op 4 februari 2020
Utrecht, april 2020 V2018643
Inhoud
1 Inleiding 3
1.1 Aanleiding bezoek 3 1.2 Doel en werkwijze 3
1.3 Beschrijving Herbergier Hellevoetsluis 3 2 Conclusie en vervolgacties 5
2.1 Conclusie bezoek 5 2.1 Vervolgacties 5
2.1.1 Vervolgactie van de inspectie 5
3 Resultaten Herbergier Hellevoetsluis 6 3.1 Persoonsgerichte zorg 6
3.2 Deskundige zorgverlener 8
3.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid 10 3.4 Medicatieveiligheid 12
Bijlage 1 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires en rapporten 13
Bijlage 2 Beoordeelde documenten 14
1 Inleiding
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd sprak op 4 februari 2020 met de
zorgondernemers van Herbergier Hellevoetsluis in Hellevoetsluis. Aansluitend bracht de inspectie een aangekondigd bezoek aan Herbergier Hellevoetsluis.
1.1 Aanleiding bezoek
De inspectie bezoekt alle zorgaanbieders die intramurale ouderenzorg leveren op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw).
1.2 Doel en werkwijze
Het inspectiebezoek bestaat uit een gesprek met de zorgondernemers. Dit gesprek gaat over de besturing van de organisatie. Daarna bezoekt de inspectie de locatie.
Waar de inspectie naar kijkt, ligt vast in een toetsingskader. Bij de gesprekken, de rondleiding, de observaties en de eventuele documenten die zij inzien, letten de inspecteurs op een aantal normen uit de thema’s: persoonsgerichte zorg,
deskundige zorgverlener, sturen op kwaliteit en veiligheid en medicatieveiligheid.
De inspectie toetst of de zorgaanbieder de zorg geeft zoals is voorgeschreven in wetten, professionele standaarden, veldnormen en in het veld vastgestelde kwaliteitskaders. Zij beoordeelt daarnaast de samenhang tussen de informatie uit het gesprek met de zorgondernemers en de bevindingen uit het locatiebezoek.
Op basis van de bevindingen tijdens dit inspectiebezoek bepaalt de inspectie of er vervolgtoezicht nodig is en in welke vorm.
1.3 Beschrijving Herbergier Hellevoetsluis
Herbergier Hellevoetsluis is een kleinschalige woonvoorziening voor mensen met dementie en somatische beperkingen. De cliënten huren bij Herbergier
Hellevoetsluis een kamer en kopen de benodigde zorg in door middel van een persoonsgebonden budget (PGB) vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz).
Herbergier Hellevoetsluis biedt verpleeghuiszorg, verzorging en dagactiviteiten. Ten tijde van het bezoek ontvangen zestien cliënten zorg. Twaalf cliënten hebben een zorgprofiel VV 5. De overige cliënten hebben respectievelijk zorgprofiel VV 4, VV 6, VV 7 en LG 2.
Herbergier Hellevoetsluis ligt aan de rand van een wijk en is gevestigd in een woonboerderij. Het management bestaat uit twee zorgondernemers. Zij wonen op de locatie en werken mee in de zorg.
Herbergier Hellevoetsluis heeft geen toelating volgens de Wet Toelating
Zorginstellingen (WTZi) en geen raad van toezicht. Herbergier Hellevoetsluis staat niet opgenomen in het locatieregister in het kader van de Wet zorg en dwang.
Zorgverleners
De zorg wordt verleend door 30 (14,85 fte) zorgverleners, waarvan twee (1,38 fte) verpleegkundigen, 21 (10,76 fte) verzorgenden niveau 3, twee (1,41 fte) helpenden niveau 2, acht (1,3 fte) gastvrouwen en/of zorgassistenten.
Daarnaast werken de zorgondernemers deels mee in de zorg. Een van hen is een hbo-verpleegkundige.
Herbergier Hellevoetsluis kan verschillende disciplines raadplegen indien nodig. De huisarts is eindverantwoordelijk voor de medische zorg.
