• No results found

Investeren in de Toekomst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Investeren in de Toekomst"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Investeren in de Toekomst

Voorjaarsnota 2021 van de gemeente Apeldoorn,

mei 2021

(2)

1

Inhoudsopgave

Investeren in de Toekomst ... 2

The way out …een weg met hindernissen ... 2

Doelen en ambities ... 4

Aan het werk met onze ontwikkelorganisatie ... 5

Werken aan de toekomst ... 5

Financiële prognose 2022-2025 ... 6

Verhouding Rijk en gemeenten ... 6

Keuzes in kaart ... 7

Herverdeling gemeentefonds ... 7

Financiële prognose 2022-2025 ... 7

Reëel vertrekpunt Voorjaarsnota 2021 ... 8

Voorstellen onontkoombaar ... 9

Herstel disbalans wonen, werken en energie ... 9

Apeldoorn 2040 en gebalanceerde groei ... 9

Niet verhaalbare kosten (IPOR) en woningbouwimpuls ... 10

Overige voorstellen ... 10

Incidentele dekkingsmogelijkheden ... 11

Structurele dekkingsmogelijkheden ... 11

Vrijval opvangbuffer tegenvallers ombuigingen... 12

Anticiperen op herverdeling gemeentefonds ... 12

Anticiperen op structurele compensatie tekorten jeugdzorg ... 12

Anticiperen op nieuw Regeerakkoord ... 13

Uitkomst financiële prognose ... 13

Her-prioriteren investeringen ... 13

Rijksvergoeding en uitgaven jeugdzorg en Wmo ... 14

Risico’s en kansen ... 14

Moties en amendementen raadsbehandeling MPB 2021-2024 ... 15

Trendanalyse en demografische ontwikkelingen ... 15

(3)

2

Investeren in de Toekomst

Voorjaarsnota 2021

Dit is de laatste voorjaarsnota van ons college. Enigszins weemoedig realiseren we ons hoe snel de tijd gaat. Maar we zijn ook trots. Straks wanneer we het bestuurlijke stokje overdragen aan een nieuw college en een nieuwe raad laten we een fundament na waarop kan worden voortgebouwd. We hebben een lijn uitgezet waarlangs Apeldoorn verder kan werken aan zijn toekomst, we laten een huishoudboekje achter waarin, ondanks de coronacrisis en alle financiële

onzekerheden, het beoogde financieel herstel gerealiseerd is. En we dragen een MPB over waarvan de eerste jaarschijven reëel sluitend zijn, zodat de volgende bestuursperiode enigszins gerieflijk kan starten.

Ongeveer een jaar geleden debatteerden wij over het Financieel Perspectief 2021-2024 ‘Terug naar de toekomst’. We kozen toen in overleg met u, gezien de onzekere maatschappelijke en financiële omstandigheden, voor een sober financieel perspectief dat zou leiden tot een terughoudende meerjarenprogrammabegroting. Bij elk besluit, dat binnen die onzekere context genomen zou worden, bestond immers de kans dat het door een nog niet voorziene financiële of maatschappelijke werkelijkheid zou worden ingehaald. Wat we wilden voorkomen was dat we onder druk van de actuele omstandigheden onomkeerbare besluiten zouden nemen die later onnodig zouden blijken. Uw raad kon ons in die gedachtegang volgen, maar had ook de behoefte aan een principieel financieel debat. Via de motie Financieel perspectief, aan welke knoppen kunnen en willen we draaien gaf u ons de opdracht dat debat voor eind 2020 te regelen. Maar we moesten eind 2020 met u concluderen dat er qua (financiële) onzekerheden weinig veranderd was. Het was nog steeds te vroeg om een gefundeerd inhoudelijk en financieel gedreven debat te voeren.

Wij verzochten u daarom de uitwerking van de motie uit te stellen tot het moment dat de genoemde onzekerheden (grotendeels) zouden zijn weggenomen.

The way out …een weg met hindernissen

En inmiddels zijn we een jaar verder en de (financiële) onzekerheden zijn er nog steeds. In het kadertje zijn die financiële onzekerheden nog eens gememoreerd. Elk onderdeel van het rijtje kan een invloed van miljoenen euro’s op onze financiële huishouding hebben. Daarover later meer.

Op het moment dat we deze tekst schrijven bereidt het demissionaire kabinet de exit strategie uit de jongste lockdown voor. Wanneer alles goed verloopt heeft begin juli iedereen die dat wil een eerste prik gehad. Dan kunnen we gaan bouwen aan het post-coronatijdperk.

Maar de naweeën van de coronacrisis zullen ongetwijfeld nog jaren voelbaar zijn. Materieel is het de vraag of er zoveel veranderd is sinds vorig jaar en sinds de

behandeling van het financieel perspectief en de vorige MPB. De onzekerheden die we vorig jaar benoemden zijn nauwelijks weggenomen.

Voor wat betreft de financiële rijksmaatregelen in de sfeer van de coronacrisis zijn we niet ontevreden. Het

Rijk heeft via diverse regelingen zijn verantwoordelijkheid genomen en gemeenten worden

Financiële onzekerheden

Herijking gemeentefonds

Afbouw opschalingskorting

Klimaat

Omgevingswet

Jeugdzorg

WMO-abonnementstarief

Van

2020

naar

2021 …

(4)

3

financieel ruimhartig geholpen. Maar dat gaat over incidentele middelen. Voor wat betreft de structurele geldstromen blijven de onzekerheden bestaan. De onzekerheid over de herverdeling van het gemeentefonds zal nog even voortduren ook al zijn de voorlopige uitkomsten voor Apeldoorn niet ongunstig. Dat is anders bij de compensatie van de tekorten in de jeugdzorg. Het Rijk weigert vooralsnog de gemeenten tegemoet te komen. Een onafhankelijke arbitrage moet uitkomst bieden. Daarnaast gaat het om de opschalingskorting, de financiële bijdragen van het rijk in de sfeer van de klimaatmaatregelen en natuurlijk de onduidelijkheid rondom het

abonnementstarief binnen de Wmo. Verder speelt natuurlijk de kabinetsformatie een belangrijke rol. Welke partijen zullen een coalitie vormen en tot welk regeerakkoord zal dit leiden? Misschien dat de septembercirculaire enige duidelijkheid zal verschaffen. Een extra onzekerheid wordt gevormd door de mogelijkheid dat na de afbouw van de corona-steunmaatregelen de werkloosheid toeneemt en daarmee het beroep op gemeentelijke regelingen als de participatiewet en schuldhulpverlening (aan bijvoorbeeld ondernemers).

