BESTUURSVERSLAG Format 2020
Inhoudsopgave
1. Schoolbestuur 2
1.1 Organisatie 2
1.2 Profiel 5
1.3 Identiteit 6
1.4 Dialoog 8
2. Verantwoording beleid 9
2.1 Onderwijs en kwaliteit 9
2.2 Personeel en professionalisering 12
2.3 Huisvesting en facilitair 14
2.4 Financieel beleid 15
2.5 Risico’s en risicobeheersing 17
3. Verantwoording financiën 19
3.1 Realisatie staat van baten en lasten en balans 19 3.2 Ontwikkelingen in meerjarig perspectief 24
3.3 Financiële positie 26
2
Schoolbestuur
Dit hoofdstuk bevat generieke informatie over het schoolbestuur. Hoe ziet de organisatie eruit? Waar staat het schoolbestuur voor? En met welke partijen wordt er op welke manier samengewerkt?
Organisatie
Contactgegevens
Naam schoolbestuur: Bestuur van Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag in West- Friesland en Flevoland te Lelystad.
Bestuursnummer: 78197 / Brinnummer: 07AA00
Adres: Zuiderwagenplein 11, 8224 AD Lelystad
Telefoonnummer: 0320 247 917
Email: secretariaat@timotheus-lelystad.nl
Website: https://www.timotheus-lelystad.nl/
Contactpersoon
• Naam contactpersoon: Dhr. G.M. Gerritsen
• Functie: directeur
• Telefoonnummer: 0320 247 917
Juridische structuur
De juridische structuur van het schoolbestuur is een vereniging.
Organisatiestructuur
Governance code
De code goed bestuur van de PO-Raad is het uitgangspunt van ons handelen. Daarbij wordt toezicht gehouden op het formuleren en realiseren van de doelen, het beheersen van het proces, doelmatige besteding van middelen en risicomanagement.
Het managementstatuut is te vinden op de volgende link: https://drive.google.com/file/d/1t1Y- kHkxSex8001n5VhmzaYX1CfPWhKc/view?usp=sharing
3
Functiescheiding
Het Algemeen Bestuur (AB) heeft de toezichthoudende functie zoals verderop in dit verslag nader wordt omschreven. Tijdens de zelfstandige AB-vergaderingen gaat het AB na of het Dagelijks Bestuur (DB) de besluiten van het Collectief Bestuur (CB) op een correcte wijze uitvoert. Dit gebeurt door middel van diverse rapportages aan het AB en vraagstelling vanuit het AB. Het DB en het AB vormen samen het Collectief Bestuur (CB) welke gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de vaststelling en de uitvoering van het beleid. Het AB heeft in het achterliggende jaar drie keer afzonderlijk vergaderd, de andere 6 vergaderingen waren gecombineerde CB-vergaderingen. Tijdens een van de CB- vergaderingen waren ook enkele afgevaardigden van diverse kerkenraden uit onze achterban en de MR aanwezig, waarmee het bestuur meer invulling aan de betrokkenheid van de ouders en de achterban tracht te geven. De CB-vergaderingen worden gekenmerkt door een helder intern
toezichtskader, waarbij een vooraf vastgesteld jaarplan wordt gehanteerd. Dit geeft structuur aan de bespreking van de diverse beleidsterreinen. Door de inzet en inbreng van alle bestuursleden en een directe bespreking is sprake van een evenwichtige besluitvorming.
Voor elke vergadering wordt de agenda opgesteld door de secretaris, in nauw overleg met de voorzitter. Tijdens de vergadering maakt de secretaris notulen en worden de notulen van de vorige vergadering vastgesteld. De vastgestelde notulen van de DB-vergaderingen worden ter inzage gedeeld met het AB. Documenten, waaronder de notulen, worden gedeeld met de daarvoor gemachtigde bestuursleden. Deze documenten staan in een digitale omgeving met een rechtenstructuur om de scheiding tussen DB en AB te waarborgen.
Het AB telt vijf leden. De collectieve bestuurstaken zijn in onderling overleg verdeeld. Daarbij gelden de statuten als richtlijn voor het bestuurlijk evenwicht in uitvoering (DB, 3 personen) en toezicht (AB, 5 personen).
Volgens het vastgestelde bestuurlijk jaarplan werd toezicht gehouden op de beleidsterreinen:
- identiteit;
- onderwijs;
- personeel en organisatie;
- financiën en huisvesting.
Het algemeen bestuur (AB) heeft in haar vergaderingen de wettelijk verankerde taken uitgevoerd. In de vergaderingen zijn het jaarverslag, het onderwijskundig jaarplan 2019-2020, het formatieplan 2019-2020, de schoolgids en de begroting 2020 goedgekeurd.
De door het VGS geadviseerde accountant is door het bestuur aanvaard.
Door bestuursleden zijn diverse federatie-/ informatie-/ VGS- bijeenkomsten bezocht die betrekking hadden op de invulling van het toezichthoudend bestuurswerk.
Door op een gestructureerde en accurate wijze samen te werken met het DB wordt een zo optimaal mogelijk resultaat behaald ten nutte van de school. Dit omvat verschillende speerpunten, zoals;
onderwijsresultaten, ouderbetrokkenheid, risicobeheersing en identiteit.
Als toezichthoudend bestuur zijn wij ons terdege bewust dat niet alleen de verantwoording aan de overheid ons verplichtingen geeft. Boven alles hebben wij de verplichting om ons bestuurlijk werk volgens de in Gods Woord beschreven normen uit te voeren.
Bestuur
Onderstaande personen vormen het dagelijks bestuur:
4
Naam Functie
Dhr. J.J. Zijderveld Voorzitter dagelijks bestuur
Dhr. H. Schouls Penningmeester
Dhr. J.P. Pouwelsen Secretaris
In afwijking van de governancecode is omwille van de privacy van de (vrijwilligers) toezichthouders, de vermelding van de (on)betaalde nevenfuncties achterwege gelaten.
Intern toezichtsorgaan
Onderstaande personen vormen het algemeen bestuur:
Naam Functie Aandachtsgebieden
Dhr. C. Schuitemaker Voorzitter algemeen bestuur Identiteit Dhr. D.P. Luchtenburg 2e penningmeester Financiën Dhr. M. van der Blonk Secretaris algemeen bestuur +
2e voorzitter algemeen bestuur
Huisvesting
Dhr. H.J. Bos Algemeen lid Personeel en organisatie
Dhr. J.P. den Breejen Algemeen lid Onderwijs
In afwijking van de governancecode is omwille van de privacy van de (vrijwilligers) toezichthouders, de vermelding van de (on)betaalde nevenfuncties achterwege gelaten.
(Gemeenschappelijke) medezeggenschap
Aan de school is een medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad wordt rechtstreeks door en uit de ouders en het personeel gekozen volgens de bepalingen van het reglement.
De medezeggenschapsraad bestaat uit 4 leden van wie twee leden door en uit het personeel worden gekozen en twee leden door en uit de ouders worden gekozen.
De samenstelling van de MR is in 2020 niet gewijzigd.
De samenstelling van de MR is:
Vanuit de ouders:
mevr. A.H.A. Boeve-Dasselaar dhr. L.J.T. Harskamp
Vanuit het personeel:
mevr. N. Donkersteeg-Zijderveld mevr. E.G. Faasse-Van de Ruitenbeek
De leden van de MR vergaderen regelmatig, worden bijgepraat door de directeur van de school en worden door het collectief bestuur op de hoogte gehouden van de nieuwe schoolontwikkelingen. De MR is betrokken bij nieuwe beleidsontwikkelingen.
Eén keer per jaar is een gezamenlijke vergadering met het collectief bestuur. Het jaarverslag van de MR wordt gepresenteerd op de jaarlijkse ledenvergadering van de schoolvereniging.