Franchisenemer
Herbergier Hellevoetsluis is een franchisenemer van De Drie Notenboomen (hierna DDN). DDN is een franchisegever en beschikt over meerdere franchisemodules waaronder De Herbergier, De Thomashuizen, De Zorgbutler en Thomas op Kamers.
DDN als franchisegever zorgt ervoor dat de franchisenemer zich maximaal op de zorgtaak kan richten. De franchisenemer zelf is verantwoordelijk voor het garanderen van kwalitatieve zorg.
Herbergier Hellevoetsluis maakt tegen betaling gebruik van de diensten die DDN aanbiedt, waaronder coaching en scholing.
2 Conclusie en vervolgacties
2.1 Conclusie bezoek
De inspectie constateert dat de geboden zorg op Herbergier Hellevoetsluis
(grotendeels) voldoet aan de getoetste normen. Acht van de tien getoetste normen voldoen (grotendeels). De inspectie heeft op dit moment voldoende vertrouwen in de wijze waarop Herbergier Hellevoetsluis stuurt op de kwaliteit en veiligheid van zorg. De inspectie concludeert dat er geen vervolgtoezicht nodig is.
2.1 Vervolgacties
In dit hoofdstuk staat wat de inspectie van Herbergier Hellevoetsluis verwacht.
Daarna geeft de inspectie weer wat zij zal doen naar aanleiding van dit bezoek.
2.1.1 Vervolgactie van de inspectie
Op basis van de bevindingen en bovenstaande conclusie ziet de inspectie op dit moment geen aanleiding om deze locatie opnieuw te bezoeken. De inspectie verwacht dat Herbergier Hellevoetsluis goede zorg continueert.
De inspectie sluit het bezoek af.
3 Resultaten Herbergier Hellevoetsluis
Hieronder staan de oordelen per norm en een toelichting daarop. Het oordeel geeft aan in welke mate de betreffende norm is gerealiseerd.
De inspectie beoordeelt de normen op een vierpuntschaal. De kleuren van de vierpuntschaal hebben de volgende betekenis.
Donkergroen: De locatie/afdeling voldoet aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm alleen positieve punten Lichtgroen: De locatie/afdeling voldoet grotendeels aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm veelal positieve punten.
De instelling is goed op weg; verbetering is mogelijk.
Geel: De locatie/afdeling voldoet grotendeels niet aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm overwegend negatieve punten.
Rood: De locatie/afdeling voldoet niet aan de norm.
De inspectie constateert op deze norm nauwelijks tot geen positieve punten.
Blauw: De norm is niet getoetst 3.1 Persoonsgerichte zorg
Norm 1.2
Zorgverleners kennen de cliënt zijn wensen en behoeften.
Volgens de inspectie voldoet Herbergier Hellevoetsluis aan deze norm.
Uit observaties en de gesprekken blijkt dat de zorgverleners de zorgbehoefte, mogelijkheden en beperkingen van de cliënten goed kennen. De inspectie hoort van de zorgondernemers dat voorafgaand aan de opname een huisbezoek plaatsvindt om zo te zien hoe de cliënt thuis gewoond heeft. De inspectie ziet in de
cliëntdossiers uitgebreide intakeverslagen staan. In deze verslagen staat de
levensgeschiedenis van de cliënt beschreven. Ook leest de inspectie hier informatie over de wensen en behoeften van de cliënten. Een familielid vertelt dat zij tevreden is over hoe de zorgverleners rekening houden met de wensen en behoeften van hun moeder.
Tijdens de observatie ziet de inspectie dat de zorgverleners deze informatie
gebruiken bij het bieden van zorg en ondersteuning. Zo biedt een zorgverlener één- op-één begeleiding aan een cliënt. De cliënt wordt vaak onrustig tijdens de drukke zorgmomenten. Tijdens deze momenten onderneemt de zorgverlener samen met de cliënt huishoudelijke taken. Een voorbeeld daarvan is het samen vouwen van de was. Een zorgverlener vertelt daarbij dat deze cliënt een beroep had waarbij zorgen voor anderen belangrijk was.