De pandemie maakte in meerdere opzichten maatschappelijke kwetsbaarheden zichtbaar(der). Ouderen en mensen met een zwakke gezondheid liepen een grotere kans op ziekte en overlijden. Maar ook de sociale en economische maatregelen troffen de ene groep harder dan de andere. In een gezamenlijk briefadvies voor herstelbeleid gaan de nationale planbureaus1 hierop in. Een aantal maatschappelijke opgaven die al bestonden voor de huidige pandemie, zo schrijven zij, hebben aan urgentie gewonnen. Denk aan de tweedeling op de arbeidsmarkt, waar flexwerkers en zzp’ers altijd al relatief grote risico’s op baan- en inkomensverlies liepen, maar nu daadwerkelijk de grootste klappen krijgen. Of aan het onderwijs waar over de volle breedte leerachterstanden zijn ontstaan, maar waar ook al voor de pandemie kansenongelijkheid zichtbaar was en er zorgen bestonden over de kwaliteit. Deze noties spelen ongetwijfeld ook een rol bij de kabinetsformatie. Het is zaak om alert te zijn en waar dat mogelijk en zinvol is ten behoeve van Apeldoorn gebruik te maken van het landelijke

bestuursakkoord.

Natuurlijk hebben wij ook oog voor onze ondernemers. Velen van hen, groot en klein, zijn in hun bedrijfsvoering zwaar getroffen door de coronamaatregelen. We hopen van harte dat, wanneer de samenleving en de economie zich weer openen, zij in staat zullen zijn om de draad weer op te pakken.

En los van de aan corona gerelateerde urgente problemen zullen we ons opnieuw en met hernieuwde kracht richten op de grote maatschappelijke vraagstukken: het klimaatvraagstuk, de woningopgave en het behouden en versterken van het sociaal fundament van Apeldoorn. De omgevingsvisie en kadernota maatschappelijke ontwikkeling vormen daarbij richtinggevend kader voor de ontwikkeling van Apeldoorn. Natuurlijk vinden we, onder meer in dat kader, onze relatie met de inwoner van Apeldoorn in stad en dorpen van groot belang. We willen een krachtige, betrouwbare en zichtbare overheid zijn die er is voor zijn inwoners, ondernemers en

verenigingen.

1 Sociaal en Cultureel Planbureau, Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau

De

corona

crisis

(5)

4

Doelen en ambities

In de eerdere paragrafen schetsten we globaal het speelveld waarbinnen uw raad, het college en de organisatie hun werk moeten doen. Via deze

voorjaarsnota zetten we de eerste stappen richting de MPB 2022-2025. We staan op een belangrijk kruispunt.

Laten we onze houding bepalen door de ogenschijnlijk korte financiële polsstok en alle bijbehorende

onzekerheden? Of zien we toch kansen om door herprioritering en het slim inzetten van een combinatie van structurele en incidentele middelen te werken aan onze doelen en ambities? Ons antwoord op de eerste vraag is nee en ja op de tweede vraag. Het uitgangspunt is en blijft om zoveel als mogelijk onze ambities te realiseren. Natuurlijk liep het vanwege de coronacrisis allemaal anders, maar we mogen trots zijn op onszelf en op elkaar dat we meters hebben kunnen maken rondom thema’s als onder meer

revitalisering, burgerparticipatie, de branding van Koninklijk Royal Apeldoorn, de ondernemende gezinsstad, Apeldoorn als sportstad en nog veel meer. We kunnen het teruglezen in de

jaarrekening.

Na de vaststelling van het bestuursakkoord in 2018 hebben Europa, Rijk en Provincie de medeoverheden, in het bijzonder de gemeenten en regio’s, opgeroepen om extra opgaven op het gebied van onder meer woningbouw op hun schouders te nemen. Europa en Rijk hebben tegelijkertijd normen en criteria gesteld voor klimaat, stikstofuitstoot en een klimaat-neutrale energievoorziening. Gemeenten, en daarmee ook Apeldoorn, is verzocht een bijdrage te leveren.

Apeldoorn heeft deze opgaven voortbouwend op het bestuursakkoord en de strategische doelen in het samenhangende ambitiedocument Apeldoorn 2040 langs negen lijnen verankerd (zie kader hieronder). In de regionale woonagenda is aangegeven dat gedacht kan worden aan de mogelijkheid om in 2040 40.000 extra woningen

Inclusie Ondernemende

stad Toeristisch

toplandschap Comfortabele

gezinsstad Duurzaamheid

Participatie &

revitalisering

Agenda Apeldoorn 2040

De gemeente groeit door naar minimaal 180.000 inwoners met oog voor versterking van de fysieke kwaliteit van de stad, de dorpen en het buitengebied.

De Spoorzone en Kanaalzone krijgen een ander gezicht met woon- en werkmilieus waarbij we ook de hoogte in gaan.

Er komen buiten het huidige stedelijke gebied nieuwe duurzame, groene en slimme woongebieden met woningen voor iedereen.

We geven de groei van de Apeldoornse economie ruimte op bestaande plekken én breiden fors uit.

De binnenstad krijgt meer groen en water, is klimaatbestendig en stukken mooier met herstel van zijn 19e-eeuwse glorie.

De bereikbaarheid van Apeldoorn met zijn centrale ligging willen we behouden en versterken met slimme vervoersvormen op het terrein van openbaar vervoer en hubs.

Apeldoorn wordt de stad van Safety & Security voor onderwijs, ondernemers en overheid.

We versterken onze Veluwse natuur als de unieke toeristische toplocatie van Nederland.

We versterken ons sociaal fundament met oog voor kwetsbare inwoners en wat zij nodig hebben om optimaal mee te doen.

Van visie naar doen: Vier strategische doelen helpen ons om Apeldoorn klaar te maken voor 2030. De gemeente ontwikkelt zich verder als de Comfortabele Gezinsstad, de Ondernemende Stad en als Toeristisch Toplandschap. Duurzaam Apeldoorn is ons vierde strategische doel. Daarnaast zijn er nog drie specifieke topthema’s: een inclusieve samenleving waarin iedereen ertoe doet, het samen toekomstbestendig maken van de verouderde wijken (burgerparticipatie en revitalisering) en gezonde gemeentefinanciën.

Uit het bestuursakkoord 2018-2022: De kracht van Apeldoorn

(6)

5

te bouwen. Dit is in lijn met onze (geëxtrapoleerde) woonagenda en betekent dus een forse kwantitatieve en kwalitatieve ambitie voor Apeldoorn. Dit gaat hand in hand met de genoemde klimaat-, stikstof en energieopgaves en andere belangrijke ontwikkelingen als vestigingsklimaat, bedrijvigheid, werkgelegenheid, mobiliteit, bereikbaarheid, onderwijs-, sport- culturele en andere voorzieningen en grote en flankerende opgaven om onze Apeldoornse sociale structuur vast te houden en door te ontwikkelen. Het is binnen deze context meer dan noodzakelijk om extra te investeren in de vitaliteit, het sociaal fundament en de sociale cohesie van onze dorpen en wijken.

