BESLUIT VASTSTELLING HOGERE GRENSWAARDEN WET GELUIDHINDER.
Burgemeester en wethouders van Asten;
Gezien
Het voornemens van ons college om vrijstelling te verlenen voor het oprichten van een woning aan de Dijkstraat (naast Dijkstraat 61);
Overwegende
dat dit voornemen niet past binnen het vigerende bestemmingsplan
“Buitengebied Asten 2008”;
dat wij voornemens zijn om het bestemmingsplan “Asten Dijkstraat 61 2012” ter vaststelling voor te leggen aan de raad om de realisatie van deze woning mogelijk te maken;
dat uit het, onderdeel van deze overweging uitmakend, akoestisch rapport geluidbelasting vrijstaande woning Dijkstraat 61 Asten, dd. 26-11-2012, nr.
9989/3, blijkt dat de voorgenomen bouw van deze woning niet voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 db(A) die in de Wet geluidhinder is vastgelegd voor wegverkeerslawaai;
dat het voornemen de genoemde vrijstellingsprocedure te voeren, gelet op de Wabo, beschouwd kan worden als een verzoek om vaststelling van hogere grenswaarden overeenkomstig artikel 83 van de Wet Geluidhinder;
dat genoemd artikel 83 van de Wet Geluidhinder de mogelijkheid biedt om in buitenstedelijk gebied een hogere grenswaarde vast te stellen tot een waarde van 53 db(A);
dat wij bij de beoordeling van het verzoek om vaststelling van hogere
grenswaarden uitgaan van het gemeentelijk ontheffingsbeleid Wet Geluidhinder, zoals dat eerder door ons college is vastgesteld op 6 februari 2007;
dat in de beoordeling van het verzoek om vaststelling van hogere grenswaarden conform dit beleid overwogen moet worden of maatregelen ter bestrijding van het verkeerslawaai aan de bron, maatregelen ter beperking van het verkeerslawaai in de overdracht en maatregelen aan de nieuw te plaatsen gebouwen redelijk zijn;
dat wij bij deze beoordeling concluderen dat maatregelen ter bestrijding van het verkeerslawaai aan de bron door beperking van de verkeersintensiteit of
verlaging van de snelheid niet haalbaar zijn gezien de aard en de functie van de Dijkstraat;
dat wij bij de beoordeling concluderen dat maatregelen ter beperking van het wegverkeerslawaai aan de bron door het treffen van geluidreducerende maatregelen bezwaarlijk zijn vanuit verkeerskundige, stedenbouwkundige en financiële aard;
dat wij bij deze beoordeling concluderen dat maatregelen ter beperking van verkeerslawaai in de overdracht bezwaren van stedenbouwkundige aard ontmoeten daar het plaatsen van de geluidreducerende maatregelen nabij de bouwlocatie niet wenselijk wordt geacht of, indien aan kleinschalige maatregelen wordt gedacht, deze niet tot het beoogde geluidreducerend effect leiden;
dat wij bij de beoordeling concluderen dat maatregelen ter beperking van verkeerslawaai in de overdracht bezwaren van financiële aard ontmoeten omdat bronmaatregelen in de zin van bijvoorbeeld stil wegdek in deze situatie niet mogelijk zijn vanwege de hoge kosten;
dat wij maatregelen aan het bouwplan zullen beoordelen op de gevelwerking in het kader van toetsing aan het Bouwbesluit, waarbij voldaan moet worden aan de voorgeschreven maximale binnenwaarden bij gesloten ramen van 33 db(A);
e.e.a. overeenkomstig artikel 111, lid 2 van de Wet Geluidhinder;
dat uit het, onderdeel van deze overweging uitmakend, akoestisch rapport geluidbelasting vrijstaande woning Dijkstraat 61 Asten, dd. 26-11-2012, nr.
9989/3, blijkt dat de achtergevel van de woning voldoet aan de Wet Geluidhinder, dat de zijgevels van de woning weliswaar niet voldoen aan de Wet Geluidhinder maar die hiervoor ontheffing kan worden verleend en dat de voorgevel van de woning niet voldoet aan de Wet Geluidhinder en dat hier ook geen ontheffing verleend kan worden;
dat het terugbrengen van de geluidsbelasting van de voorgevel naar de voorkeursgrenswaarde van 48 db(A) in deze situatie niet mogelijk is;
dat geen zienswijzen zijn ingediend op het ontwerpbesluit om hogere grenswaarden Wet Geluidhinder voor deze locatie vast te stellen.
Concluderen
Dat uitvoorgaande overwegingen blijkt dat:
bij de voorgenomen ontwikkeling niet voldaan kan worden aan de
•
voorkeursgrenswaarde uit de Wet Geluidhinder;
maatregelen aan de bron en in het overgangsgebied niet realiseerbaar zijn
•
of niet tot het gewenste geluidreducerend effect leiden;
de bouwlocatie niet verplaatst kan worden naar een locatie buiten de
•
akoestische invloedssfeer van de Dijkstraat:
een ontheffing tot een maximale waarde van 53 db(A) voor de zijgevels
•
noodzakelijk is;
wij bevoegd zijn deze ontheffing te verlenen;
•
dat de achtergevel voldoen aan de Wet Geluidhinder;
•
dat om de nieuwe woning te kunnen realiseren, zonder in conflict te
•
komen met de geluidnormstelling, de voorgevel van deze woning uitgevoerd moet worden als een akoestisch dove gevel als bedoeld in artikel 1b lid 5 van de Wet Geluidhinder;
na het verkrijgen van deze ontheffing tot de genoemde hogere waarden
•
met een gevelberekening nog aangetoond zal moeten worden dat de externe scheidsconstructie van de nieuwe woning een voldoende geluidwering biedt.
Besluit
Gelet op de Wet Geluidhinder en de Algemene Wet bestuursrecht, als 1.
hogere grenswaarden ten behoeve van het bestemmingsplan “Asten Dijkstraat 61 2012” voor de bouw van een woning aan de Dijkstraat maximaal 53 db(A) vast te stellen.
Dit besluit op grond van artikel 110c, lid 2 van de Wet Geluidhinder met 2.
de daarop betrekking hebbende stukken en gelijktijdig met het ontwerp- bestemmingsplan “Asten Dijkstraat 61 2012” ter inzage te leggen voor een periode van 6 weken. Gedurende deze periode kan een ieder naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze over het ontwerp naar voren brengen.
College van burgemeester en wethouders van Asten
mr. W.M.A. Verberkt mr. H.G. Vos
secretaris burgemeester
