• No results found

4. Waarom ontstaat er moreel wangedrag bij werknemers?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "4. Waarom ontstaat er moreel wangedrag bij werknemers?"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Micro-economie 8

1. In een bedrijf is de directie bezorgd over de kwaliteit van de uitvoering van het werk door de werknemers. De directie wordt geconfronteerd met het principaal-agent probleem. Wat wordt bedoeld met dit probleem?

De directie is de principaal en de werknemers zijn de agenten. De principaal wil van de

werknemers, de agenten, dat ze kwalitatief goed werk verrichten in een tijd die daarvoor staat.

De agenten, de werknemers, hebben echter andere belangen (= optreden van moral hazard;

moreel wangedrag). Ook hebben de agenten vaak andere informatie dan de principaal (asymmetrische informatie). De principaal zoekt naar oplossingen voor dit probleem.

2. Een van de problemen voor de principaal zijn de hoge transactiekosten die gepaard gaan met de controle van de uitvoering van het contract dat de principaal met de werknemers heeft afgesloten. Wat is dat contract?

Een cao (collectieve arbeidsovereenkomst). Werkgeversorganisaties sluiten met vakbonden een collectieve arbeidsovereenkomst af voor een hele bedrijfstak.

3. Geef voorbeelden van deze transactiekosten.

De principaal moet controleren of de werknemer lang genoeg en hard genoeg werkt. Een bekende manier is om een prikklok in te stellen. De werknemer geeft daarop aan hoe laat hij begint en hoe laat hij vertrekt.

4. Waarom ontstaat er moreel wangedrag bij werknemers?

De werknemer weet dat hij verzekerd is van zijn salaris. Het zou kunnen betekenen dat hij daarom niet zo gemotiveerd is om hard te werken.

5. Leg uit hoe het inhuren van zzp-ers een oplossing kan bieden.

Een zzp-er heeft geen vast contract. Hij wordt ingehuurd voor een bepaalde klus. Je hoeft in een dergelijke situatie niet te kijken of de zzp-er hard genoeg werkt en of hij op tijd komt. Het volstaat om slechts zijn eindproduct te beoordelen.

6. Toch brengt het inhuren van zzp-ers ook transactiekosten met zich mee. Op welke manier?

Omdat een zzp-er niet in vaste dienst is maar per klus wordt ingehuurd zal de werkgever steeds opnieuw op zoek moeten naar zzp-ers. Dit brengt uiteraard kosten met zich mee.

7. Het bedrijf heeft in de uitgangssituatie een totale opbrengst van € 500.000,-. De totale kosten bedragen € 400.000,- en de totale constante kosten € 240.000,-.

De variabele kosten zijn proportioneel en de verkoopprijs blijft gelijk. Bereken de winstdaling in procenten bij een daling van de afzet met 20%.

In de uitgangssituatie is de winst € 100.000,- (= 500.000 – 400.000). De variabele kosten bedragen € 160.000,- (= 400.000 – 240.000). Als de afzet daalt met 20% en de variabele kosten zijn proportioneel dalen de variabele kosten ook met 20%. De nieuwe variabele kosten

(2)

zijn dus € 128.000,- (= 0,8 x 160.000). De nieuwe totale kosten zijn dan dus € 368.000 (=

240.000 + 128.000). Als de afzet daalt met 20% en de prijs blijft gelijk daalt de totale opbrengst ook met 20%. De nieuwe totale opbrengst wordt dus € 400.000 (= 0,8 x 500.000).

De nieuwe winst is dus € 32.000,- (= 400.000 – 368.000). De winst is dus gedaald van

€100.000 naar € 32.000. Dit is een verandering van:

32.000 − 100.000

100.000 × 100% = −68%

De winst is dus gedaald met 68%.

8. Hoe kan het aannemen van zzp-ers leiden tot een stijging van de arbeidsproductiviteit?

De zzp-ers zullen wellicht gemotiveerder zijn een goed eindproduct af te leveren omdat ze uitsluitend op het eindproduct worden afgerekend.

9. Gegeven is onderstaande vraaglijn naar kaartjes voor een rockconcert:

De kosten voor het rockconcert bedragen € 1.500.000,- en moeten volledig gezien worden als verzonken kosten. Hoeveel bedraagt de omzet bij een prijs van € 100,- per kaartje?

De omzet is prijs keer hoeveelheid. De omzet is dus 100 x 30 x 1000 = € 3.000.000,-

10. Waarom leidt de prijs van € 100,- niet tot maximale totale winst?

Omdat er alleen maar verzonken kosten zijn en dus geen variabele kosten zijn de marginale kosten nul. Dit betekent dat de maximale winst bereikt wordt als de marginale opbrengst gelijk is aan nul. Immers we hebben maximale winst als MO = MK. De marginale opbrengst is nul bij Q = 40.