Aan het werk met onze ontwikkelorganisatie

Meer concreet werken we aan een nieuw aangezicht van de Spoor/Kanaalzone, zoeken we naar woongebieden voor een toekomstbestendige woningbouwprogrammering, zetten we Apeldoorn als hoofdstad van de Veluwe nadrukkelijker neer en verfraaien we onze binnenstad met water, groen en ruimte voor historisch herstel én economische groei én mobiliteit en bereikbaarheid. Dat alles met, zoals gezegd, de volle aandacht voor het behoud en versterking van het Apeldoorns sociaal fundament. Daarvoor heeft u inmiddels een startnotitie ontvangen en in de tweede helft van 2021 volgt de nieuwe kadernota maatschappelijke ontwikkeling met een hernieuwde focus op de kracht van onze inwoners in wijken en buurten en aandacht voor hen die ons het meeste nodig hebben, kortom: hoe we Apeldoorn een stad van mensen kunnen laten zijn! De invulling van de stedelijke ruimte en de gewenste maatschappelijke ontwikkeling zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We bereiden de invoering van de Omgevingswet voor. Het ambitiedocument Apeldoorn 2040 is in de omgevingsvisie en kadernota maatschappelijke ontwikkeling verankerd.

De majeure operatie om te komen tot een omgevingsvisie is, zoals u weet, volop gaande. Het is een maatschappelijke opgave die een grote cultuurverandering met zich meebrengt, dwars door alle afdelingen heen. De omgevingsvisie wordt opgevolgd door gebiedsgerichte en thematische uitvoeringsprogramma's.

Het eerste uitvoeringsprogramma verschijnt dit najaar en betreft de bouwopgave. We benutten de innovatieve lessen en partnerschappen die in het Smart City programma zijn ontwikkeld. Apeldoorn als stad van Safety en security staat hoog op onze agenda, in dit kader werken we samen met onder meer de Hogeschool Saxion, de universiteit Twente, de Politieacademie, ROC-Aventus, Apeldoorn IT en de Koninklijke Marechaussee aan de

totstandkoming van een Centrum voor veiligheid en digitalisering. In onze communicatie en lobby is dit nu al een belangrijk thema. We werken aan de energieneutraliteit van Apeldoorn via

bijvoorbeeld aardgasloze wijken, we gaan de hoeveelheid restafval verder terugdringen, etc. Aan het werk dus, met onze nieuw gevormde organisatie. Een organisatie die minder dan voorheen gericht is op beheer, maar meer op de ontwikkeling van stad en buitengebieden.

Het is, en dat is nauwelijks anders dan vorig jaar, een Voorjaarsnota die wij hebben moeten bouwen op (financiële) onzekerheden, onzekerheden waar we zelf niet of nauwelijks invloed hebben. Dit is de laatste voorjaarsnota van dit college, straks na de gemeenteraadsverkiezingen zal een nieuw college aantreden. In de volgende paragrafen zult u lezen dat wij tekorten

voorzien, wanneer wij het bestaande beleid ongewijzigd voortzetten. Die tekorten nemen toe wanneer we daar de uitgaven die gemoeid zijn met onontkoombare ontwikkelingen aan toevoegen. Toch willen we straks een MPB presenteren waarvan de eerste twee jaarschijven

‘reëel’ sluiten en we willen werken aan onze ambities, waarbij de klimaatopgave, de woningopgave de werkgelegenheid, bereikbaarheid en de doorontwikkeling van het sociaal fundament in het oog springen. Hoe kunnen we dat op een financieel verantwoorde wijze doen?

We zullen ongetwijfeld keuzes moeten maken en ‘slim’ om moeten gaan met de onzekerheden en de beperkte financiële middelen. In de volgende paragrafen gaan we hier dieper op in.

Werken

aan de

toekomst

(7)

6

Kunnen we scherper begroten, kunnen we door een onderscheid te maken tussen structurele geldstromen en incidenteel geld ruimte creëren om aan de toekomst van Apeldoorn te werken?

En dat alles op een duurzame manier, zodat het volgende college kan starten op een solide fundament

Financiële prognose 2022-2025

Voordat we vooruitkijken naar de financiële positie 2022 en verder eerst een blik naar achteren.

Wat zien we dan? Een beleidsarme MPB 2021-2024 waarin met beperkte ombuigingen de jaren 2021 en 2022 financieel sluitend zijn, maar waarin structureel sprake is van grote tekorten. En we zien onze jaarrekening 2020 met een aanzienlijk overschot waardoor ons eigen vermogen versneld op een niveau komt zoals we ons dat na 2012 ten doel hadden gesteld.

In de nota van aanbieding van de MPB 2021 was sprake van een eerste blik op ‘Apeldoorn 2040’.

Concrete voorstellen zijn nog niet in de MPB opgenomen. In deze Voorjaarsnota scherpen we onze ambities aan, waarbij wij evenwicht zoeken tussen nieuw beleid en het gebrek aan

structurele middelen. Om dat evenwicht te bereiken zijn bestuurlijke keuzes en het (bij)stellen van prioriteiten nodig. Wij hebben daarbij onder meer gekeken naar de in het verleden beschikbaar gestelde investeringen om deze waar mogelijk opnieuw af te wegen. Daarmee haken wij aan bij de motie ‘Financieel perspectief; aan welke knoppen kunnen en willen we draaien?’ Tevens is sprake van onontkoombare ontwikkelingen die beslag leggen op begrotingsruimte die er eigenlijk niet is. Het financiële scenario en de beleidsmatige voorstellen in deze Voorjaarsnota vormen het kader voor de MPB 2022-2025 die wij in september aan u voor zullen leggen.

Verhouding Rijk en gemeenten

De kabinetsformatie is moeizaam begonnen. We moeten afwachten tot welk regeerakkoord dat leidt en wat daarvan de gevolgen voor gemeenten zullen zijn. De maatschappelijke opgaven zijn groot en urgent. Naast de vaak gehoorde oproep om ‘meer regie vanuit Den Haag’ is het evident dat voor de inrichting van de ruimtelijke omgeving waaronder woningbouw, uitvoering van het klimaatakkoord en adequate jeugd- en ouderenzorg een vruchtbare samenwerking met gemeenten onmisbaar is.

Het afgelopen jaar zijn verschillende rapporten verschenen waarin de samenwerking tussen Rijk en gemeenten en aanvullende financiering van gemeenten aan de orde kwam. Wij noemen het AEF rapport “Stelsel in groei, een onderzoek naar financiële tekorten in de jeugdzorg”, het rapport ‘Van Parijs naar praktijk’ van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) over de uitvoering van het klimaatakkoord en het KPMG rapport ‘Onderzoek transitiekosten

Omgevingswet’. De rode draad van de rapporten is dat gemeenten substantiële geldstromen missen om deze maatschappelijke opgaven goed te kunnen oppakken. Tevens liet de minister van BZK op verzoek van de Tweede Kamer een onderzoek uitvoeren naar de financiële positie van gemeenten. Het onderzoek is op 16 april jl. afgerond en de uitkomsten zijn duidelijk:

gemeenten zijn financieel in de knel geraakt met als gevolg een toenemende druk op de financiële positie en een uitholling van het voorzieningenniveau. Apeldoorn is één van de gemeenten die door Cebeon in dit onderzoek is betrokken.