5
Profiel
Missie en visie
Bijbels gefundeerd onderwijs is gericht op het doorgeven van de leer, het getuigenis, met het oog op de geestelijke toerusting, de lofprijzing, de ontwikkeling/vorming van onze kinderen als leden van de samenleving en de vorm- en zingeving van denken en handelen in de samenleving. De Bijbel mag iedere dag thuis en op school opengaan, gelezen en verteld worden. Het wordt onze
leerlingen/kinderen voorgehouden dat er vergeving gevraagd mag worden, maar ook geschonken wil worden, om Jezus’ wil. De Heere Jezus wil uit genade vergeving schenken aan kinderen/leerlingen, leerkrachten en ouders, die vanuit zichzelf niet naar de Heere vragen.
Bij deze identiteit van de school past ook de kwaliteit. Alle betrokkenen hebben de opdracht om het onderwijs zo goed mogelijk vorm te geven en uit te voeren. De samenhang tussen de identiteit vanuit de missie en de kwaliteit is de ‘gouden draad’ op de school, als verlenging van de opvoeding thuis.
De school is een leerhuis en een werkplaats.
Het is het verlangen van het bestuur met haar directeur, de leerkrachten en de ouders dat het onderwijs op deze school haar voortgang mag houden.
Het is het dagelijks gebed dat er vanuit het ‘hart’ van de Bijbel, op de school, naar vermogen de leerlingen goed kwalitatief onderwijs geboden wordt voor de ontwikkeling van de gaven van hart, hand en hoofd. Dat daarbij de leerlingen, via de weg van orde, rust en structuur, opgevoed worden tot verantwoordelijke en dienstbare persoonlijkheden.
Dit onderwijs met deze opvoeding blijft de opdracht van en met de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de ouders, zoals zij eenmaal beloofd hebben bij de doop van hun kind(eren), verwoord in de gereformeerde belijdenis.
Kernactiviteiten
De schoolvereniging stelt zich ten doel, zonder daarbij het maken van winst te beogen, het
verstrekken van primair onderwijs op reformatorische grondslag. Dit gebeurt door middel van het in standhouden van een school voor primair onderwijs en door andere wettige middelen, die aan het doel van de vereniging bevorderlijk kunnen zijn. Het bestuur draagt zorg voor een deugdelijke bedrijfsvoering. Met deugdelijke bedrijfsvoering wordt ook bedoeld dat deze bedrijfsvoering is gericht op het realiseren van de door het bestuur vooraf geformuleerde doelen.
Strategisch beleidsplan
Het strategisch beleidsplan is verwerkt in het schoolplan. Het schoolplan is opvraagbaar bij de directie en het bestuur van de school.
6
Identiteit
Toegankelijkheid & toelating
Onze school wil staan voor een duidelijke identiteit en een hoge kwaliteit. Identiteit moet immers ons hele onderwijs en leven doortrekken. De Bijbelvertellingen zijn daarbij van groot belang. Maar zeker ook alle andere vakken dienen tot het beter verstaan van de Heilige Schrift. De leerkracht is
identificatiefiguur voor de kinderen. Een verantwoordelijke en mooie opgave! In leer en leven moet blijken dat de onderwijskrachten zich verbonden weten aan Gods Woord en Zijn heilzame geboden.
Tijdens de eerste kennismakingsgesprekken met ouders die hun kinderen op onze school willen aanmelden komt onze identiteit als gesprekspunt naar voren. Wij vertellen de ouders dat Gods Woord een centrale plaats inneemt op onze school, dus ook tijdens de lessen. Wij verwachten van de ouders dat zij actief meewerken aan het aanleren van de psalmversjes, catechismus en lessen uit de
methode Leer het Woord. Onze school kent een zogenaamd open aannamebeleid. Wij achten het in het belang van het kind, dat er zowel vanuit thuis als vanuit de school een eenheid is. Binnen de school is het document Kwaliteitskaart over aannamebeleid leerlingen van de reformatorische school Timotheüs Lelystad ontwikkeld waarin meer gedetailleerd wordt beschreven hoe wij ons
aannamebeleid toepassen
'Leer den jongen de eerste beginselen naar de eis zijns wegs’. Deze tekst is de vinden in Spreuken 22:6. De tekst wijst ook op het belang van goed onderwijs. Namelijk dat onze school waarborging biedt voor een evenwichtig leerstofaanbod voor de brede persoonlijke ontwikkeling van ieder kind. De kernactiviteiten van de school zijn, naast het onderwijs uit Gods Woord, het behalen van de
kerndoelen zoals die door het Ministerie van Onderwijs zijn vastgesteld. We willen onze leerlingen begeleiden en helpen bij hun ontwikkeling zodat ze met de door God geschonken talenten een plaats als christen in deze samenleving kunnen innemen. We streven naar een leef- en leerklimaat, waarin ieder kind zich thuis voelt. Daarbij stellen we de leefregels zoals deze in de Tien Geboden tot ons komen als norm en uitgangspunt.
Geografische gebieden en afnemers
De school richt zich op leerlingen van reformatorische afkomst, uit de kerken die in het bestuur vertegenwoordigd zijn. Ook niet-reformatorische gezinnen hebben interesse in de school. In overleg met directie en bestuur wordt na grondig overleg besloten of plaatsing van een kind passend en wenselijk is. Alle leerlingen van de school komen uit christelijke gezinnen.
Onze school is een streekschool en is gevestigd in Lelystad. De leerlingen komen uit West-Friesland (een gedeelte in Noord-Holland) en Oostelijk - en Zuidelijk Flevoland. Vanuit Noord-Holland (Andijk, Enkhuizen, Stedebroec) komen de leerlingen allemaal d.m.v. georganiseerd (bus)vervoer naar de school. Vanuit Flevoland (Dronten/Swifterbant, Lelystad en Zeewolde) wordt het vervoer door de ouders zelf geregeld.
Projecten
Vanwege de coronacrisis zijn een aantal project en activiteiten niet doorgegaan, zoals:
- Projectweek
- Paas- en Pinksterviering
De kerstviering heeft wel doorgang kunnen vinden.
Jaarlijks is er een goede doelenverkoop. In 2020 is er actiegevoerd voor een christelijke school in Ethiopië.
Op maandagmorgen wordt zendingsgeld opgehaald. Dit wordt bestemd voor het zendingswerk van de ZGG, de GZB en een sponsorkind in Ethiopië.
7 Er is een lege flessendoos om geld te verzamelen voor fam. Willemsen in Taiwan, die daar zijn uitgezonden voor stichting OMF.
8
Dialoog
Belanghebbende
De belanghebbenden hebben regelmatig contact met elkaar.
Het collectief bestuur participeert in het OOGO van de gemeente Lelystad (over overeenstemming gericht overleg). Het collectief bestuur is aangesloten bij de Federatieve Vereniging voor Primair Onderwijs op Gereformeerde Grondslag in de Regio IJsselland. Er is overleg op directieniveau. Voor de leden van de aangesloten schoolbesturen worden bijeenkomsten georganiseerd.
belanghebbende Contact met beschrijving
directeur Leerplicht Bij verzuim of vragen ouders
VGS Financiën en personeelsbeleid
Voortgezet onderwijs Overdracht van leerlingen en open dagen
Federatie directeurenoverleg
Berseba Leerlingenzorg
Intern begeleider Jeugdzorg gemeente Lelystad Berseba
Ouders Pieter Zandt Vervolgonderwijs
muziekcoördinator Kubus Lelystad Overleg en beleid over muziekonderwijs
Klachtenbehandeling
Klachten moeten op een goede wijze behandeld worden. De school vindt in de Bijbel (Mattheüs 18) richtlijnen voor het afhandelen van klachten. Ouders en teamleden kunnen bij een klachtencommissie terecht als zij een klacht hebben die niet op deze manier kan worden opgelost. De klachtenprocedure en alles wat daarmee samenhangt, wordt beschreven in de schoolgids.