P

160

100

80

0 30 40 80 Q (x 1000)

(3)

11. Teken de MO-lijn in de grafiek.

12. Bereken de totale maximale winst.

Omzet = P x Q = 80 x 40 x 1000 = € 3.200.000 Totale kosten = € 1.500.000

Totale winst = 3.200.000 – 1.500.000 = € 1.700.000,-

13. Bereken de GTK bij maximale winst.

GTK = = . .

. = 37,50

14. Geef in de grafiek de GTK aan bij maximale winst.

P

160

100

80

0 30 40 80 Q (x 1000) MO-lijn

P

160

100

80

37,50

0 30 40 80 Q (x 1000)

(4)

15. Geef in de grafiek de maximale totale winst aan.

Toelichting: Totale winst = Gemiddelde winst x Q Gemiddelde winst = GO – GTK GO = 80

GTK = 37,50

Gemiddelde winst = 42,50

Totale winst = 42,50 x 40 x 1000 = € 1.700.000,-

16. Geef in de grafiek het consumentensurplus aan bij een prijs per kaartje van € 80,-

P

160

100

80

37,50

0 30 40 80 Q (x 1000) Maximale

winst

P

160

80

0 30 40 80 Q (x 1000) Consumentensurplus

(5)

17. Bereken het consumentensurplus

½ (80 x 40 x 1000) = € 1.600.000,-

Toelichting: het is de helft van de rechthoek die je kunt maken van de driehoek van het consumentensurplus (zie onderstaande grafiek).

18. Hoe loopt de grafiek van de totale opbrengst en de totale kosten?

P

160

80

0 30 40 80 Q (x 1000)

P

160

80

TO/TK (x1000)

3.200

1.500

0 40 80 Q (x 1000)

TK TO

40

(6)

19. Geef ook in de grafiek van TO en TK de maximale winst aan.

20. Normaal gesproken loopt de MK-curve stijgend (zie onderstaande grafiek).

P

160

80

37,50

TO/TK (x1000)

3.200

1.500

0 40 80 Q (x 1000)

TK TO

40

Maximale winst

((3.200 – 1.500) x 1000 = 1.700.000) Maximale winst

(42,50 x 40 x1000 = 1.700.000)

P

160

100

0 30 40 80 Q (x 1000) MK

MO GO

(7)

De maximale winst wordt nu bereikt bij een prijs van € 100 en een hoeveelheid van 30.000. Onder volkomen concurrentie was deze prijs echter lager geweest en de hoeveelheid groter. De prijs had dan gelegen op het snijpunt van de MK-lijn en de GO-lijn. We zeggen daarom dat een monopolie leidt tot een te hoge prijs en een te kleine hoeveelheid. Als gevolg daarvan ontstaat welvaartsverlies (deadweight loss).

Geef dit welvaartsverlies aan in de grafiek.

P 160

100

0 30 40 80 Q (x 1000) MK

MO GO

Welvaartsverlies als gevolg van monopolie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Echter, deze studies onderzochten niet specifieke types werkgever- en werknemersverplichtingen, terwijl eerdere onderzoekers wel beargumenteerd hebben dat het

Bij het vergelijken van de omzettingscapaciteiten van het slib uit de chemische straat en uit de biologische straat blijkt het van groot belang hoe deze capaciteiten

Dergelijke flexibele werkvormen bieden organisaties immers de mogelijkheid om hun concurrentiepositie te waarborgen en com- petitief te blijven op de nationale en

Daarna wordt eerst aan de hand van de faling van Spinnerij Vandereecken verteld hoe een minder spectaculair ogende bedrijfssluiting dan SABENA verloopt, wat de gevolgen zijn voor

Deze publicatie biedt een overzicht van sociale werkbedrijven die verschillende keuzes hebben gemaakt in het kader van diagnostiek bij de nieuwe (Participatiewet-)doelgroep.

In Groot-Brittannië komen aannemers die niet voldoen aan de kwaliteitseisen, niet in aanmerking voor werken. Omdat er uitsluitend wordt gewerkt met grote aannemers en er elk

In laatstgenoemd arrest, dat ging over de vergoeding van immateriële schade wegens aantasting in de persoon op andere wijze (waaronder ook shockschade valt),

(Bij een eindewachttijdbeoordeling, de eerste en belangrijkste beoordeling van een werknemer die een jaar ziek is geweest, bevat het dossier nog geen informa- tie van de