Het was dan ook teleurstellend dat in het bestuurlijk overleg tussen kabinet en gemeenten van 11 maart jl. over de voortgang van het AEF rapport over de jeugdzorg, het Rijk op geen enkele wijze de gemeenten financieel tegemoet wilde komen. Terwijl juist bij dit onderwerp het Rijk als

opdrachtgever had aangegeven grote waarde te hechten aan de uitkomst van het rapport. De conclusies van AEF waren niet mis te verstaan: op basis van peiljaar 2019 komen gemeenten ca.

(8)

7

€ 1,5 miljard tekort om de Wet op de Jeugdzorg goed uit te kunnen voeren. Inmiddels is hierover een onafhankelijke arbitrage in gang gezet, waarbij medio mei een uitspraak wordt verwacht.

Medio april zette het kabinet via staatssecretaris Blokhuis dan toch een eerste stap met een éénmalige tegemoetkoming in 2021 van ruim € 600 miljoen voor de jeugdzorg.

Het is een teken aan de wand, dat de ROB in een recent rapport pleit voor een ‘Delta commissaris die de relatie tussen Rijk en gemeenten moet redden’. Arbitrage en een Delta commissaris zijn echter niet de instrumenten waarmee bestuurlijk Nederland maatschappelijke vraagstukken kan oplossen. De relatie Rijk en gemeenten zal sterk moeten verbeteren wil een nieuw kabinet succesvol zijn. Gemeenten moeten in positie worden gebracht om hun opgaven waar te kunnen maken. Er zijn kansen genoeg, maar op dit moment vooral veel onzekerheden.

Keuzes in kaart

Tot welke omvang het Rijk tot aanvullende financiering van gemeenten zal komen is bij het opstellen van deze nota nog onzeker. Het CPB heeft de verkiezingsprogramma’s die aan haar waren aangeboden doorgerekend en met het rapport ’Keuzes in kaart’ gepresenteerd, Voor wat betreft extra geld in het gemeentefonds is bij de politieke partijen sprake van een bandbreedte van € 0,5 miljard tot € 4 miljard. Opvallend is dat verschillende partijen een groter gemeentefonds koppelen aan armoedebestrijding en de Wmo en niet aan de jeugdzorg. Daarnaast stellen enkele partijen voor om het lokale belastinggebied aanzienlijk te vergroten, onder gelijktijdige afroming van het gemeentefonds. Wij gaan er vanuit, dat op zijn vroegst in september duidelijk zal worden wat een nieuw regeerakkoord gaat betekenen. Gelet hierop hebben wij in de financiële prognose 2022-2025 geen rekening gehouden met het door een nieuw kabinet vergroten van het

gemeentefonds (‘grotere koek’) en/of verschuivingen in het lokale belastinggebied.

Herverdeling gemeentefonds

Het was lange tijd onduidelijk waar de herziening van het gemeentefonds voor Apeldoorn toe zou leiden. In februari jl. werden de voorlopige uitkomsten bekend toen het Rijk de

onderzoeksrapporten voor advies aan de ROB aanbood. Medio april zou de ROB met een advies komen, waarna de VNG zou worden geconsulteerd. Intussen is dit proces vertraagd, omdat de ROB vraagtekens zet bij enkele uitgangspunten voor de nieuwe verdeelmodellen en veel gemeenten bezwaar hebben gemaakt tegen de voorlopige uitkomsten. Het Rijk heeft een extra onderzoeksfase ingelast, waardoor de ROB pas in juni met een advies zal komen. Daarna volgt consultatie van de VNG. Als het adviestraject is afgerond, wordt de invoering per 1 januari 2023 een verantwoordelijkheid van het nieuwe kabinet.

De voorlopige uitkomst van de herziening is voor Apeldoorn positief. Wij hebben u hierover in de raadsbrief van 9 februari jl. (nr. 2021- 008458) geïnformeerd. De uitkomst staat echter nog niet vast, terwijl ook een nieuw kabinet zich hieraan nog moet binden. Wij beoordelen het onderzoek, waar ook onze portefeuillehouder Financiën in zijn adviesrol in de VNG commissie bij betrokken is geweest, als voldoende solide met een uitkomst die op hoofdlijnen vaststaat. In de financiële prognose 2022-2025 anticiperen wij hier dan ook op.

Financiële prognose 2022-2025

Vooruitlopend op de MPB 2022-2025 hebben we een begroting bestaand beleid (BBB) opgesteld met de lopende MPB 2021-2024 als vertrekpunt. In onderstaande opstelling is naar onze mening sprake van een realistisch scenario. Er zijn uiteraard andere scenario’s mogelijk. Een toekomstig kabinet dat gemeenten niet structureel tegemoet gaat komen zou leiden tot een slechtere uitkomst. Een nieuw kabinet dat gemeenten financieel ruimhartig gaat ondersteunen zou leiden tot een positiever scenario.

(9)

8

De geactualiseerde basisraming nemen we als vertrekpunt en deze hebben we aangevuld met nieuwe voorstellen en dekkingsmogelijkheden. Dat levert het volgende scenario op:

Reëel vertrekpunt Voorjaarsnota 2021

We hebben de ramingen in de MPB 2021-2024 aangevuld met de door de raad vastgestelde eerste begrotingswijziging 2021 en met actuele indexcijfers op basis van het Centraal Planbureau (CPB). Daarnaast hebben we de structurele gevolgen van de jaarrekening 2020 en technische aanpassingen verwerkt. Hierbij moet u denken aan BTW effecten bij afvalinzameling en re integratie, een gecorrigeerde OZB opbrengst en lagere kapitaallasten als gevolg van verkoop schoolgebouwen Hoenderloogroep. Vooral de lagere index voor loonkosten ten opzichte van de loonindex in de MPB 2021-2024 zorgt voor een positief effect op de meerjarenbegroting.

De actuele uitkomst 2022-2025 is echter geen reëel vertrekpunt, omdat de jaarschijven 2023 en 2024 vorig jaar sluitend zijn gemaakt met een stelpost nog te realiseren ombuigingen in

afwachting van meer zekerheid over hogere rijksvergoedingen. Voor een reëel vertrekpunt voor de Voorjaarsnota brengen wij deze stelpost in mindering. Wij benadrukken dat de actualisatie nog

bedragen x € 1.000

2022 2023 2024 2025

Actuele uitkomst BBB 2022-2025 527 1.583 2.302 -812 Tekort gedekt door inverdientaakstelling - -17.400 -25.800 -25.800 Reëel vertrekpunt Voorjaarsnota 2021 527 -15.817 -23.498 -26.612

Voorstellen onontkoombare ontwikkelingen -1.794 -1.695 -1.687 -1.611

Herstel disbalans doelstellingen en budget begrotings-

programma's Openbare ruimte, Milieu en Buitenstad -950 -950 -950 -950 Apeldoorn 2040 (gebalanceerde groei) -2.015 -1.815 -1.815 -1.815 Niet te verhalen kosten (IPOR) -485 -520 -650 -650

Co financiering Kayersmolen Noord en Veldhuis -pm -pm -pm -pm

Overige voorstellen -pm -pm -pm -pm

Incidentele dekkingsmogelijkheden

Algemene reserve; overheveling naar de BROA -10.000 Bestemmingsreserve Apeldoorn (BROA) 10.000 Bijdrage uit de BROA voor ambitie Apeldoorn 2040/

gebalanceerde groei en niet te verhalen kosten (IPOR) 2.500 2.335 2.465 2.465

Structurele dekkingsmogelijkheden

Vrijval buffer tegenvallers ombuigingen MPB 2020-2023 6.300 6.300 6.300 Anticiperen op herijking gemeentefonds per 2023 4.000 5.500 7.500 Anticiperen op structurele compensatie jeugdzorg

- op basis van incidentele tegemoetkoming 2021 3.000 6.000 6.000 6.000 - reeds in MPB verwerkt; hogere rijksvergoeding jeugd -3.000 -3.000 -3.000 Anticiperen op Regeerakkoord incl. energietransitie +pm. +pm. +pm. +pm.