In 2020 zijn er geen klachten binnengekomen.
9
Verantwoording beleid
Dit hoofdstuk bevat de verantwoording over het beleid van het bestuur. Het is opgedeeld in vier paragrafen over de verschillende beleidsterreinen: Onderwijs & kwaliteit, Personeel &
professionalisering, Huisvesting & facilitaire zaken, en Financieel beleid. Het hart van deze paragrafen wordt gevormd door de verantwoording over de gestelde doelen, het behaalde resultaten en de mogelijke vervolgstappen. De laatste paragraaf van dit hoofdstuk gaat in op de risico’s en risicobeheersing.
Onderwijs en kwaliteit
Onderwijskwaliteit
De Timotheüsschool wil een school zijn waar goede kwaliteit van het onderwijs wordt geleverd. De kwaliteit richt zich op leerlingenzorg en kwaliteitszorg.
Leerlingenzorg
De leerkrachten zijn verantwoordelijk voor het onderwijs- en opvoedingsproces in de groep. De interne begeleider bepaalt aan de hand van de onderwijsbehoeften welke leerlingen meer nodig hebben en coördineert en bewaakt het proces van specifieke begeleiding en extra ondersteuning.
Daarbij bepaalt de interne begeleider welke leerlingen of welke groep meer aandacht nodig hebben m.b.t. de betrokkenheid, het welbevinden en de zelfstandigheid.
Van elke leerling is een dossier aanwezig. In het dossier bevinden zich die zaken die in de verdere schoolloopbaan van de leerling van belang kunnen zijn. Regelmatig vinden in het cursusjaar leerling- en groepsbesprekingen plaats. Naast de ontwikkeling en de voortgang van het leerproces komt ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen aan de orde. De ouders krijgen vanaf groep 1 een rapport over de leerontwikkelingen van hun kind. De rapporten worden 2 keer per cursusjaar uitgereikt.
De school kent weinig verwijzingen naar een school voor speciaal basisonderwijs. Dit heeft te maken van de identiteit van de ouders en de afstand van de school voor SBO op reformatorische grondslag in Zwolle. De school wil bieden wat mogelijk is. Heeft de school geen mogelijkheden meer, dan zal een verwijzing moeten plaatsvinden.
Voor gedragsproblematiek wordt gebruik gemaakt van een schoolmaatschappelijk werker en de jeugdverpleegkunde. Samen met de IB van de school vormen zij het Ondersteuningsteam (OT).
Iedere maand heeft het OT overleg en is er gelegenheid om vragen te stellen en overleg te hebben, voor ouders, leerkrachten, IB en directie.
Kwaliteitszorg
Aan de hand van de toetsuitslagen wordt bepaald welke leerlingen meer begeleiding en
ondersteuning nodig hebben. De leerkrachten van de groep 0-1-2 zijn belast met de coördinatie en de uitvoering van het observatiesysteem ‘Leerlijnen’. Voor de observatie en de analyse van ZIEN! voor de leerlingen van groep 3 t/m 8 zijn de leerkrachten van de betreffende groepen verantwoordelijk. De interne begeleider bestudeert samen met de directeur en groepsleerkracht de profielen. De ouders worden hiervan in kennis gesteld. Tijdens deze groepsbesprekingen krijgen de leerkrachten
handvatten aangereikt hoe te handelen bij de gesprekken over de betrokkenheid, het welbevinden en de zelfstandigheid
De interne begeleider bewaakt de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen, die dit nodig hebben en motiveert het team. De interne begeleider helpt indien nodig bij het opstellen van
10 behandelingsplannen en neemt contact op met externe deskundigen. De interne begeleider is voor haar taak drie dagdelen per week vrijgesteld van lesgevende taken.
Tijdens de bestuursvergadering wordt het bestuur wordt de kwaliteit van het onderwijs besproken en geëvalueerd. Aan de hand van de managementrapportage worden de kwaliteit in kaart gebracht en kunnen vragen worden gesteld en de doelen indien nodig bijgesteld worden.
De Timotheüsschool is een erkende opleidingsschool. De opgeleide schoolopleider begeleidt stagiaires, nieuwe leerkrachten, coacht leerkrachten en doet jaarlijkse lesbezoeken.
Doelen en resultaten
In het schoolplan 2019-2023 staan de onderwijskundige doelen beschreven. Deze zijn door het bestuur en personeel opgesteld en met instemming van de medezeggenschapsraad in werking gezet.
Deze doelen zijn:
1. Blijvend aandacht geven aan onze identiteit 2. Insteken op hoge ouderbetrokkenheid 3. Leerlingen mediawijs maken
4. Leerlingen hun plek in de maatschappij kenbaar maken
5. We geven aandacht aan alle leerlingen, zowel zwakke als sterke leerlingen 6. Kinderen die bovengemiddeld scoren krijgen extra aandacht
7. Op onze school voelen alle leerlingen zich veilig 8. Onze school wordt een erkende opleidingsschool
9. Kinderen worden gestimuleerd om muziek op een verantwoorde wijze in te zetten 10. We willen van elkaar leren
De doelen worden in borgingsdocumenten vastgelegd en worden besproken en indien mogelijk getoetst en daarna geëvalueerd.
Deze doelen zijn vastgesteld voor 2019-2023.
Internationalisering
De Timotheüsschool heeft een vakleerkracht Engels. Zij geeft Engelse les in alle groepen van de school. Op deze manier willen wij leerlingen motiveren om hun blikveld te verbreden en grenzen te verleggen.
Een deel van het zendingsgeld wat wordt opgehaald op maandagmorgen wordt gegeven aan een sponsorleerling op een school in Ethiopië. Vanuit Ethiopië komt twee keer per jaar bericht over het sponsorkind en dat wordt gepresenteerd aan alle leerlingen.
Bovengenoemde acties zullen in de toekomst worden voortgezet.
Onderwijsresultaten
De onderwijsresultaten zijn te vinden op:
https://scholenopdekaart.nl/basisscholen/lelystad/12133/timotheusschool/
Inspectie
In november 2018 is inspectiebezoek geweest. De inspectie heeft de waardering ‘goed’ aan de Timotheüsschool gegeven. Het rapport van het inspectiebezoek is te vinden op:
https://zoekscholen.onderwijsinspectie.nl/zoek-en- vergelijk/sector/po/id/5588?pagina=1&zoekterm=07AA
11
Visitatie
Jaarlijks is er bestuursbezoek in de school. Bestuursleden komen op visitatie. Zij gaan in gesprek met het personeel, bezoeken verschillende lessen en bespreken de bevindingen met de directeur en bestuur. Vanwege de coronacrisis met de beperkende maatregelen die daarbij horen, heeft er in 2020 geen visitatie plaatsgevonden.
Passend onderwijs
De Timotheüsschool wil aan alle kinderen van de achterban onderwijs aanbieden. Elk kind is uniek en moet als zodanig behandeld worden. Heeft een kind extra aandacht, tijd of begeleiding nodig, in welke vorm dan ook, dan wordt bekeken en actie ondernomen om dit kind te laten ontwikkelen met zijn eigen talenten en mogelijkheden.
Vanuit het samenwerkingsverband Berséba wordt zorg aangeboden, alsook door de gemeente Lelystad. Zeker de lokale ondersteuning is van goede kwaliteit. De contacten met de betreffende instanties en zorgverleners zijn daarbij erg belangrijk en worden daarom goed en met succes onderhouden.