Uit gesprekken met de zorgverleners blijkt dat de zorgverleners het gedrag en de gewoonten van cliënten kennen. Zij houden rekening hiermee in de dagelijkse zorg.
De zorgverleners kennen onder andere de voorkeuren van eten en drinken en welke activiteiten cliënten leuk vinden. De inspectie ziet tijdens de observatie dat een zorgverlener een spelletje met meerdere cliënten speelt. Een andere zorgverlener zorgt met de cliënt voor een pop. De inspectie leest deze informatie ook terug in het cliëntdossier.
De inspectie ziet bij de rondleiding en observatie dat de locatie sfeervol is ingericht.
In de huiskamer staan oudere meubels en accessoires. Er is een ruime open keuken en een grote zitkamer met makkelijke banken en fauteuils. Aan de muur hangen foto’s van toen de cliënten jong waren. Zo hangen er trouwfoto’s en gezinsfoto’s. De inspectie hoort dat de zorgverleners daarmee een huiselijke sfeer willen creëren.
Uit de gesprekken en dossierinzage blijkt dat de locatie aandacht heeft voor de specifieke levensvragen die de cliënt heeft. Zo hoort en leest de inspectie over een cliënt die bijna dagelijks vertelt dat ze verdrietig is. De zorgverleners kunnen vertellen waarom de cliënt verdrietig is. Zij bespreken ook met haar dat zij
verdrietig is en waarom. Daarnaast leiden zij haar af door bijvoorbeeld samen met haar drinken uit te delen.
Bij de Herbergier Hellevoetsluis komt wekelijks een muziektherapeut, die tevens de geestelijk verzorger is, voor groepsactiviteiten en individuele gesprekken.
Norm 1.3
Cliënten voeren, binnen hun mogelijkheden, zelf regie over leven en welbevinden.
Volgens de inspectie voldoet Herbergier Hellevoetsluis grotendeels aan deze norm.
Uit de gesprekken, de dossierinzage en de observaties blijkt dat de zorgverleners de eigen regie van de cliënt grotendeels versterken. De inspectie ziet dat de cliënten zelf keuzes maken waar dat lukt. De zorgverleners ondersteunen de cliënten hierin waar nodig. Zo ziet de inspectie dat een cliënt een boterham op heeft. De cliënt wil nog een boterham eten. Een zorgverlener vraagt de cliënt of hij hetzelfde wil. Op het moment dat de zorgverlener dit vraagt, laat ze het desbetreffende beleg ook zien aan de cliënt. De cliënt geeft aan iets anders te willen. De zorgverlener helpt de cliënt in de keuze door vervolgens andere soorten beleg te laten zien.
De inspectie hoort in gesprekken met de zorgondernemers dat de zorgverleners het weekmenu samen met de cliënten maken. De zorgondernemer vertelt dat de cliënten die dat willen, kunnen helpen bij de voorbereiding van de maaltijden. De inspectie hoort ook dat Herbergier Hellevoetsluis een variatie aan dagbesteding aanbiedt. Zij stemmen dit af op de behoeften van de cliënten. De zorgverleners gaan met de cliënten naar het zwembad, de bibliotheek of de markt. Eén keer per week komt de geestelijk verzorger om met de cliënten naar muziek te luisteren en te dansen. Naast de groepsactiviteiten maken de zorgverleners ook gebruik van individuele activiteiten. Zo ziet de inspectie dat een zorgverlener schildert samen met een cliënt. De cliënt vindt deze activiteit zichtbaar leuk.
Uit gesprekken en de dossierinzage blijkt dat de zorgverleners de cliënten zo min mogelijk beperken in hun vrijheid. De inspectie ziet en hoort dat de cliënten zich vrij kunnen bewegen in en buiten het pand. Bij sommige cliënten schatten zorgverleners in dat het voor die cliënten een risico is om alleen naar buiten te gaan, bijvoorbeeld omdat zij verdwalen of snel vallen. De zorgverlener gaat dan mee naar buiten. Ook maken zij met familie afspraken over welk risico de familie wil accepteren. Zo hoort de inspectie dat een cliënt graag zelfstandig naar buiten gaat. De cliënt loopt het risico dat zij verdwaalt. De familie accepteert dit risico.
