Vormpiet en de vormen
Kleuters in de klas
De les
Inleiding
Vertel op een levendige manier het inleidende verhaaltje over de Vormpiet en de vorm-maak-machine. Als de leerlingen hebben aangegeven dat zij de Vormpiet graag willen helpen, laat je de volgende vormen zien: vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek. Laat de leerlingen de vormen eerst benoemen en begin dan met ‚het afmaken van de reeks’. Het afmaken van de reeks kun je op het niveau van je eigen groep doen.
Zo kun je beginnen met twee vormen en dit verder uitbreiden naar drie of vier vormen. Bijvoorbeeld:
vierkant, cirkel, vierkant, cirkel, vierkant, cirkel. Of: vierkant, cirkel, driehoek, vierkant, cirkel, driehoek.
Tip: maak een levende reeks, door de vormen aan leerlingen te geven.
Kern
Leg uit dat de vorm-maak-machine voor iedereen een kaartje heeft gemaakt met een vorm erop. Er zijn verschillende vormen, maar er zijn ook dezelfde vormen. Iedereen moet opzoek naar degenen die dezelfde vorm hebben. Dit gebeurt middels de coöperatieve werkvorm ‚Zoek iemand die’. De leerlingen gaan staan en lopen rond in de kring. Ze houden hun hand in de lucht zodat iedereen weet of ze beschikbaar zijn of niet. Tikken twee leerlingen op elkaars hand, dan mogen ze naar elkaars vorm vragen. Hebben ze dezelfde vorm, dan gaan ze met z’n tweetjes verder opzoek. Hebben ze niet dezelfde vorm, dan gaan de handen weer de lucht in zodat er opnieuw gezocht kan worden. Als alle leerlingen een groepje vormen met hun vorm, dan controleer je dit met elkaar. Als iedereen bij het juiste groepje staat, geef je de 1 minuut opdracht. De leerlingen krijgen 1 minuut de tijd om van klein naar groot of van groot naar klein te gaan staan. Wanneer dit klopt, mogen de leerlingen op hun stoel gaan zitten met hun vorm.
Afsluiting
Vertel dat je trots bent op de leerlingen en dat Vormpiet heel blij is dat de vormen weer bij elkaar zijn gezocht. Omdat de Checkpiet komt, wil de Vormpiet dat de leerlingen nog een keer controleren of ze de juiste vorm hebben. Dit doe je door telkens een vorm op te noemen. De leerlingen die de genoemde vorm op hun kaartje hebben staan, houden hun kaartje in de lucht. Als je alle vormen meerdere keren hebt genoemd, sluit je de les af door de vormen te verzamelen in de jute zak.
Doelen
Kerndoel 23 Rekenen
De leerlingen leren wiskundetaal te gebruiken voor het uitdrukken of benoemen van:
- Figuren: vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek, ovaal en ruit.
- Volgordes.
- Aantallen en groottes.
Benodigdheden
- Afdrukken van de vormen (3x).
- Afdrukken van de kaartjes.
- Jute zak / zakje.
- Ruimtelijke relaties: dezelfde vorm, maar verschillend van grootte.
- Kookwekker (voor de 1 minuut opdracht).
Vooraf
Voor deze les heb je veel voorbereidingstijd nodig om de vormen en kaartjes te maken. Om ervoor te zorgen dat deze vormen en kaartjes vaker gebruikt kunnen worden, raden we je aan om deze te lamineren.
Voorbereiding
De Vormpiet heeft per ongeluk de verkeerde knoppen van de vorm-maak-machine ingedrukt. Nu liggen overal verschillende vormen, doordat de vorm-maak-machine op hol geslagen is. Hij maakt nu alle vormen door elkaar! De Vormpiet is erg geschrokken en weet niet hoe hij het op kan lossen.
Straks komt de Checkpiet controleren of alle vormen gemaakt zijn en of deze kloppen. Maar die mag nu nog niet komen! Want het is een grote rommel geworden in de Vormen kamer. Kunnen de leerlingen misschien helpen?
Dit inleidende verhaaltje kun je zelf voorbereiden en aanpassen naar het niveau van je eigen groep.
Groep: 1 / 2
Duur: 25-30 minuten