12
Personeel en professionalisering
Doelen en resultaten
Het doel van de scholing is om de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen en de vaardigheden van de individuele personeelsleden te verhogen. Daarbij ziet het bestuur een gezamenlijke scholing als waardevol en belangrijk, zodat er in gezamenlijkheid wordt gewerkt aan de kwaliteit van het onderwijs.
Individuele leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel wordt aangemoedigd om zich te scholen en te verdiepen in wat groeit verdient en wat bovendien aansluit bij de competenties van het personeelslid. Dit wordt besproken in de jaarlijkse functioneringsgesprekken.
In 2020 is het gehele team geschoold in de volgende zaken:
a. Muziekonderwijs: diverse studie(mid)dagen zijn gewijd aan het verbeteren van het muziekonderwijs. Dat gebeurt in samenwerking met Kubus, de muziekschool in Lelystad.
b. Mentorpluscursus: om een erkende opleidingsschool te worden, dienen alle teamleden de mentorpluscursus te volgen. Je leert een toekomstige leerkracht te begeleiden en zelf/samen te reflecteren. Ook intervisievaardigheden worden aangeboden.
c. BHV: alle teamleden zijn BHV-geschoold. Ook in 2019 is er een cursusmiddag geweest en heeft iedereen het certificaat vernieuwd gekregen.
Uitkeringen na ontslag
In 2020 is er geen sprake geweest van ontslag.
In de jaarlijkse functioneringsgesprekken wordt het welbevinden bevraagd. Elke leerkracht heeft een persoonlijk ontwikkelplan, waarin beschreven en geëvalueerd wordt over gestelde doelen. Er zijn lesbezoeken met nabespreking door de schoolopleider. Verder is het de verantwoordelijkheid van de directeur om zijn personeel te observeren in en buiten de les en opvallende zaken (positieve en negatieve) te benoemen en te bespreken.
Aanpak werkdruk
Om de werkdruk te verlagen zijn de volgende maatregelen genomen:
1. Een leerkracht met goede Engelse taalvaardigheden geeft in alle groepen een aantal uren per week Engels les. De groepsleerkracht is dan vrijgeroosterd en kan andere activiteiten doen, zoals het bijwerken van verslagen, nakijken, telefoneren, lesvoorbereidingen of andere taken.
2. De inmiddels bevoegde schoolopleider krijgt een aantal uren per week om leerkrachten te ondersteuning in onderwijskundige of didactische vragen. Op deze manier kan de
schoolopleider meedenken en meehelpen met vraagstukken van groepsleerkrachten.
3. Er zijn extra remedial teaching uren ingezet om leerlingen die extra tijd en aandacht nodig hebben uit de les te halen. Dat geeft de leerkracht in de klas meer tijd en ruimte om aan de overige leerlingen les te geven. Bovendien verslaat de RT-er de ontwikkelingen van het kind.
4. De onderwijsassistent assisteert de leerkracht. Deze inzet verlicht het werk van de leerkrachten op piekmomenten in de dag en in het schooljaar.
Deze maatregelen zijn tot stand gekomen na bespreking en met goedkeuring van het personeel. Het bestuur en de medezeggenschapsraad van de school zijn hier akkoord meegegaan.
Met de inzet van ouders is geprobeerd de werkdruk van de leerkrachten te verminderen door hen in te zetten als overblijfouder tijdens de etenspauze en als pleinwacht vóór, tijdens en na schooltijd. Ook zijn er leesmoeders en plusvaders die leerkrachten werk uit handen nemen.
13 Hieronder volgt een overzicht van de verantwoording middelen werkdrukvermindering.
Leerlingen 1-10-2018 1-10-2019
122 126
Inkomsten per schooljaar 2019/2020 2020/2021 27.964 31.674
Verantwoording middelen werkdrukvermindering 2020
2020
Inkomsten 29.510
Uitgaven
Personele uitgaven
Inzet onderwijzend personeel (0,36 fte) 25.909 Inzet onderwijsondersteunend personeel (0,07 fte) 2.371
Subtotaal 28.280
Totale uitgaven 28.280
Saldo 1.230
Strategisch personeelsbeleid
Nieuw personeel wordt door de schoolopleider opgevangen en wegwijs gemaakt in de school en de organisatie.
Al het onderwijzend personeel werkt aan een POP, een persoonlijk ontwikkelingsplan. Dit wordt door de schoolopleider begeleid in combinatie met klassenbezoeken. In de functioneringsgesprekken met de directie wordt dit geëvalueerd. Het schoolbestuur heeft de beschikking over deze verslagen.
14
Huisvesting en facilitair
Doelen en resultaten
Het schoolgebouw dateert uit begin jaren 80. Er is groot onderhoud nodig. In 2019 is opdracht van het schoolbestuur een onderhoudscommissie aangesteld die gaat onderzoeken welke stappen moeten ondernomen worden. Een externe deskundige is betrokken bij dit proces, omdat deze persoon ingang heeft bij de gemeente Lelystad. De school is betrokken bij de LEA (lokale educatieve agenda) van de gemeente Lelystad.
In het integraal huisvestingsplan (IHP) van de gemeente Lelystad krijgt de Timotheüsschool als éénpitter een speciale vermelding. In overleg met de school en het bestuur wordt maatwerk geleverd.
De gemeente Lelystad werkt met verschillende groepen scholen die aan de beurt komen voor financiële ondersteuning als het gaat om renovatie of nieuwbouw. De Timotheusschool wordt op dit moment genoemd voor het jaar 2022/2023.
Het schoolgebouw is geschikt voor het geven van het onderwijs, maar er moeten wel maatregelen genomen worden om verpaupering tegen te gaan. Te denken valt aan schilderwerk en het voorkomen van lekkages.
De school is voornemens om de server te vervangen door te gaan werken in de cloud. Ook wordt nagedacht om het rekenonderwijs op een digitale wijze te geven. Op die manier krijgen leerlingen op hun eigen niveau lesstof aangeboden en is er voor de leerkrachten minder correctiewerk.
De speeltoestellen op het schoolplein zijn voor een groot deel afgeschreven en zullen vervangen moeten worden.
15
Financieel beleid
Doelen en resultaten
De beleidsvoornemens waren onderstaande:
• Minimaal onttrekking van groot onderhoud
• Baten en lasten in balans houden
• Maximale leerkrachten aanstellen voor een acceptabele werkdruk Toelichting doelen:
• Minimale onttrekking van groot onderhoud met het oog op de onzekere toekomst voor het huidige gebouw. Onzekere factoren bestonden uit locatie, renovatie of nieuwbouw. Daardoor was het niet rationeel om geld te onttrekken uit de post “Groot onderhoud”. In 2019 en 2020 is daar meer duidelijkheid over gekomen met gevoerde gesprekken met de gemeente en onderhoudscommissie.
• Baten en last in balans houden is nodig om de continuïteit van de school te waarborgen.
Vanwege een veel grotere baten door impulssubsidie, stijgende CAO en eenmalige premierestitutie is dit niet behaald.
• Maximale leerkrachten aanstellen voor een acceptabele werkdruk is belangrijk om de benodigde aandacht te kunnen geven aan elk individu.
Coronacrisis
Als gevolg van de coronacrisis heeft de school extra aandacht ingezet op schoonmaak en hygiëne. Er zijn extra uren ingezet voor het schoonmaken van deurklinken en toiletgroepen. Ook zijn er
aanpassingen gemaakt in de toiletten en lokalen. Er zijn papieren doekjes containers geplaats met bijbehoren afvalvakken. Ook is desinfectiemateriaal aangeschaft.
Een en ander heeft geleid tot hogere schoonmaakkosten en personele uitgaven.