Uitkomst financiële prognose 783 -5.162 -11.335 -12.373

(10)

9

niet volledig is omdat we pas in juni de uitkomst van de meicirculaire gemeentefonds kunnen verwerken en dan ook beschikken over actuele kapitaallasten.

Op basis van het reële vertrekpunt 2022-2025 heeft de jaarschijf 2022 een positief saldo maar daarna resteren nog forse tekorten. Dat is natuurlijk geen verrassing en veel gemeenten worden hiermee geconfronteerd. Het vergroten van de ‘koek’ gemeentefonds door het Rijk is daarom essentieel. Positieve kanttekening daarbij is, dat onze jaarrekening de laatste jaren forse

overschotten laten zien. Vaak veroorzaakt door incidentele meevallers zoals bij overschot van de jaarrekening 2019 van € 8 miljoen en van de jaarrekening 2020 van € 17 miljoen. Deze

meevallers hebben geen invloed op onze structurele financiële positie. Wel versterken zij ons eigen vermogen waaronder de algemene reserve. Deze kan daardoor incidenteel worden ingezet om bijvoorbeeld nieuwe ambities mogelijk te maken.

Voorstellen onontkoombaar

Zoals elk jaar is ook in deze Voorjaarsnota sprake van onontkoombare ontwikkelingen met budgettaire gevolgen. In bijlage 1 en 2 treft u hiervan het overzicht en de onderliggende

toelichtingen aan. De voorstellen hebben betrekking op zowel het fysieke, als het sociale domein en op de bedrijfsvoering. Wij hebben deze in de financiële prognose 2022-2025 verwerkt.

Herstel disbalans wonen, werken en energie

In de raadsvergadering van 1 april jl. heeft u ingestemd met het in 2021 opheffen van de disbalans tussen beschikbare middelen en doelstellingen van de begrotingsprogramma’s Openbare ruimte, Milieu en de Buitenstad. U stelde hiervoor een bedrag van € 875.000 beschikbaar. In dat voorstel hebben wij aangegeven, dat de structurele gevolgen ad € 950.000 aan de orde zouden komen bij de Voorjaarsnota. In lijn met genoemd raadsbesluit hebben wij de structurele gevolgen van het opheffen van de disbalans in de financiële prognose verwerkt.

Apeldoorn 2040 en gebalanceerde groei

Apeldoorn is een ondernemende gezinsstad om te wonen en te werken. De komende 20 jaar verwachten we 15.000 extra inwoners te verwelkomen en daarmee door te groeien tot (minstens) 180.000 inwoners in 2040. Om deze groei op te kunnen vangen zijn minimaal 12.500 woningen nodig. Het gaat bij het bouwen van woningen ook om het creëren van een duurzame

leefomgeving waarin mensen wonen, werken en recreëren, waarbij veel raakvlakken zijn met andere thema’s zoals mobiliteit, economie, energie, maatschappelijke voorzieningen. Op basis van de omgevingsvisie wordt dit steeds verder verfijnd in gebiedsvisies en uitvoeringsstrategieën.

(11)

10

Dit is een langjarig traject dat vraagt om samenhang en regie. Structuuringrepen en substantiële keuzes in de ruimte vormen kaders voor de uitvoeringsprogramma’s die opgesteld worden om de visie te realiseren. Hiervoor is in 2022 ruim € 2 miljoen nodig en voor de periode tot en met 2027 jaarlijks € 1,8 miljoen. Deze incidentele impuls vraagt flexibiliteit tussen de kalenderjaren. Bij de incidentele dekkingsmiddelen komen wij hier op terug.

De feitelijke investeringen voor het realiseren van de uitvoeringsprogramma’s volgen later in de tijd. De benodigde middelen kunnen incidenteel maar ook structureel van aard zijn. Een systematische aanpak is nodig om voldoende flexibiliteit te kunnen geven maar ook om het principe van integrale afweging te borgen. Voor de financiering van de investeringen zijn drie geldstromen beschikbaar: Europese, rijks- of provinciale subsidies (vaak met cofinanciering), bijdragen voor bovenwijkse voorzieningen en inzet van eigen middelen, zoals grondexploitatie, bedrijfsverplaatsing en niet verhaalbare kosten in de initiatief-, programma-, ontwikkeling- en realisatiefase (IPOR) als dit aanvullend nodig is om maatschappelijke doelstellingen te realiseren,

Niet verhaalbare kosten (IPOR) en woningbouwimpuls

De uitwerking van bovengenoemde aanpak betrekken we bij de MPB-2022-2025. Vooruitlopend daarop zijn er inmiddels twee onderdelen die al concreter in beeld zijn namelijk:

− Niet verhaalbare kosten in de IPOR-fase:

Op basis van de huidige ambitie voor woningbouw, aanleg van bedrijventerreinen en zonneparken verwachten we ruim € 3 miljoen aan niet-verhaalbare kosten in de periode 2022-2027. Dit is gebaseerd op de huidige inschatting van ruimtelijke projecten, waarbij is gekeken naar een verdeling tussen inbreidingslocaties en uitleglocaties, een verdeling tussen particuliere projecten en projecten via een actief grondbeleid en een verdeling in de omvang van projecten. Let wel, dit betreft een aanpak om de financiële effecten van de ruimtelijke groeiambitie inzichtelijk te maken en zegt nog niets over de daadwerkelijke projecten die zich gaan aandienen. Voor de projecten die wij de komende jaren gaan opstarten zijn aanvullende budgetten nodig, die jaarlijks in omvang verschillen. In 2022 gaat het om een bedrag van

€ 485.000. In totaliteit gaat het om een incidentele inzet van circa € 3,1 miljoen.

− Woningbouwimpuls:

Door het Rijk wordt onder voorwaarden bijgedragen aan het afdekken van de onrendabele top bij woningbouw. Hiervoor loopt een aanvraag Woningbouw impuls (WBI) voor de projecten Veldhuis en Kayersmolen Noord. Onderdeel van de aanvraag is het kunnen inzetten van cofinanciering, vooral voor investeringen in de openbare ruimte. Omdat deze geactiveerd worden, leidt dit naar verwachting vanaf 2023/2024 tot structurele kapitaallasten die we op dit moment moeten reserveren. De financiële gevolgen van de WBI-aanvraag, inclusief de structurele lasten van de cofinanciering door Apeldoorn, leggen we binnenkort met een separaat voorstel aan u voor.