De inspectie ziet ook enkele voorbeelden waarbij de zorgverleners de eigen regie van de cliënten nog verder kunnen versterken. Zo ziet de inspectie dat een
zorgverlener niet meegaat in het eettempo van de cliënt. De cliënt is nog bezig met het kauwen op het eten. De zorgverlener houdt op dat moment de vork met het eten bij de mond van de cliënt.
Norm 1.4
Cliënten ervaren nabijheid, geborgenheid, vertrouwen en begrip. Zij worden met respect behandeld.
Volgens de inspectie voldoet Herbergier Hellevoetsluis aan deze norm.
Uit de observaties en gesprekken blijkt dat de zorgverleners de cliënten op een persoonlijke en respectvolle manier aandacht geven.
Zo hoort de inspectie tijdens de maaltijd dat zorgverleners vragen of zij naast cliënten mogen plaatsnemen om samen te eten. Een cliënt reageert enthousiast hierop. Tijdens de maaltijd voeren cliënten en zorgverleners gesprekken met elkaar.
Hierbij hebben de zorgverleners veel aandacht voor de cliënten. Er is een ontspannen sfeer tijdens de maaltijd.
Ook blijkt uit gesprekken en observaties dat de zorgverleners respect hebben voor de normen en waarden van de cliënt. Zo vindt een cliënt het respectvol als
zorgverleners haar met u aanspreken. De zorgverleners doen dit ook.
Een cliënt heeft het gevoel dat zij tekortschiet wanneer zij bekenden niet herkent.
Als er bezoek komt voor de cliënt, zeggen de zorgverleners tegen de cliënt wie diegene is. Zij zeggen bij bezoek van een kind van de cliënt bijvoorbeeld: ‘Kijk, daar komt je kind’. De cliënt behoudt daarmee haar waardigheid. Dit is voor de cliënt belangrijk.
De benadering van de zorgverleners is passend bij de behoeften van cliënten. Zo ziet de inspectie dat een cliënt tijdens de maaltijd meerdere keren broodbeleg wegstopt in een kast. De zorgverleners weten dit en negeren het gedrag. Zij kunnen vertellen waarom de cliënt dit doet. Zij weten dat het de cliënt onrustig maakt wanneer zij haar erop aanspreken. Zorgverleners kiezen er nu voor aan het eind van de maaltijd zelf het broodbeleg uit de kast te halen en op te ruimen. Een familielid van een cliënt vertelt dat haar moeder het fijn vindt om een knuffel te krijgen van de zorgverleners. De inspectie ziet dit tijdens het inspectiebezoek meerdere keren gebeuren.
3.2 Deskundige zorgverlener Norm 2.1
Zorgverleners maken hun professionele afwegingen over de benodigde zorg en ondersteuning op basis van gesignaleerde risico’s, wensen, behoeften,
mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.
Volgens de inspectie voldoet Herbergier Hellevoetsluis grotendeels aan deze norm.
Uit de gesprekken blijkt dat de zorgverleners de wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt betrekken bij het maken van professionele
afwegingen. De inspectie hoort van de zorgverleners en de zorgondernemers dat zij de risico’s afwegen op basis van hun observaties. De inspectie hoort van de
zorgondernemers dat de constante aanwezigheid van de zorgverleners met
voldoende signalerend vermogen, waarborgt dat de risico’s tijdig in beeld zijn. Ook blijkt daarbij dat andere disciplines aantoonbaar betrokken zijn bij de problematiek.
Zo leest de inspectie dat een ergotherapeut bij een cliënt betrokken is. De inspectie hoort van de zorgondernemers dat de professionele afwegingen ook tijdens het multidisciplinair overleg plaatsvinden met de huisarts en de specialist
ouderengeneeskunde.