Verder zijn er minder uitgaven geweest voor energie en water, kopieerkosten en uitjes, waaronder teamuitje en schoolreis i.v.m. de gesloten scholen.
De coronacrisis heeft geen impact gehad op de meerjarenbegroting van 2021-2025.
Treasury
In 2020 hebben er geen beleggingen en derivaten plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. Er zijn geen wijzigingen opgetreden ten opzichte van voorgaand jaar. Zowel de publieke als de private middelen zijn niet ondergebracht in risicodragend kapitaal.
De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de
betreffende bank, conform de ‘Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016’ en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke
verantwoordelijkheden op dit terrein heeft. Op hoofdlijnen staat in het treasurystatuut beschreven dat het beleid ten aanzien van beleggingen, leningen en derivaten met betrekking tot de publieke middelen zeer behoudend is. De hoofdsom dient ten alle tijden gegarandeerd te zijn.
16
Risico’s en risicobeheersing
Risico’s en risicobeheersing
Om de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de school een planning en controle cyclus waarbij de directie samen met een externe adviseur van VGS de ontwikkeling van de financiële prestaties monitort en hier ook periodiek verantwoording over aflegt richting het bestuur. De basis voor de verantwoording wordt naast de realisatie gevormd door de meerjarenbegroting die
voorafgaand aan elk jaar door de directie wordt opgesteld en ter fiattering aan de raad van toezicht wordt voorgelegd. In deze meerjarenbegroting worden zo veel als mogelijk financiële risico’s onderkent en wordt beoordeeld in hoeverre acties nodig zijn.
Daarnaast is ten behoeve van de interne controle, de administratieve organisatie beschreven van de processen met een financieel risico. Hierin is de functiescheiding, overdraagbaarheid en
betrouwbaarheid van informatie gewaarborgd. Tussen het bestuur en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is daarnaast een Service Level Agreement van toepassing.
Belangrijkste risico’s en onzekerheden
De meerjarenbegroting is opgesteld in een veranderende context, waarin er sprake is van risico’s.
Eén van de risico’s die jaarlijks terugkomt is de politieke instabiliteit op verschillende fronten. Sector breed is sprake van een tekort op de materiële bekostiging. Dit gaat ten koste van personele inzet.
Een ander risico is het lerarentekort. Onze school krijgt tot nu toe de formatie goed rond en heeft de komende jaren te maken met een teruggang van de formatie. Mogelijk risico is echter wel dat het moeilijker wordt om vervanging te realiseren. Risico is dat dan relatief duur extern personeel ingezet moet worden om gaten op te vullen. Het bestuur is hiervan op de hoogte en probeert deze
ontwikkeling waar mogelijk voor te blijven.
Een meer school-specifiek risico is de instroom van het aantal leerlingen de komende jaren. De instroom kan sterk fluctueren, wat leidt tot wisselingen in de bekostiging. De monitoring van het leerlingenaantal is een voortdurend punt van aandacht en wordt van jaar tot jaar bijgesteld en besproken.
Verder kunnen er risico’s zijn op het personele terrein. Te denken valt aan uitval van
personeelsleden, langdurig ziekteverzuim, disfunctioneren, schorsing en in het uiterste geval ontslag.
Ook de mogelijkheid van interne overdraagbaarheid van taken en risico’s omtrent arbowetgeving spelen hierbij een rol. Als deze zaken zich voordoen kan er sprake zijn van financiële gevolgen. Waar mogelijk wordt hier aandacht aan geschonken om zo het risico te beperken en de financiële gevolgen beperkt te houden.
In het verlengde hiervan zijn er diverse risico’s omtrent onderwijskwaliteit te onderkennen. De deskundigheid van personeel speelt hier een belangrijke rol. Risico’s zijn het verlies van leerlingen of inspanningskosten om de onderwijskwaliteit op peil te krijgen. Er wordt het personeel zoveel als mogelijk de gelegenheid geboden om zich bij te scholen en zo de onderwijskwaliteit op peil te houden.
De vereniging is aangesloten bij het PF (participatiefonds). Door modernisering van het PF wordt er toekomstig een hogere bijdrage van het schoolbestuur gevraagd in het geval van werkloosheid na ontslag. In beginsel bedraagt de bijdrage 50% van de kosten.
Ook als het gaat om huisvesting bestaat er een risico op onverwachte lasten. De lopende discussie over een andere opbouw van de voorziening groot onderhoud speelt hierbij mee. De voorgestelde methode is om de voorziening groot onderhoud per onderhoudscomponent toe te passen. Dit kan in de toekomst zorgen voor een substantiële hogere benodigde voorziening groot onderhoud. Dit heeft dan een rechtstreeks effect op het eigen vermogen.
17 Voor de genoemde risico’s met een financieel gevolg wordt er een risicobuffer aangehouden, al zal de eerste stap altijd zijn om te beoordelen of een risico binnen de begroting opgevangen kan worden.
De gevolgen van de Corona crisis voor onze organisatie zijn in dit stadium moeilijk in te schatten.
Voor zover wij dit nu kunnen overzien lijken de financiële gevolgen voor onze organisatie vooralsnog beperkt.
Niet alleen financiële risico’s, maar ook niet-financiële risico’s zijn belangrijk. Te denken valt aan risico’s rondom de onderwijskwaliteit, identiteit, communicatie en de naleving van de code ‘Goed Bestuur’. Zie voor dit laatste punt het verslag van het toezichthoudend orgaan.
Als belangrijkste niet-financiële risico ziet het bestuur;
- leerlingenaantal
Het leerlingenaantal laat een dalende trend zien. Vanuit Lelystad zien we gezinnen vertrekken. De dalende gezinsgrootte zorgt ervoor dat we meer gezinnen nodig hebben om op hetzelfde aantal leerlingen te blijven. In het schooljaar 2020-2021 gaan we werken in vijf groepen.
- bereidheid ouders om leerlingenvervoer te betalen
De kosten voor het leerlingenvervoer uit de Flevopolder en uit West-Friesland zijn hoog. Er wordt opgemerkt dat naar de Timotheüsschool gaan niet meer een vanzelfsprekendheid is. Zeker als kinderen na de basisschool de lange en dure reis moeten gaan maken naar de Pieter Zandt in Kampen.
- het voorzien in vacatures
Het lerarentekort is in Flevoland groot. Ook de geografische ligging (buiten de biblebelt) werkt daarin niet mee.
- werkdrukbeleving
Op een klein team komen veel taken te liggen. De taken moeten gezamenlijk worden uitgevoerd. Dit kan als belastend worden ervaren.
- veel parttimers, drie leerkrachten op 1 groep
Op de Timotheüsschool werken voornamelijk parttimers. Dat kan onrust in de school brengen. In één groep staan drie leerkrachten voor de groep. Voor sommige kinderen is dat niet goed voor hun ontwikkeling. De parttimers zijn wel weer inzetbaar in geval van ziekte of verlof.
Beheersing van de risico’s
Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen vermogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gebruik gemaakt van het standaard risicoprofiel van 15%.
Om niet onnodig de risicobuffer aan te spreken, wordt in elk geval getracht om risico’s tijdig te onderkennen, om indien nodig acties te ondernemen om de impact van het risico te verkleinen. De meerjarenbegroting is hiervoor een belangrijke tool. Het effect van een dalend leerlingaantal of een uit de pas lopend kostenpatroon is zo inzichtelijk. Ook kunnen in de meerjarenbegroting aanpassingen doorgerekend worden.
De hierboven beschreven risicobeheersings- en controlesystemen zijn het afgelopen jaar toereikend geweest. Er zijn geen belangrijke risico’s opgetreden die de continuïteit van de organisatie in gevaar gebracht hebben. Er is dan ook geen reden om aanpassingen aan de systemen door te voeren.