Wij stellen voor om de investeringslasten van de woningbouwimpuls Kayersmolen Noord en Veldhuis te dekken via een taakstelling op her-prioritering van bestaande kredieten en dit te betrekken bij het opstellen van de MPB 2022-2025. In afwachting daarvan volstaan wij nu met een p.m. raming.

Overige voorstellen

Met deze Voorjaarsnota geven we, met inachtneming van alle (financiële) onzekerheden, een aanzet voor de meerjarenprogrammabegroting voor 2022 en volgende jaren. De financiële opstelling op blz. 8 geeft de financiële positie van Apeldoorn weer bij ongewijzigd beleid en onder toevoeging van onontkoombaar beleid. De financiële onzekerheden (herijking gemeentefonds,

(12)

11

afbouw opschalingskorting, klimaat, omgevingswet, jeugdzorg en WMO-abonnementstarief) leidden ertoe dat we een deel van onze wensen hebben moeten parkeren. Die wensen zijn opgenomen in Bijlage 4, overige voorstellen.

In die bijlage treft u een breed en gevarieerd scala aan voorstellen aan. Veel van de voorstellen raken, direct of indirect, aan de ontwikkelingen zoals genoemd in het ambitiedocument Apeldoorn 2040 en de daaruit voortkomende agenda met zijn 9 denklijnen (zie pagina 4). Zo heeft het voorstel mobiliteitsvisie binnenstad alles te maken met de 2040-ambitie om van het centrum een stadspark te maken waar de auto van straks te gast is. En die stad maken we nog fraaier via het voorstel kunst in de openbare ruimte. Met het voorstel Ondernemende Stad en de inzet van strategisch relatiemanagement wordt via bestaande en nieuwe netwerken gewerkt aan de versterking van onze bedrijven en het creëren van meer bedrijvigheid, de eerste stappen richting 2040 worden nu gezet. Met de uitkomsten van de sportnota zal worden gewerkt aan het

Masterplan Toekomstig Sportlandschap en via het voorstel Topsportevenementen willen we de lijn voortzetten om meer (inter)nationale evenementen aantrekken. Met het voorstel Veiligheid (Safety en Security) willen wij dit thema verder versterken door bijvoorbeeld het organiseren van een grenslandconferentie over veiligheid, het faciliteren van plannen om meer

veiligheidsonderwijs in Apeldoorn te huisvesten, het versterken van de economie door bedrijven in de securitysector naar Apeldoorn te halen en stimuleren van de ontwikkeling van startups. Dat alles om straks de stad van Safety & Security te kunnen zijn. Via het voorstel Energietransitie sorteren we voor op de aardgasvrije stad die we willen worden. Samen met de inwoners gaan we aan de slag met de wijkuitvoeringsplannen.

Na de zomer zijn de financiële onzekerheden wellicht, ten dele, weggenomen en kunnen we bezien of we (een deel van) deze voorstellen bij de integrale afweging kunnen betrekken om ze vervolgens op te nemen in de MPB.

Incidentele dekkingsmogelijkheden

De uitgaven voor de Apeldoorn 2040 en de niet te verhalen kosten beslaan een periode van zes jaar. Dit reikt verder dan de MPB periode 2022-2025 en lijkt daarmee structureel. Dat is het naar onze opvatting echter niet. De gevolgen van de energietransitie, de co financiering

woningbouwimpuls en de reeks voor veiligheid zijn structureel, waarbij we naar verwachting mogen rekenen op aanvullende rijksvergoeding voor energie (Klimaatakkoord).

Voor ons college is uitgangspunt dat structurele uitgaven ook structureel worden gedekt. De budgetten die tot en met 2027 nodig zijn kunnen incidenteel worden gedekt. Over een periode van 6 jaar is hier ca. € 14 miljoen mee gemoeid. Wij willen dit in de MPB 2022-2025 verder uitwerken en hebben een eerste storting in de BROA van € 10 miljoen opgenomen via een overheveling uit de algemene reserve. Daarmee kunnen voor de eerste jaren de incidentele uitgaven voor Apeldoorn 2040 en de niet te verhalen kosten opgevangen worden.

Met deze aanzet geeft u richting aan de ambitie voor Apeldoorn 2040 in de wetenschap dat ook na 2025 nog ca. € 4 miljoen nodig zal zijn. De inzet van de BROA kan in de toekomst worden verbreed, als voeding van de reserve mogelijk is via bijvoorbeeld externe bijdragen. Het borgen van voldoende solvabiliteit blijft daarbij voor ons een essentiële randvoorwaarde.

Structurele dekkingsmogelijkheden

Het structurele begrotingstekort waar wij al enige jaren mee te maken hebben maakt het lastig om nieuwe beleidsinitiatieven op te vangen. Voor ons college is het opnieuw starten van een

(13)

12

zware bezuinigingsronde geen optie, zolang de in het eerste hoofdstuk genoemde financiële onzekerheden op rijksniveau niet zijn opgelost. Corona is bovendien een extra onzekerheid. Het vraagt dan ook vooruitdenken om tot structurele dekking te komen. Wij geven hiervoor een aanzet, die zich in de (na)zomer bij het opstellen van de MPB 2022-2025 zal moeten bewijzen.

Vrijval opvangbuffer tegenvallers ombuigingen

De structurele tekorten en de inverdientaakstelling vinden hun oorsprong in de MPB 2020-2023 en worden vooral veroorzaakt door tekorten op de zorgbudgetten. Ondanks dat in die MPB voor ca. € 20 miljoen aan besparingen op het zorgdomein zijn verwerkt, is nog steeds sprake van onevenwichtigheid tussen uitgaven en rijksvergoeding. Dat heeft zoals bekend vooral te maken met de ‘valse’ start die gemeenten in 2015 bij de decentralisaties hebben gemaakt.

Omdat we in 2019 bij de vastgestelde ombuigingsmaatregelen het risico zagen dat bepaalde maatregelen mogelijk niet of niet volledig te realiseren zouden zijn, hebben we hiervoor in de MPB een buffer opgenomen. Deze bedraagt € 3,1 miljoen in 2022 en € 6,3 miljoen in 2023 en verder. De buffer voor 2022 is in de MPB 2021-2024 ingezet ter dekking van het resterende tekort in dat jaar. Voor 2023 en verder is de opvangbuffer van € 6,3 miljoen nog aanwezig.

Wij constateren dat we de in de MPB opgenomen besparingen grotendeels hebben gerealiseerd en waar dat niet het geval is wordt dat door andere voordelen, zoals de gevolgen van het sluiten van de Hoenderloogroep, gecompenseerd. Hierdoor kan de opvangbuffer vanaf 2023 vrijvallen.

Dat heeft een positief effect op ons begrotingsresultaat.

