Pasen zondag 4 april 2021
Jezus gaat ons voor
Hervormde Gemeente Woudenberg
1. Binnenkomst – orgel speelt
2. Kinderen van groep 6 groeten de gemeente:
De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja!
3. Welkom en gebed
4. Gedichtje door Eveline: Amen Achter Hem aan
Met goede moed Elke dag opnieuw Nooit meer alleen 5. Zingen
Weet je dat de lente komt, lente komt, lente komt Weet je dat de lente komt, alles loopt weer uit De eerste zonnestralen, ze tintelen op je huid De eerste bloemen bloeien, de eerste vogel fluit Weet je dat de lente komt, lente komt, lente komt Weet je dat de lente komt, alles loopt weer uit
Weet je wel dat Jezus leeft, Jezus leeft, Jezus leeft Weet je wel dat Jezus leeft, Hij is opgestaan Ze hadden hem gekruisigd en in een graf gedaan Maar na drie donkere dagen is Hij weer opgestaan Weet je wel dat Jezus leeft, Jezus leeft, Jezus leeft Weet je wel dat Jezus leeft, Hij is opgestaan
Weet je wel dat Jezus leeft, Jezus leeft, Jezus leeft Weet je wel dat Jezus leeft, Hij is opgestaan 6. Thema – Jezus gaat ons voor
• Poster van Hugo:
Hier is een woestijn landschap te zien, met een enkele plant, een cactus. Voor de rest is het kaal en leeg. Daarnaast een grote zon. In de woestijn is het erg warm en is er weinig water.
In de woestijn wordt nog duidelijker dat water onze eerste levensbehoefte is. Iedere dag hebben we drinken nodig.
Het is belangrijk om altijd water bij je te hebben op reis.
Als het eenmaal regent komt de droge woestijn tot leven.
Een klein druppeltje water is heel krachtig. Het laat zaden die dood leken groeien.
In ons leven kunnen we ook in een woestijn zijn bijvoorbeeld als we niet op God vertrouwen of denken het zelf te weten.
Dan zegt Jezus ook tegen ons: Ik ben het water dat leven geeft. Als we op Hem vertrouwen dan geeft hij ons dat water. Dan krijg je eeuwig leven.
• Poster van Niels:
Hier is een berglandschap in de winter te zien. `Sneeuw bedekt de grond, de bomen zijn kaal. Het is koud. Er is weinig voedsel te vinden voor mens en dier. In de winter op reis hebben we voedsel hard nodig. Voedsel geeft kracht om door te gaan.
Jezus heeft duizenden mensen te eten gegeven. Daarom komen velen naar Hem toe omdat er bij Hem brood in overvloed is. Jezus zegt dat ze niet moeten zoeken naar tijdelijk brood, maar naar voedsel dat blijft. Dat willen de mensen wel. Dan zegt Jezus : ‘Ik ben het brood dat leven geeft’. Als je in mij gelooft heb je eeuwig leven.
• Poster van Josh:
Donkere lucht en bomen zien we op deze plaat. In het bos tussen de bomen is het in de nacht enorm donker. Zeker wanneer het bewolkt is en er geen maan is. Zonder licht kunnen we geen stap zetten.
In de tempel brandde altijd licht. Dat was het teken dat God er was. Dag en nacht waakt Hij over zijn wereld en ons allemaal. Hij is trouw. Jezus zegt ook: Ik ben het licht voor de wereld.’ Hij is het Licht
van God, dat de wereld nodig heeft. De moeite en zonde in ons leven kunnen alles donker maken. Kijk dan naar Hem, Hij is het licht waardoor wij de weg kunnen zien.
• Poster van Levi:
Het regent, donkere wolken zijn er aan de lucht. De lucht is grijs. Het landschap is weids, leeg en uitgestrekt. Nergens een plaats om te schuilen. In ons leven kunnen we ons ook zo alleen voelen. Dan is Jezus er en zegt ook tegen ons: Ik ben de goede Herder. Ik ken mijn schapen, ik ken ook jou. Ik heb alles voor jou over en ik wil je
beschermen want Ik houd van jou. Vertrouw op Mij en volg Mij. Bij Mij ben je veilig.
7. Zingen
Dit is de dag, 2x
Die de Heer’ ons geeft 2x Wees daarom blij 2x En zing verheugd 2x
Dit is de dag die de Heer’ ons geeft Wees daarom blij en zing verheugd Dit is de dag 2x
Die de Heer’ ons geeft
• Poster van Joël:
Op deze plaat is te zien hoe de bladeren door een harde storm uit de boom worden geblazen. Als we op reis zijn en het hard waait is het moeilijk om je richting te bepalen. Daardoor loop je al heel snel met de wind mee. Wil je tegen de harde wind in, dan moet je je inspannen, dat vraagt veel.
Als Jezus zijn discipelen vertelt dat Hij zal gaan sterven schrikken de discipelen erg. Het begint te stormen in hun leven. Ze weten niet meer welke kant ze op moeten gaan. Jezus stelt hen gerust. Hij zegt:
Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Ik ben de enige weg die je bij God brengt. Alleen Ik leer jullie de waarheid. Alleen als je gelooft in Jezus, in de weg die Hij ging door het lijden en de dood heen, zul je voor altijd leven.
• Poster van Luca:
Hierop is een berglandschap in de zomer te zien. Als we door de bergen wandelen kunnen we ons klein voelen en merken we hoe hard we God nodig hebben. Wandelen in de bergen vraagt een goede conditie maar ook goede schoenen.
In het Oude Testament wordt Israël met een wijnstok vergeleken.
