met de jaaropbrengst van de btw of het volledige onderwijsbudget van Vlaanderen en Wallonië maal twee. Geen borrelnootjes dus. Bracke was het aan zijn publiek verschuldigd op het eind een zinnetje bij te voegen: ‘Duurzaam hervormen kan niet in België zonder doorge- voerd confederalisme.’

Enfin, van de inhoud moeten we u niet overtuigen. Eigenlijk is die gekend voor wie de politiek en de zaak wat volgt. Maar het is een bittere pil dat zo allemaal naast elkaar te zien. Een mens zou er moedeloos van wor- den. Dat is niet de bedoeling natuurlijk. De bedoeling is dat de N-VA-militant en -sympa- thisant wordt wakker geschud. Dus is het na Bracke de beurt aan ‘zijn vriend’, een plaatse- lijke partijcoryfee.

In Oost-Vlaanderen is dat Matthias Diepen- daele, fractieleider in het Vlaams Parlement en afkomstig uit Zottegem. De tweede man brengt het positieve verhaal: er is een alter- natief. Het refrein in dit deel is: ‘Vlaanderen is een topregio in het hart van Europa. Wij moe- ten ervoor zorgen dat dat zo blijft.’ België is daarvoor een grote bedreiging. Di Rupo II is de nachtmerrie die ons niet mag overkomen.

Er werd ook al een tip van de sluier gelicht:

‘Confederalisme betekent een warmer en wel- varender Vlaanderen.’ Volgens Diependaele gaat het op 25 mei over ‘stilstand of de kracht van verandering’. ‘We zullen het moeten blij- ven uitleggen en we zullen met veel moeten zijn.’ Café “Bij Bracke en vrienden” lijkt op een vroeg verkiezingscongres. En ja, na een uur- tje presentatie kon er in het café eindelijk iets gedronken worden.

Kijk, als het goed is, zeggen we het ook.

Dit “café” zit goed in elkaar. Afwachten of de onderwijstoer van Bourgeois en de confede- ralismetoer van Ben Weyts ons evenzeer zul- len bevallen.

KvC

DE “PoPulaIrsTE”

De meeste woordenboeken lichten het begrip “populair” toe als “geliefd bij de mensen”. Als er nu een wereldje is dat daar niet hoeft op te rekenen is het wel dat van “de politiek”. Neemt niet weg dat peilingen om de haverklap uitpakken met

“de populairste” politicus. Enige toelichting bij het toekennen van die onderscheiding is nuttig. De “populariteit” van een politi- cus heeft vooral te maken met de hoeveel- heid “in beeld komen”. Het baart dus geen

Bart Maddens debateert

Het nieuwe seizoen van De Debatclub start op 26 september. Professor Bart Maddens gaat in debat met Filip van Laenen, blogger en medewerker van ’t Pallieterke, over “De strategie voor 2014”. Wat met de Maddens-doctrine? Wat primeert: economie of confe- deralisme? Komen ook aan bod: Bracke, onafhankelijkheid... Moderator is Alain Mouton, journalist bij Trends.

Een spetterende avond wordt het beslist. Traditiegetrouw gaat het debat door in Hotel De Basiliek, Trooststraat te Edegem. De deuren gaan open om 19.30 uur. Lezers van

’t Pallieterke betalen slechts 3 euro inkom in plaats van 5 euro op vertoon van het nummer van 25 september.

verwondering dat, na peiling nummer elf- endertig Kris Peeters “populairder” is dan Bart De Wever. We hebben geen moeite om ons aan te sluiten bij de bedenking van N-VA senator Huub Broers terzake.

Die vroeg zich af wanneer populaire Kris nog tijd vindt om te besturen? “Hij staat”, aldus Broers, ”wel in alle kranten maar niet met bestuurlijk nieuws”. De senator vergat er nog bij te zeggen – wij doen het even in zijn plaats - dat ook een kijkbuisdag zonder Peeters op het scherm meer uitzon- dering is dan regel.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Jaarlijks reisden ze voor en- kele maanden naar een zonnige be- stemming in Europa, maar dat lukt helaas niet meer.. Twee jaar geleden kreeg Jef Nijsmans de harde diag- nose van ALS

Chronische pijn is immers niet alleen pijn die geen nut meer heeft, het brengt ook andere on- gemakken met zich mee, telkens met een negatieve invloed op de

… dat wij permanent kennis ontwikkelen op basis van reflectie om welzijn, zorg en onderwijs te vernieuwen … dat wij de kennis en ervaringen van burgers gebruiken voor het

De technologie versnelt bestaande ontwikkelingen en biedt mogelijkheden voor vernieuwing die nodig zijn om de kwaliteit, betaalbaarheid en toeganke- lijkheid te behouden

Voor het productief maken van kennis voor permanente vernieuwing en verbetering van de beroepspraktijk en opleidingen zijn andere modellen en vormen van kennisontwikkeling

Het is van groot belang om met betrokkenen bij het leertraject overeenstemming te bereiken over de vraag: Wanneer is er voldoende vertrouwen dat de studenten in deze situaties en

Page 1 of 2 Van goede bedoelingen en dingen die nooit voorbijgaan • Binnenlands Bestuur.

Nog vreemder is het dat heel veel jongeren naar school gaan, terwijl ze door de vele slechte cijfers die ze hebben behaald al lang weten dat de leerkrachten en vele anderen menen dat