18
Verantwoording financiën
Dit hoofdstuk bevat de verantwoording over de financiële staat van het bestuur. Het geeft de belangrijkste financiële gegevens weer en is los van de jaarrekening te lezen. De eerste paragraaf gaat in op ontwikkelingen in meerjarig perspectief, de tweede paragraaf geeft een analyse van de staat van baten en lasten en de balans. In de laatste paragraaf komt de financiële positie van het bestuur aan bod.
Realisatie staat van baten en lasten en balans
Staat van baten en lasten
Realisatie 2019 Realisatie 2020 Begroting 2020
x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 Verschil
Baten
Rijksbijdragen 761 793 759 34
Overige overheidsbijdragen 67 - 3 -3
Overige baten 26 71 99 -28
Totaal baten 854 864 861 3
Lasten Personele lasten 581 664 615 48
Afschrijvingen 22 22 24 -2
Huisvestingslasten 38 42 49 -6
Leermiddelen 38 37 35 3
Overige instellingslasten 141 121 129 -8
Totaal lasten 820 887 852 35
Saldo baten en lasten 34 -23 9 -32
Saldo fin. baten en lasten - - - - Nettoresultaat 34 -23 9 -32
Bestemmingsreserve -24 24 - 24
Genormaliseerd resultaat 11 1 9 -8
Bovenstaande tabel geeft een weergave van de staat van baten en lasten van de gehele organisatie.
Hieronder is de verdeling van het totale resultaat weergegeven.
Realisatie 2019 Realisatie 2020 Begroting 2020 Verschil Timotheüsschool 49.537 -14.525 4.385 -18.910 Vereniging -15.086 -8.710 4.650 -13.360 Totaal 34.451 -23.235 9.035 -32.270
19 Algemeen
Een belangrijke ontwikkeling die invloed heeft op de exploitatie van 2020 is de besluitvorming rondom het afsluiten van de nieuwe cao. Begin januari 2020 is uiteindelijk met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2019 een nieuwe cao afgesloten, waarin diverse verhogingen van salarissen waren
opgenomen. De afspraken in deze cao hebben substantiële consequenties op de jaarresultaten 2019 en 2020. De opbrengsten om deze hogere salarissen te kunnen doen zijn namelijk grotendeels in 2019 ontvangen terwijl de lasten in 2020 zijn gemaakt. Het matchen van deze opbrengsten en kosten is vanwege wet en regelgeving niet mogelijk gebleken. Het effect hierdoor is geweest dat het resultaat van 2019 een veel hogere realisatie laat zien, welke als tekort in het verslagjaar 2020 weer
terugkomt. Dit is zichtbaar in het netto resultaat.
De regels ‘bestemmingsreserve’ en de regel ‘genormaliseerd resultaat’ laten zien wat de correctie voor beide jaren is geweest en wat de resultaten zouden zijn geweest als de baten gematcht hadden kunnen worden met de daarbij behorende kosten. Het genormaliseerde resultaat kan het beste worden vergeleken met de begroting.
Het verschil in realisatie 2020 ten opzichte van 2019 heeft als oorzaken dat in de baten er iets meer ontvangsten zijn geweest door hogere rijksbijdragen. De lasten laten echter grotere afwijkingen zien door een hogere inzet. Dit gaat gepaard met hogere loonkosten, wat in de voorgaande alinea’s reeds is toegelicht. De materiële budgetten vallen wat lager uit. Wat betreft het verschil tussen de realisatie en begroting 2020 is het effect van de eenmalige uitkeringen in de loonkosten betreffende de nieuwe cao circa 22.000 euro. Daarnaast is in de begroting vanuit gegaan dat gestegen loonkosten en gestegen pensioenpremies worden gecompenseerd in de indexatie van de bekostiging. Het totale effect hiervan op de rijksbijdragen is 21.000 euro geweest. De loonkosten laten als gevolg hiervan een vergelijkbare overschrijding zien.
Nadere toelichting
Onderstaand een beknopte toelichting op de overige ontwikkelingen en de belangrijkste verschillen per categorie ten opzichte van de begroting.
De rijksbijdragen laten een positief verschil zien van circa 34.000 euro. Dit is voor 21.000 euro toe te wijzen aan indexaties in verband met gestegen lonen en gestegen sociale lasten. Daarnaast wijkt de bijdrage Passend onderwijs ruim 7.500 euro af vanwege een extra uitkering van het
samenwerkingsverband, welke in december is ontvangen. Daarnaast is 5.500 euro aan niet-begrote bijdragen voor onderwijsachterstandenbeleid ontvangen.
Er was 3.000 euro aan bijdragen vanuit de gemeente begroot, maar deze zijn grotendeels onder de overige baten terug te vinden (muzieksubsidie). Onder de gemeentelijke bijdragen heeft dus geen realisatie plaatsgevonden.
De overige baten komen 28.000 euro lager uit dan begroot. De baten van de school zijn bijna 4.000 euro hoger door een muzieksubsidie van ruim 2.000 euro, welke onder de gemeentelijke bijdragen was begroot. Daarnaast is bijna 2.000 euro ontvangen, onder meer in de vorm van huurinkomsten en een bijdrage vanuit Driestar Educatief. De baten (67.000 euro) van de vereniging zijn hier tevens in verwerkt. Deze komen 32.000 euro lager uit door lagere bijdragen voor leerlingenvervoer (27.500 euro), de opbrengsten uit acties (3.000 euro) niet zijn ontvangen en de giften en collecteopbrengsten lager uitvallen (samen 3.000 euro lager). Daar staat circa 1.500 euro aan hogere ontvangsten uit ledencontributies tegenover.
De personele lasten komen op totaalniveau 48.000 euro hoger uit dan begroot. Voor 2.000 euro heeft dit betrekking op loonkosten en voor 46.000 euro op overige personele lasten.
De overschrijding op de loonkosten kent de volgende verklaringen:
o De reguliere inzet komt op jaarbasis bijna 0,6 fte hoger uit dan begroot. Zo is bijna 0,5 fte meer inzet onderwijzend personeel te zien door de benoeming van een tweetal leerkrachten.
20 De inzet onderwijsondersteunend personeel komt 0,2 fte hoger uit door de benoeming van een onderwijsassistente naar aanleiding van de uitgezette vacature;
o Daarnaast wordt dit verklaard vanwege de cao-wijziging. Aangezien de cao met
terugwerkende kracht is ingegaan is er in 2020 loon betaald wat nog betrekking had op 2019.
Tevens is een oorzaak te vinden in de gestegen lonen, pensioenpremies en overige indexaties. Hier staan hogere rijksbijdragen tegenover. Op totaalniveau is echter door de hogere inzet, de cao-wijziging en de gestegen lonen, pensioenpremies en overige indexaties een overschrijding van bijna 57.000 euro op de reguliere inzet te zien;
o Daar staat tegenover dat op de vervangingsinzet een forse besparing is gerealiseerd van bijna 55.000 euro. Zo is nagenoeg geen vervangingsinzet gerealiseerd, waar 0,13 fte was begroot en zijn forse vergoedingen ontvangen voor ziekte en zwangerschap, onder meer vanuit VFGS. Per saldo levert dit een overschrijding van circa 2.000 euro op bij de loonkosten.
Het overschrijding van 46.000 euro de overige personele lasten kan worden toegeschreven aan 56.500 euro niet-begrote kosten voor extern personeel door het inhuren van leerkrachten via ECM.
Ook de (na)scholings- / schoolontwikkelingskosten laten een overschrijding van 9.500 zien door diverse cursussen, trainingen en coachingstrajecten onder meer via Driestar en Aetra. Daar staat een besparing van 20.000 euro op de diverse overige personele lasten tegenover, onder andere door een premierestitutie van 17.000 euro vanuit BWGS en 2.000 euro lagere kosten voor
personeelsactiviteiten.