Uit de observatie en de gesprekken blijkt dat de zorgverleners een professionele afweging maken of de zorg die de zorgverleners kunnen bieden, passend is bij de zorgvraag van de cliënt. Zo bieden zorgverleners een cliënt één-op-één begeleiding
tijdens de drukke zorgmomenten. Zij willen hiermee voorkomen dat de cliënt onrustig wordt en zich onveilig voelt. Bij een andere cliënt houden de zorgverleners rekening met de zorg die zij bieden in de ochtend. De inspectie leest in een
cliëntdossier hoe de zorgverleners onrust in de ochtend kunnen voorkomen. Zo zetten de zorgverleners specifieke muziek op in de ochtend, zodat de cliënt tot rust komt. De inspectie hoort deze werkwijze zowel bij een zorgverlener als bij een familielid terug.
Tijdens de gesprekken vertellen de zorgondernemers dat zij het inzetten van onvrijwillige zorg zoveel mogelijk beperken. De zorgverleners denken na over alternatieven zodat zij geen onvrijwillige zorg hoeven toe te passen. Zo hangt er bij een cliënt een briefje op de deur. Op het briefje staat de naam van de cliënt. En de vraag of de cliënt wil laten weten aan de zorgverlener wanneer hij gaat wandelen.
Een andere cliënt moet ’s nachts naar het toilet. Als de cliënt het toilet niet kan vinden, gaat hij dwalen over de gang. Zorgverleners doen nu het licht aan in de badkamer waar het toilet is. En zij verplaatsten zijn bed. Nu kijkt de cliënt naar de badkamer. Doordat het licht aanstaat weet de cliënt vaker het toilet te vinden. De cliënt dwaalt nu minder over de gang.
De zorgaanbieder maakt gebruik van sensoren op de gang. De individuele afwegingen die de zorgverleners daarbij maken, zijn niet navolgbaar.
De veiligheidsrisico’s van wonen bij een Herbergier, zoals het open-deuren-beleid en aanwezige trappen, bespreken zorgverleners onder andere bij de intake. Met de vertegenwoordigers en/of familie maken de zorgondernemers een individuele afweging of het risico acceptabel is. De inspectie leest in de cliëntendossiers dat zorgverleners deze afspraak beschrijven. Maar de afwegingen die zorgverleners daarbij maken zijn niet navolgbaar.
Norm 2.2
Zorgverleners werken methodisch. Zij leggen dit hele proces inzichtelijk vast in het cliëntdossier.
Volgens de inspectie voldoet Herbergier Hellevoetsluis grotendeels niet aan deze norm.
In het papieren cliëntdossier zijn geen zorgleefplannen waarin de doelen en acties helder zijn vastgelegd. Herbergier Hellevoetsluis werkt met een aantal
aandachtspunten per cliënt. Dit zijn de belangrijkste punten waarop zorgverleners moeten letten tijdens de zorg. De inspectie ziet dat dit om enkele punten gaat. Bij één cliënt staat bijvoorbeeld iets over gewicht. Bij een andere cliënt over voeding.
De inspectie ziet in het cliëntdossier geen rapportages op de doelen staan. De zorgondernemers en de zorgverleners vertellen dat de afspraak is dat zij
rapporteren over bijzonderheden. De inspectie ziet in verschillende zorgdossiers dat het voorkomt dat hierdoor meerdere dagen geen rapportages aanwezig zijn. Door het ontbreken van rapportages is onder andere niet duidelijk hoe het welbevinden van de cliënt is geweest over meerdere dagen. De zorgverleners vertellen dat zij voor informatie over activiteiten die de cliënten hebben gedaan familienet gebruiken.
De inspectie ziet dat afspraken en evaluaties onvoldoende navolgbaar zijn in het cliëntdossier. Zo staat in het cliëntdossier geen informatie over wat besproken is in het overleg tussen de huisarts en de zorgondernemer. Daarbij is bijvoorbeeld niet navolgbaar of risico’s en zorgafspraken zijn gewijzigd. In reactie op het
conceptrapport geeft de organisatie aan dat de zorgverleners wijzigingen vastleggen
op het afsprakenblad in het cliëntdossier. Tijdens het inspectiebezoek hebben de gesprekspartners dit niet kunnen aantonen.
De zorgondernemer bereidt het multidisciplinair overleg voor. De zorgondernemer geeft aan dat de data waarop het overleg plaatsvindt in de algemene agenda staan.