Anticiperen op herverdeling gemeentefonds Wij zijn eerder ingegaan op het proces rond de herverdeling van het gemeentefonds. Gemeenten staan, in afwachting van het advies van de ROB en de gevolgen van een nieuw Regeerakkoord, voor de vraag hoe hier in hun meerjarenbegroting op te anticiperen. Dat geldt ook voor ons. We willen niet alle potentiële rijksvergoedingen inboeken als die nog onzeker zijn, maar in dit stadium willen we ook niet verder bezuinigen. Zeker nu we nog volop met corona van doen hebben.

Wij anticiperen daarom op de voorlopige uitkomst van de herverdeling gemeentefonds die leidt tot een hogere algemene uitkering oplopend tot een extra bedrag van € 7,5 miljoen in 2025. Rond 1 juni a.s. wordt het ROB advies over de herverdeling verwacht. Bij het opstellen van de nieuwe MPB verwachten wij meer inzicht in de uitkomsten te hebben. Wij realiseren ons hierbij het risico, omdat wij ook de buffer voor tegenvallers vrij laten vallen.

Anticiperen op structurele compensatie tekorten jeugdzorg

Wij blijven van mening, dat gemeenten recht hebben op substantieel meer geld voor uitvoering van de jeugdzorg, dat het Wmo abonnementstarief zou moeten vervallen en dat gemeenten zonder een financiële impuls van het Rijk slechts beperkt het Klimaatakkoord kunnen uitvoeren.

Een nieuw regeerakkoord zou hierin moeten voorzien. Omdat voor deze onderwerpen nog geen zicht is op concrete stappen van het Rijk gaan wij in deze Voorjaarsnota behoedzaam om met het inboeken van extra rijksvergoeding.

In het financieel scenario 2022-2025 hebben wij wel de verwachting verwerkt, dat het Rijk er niet aan ontkomt om gemeenten structureel te compenseren voor de tekorten op jeugdzorg. Wij zien daarbij aanknopingspunten in de brief van het kabinet van 22 april jl. aan de Tweede Kamer over de extra incidentele tegemoetkoming in 2021 aan gemeenten van € 613 miljoen:

Gemeenten en Rijk erkennen de grote opgave. Gegeven de onbeheersbaarheid van het stelsel moeten ook fundamentele keuzes geadresseerd worden. Het betreft vraagstukken naar de

(14)

13

reikwijdte van de Jeugdwet, hoeveel beleidsvrijheid gemeenten krijgen bij de uitvoering en welke rol gemeenten hebben in de uitvoering. De bestuurlijke en financiële verhoudingen moeten weer in balans te komen. Deze keuzes maken dat de beleidstheorie en uitvoeringspraktijk weer veel beter op elkaar aansluiten. Het is aan een volgend kabinet te besluiten over deze fundamentele aanpassingen, deze door te voeren en te bezien welke middelenbehoefte resteert.

Voor het (gefaseerd) inzetten van het eenmalige bedrag 2021 van ca. € 6 miljoen overwegen wij een begrotingswijziging tegelijk met de Tussentijdse rapportage. Voor 2022 en verder zien wij genoeg aanleiding om in het financieel scenario te anticiperen op een structurele compensatie van jaarlijks € 6 miljoen. Omdat het kabinet in september vorig jaar al eenmalig € 300 miljoen extra voor 2022 beschikbaar heeft gesteld gaan wij voor dat jaar uit van aanvullend € 300 miljoen; voor ons € 3 miljoen extra. Voor 2023 en verder heeft het kabinet tot nu toe geen toezeggingen gedaan, waardoor we in lijn met bovenstaande uitgaan van € 600 miljoen extra;

voor ons ca. € 6 miljoen. Omdat wij vanaf de MPB 2020-2023 al voor € 3 miljoen structureel hebben geanticipeerd op compensatie voor jeugdzorg, nemen we nu het meerdere van € 3 miljoen op.

Ten overvloede wijzen wij op het AEF rapport van eerder dit jaar, waarin het tekort op de jeugdzorg bij gemeenten op ca. € 1,5 miljard wordt berekend. Als het nieuwe kabinet dat onderzoek op zijn waarde zou schatten, dan zou dat voor Apeldoorn om een extra structureel bedrag van € 15 miljoen kunnen gaan. Dat optimisme gaat ons in dit stadium echter te ver.

Anticiperen op nieuw Regeerakkoord

Voor de overige ontwikkelingen, zoals de gevolgen van de uitvoering van het Klimaatakkoord, de energietransitie en de nieuwe Omgevingswet hebben we vooralsnog een +pm. opgenomen. Dit zijn overigens onderwerpen die grote invloed kunnen hebben op onze begroting.

Uitkomst financiële prognose

De uitkomst van het financieel scenario laat voor 2022 een positief saldo van € 0,8 miljoen zien en de jaren daarna een oplopend tekort tot € 12 miljoen in 2025. Tegelijk is sprake van overige voorstellen, die wij nu buiten de prognose hebben gelaten omdat wij daar pas bij de opstelling van de MPB 2022-2025 een standpunt over willen innemen.

Wij stellen voor om de financiële prognose in deze Voorjaarsnota als vertrekpunt te hanteren bij het opstellen van in de MPB 2022-2025 en daarbij de volgende uitgangspunten in acht te nemen:

• de MPB 2022-2025 is minimaal reëel sluitend in 2022 en 2023

• behoud van het financieel herstel

• structurele uitgaven dienen structureel te worden gedekt.

Her-prioriteren investeringen

In lijn met de vorig jaar door de raad aangenomen motie ’Financieel perspectief, aan welke knoppen kunnen en willen we draaien’ verkennen wij de mogelijkheden om de eerder door uw raad beschikbaar gestelde kredieten te her-prioriteren. Dit is onder meer mogelijk via vrijval verharding jaarschijf 2021 ad € 4 miljoen. Daarnaast is temporiseren van investeringen bij verkeer, vervoer, groen, beekherstel en sport mogelijk. Dit levert financiële ruimte op die varieert van € 262.000 in 2022 tot € 160.000 in 2024 en verder. De behoefte aan dekkingsmiddelen, zoals voor de co financiering van de woningbouwimpuls, is echter groter dus wij gaan de komende periode deze verkenning voortzetten.

(15)

14

Rijksvergoeding en uitgaven jeugdzorg en Wmo

Ten opzichte van het verleden is onze grip op de zorgbudgetten sterk verbeterd. In het jaar 2018 werden we “verrast” door tekorten op de jeugdzorg. De ontwikkeling van een prognosemodel biedt inmiddels meer voorspelbaarheid. In 2019 en in 2020 is de werkelijke kostenontwikkeling uitgekomen binnen de bandbreedte zoals berekend in het prognosemodel. Daarmee laat het model robuustheid zien. Er blijft echter sprake van open einde regelingen, waarbij de jaarlijkse budgetgroei in Apeldoorn nog steeds hoger is dan waar het Rijk en het CPB van uitgaan. Dat geldt met name voor de jeugdzorg. Zoals eerder opgemerkt zijn wij, met het AEF rapport in de hand, van mening dat het Rijk nu aan zet is.