De afschrijvingen komen 2.000 euro voordeliger uit dan begroot. Dit is met name veroorzaakt doordat er minder is geïnvesteerd dan was begroot.
Binnen de huisvestingslasten is een besparing gerealiseerd van 6.000 euro. Met name een besparing op de overige huisvestingslasten levert deze besparing op, doordat de vrije rekening
huisvestingslasten (6.000 euro) niet is besteed. Wel zijn verschuivingen te zien tussen de
verschillende onderliggende posten. Zo is onder andere een besparing te zien van bijna 4.000 euro op de huurkosten, waar een overschrijding van bijna 4.000 euro op de overige schoonmaakkosten (onder meer vanwege corona) tegenover staat.
Bij de leermiddelen is een overschrijding zichtbaar van circa 3.000 euro. Dit is vooral toe te schrijven aan 5.500 euro hogere computerkosten en 3.000 euro hogere overige leermiddelen (waaronder niet- begrote kosten voor licenties en het documentatiecentrum / leesboeken). Daar staat een besparing van 5.500 euro op het onderwijsleerpakket tegenover.
De overige instellingslasten laten een besparing zien van 8.000 euro. De overige instellingslasten van de school zijn 11.000 euro hoger door 5.500 euro hogere kosten voor leerlinggebonden activiteiten (vooral kosten culturele vorming De Kubus), 4.000 euro hogere diverse instellingslasten (kosten afscheid leerlingen en aanschaf schoolmappen) en 1.500 euro hogere administratie- en overige beheerslasten (accountant en VGS). Daarnaast zijn de lasten (75.000 euro) van de vereniging hierin verwerkt. Deze komen 19.000 euro lager uit door lagere kosten voor leerlingenvervoer, met name vanwege corona.
21
Balans
Onderstaand overzicht geeft de balans weer per 31 december van de afgelopen drie boekjaren.
ACTIVA Ultimo 2020 Ultimo 2019 Ultimo 2018
x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000
Immateriële vaste activa - - -
Materiële vaste activa 158 164 176
Financiële vaste activa - - -
Totaal vaste activa 158 164 176
Voorraden - - -
Vorderingen 42 49 57
Liquide middelen 662 670 568
Totaal vlottende activa 704 719 626
Totaal activa 862 883 802
PASSIVA Ultimo 2020 Ultimo 2019 Ultimo 2018
x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000
Algemene reserve 501 491 466
Bestemmingsreserves publiek - 24 -
Bestemmingsreserves privaat 85 94 109
Bestemmingsfonds publiek - - -
Bestemmingsfonds privaat - - -
Eigen vermogen 586 609 575
Voorzieningen 197 176 161
Langlopende schulden - - -
Kortlopende schulden 79 98 66
Totaal passiva 862 883 802 Het resultaat 2020 is in lijn met eerdere jaren afgezien van de genoemde cao afwijking.
In 2020 is er voor ruim 15.700 euro geïnvesteerd in materiële vaste activa. Begroot is een bedrag van 38.000 euro. Er is in 2020 een bedrag van 22.100 euro afgeschreven, waardoor de boekwaarde van de activa is gedaald.
De gerealiseerde investeringen hebben betrekking op de volgende categorieën:
Inventaris en apparatuur 8.300 euro Overige materiële vaste activa 3.500 euro
ICT 2.900 euro
Leermiddelen 1.000 euro
Totaal 15.700 euro
22 De investering binnen het inventaris en apparatuur wordt veroorzaakt door de aanschaf van
touchscreens voor de kleuters. De investering aan overige materiële vaste activa bestaat uit meubilair voor het speellokaal. De ICT-investeringen bestaan uit een netwerkbeveiligingsapparaat van Kliksafe en laptops voor de directie en de IB-er. De leermiddelen bestaan uit de aanschaf van schoolbijbels en de methode Blits voor groep 7.
De reserves zijn met circa 23.000 euro gedaald, wat overeenkomt met het geconsolideerde resultaat.
Binnen de reserves wordt onderscheid gemaakt tussen de publieke (school) en private (vereniging) reserves. Het tekort dat dit jaar is ontstaan in het resultaat door de verwerking van de cao is verminderd op de in 2019 gevormde bestemmingsreserve.
De voorzieningen zijn met 21.000 euro gestegen. Aan de voorziening groot onderhoud is 11.000 euro gedoteerd. Daarnaast is er op basis van het personeelsbestand bijna 10.000 euro gedoteerd aan de voorziening voor jubileumuitkering. Er hebben geen onttrekkingen plaatsgevonden.
23
Ontwikkelingen in meerjarig perspectief
Leerlingen
Bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2021-2025 is rekening gehouden met de volgende verwachte leerlingaantallen in de komende jaren.
Teldatum per 1 oktober 2019 2020 2021 2022 2023 2024
Onderbouw totaal 60 52 50 44 41 44
Bovenbouw totaal 66 61 62 65 60 53
Totaal 126 113 112 109 101 97
Bovenstaande overzichten laten de ontwikkeling van het leerlingaantal over de afgelopen en komende jaren zien. Het leerlingaantal is afgelopen jaren gedaald. De komende jaren is rekening gehouden met een verdere daling van het leerlingaantal naar circa 100 leerlingen.
FTE
Functiecategorie 2019 2020 2021 2022 2023 2024
Directie 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
Leerkracht 6,63 7,21 6,69 6,68 6,68 6,68
Onderwijsondersteunend personeel 0,77 1,10 1,12 1,10 1,10 1,10
Schoonmaak 0,56 0,60 0,63 0,63 0,63 0,63
Vervanging eigen rekening 0,11 0,00 0,33 0,13 0,13 0,13
Totaal 9,07 9,91 9,76 9,54 9,54 9,54
Bovenstaand overzicht laat het verloop van de inzet zien over vorig jaar, het verslagjaar en de komende jaren. De inzet is in 2020 gestegen ten opzichte van 2019 vanwege de benoeming van een tweetal leerkrachten en de invulling van de openstaande vacature binnen het
onderwijsondersteunend personeel. De komende jaren wordt rekening gehouden met een afname van de formatie als gevolg van het dalende leerlingaantal. Bij de in de meerjarenbegroting
opgenomen afbouw van de formatie is echter nog geen rekening gehouden met een teruggang in het aantal groepen.
24
Staat van baten en lasten
Realisatie Begroting Begroting Begroting
2020 2021 2022 2023
x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 Baten Rijksbijdragen 793 766 731 722
Overige overheidsbijdragen 46 - - -
Overige baten 24 99 99 99
Totaal baten 864 865 829 820
Lasten Personele lasten 664 669 655 670
Afschrijvingen 22 25 26 26
Huisvestingslasten 42 50 50 45
Leermiddelen 37 32 32 32
Overige instellingslasten 121 142 142 142
Totaal lasten 887 917 904 914
Saldo baten en lasten -23 -52 -75 -94
Saldo fin. baten en lasten - - - - Nettoresultaat -23 -52 -75 -94
Genormaliseerd resultaat 1 -52 -75 -94
Het overzicht betreft de begroting voor de komende 3 jaar. Er zijn geen majeure investeringen gepland. De komende jaren zijn negatieve resultaten te zien. Naar verwachting is dit echter niet de lijn die de komende jaren gehanteerd zal worden vanwege de financiële consequenties die hiermee gepaard gaan. Er zal daarom van jaar tot jaar nader bepaald worden of de omvang van de huidig gepresenteerde resultaten acceptabel en gewenst is. Afhankelijk van die uitkomst zal elke begrotingsronde bekeken worden wat de mogelijkheden zijn binnen de kaders van onder andere de kengetallen.