Ook heeft de zorgondernemer losse, ongestructureerde overleggen met familieleden om af te stemmen over de zorg aan de cliënten.
De inspectie ziet geen rapportages van bijvoorbeeld een psycholoog of
fysiotherapeut terug in de cliëntdossiers. De zorgondernemer vertelt dat zij wel via e-mail informatie uitwisselt met betrokken behandelaren.
Tijdens de dossierinzage ziet de inspectie dat de zorgverleners wel actie ondernemen op afwijkingen die zij constateren. Zo leest de inspectie in een rapportage dat een cliënt een huidafwijking heeft. De volgende dag leest de inspectie de rapportage van een andere zorgverlener die aangeeft dat de huid niet meer afwijkt.
Norm 2.5
De zorgaanbieder zorgt dat er voldoende deskundige zorgverleners beschikbaar zijn, afgestemd op de aanwezige cliënten en actuele zorgvragen.
Volgens de inspectie voldoet Herbergier Hellevoetsluis aan deze norm.
Uit de gesprekken, observatie en documentinzage blijkt dat de bezetting van de zorgverleners voldoende is voor de uitvoering van de dagelijkse zorg.
Tijdens de dag en de avond is er permanent iemand in de huiskamer om de aanwezige bewoners te begeleiden en om toezicht te houden.
’s Nachts is er een wakende nachtdienst en kan de zorgverlener voor (on)geplande zorg, vragen of toenemende complexiteit een beroep doen op de beide
zorgondernemers. Het naastgelegen Thomashuis biedt hulp als achterwacht als dit nodig is.
De inspectie ziet en hoort dat zorgverleners alle tijd hebben om rustig met de cliënten om te gaan. Zorgverleners hebben tijd om naast de zorgtaken veel aandacht te besteden aan activiteiten met de cliënten.
Uit de gesprekken en documentinzage blijkt dat Herbergier Hellevoetsluis voldoende zorgt voor een passend aanbod in scholingen.
Zorgverleners ontvangen scholing over dementie, zingeving en complementaire zorg. Ook regelt Herbergier Hellevoetsluis scholing die is afgestemd op de individuele behoeften van zorgverleners. Een voorbeeld daarvan is een scholing palliatieve zorg.
Ook worden de voorbehouden handelingen door bevoegd en bekwaam personeel uitgevoerd.
3.3 Sturen op kwaliteit en veiligheid Norm 3.2
De zorgaanbieder bewaakt, beheerst en verbetert systematisch de kwaliteit en veiligheid van de zorg.
Volgens de inspectie voldoet Herbergier Hellevoetsluis grotendeels aan deze norm.
Uit gesprekken en documentinzage blijkt dat Herbergier Hellevoetsluis zorgverleners betrekt bij het verbeterproces. Herbergier Hellevoetsluis heeft een
kwaliteitsjaarverslag en een kwaliteitsjaarplan. Hieraan leverden een aantal zorgverleners een bijdrage.
Herbergier Hellevoetsluis laat externe audits uitvoeren. Zo ziet de inspectie een auditrapport waarin de auditor onder andere kijkt naar persoonsgerichte zorg en naar veiligheid. Deze audit wordt jaarlijks geleverd vanuit De Drie Notenbomen (DDN). Als aandachtspunt kwam naar voren dat het werken met een papieren dossier kwetsbaar is. Herbergier Hellevoetsluis heeft het voornemen onderzoek te doen naar een digitaal dossier. Zij kijken hierbij onder andere naar de systemen die andere collega Herbergiers in gebruik hebben.
Uit gesprekken en documentinzage blijkt dat zorgverleners open zijn over fouten en incidenten en deze melden.
De inspectie ziet een overzicht van meldingen waarbij een oorzaak staat. Zo staat er bij het vergeten van medicatie als oorzaak dat de zorgverlener onzorgvuldig werkt en niet alle lijsten checkt. Als verbetermaatregel staat er dat de zorgverlener geen actie hoeft te ondernemen. Een analyse naar meerdere mogelijke basisoorzaken bij bijvoorbeeld meerdere medicatiefouten ziet de inspectie niet terug. Het is daardoor onduidelijk of de voorgestelde verbetermaatregelen voldoende passend zijn bij de basisoorzaken van de incidenten.