God heeft een verbond gesloten met Israël en heeft hen Zijn bescherming en zegen beloofd als zij zich houden aan de regels, zoals de Tien Woorden. Jezus zegt: Ik ben de ware wijnstok en jullie zijn de ranken. In Hem blijven geloven is het gehoorzamen van Gods goede regels. Als we dat doen blijven we verbonden aan God. Net zoals de ranken aan de wijnstok. En zo geeft Hij kracht en steun.
• Poster van Ruben:
Op deze plaat zie je een brug. Een stevige brug over water. De brug is zit vast aan het berglandschap. We kunnen nu nog niet zien waar de brug uitkomt. In de lucht zijn veel donkere wolken te zien, de lucht dreigt. Is er slecht weer op komst? Enkele zonnestralen schijnen achter de wolken. Ze schijnen op het water en de brug, ze beloven verandering.
Als Lazarus sterft zegt Jezus tegen Maria en Marta: ‘Ik ben de opstanding en het leven’. Jezus bedoelt: Ik ben sterker dan de dood. Eigenlijk wijst Hij al naar Pasen, waar Jezus niet in het graf bleef, maar de dood en het graf overwon. Jezus bouwt voor ons een brug naar de Hemelse stad bij de Vader. Als je in Hem gelooft en op Hem vertrouwt mag je voor altijd leven.
8. De Bijbel open: Johannes 20: 1 - 19 Jona: De opstanding
En op de eerste dag van de week ging Maria Magdalena vroeg, toen het nog donker was, naar het graf, en zij zag dat de steen van het graf weggenomen was.
Daarom snelde zij terug en ging naar Simon Petrus en naar de andere discipel, die Jezus liefhad, en zei tegen hen: Ze hebben de
Heere uit het graf weggenomen, en wij weten niet waar zij Hem neergelegd hebben.
Petrus dan ging naar buiten, en de andere discipel, en zij kwamen bij het graf.
En die twee liepen samen, maar de andere discipel snelde vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf.
En toen hij vooroverboog, zag hij de doeken liggen, maar toch ging hij er niet in.
Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het
graf wel binnen en zag de doeken liggen. En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats.
Toen ging ook de andere discipel, die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde.
Want zij kenden de Schrift nog niet dat Hij uit de doden moest opstaan. De discipelen dan gingen weer naar huis.
Julia: De verschijning aan Maria Magdalena
Maar Maria stond huilend buiten bij het graf en terwijl zij huilde, boog zij voorover in het graf,
en zij zag twee engelen in witte kleding zitten, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde van de plaats waar het lichaam van Jezus gelegen had;
en die zeiden tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Zij zei tegen hen:
Omdat ze mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet waar ze Hem neergelegd hebben.
En toen zij dit gezegd had, keerde zij zich naar achteren en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was.
Jezus zei tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Wie zoekt u? Zij dacht dat het de tuinman was, en zei tegen Hem: Mijnheer, als u Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar u Hem neergelegd hebt en ik zal Hem weghalen.
Jezus zei tegen haar: Maria! Zij keerde zich om en zei tegen Hem:
Rabboeni; dat betekent: Meester.
Jezus zei tegen haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg
tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God.
Maria Magdalena ging en berichtte de discipelen dat zij de Heere gezien had en dat Hij dit tegen haar gezegd had.
9. Bijbelverhaal: Jezus opgewekt uit de dood.
• Poster van Suze:
Aan het einde van de brug is een stad te zien, de poort geeft toegang tot de stad in het licht. Een heerlijke plaats waar de zon schijnt en het goed is.
Het graf is leeg. Door de opstanding van de Heere Jezus mogen we weten: je mag leven door Hem. En samen uitkijken naar de Hemelse stad. Jezus heeft gezorgd dat er een brug kwam over de dood naar het eeuwige leven. Als je gelooft mag je daar voor altijd wonen. Jezus leeft en wij met Hem.
10. Zingen
Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans’ Jeruzalem;
een heerlijk morgenlicht breekt aan:
de Zoon van God is opgestaan!
Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon, die sterke Held,
Hij steeg uit ’t graf door ’s Vaders kracht, want Hij is God, bekleed met macht!
Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan;
Wie in ’t geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en helle niet Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan,
een leven, door zijn dood bereid, een leven in zijn heerlijkheid.
11. Collecte – luisteren naar het liedje van A tot Z 12. Afscheid groep 6
13. Toezingen groep 6 Heer, wijs mij Uw weg en leid mij als een kind, dat heel de levensweg, slechts in U richting vindt.
Als mij de moed ontbreekt, om door te gaan,
troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan.
Heer, leer mij Uw weg, die zuiver is en goed.
Uw woord is onderweg, als een lamp voor mijn voet.
Als mij het zicht ontbreekt, het donker is,
leid mij dan op Uw weg, de weg die eeuwig is.
Heer, leer mij Uw wil, aanvaarden als een kind, dat blindelings en stil, U vertrouwt, vrede vindt.
Als mij de wil ontbreekt, Uw weg te gaan,
spreek door Uw Woord en Geest mijn hart en leven aan.
Heer toon mij Uw plan;
maak door Uw Geest bekend,
hoe ik U dienen kan en waarheen U mij zendt.
Als ik de weg niet weet, de hoop opgeef,
toon mij dat Christus heel, mijn weg gelopen heeft.
Toon mij dat Christus, mijn weg gelopen heeft.
14. Overdragen 15. Mededelingen
16. Afsluiting door Br. Witbraad
17. Zingen
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen, daald' een engel af, heeft de steen genomen van 't verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer!
Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren, blijd' en welgezind,
en zegt telkenkere: Christus overwint!
U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer.