Onze zorguitgaven stijgen ieder jaar met ca. 7%. Ter illustratie: op basis van de september- circulaire 2020 stijgt onze algemene uitkering jaarlijks met ruim € 7 miljoen. Dat bedrag is ongeveer gelijk aan de stijging van onze zorgbudgetten waardoor de areaalgroei en de loon- en prijsontwikkeling van alle andere gemeentelijke taken uit eigen middelen bekostigd zouden moeten worden. Een ontwikkeling die er voor zorgt dat op begrotingsbasis jaarlijks een nieuw tekort ontstaat. Een beeld dat zich ook bij andere gemeenten voordoet.

Risico’s en kansen

Op basis van de cijfers 2020 is de meerjarige prognose Wmo geactualiseerd. Daarbij vond ook een herijking van het rendement van de besparingsmaatregelen plaats. De nieuwe doorrekening laat een bedrag aan Wmo kosten zien dat in meerjarig perspectief € 2 miljoen lager is dan de prognose zoals die in de begroting bestaand beleid is verwerkt. Belangrijk aandachtspunt daarbij is dat de grondslag voor de berekening (aantal cliënten per 31/12/2020) duidelijk is beïnvloed door de effecten van corona. In 2020 is op een aantal producten een uitval van zorgverlening te zien wat ook de oorzaak is van de positieve financiële afwijking in de jaarrekening 2020. Eind 2020 zien we de volumestijging echter weer op gang komen. Als deze zich voortzet of er is sprake van een aanvullende boeggolf, dan ebt het positieve verschil snel weg. Voor nu zijn er onvoldoende inzichten om daarover een uitspraak te kunnen doen en is het risico op bijstelling groot. Een wijziging van de budgetten in deze Voorjaarsnota is daarmee te prematuur. Uiteraard volgen we de ontwikkeling van de kosten nauwgezet. Indien er meer zekerheid ontstaat over een eventuele positieve afwijking, dan betrekken wij dat bij het opstellen van de MPB 2022-2025.

Apeldoorn is sinds de decentralisaties in 2015 centrumgemeente voor beschermd wonen. Op dit taakveld is sprake van grote beleidsmatige en financiële ontwikkelingen, zoals de overgang van cliënten met een psychische aandoening naar de WLZ, de doordecentralisatie van beschermd wonen naar alle gemeenten en de invoering van een objectief verdeelmodel. Wij hebben u hierover in de MPB 2021-2024 geïnformeerd en in de PMA van 15 maart jl. heeft u gesproken over het beleidskader van beschermd wonen naar beschermd thuis. De doordecentralisatie start in 2022; de gefaseerde invoering van het objectieve verdeelmodel in 2023. Resultaat van deze ontwikkelingen is, dat het ons budget voor beschermd wonen van € 52 miljoen in 2020, in 2032 zal zijn afgebouwd tot ca. € 18 miljoen regionaal. Dit is een financiële beweging binnen onze begroting die zijn weerga niet kent.

Uitgangspunt vanuit Rijk en VNG is dat dit proces budgettair neutraal zal verlopen onder meer door afbouw van het aantal beschermd wonen plekken in centrumgemeenten, zoals Apeldoorn.

Gelet op de inhoudelijke en financiële gevolgen is het evident dat wij scherp toezien op de voortgang van dit proces en u waar nodig zullen informeren.

(16)

15

Als gevolg van corona en alle beperkende maatregelen was in 2020 wereldwijd sprake van een economische terugval. Ook in Nederland, al viel dat achteraf enigszins mee door de brede ondersteuning die door de rijksoverheid is geboden. Over de lokale maatregelen die wij hebben genomen hebben wij u uitgebreid geïnformeerd. De economische vooruitzichten lijken voor ons land vrij rooskleurig. Het CPB geeft in haar Centraal Economisch Plan 2021 aan, dat voor dit jaar een economische groei van 2,2% wordt verwacht en voor volgend jaar 3,5%. De uitzendbranche constateerde medio april dat de omzet weer bijna op het niveau van eind 2019 lag Ervaring leert, dat als het de uitzendbranche goed gaat, de economie zich vaak positief ontwikkelt. Hopelijk zet zich dit door en komt er een einde aan de negatieve sociaal economische gevolgen van corona.

Moties en amendementen raadsbehandeling MPB 2021-2024

Bij de behandeling van de MPB 2021-2024 zijn vorig jaar moties aangenomen waarin werd geanticipeerd op de Voorjaarsnota 2021. Daarnaast zijn door ons college toezeggingen gedaan, waarna moties niet in stemming werden gebracht. In bijlage 5 treft u hiervan een overzicht aan en met daarbij de concrete ambtelijke en bestuurlijke acties.

Trendanalyse en demografische ontwikkelingen

Wij hebben in 2019 met u afgesproken dat de jaarlijkse trendanalyse niet meer tegelijk met de meerjarenbegroting wordt aangeboden, maar samen met de Voorjaarsnota. De analyse past beter bij het karakter van een Voorjaarsnota omdat de raad in de gelegenheid wordt gesteld om trendmatige ontwikkelingen te betrekken bij het bepalen van de (financiële) kaders voor de komende jaren. Wij zijn voor enkele essentiële data afhankelijk van aanlevering door de provincie Gelderland. Vervolgens moeten deze data nog afgestemd worden op de Apeldoornse situatie.

Dat lukte niet tegelijk met het opstellen van de Voorjaarsnota. Uw raad ontvangt de Trendrapportage nog voor de algemene beschouwingen van 24 juni a.s.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

transformatie van de jeugdzorg naar gemeenten voor de komende jaren en geeft antwoord op de vraag hoe de gemeenten willen omgaan met de veranderende wetgeving en als gevolg

De oude Monitor Investeren voor de toekomst berekende de omvang van de voor ouderen geschikte voorraad en de vraag hiernaar op basis van het WoON, een uitgebreide vragenlijst die

naar een instelling te verhuizen zoals voor de totale groep al in paragraaf 3.3.3 werd ge- toond, verhuist de groep die in een grondgebonden koopwoning woont ook vaker naar een

Verschillende elementen in het huidige toezicht zouden beter op elkaar aan kunnen sluiten De IvhO signaleert in een recent rapport dat er ruimte is voor betere samenwerking en

Het aantal uitkeringsontvangers binnen een gemeente heeft naar verwachting een negatief effect op het totaalresultaat op jeugdzorg (b=-6848,21; t=-6,16; p<,001). Belangrijk

Perspectiefnota en begroting hebben elk een eigen karakter In eerdere jaren werd bij de Perspectiefnota de beschikbare begrotingsruimte al concreet ingevuld met nieuwe beleidswen-

Tijdens dit overleg zou het kabinet een aanbod doen om de huidige financiële nood te ledigen en perspectief bieden voor de structurele oplossing op de lange termijn. Omdat het

Kortom, wanneer naar alle kinderen op een locatie samen wordt gekeken, lijkt het al dan niet mixen van doelgroepkinderen en niet-doelgroepkinderen geen verschil te maken voor de