De inspectie ziet daarnaast geen analyse terug waarbij de zorgaanbieder kijkt naar trends in meldingen en overeenkomende oorzaken. In de notulen van het
teamoverleg ziet de inspectie dat MIC-meldingen aan de orde komen wat betreft aantal. Ook staat in de notulen of er interventies zijn gedaan. Een meer inhoudelijke bespreking leest de inspectie niet terug.
Norm 3.3
De zorgaanbieder schept voorwaarden voor een cultuur gericht op leren en verbeteren.
Volgens de inspectie voldoet Herbergier Hellevoetsluis grotendeels aan deze norm.
De inspectie ziet dat zorgverleners de tijd en de ruimte krijgen om te reflecteren op de zorg die zij bieden. De inspectie leest de teamverslagen. Zorgverleners
bespreken in deze overleggen algemene zaken rondom de zorgverlening en gevolgde scholingen. Ook bespreken zorgverleners het gedrag en interventies bij cliënten.
Herbergier Hellevoetsluis is aangesloten bij een regionale intervisiegroep van verschillende collega-Herbergiers. Deze groep heeft zich ontwikkeld tot een lerend netwerk. Elk kwartaal komt deze groep bijeen om overkoepelende zaken met elkaar te bespreken en te delen. Vaste onderdelen op de agenda zijn het bespreken van incidenten die zich hebben voorgedaan in de afgelopen periode en casuïstiek waarbij gedwongen zorg noodzakelijk lijkt. In het lerend netwerk is onder andere besproken of zij scholingen opzetten bij meerdere Herbergiers.
De zorgondernemers vertellen dat zij een themabijeenkomst over de nieuwe Wet zorg en dwang hebben bijgewoond. Deze themabijeenkomst was voor alle Thomashuizen en Herbergiers.
De inspectie hoort van gesprekspartners dat er bij Herbergier Hellevoetsluis sprake is van een open, veilige en laagdrempelige aanspreekcultuur. Zorgverleners spreken elkaar aan op fouten en wisselen ervaringen met elkaar uit. Daarnaast begeleiden medewerkers elkaar op de werkvloer door ‘coaching on the job’. Zij werken daarmee samen aan het continu verbeteren van de kwaliteit van zorg.
De inspectie hoort van verschillende gesprekspartners dat zij ook naar symposia gaan. Zo hebben een aantal zorgverleners recent een symposium bezocht over het onderwerp dementie. De zorgondernemers vertellen dat zij ook de medewerkers die
geen zorg verlenen hierbij betrekken. Zij vinden dat alle medewerkers die contact hebben met cliënten bekend moeten zijn met de problematiek van de doelgroep.
Daarnaast hoort de inspectie dat de zorgondernemers van medewerkers verwachten dat zij meedenken over verbeteringen in de organisatie. Zo hebben drie
zorgverleners een bijdrage geleverd aan het tot stand komen van het kwaliteitsjaarplan.
Ook hoort de inspectie dat zorgverleners samen reflecteren op hun eigen handelen bij de zorg die zij bieden. De eerdergenoemde teamoverleggen bieden echter nog geen systemische reflectie op de invloed van het eigen handelen van zorgverleners.
Ook kunnen zorgverleners meer leren van incidenten en meldingen door deze beter te analyseren en dit aantoonbaar te maken (zie norm 3.2).
3.4 Medicatieveiligheid Norm 4.3
Zorgverleners beschikken over een actueel medicatieoverzicht en actuele toedienlijst van de apotheek
Volgens de inspectie voldoet Herbergier Hellevoetsluis grotendeels niet aan deze norm.
Zorgverleners beschikken voor elke cliënt die medicatie gebruikt over een actuele toedienlijst van de apotheek. Een actueel medicatieoverzicht is niet beschikbaar in het zorgleefplan. De zorgondernemer geeft wel aan dat zij een medicatieoverzicht, indien nodig, direct kan opvragen bij de apotheek.