Balans
ACTIVA Ultimo 2020 Ultimo 2021 Ultimo 2022 Ultimo 2023 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 Immateriële vaste activa - - - - Materiële vaste activa 158 187 176 207Financiële vaste activa - - - - Totaal vaste activa 158 187 176 207
Vorderingen 42 45 45 45
Liquide middelen 662 526 460 299
Totaal vlottende activa 704 571 505 344
Totaal activa 862 758 681 551
25
PASSIVA Ultimo 2020 Ultimo 2021 Ultimo 2022 Ultimo 2023
x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000
Algemene reserve 501 418 339 240 Best. reserve publiek - - - - Best. reserve privaat 85 101 105 110
Eigen vermogen 586 519 444 350
Voorzieningen 197 176 174 138 Langlopende schulden - - - - Kortlopende schulden 79 63 63 63
Totaal passiva 862 758 681 551
Bovenstaande tabel toont de balans over 2020 en de jaren hierop volgend. De balans van 2020 is gebaseerd op de werkelijke cijfers. De waarden vanaf 2021 zijn echter berekend op basis van een voorlopige inschatting ten tijde van de begroting in het najaar 2020. Hierdoor kunnen er onlogische afwijkingen ontstaan, de langere termijn ontwikkeling is echter wel inzichtelijk.
Op het balansoverzicht is zichtbaar dat de materiële vaste activa de komende jaren overwegend toe zullen nemen. Na 2020 is er gebruik gemaakt van diverse stelposten om de kengetallen niet teveel te vertekenen. De belangrijkste investeringen voor de komende jaren zijn; speeltoestellen, computers en meubilair voor het computerlokaal.
Door de huidige begrote resultaten zal het eigen vermogen zich overeenkomstig ontwikkelen. De voorziening groot onderhoud laat een dalend verloop zien door de geplande onttrekkingen de komende jaren. De belangrijkste onttrekkingen voor de komende jaren zijn; schilderwerk kozijnen en ramen, vervangen lichtkoepel en vervanging dakdoorvoer en ventilatie-unit WTW.
Financiële positie
Kentallen
Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële gezondheid van de organisatie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2019 en 2020, worden tevens de begrote waarden getoond. De norm geeft de algemene adviesnorm weer.
Kengetal Norm 2019 2020 2021 2022 2023
Liquiditeit 2,00 7,34 8,89 9,06 8,02 5,46
Solvabiliteit 0,50 0,69 0,68 0,68 0,65 0,64
Rentabiliteit n.v.t. 4,03% -2,69% -6,05% -9,02% -11,47%
Huisvestingsratio <10% 4,83% 4,96% 5,58% 5,66% 5,05%
Weerstandsvermogen (bestuursniveau) 15% 58,46% 53,98% 43,28% 36,65% 19,84%
Weerstandsvermogen (schoolniveau) 15% 48,83% 43,25% 30,14% 22,24% 4,60%
Publiek vermogen t.o.v. signaleringswaarde <1 1,20 1,13 0,88 0,73 0,48
De liquiditeit en de solvabiliteit laten de komende jaren een dalende trend zien door de begrote negatieve resultaten. Beide kengetallen voldoen momenteel echter ruim aan de gestelde adviesnormen. De school kan dus zowel op de korte als de lange termijn aan de verplichtingen voldoen.
De rentabiliteit laat ten opzichte van vorig jaar een forse daling zien. De belangrijkste oorzaak hiervoor is het resultaatverschil als gevolg van de eenmalige uitkering met betrekking tot de
loonstijging. De komende jaren wordt een oplopende negatieve rentabiliteit verwacht als gevolg van
26 de begrote resultaten. De verwachting is echter dat tijdig bijgestuurd wordt. De rentabiliteit is in een ideale situatie nul. Uiteraard kunnen er redenen zijn om hiervan af te wijken. Een negatieve
rentabiliteit hoeft geen probleem te zijn als de buffers daar hoog genoeg voor zijn. Het is wel zaak om de verhouding tussen de rentabiliteit en de buffers goed te monitoren.
De huisvestingsratio laat zien of er niet teveel publiek geld weglekt aan huisvesting. Dit is niet het geval aangezien de maximale norm van 10% niet wordt overschreden. Onderdeel van deze ratio is ook de dotatie aan het groot onderhoud.
Het minimale weerstandsvermogen wordt gebruikt om vermogen beschikbaar te houden voor het opvangen van financiële calamiteiten. De standaard adviesnorm bedraagt 15%. Zowel op bestuurs- als op schoolniveau wordt momenteel ruimschoots aan deze norm voldaan.
De signaleringswaarde is geïntroduceerd om mogelijk bovenmatig vermogen aan te tonen. Indien de waarde boven de 1 ligt kan dit duiden op het aanhouden van teveel vermogen. Uiteraard kunnen er redenen zijn om meer vermogen aan te houden. In de volgende paragraaf wordt hier verder op ingegaan aangezien de signaleringswaarde afzonderlijk dient te worden toegelicht.
Signaleringswaarde
In voorgaande alinea blijkt dat de signaleringswaarde in beginsel boven de maximale waarde ligt.
Onze vereniging houdt gelden aan om de eventuele risico’s te kunnen ondervangen. Hiervoor houdt de school een gespecificeerde buffer aan. Deze buffer bestaat uit een inschatting wat nodig is aan vermogen om de continuïteit van de organisatie niet in gevaar te brengen. Naast deze buffer wordt er vermogen aangehouden voor de volgende doeleinden:
o Er is een vordering opgenomen aan het ministerie van OCW vanwege een onregelmatig betaalpatroon van de bekostiging. Door de toekomstige vereenvoudiging van de bekostiging vervalt deze vordering en zal in mindering worden gebracht op het eigen vermogen. Deze vordering betreft een bedrag van 34.500 euro;
o Voor 2023 dient de voorziening groot onderhoud te worden omgezet naar een nieuwe systematiek. Dit zal tot gevolg hebben dat er naar alle waarschijnlijkheid een hogere stand van de voorziening benodigd is (wat ten kosten gaat van het eigen vermogen). De omvang is nog niet exact bekend maar zal substantieel zijn;
o In de begroting is inzichtelijk dat er reeds aandacht is voor het huidige hoge vermogen. Er wordt reeds substantieel negatief begroot en er zijn reeds substantiële investeringen opgenomen, die zorgen voor een lager weerstandsvermogen en daarmee een eigen vermogen wat dichter bij de signaleringswaarde komt te liggen;
o Spaardoelen voor toekomstige nieuwbouw of renovatie zijn (nog) niet geconcretiseerd;
o Vanwege het dalende leerlingaantal wordt extra vermogen aangehouden, zodat – vanwege onderwijskundige redenen – het snijden in de formatieve inzet en het aantal groepen zolang mogelijk uitgesteld kan worden.
Reservepositie
Uit de begroting blijkt reeds dat de aanwezige financiële ruimte wordt ingezet om de
signaleringswaarde terug te brengen. In voorgaande paragraaf is hieromtrent reeds een en ander toegelicht. Tevens heeft de school de komende jaren te maken met een dalende bekostiging en zijn negatieve financiële resultaten begroot. Hoewel het onwaarschijnlijk is dat de begrote resultaten ook daadwerkelijk gerealiseerd zullen worden, wordt hierdoor wel ingeteerd op de reserves en komt het publiek eigen vermogen uiteindelijk op langere termijn onder de signaleringswaarde uit. Desondanks zal in de loop van 2021 middels een vermogensanalyse door de VGS onderzocht worden of de huidige reserve-/en vermogenspositie toereikend/te ruim is.