De inspectie ziet dat de zorgverleners ook informatie bijschrijven op de toedienlijst.
Voorbeelden hiervan zijn de houdbaarheidsdata van geopende medicatie en de bijvoeding die bepaalde cliënten hebben. De zorgondernemer vertelt dat de apotheek de bijvoeding niet standaard op de toedienlijst wil plaatsen, omdat het niet bij de apotheek besteld wordt.
Norm 4.8
De zorgverlener parafeert de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en toedientijd op de toedienlijst.
Volgens de inspectie voldoet Herbergier Hellevoetsluis aan deze norm.
De zorgverlener parafeert de toegediende of aangereikte medicatie per medicijn en per toedientijdstip op de toedienlijst.
De tweede controle (niet GDS-medicatie) wordt bekwaam uitgevoerd. Het is traceerbaar wie de controle uitvoert en op welke wijze.
Bijlage 1 Overzicht wet- en regelgeving, veldnormen, circulaires en rapporten
Wetgeving:
− Wet langdurige zorg (Wlz).
− Zorgverzekeringswet (Zvw).
− Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
− Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).
− Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek.
− Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ).
− Wet zorg en dwang (Wzd).
− Besluit langdurige zorg.
− Uitvoeringsbesluit Wkkgz.
− Besluit klachtenbehandeling Bopz.
− Besluit rechtspositieregelen Bopz.
− Besluit middelen en maatregelen Bopz.
− Besluit patiëntendossier Bopz.
− Besluit vaststelling van de minimumeisen voor de (verplichte) meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Veldnormen:
− Kwaliteitskader verpleeghuiszorg, 2017.
− Toetsingskader IGJ, 2017.
− Governancecode zorg, 2017.
− Kader Toezicht op goed bestuur, 2016.
− Convenant preventie seksueel misbruik, VGN, Chronisch Zieken en
Gehandicaptenraad, MEE Ned., Landelijk Steunpunt Cliëntenraden, CNV Publieke Zaak, Nu91, ABVA/KABO FNV, F.B.Z., 2007.
− Handreiking werkvoorraad geneesmiddelen, ActiZ, GGZ Nederland, VGN, 2010.
− Handreiking seksualiteit en seksueel misbruik, VGN, Kennisplein gehandicaptenzorg, 2011.
− Landelijke instructie voor Toediening Gereedmaken van medicatie in verpleeg- en verzorgingshuizen, V&VN, 2008.
− Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden, januari 2015.
− Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten, ActiZ, GGZ Ned., IGZ, KNMG, KNMP, LEVV, LHV, NFU, NHG, NICTIZ, NPCF, NVVA, NVZ, NVZA, Orde, V&VN, VWS,ZN, FNT, NMT en VGN, 2008.
− Risicovolle medicatie in verband met dubbele controle, KNMG, 2013.
Circulaires en rapporten:
− Bulletin ‘Het mag niet, het mag nooit: seksuele intimidatie door hulpverleners in de gezondheidszorg’, IGZ, augustus 2004.
− Cultuuromslag terugdringen vrijheidsbeperking bij kwetsbare groepen in langdurige zorg volop gaande, duidelijke ambities voor 2011 nodig, IGZ, december 2010.
− De dagelijkse bezetting en kwaliteit van zorg in instellingen voor langdurige zorg, Nivel, 2012.
− Extra inspanning noodzakelijk voor terugdringen vrijheidsbeperking in langdurige zorg, IGZ, 2012.
− Medicatieveiligheid flink verbeterd in herbeoordeelde instellingen langdurige zorg en zorg thuis, IGZ, 2011.
Bijlage 2 Beoordeelde documenten
- Kwaliteitsplan/verslag 2019;
- Overzicht van zorgprofielen cliënten;
- Overzicht fte’s/dienstroosters zorgverleners en behandelaars;
- Overzicht van MIC-meldingen en daarvoor ingezette verbeteracties;
- Auditrapport 2019;
- Notulen van teamoverleggen.
