• No results found

Mandaat en volmacht personeelsaangelegenheden Algemene Rekenkamer 2014

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Mandaat en volmacht personeelsaangelegenheden Algemene Rekenkamer 2014"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit mandaat en volmacht personeelsaangelegenheden Algemene Rekenkamer 2014

De secretaris van de Algemene Rekenkamer,

Overwegende dat de aanpassing van de hoofdstructuur van de Algemene Rekenkamer vraagt om aanpassing van het mandaatbesluit

personeelsaangelegenheden Algemene Rekenkamer 2010;

Overwegende dat de secretaris een aantal bevoegdheden betreffende personeelsaangelegenheden wenst te mandateren aan de directeuren;

Gelet op artikel 2 van de Instructies voor de secretaris, vastgesteld bij Besluit van 20 april 2004;

Besluit:

Artikel 1. Secretaris

1, Conform artikel 1 van de Instructies voor de secretaris, vastgesteld bij besluit van 20 april 2004, is de secretaris belast met de ambtelijke leiding van al hetgeen de Algemene Rekenkamer betreft. Daartoe behoren in ieder geval:

a. het inzetten van organisatie- en formatieveranderingen naar aanleiding van de door het college vastgestelde hoofdstructuur;

b. beslissen over de inzet van externen voor de categorieën interim- management en organisatie- en formatie-advies;

c. besluiten tot toepassing van disciplinaire maatregelen als bedoeld in artikel 80 tot en met 84 en de artikelen 91 en 92 van het Algemeen Rijksambtenaren reglement;

d. besluiten tot toepassing van hardheidsclausules, zoals opgenomen in het Algemene Rijksambtenarenreglement (ARAR) en interne regelingen van de Algemene Rekenkamer;

e. besluiten tot toepassing van een bijzondere aanstelling in tijdelijke dienst, goedkeuring van buitengewoon verlof en besluiten in het kader van een reorganisatie als bedoeld in de artikelen 6a, 34, 34e, 49a tot en met 49q van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

f. besluiten tot ontslag conform de artikelen 98 en 99 van het Algemene Rijksambtenarenreglement en ontslag op eigen verzoek met

vertrekregeling;

Afd. nr. 14006286

(2)

g. besluiten tot toepassing van hardheidsclausules, zoals opgenomen in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, daaruit afgeleide regelingen en interne regelingen van de Algemene Rekenkamer;

h. het vaststellen van niet-individuele regelingen voor zover de Ambtenarenwet, het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA) dan wel daaruit voortvloeiende regelgeving deze mogelijkheid bieden;

i. het vaststellen van regels op het gebied van personeelsaangelegenheden;

j.

het geven van aanwijzingen op het gebied van personeel s aangelegenheden;

k. besluiten over personeelsaangelegenheden ten aanzien van de onder de secretaris ressorterende functionarissen.

2. Aan de secretaris wordt tevens mandaat verleend tot het nemen van

beslissingen op bezwaarschriften. De secretaris informeert het college zodra een dergelijk bezwaarschrift aanhangig is. Tevens informeert hij’ het college over de afhandeling daarvan.

3. Van het gestelde onder het tweede lid zijn uitgezonderd de besluiten die de secretaris zelf krachtens mandaat heeft genomen. Ten aanzien van die besluiten neemt het college de beslissingen op bezwaarschriften.

4. Bij langdurige afwezigheid van de secretaris blijven de bevoegdheden op het gebied van personeelsaangelegenheden bij de president. Bij korte afwezigheid van de secretaris worden besluiten inzake personeelsaangelegenheden aangehouden tot na zijn terugkeer; besluiten met een spoedeisend karakter kunnen in dat geval door de president worden genomen.

Artikel 2. Onderzoeksdirecteur

1. De onderzoeksdirecteur wordt mandaat en volmacht verleend met betrekking tot de personele aangelegenheden die verband houden met zijn taken en de taken van de onder hem ressorterende onderdelen, onverminderd de mandaatverlening in artikel 1. De onderzoeksdirecteur neemt bij de uitoefening van zijn mandaat artikel 5 van dit besluit in acht.

1 Waar in dit besluit “zijn” staat wordt geacht ook haar’ te kunnen staan.

Afd. nr. 14006286

(3)

2. Tot de aangelegenheden, bedoeld in het eerste lid, behoren in ieder geval:

a. de taken van integraal management op personeelsgebied;

b. het Ieidinggeven aan de onder de onderzoeksdirecteur ressorterende functionarissen.

3. Bij afwezigheid van de onderzoeksdirecteur treedt een van de andere onderzoeksdirecteuren of de stafdirecteur in zijn plaats. Bij korte afwezigheid worden besluiten inzake personeelsaangelegenheden aangehouden; besluiten met een spoedeisend karakter kunnen in dat geval door de secretaris worden

genomen.

Artikel 3. Stafdirecteur

1. De stafdirecteur wordt mandaat en volmacht verleend met betrekking tot de aangelegenheden die verband houden met zijn taken en de taken van de onder hem ressorterende onderdelen, onverminderd de mandaatverlening in artikel 1. De stafdirecteur neemt bij de uitoefening van zijn mandaat artikel 5 van dit besluit in acht.

2. Tot de aangelegenheden, bedoeld in het eerste lid, behoren in ieder geval:

a. de taken van integraal management op personeelsgebied;

b. het leidinggeven aan de onder de stafdirecteur ressorterende functionarissen.

3. Bij langdurige afwezigheid van de stafdirecteur treedt een van de

onderzoeksdirecteuren in zijn plaats. Bij korte afwezigheid worden besluiten inzake personeelsaangelegenheden aangehouden; besluiten met een spoedeisend karakter kunnen in dat geval door de secretaris worden genomen.

Artikel 4. Sectormanager

1. De sectormanager wordt mandaat en volmacht verleend om besluiten te nemen in het personeelsinformatiesysteem voor zover de sectormanager in het

personeelsinformatiesysteem is geautoriseerd. De autorisatie geldt voor individuele besluiten voor medewerkers uit de sector, voorzover deze besluiten voortvloeien uit het ARAR of het BBRA. De sectormanager neemt bij de uitoefening van zijn mandaat artikel 5 van dit besluit in acht.

2. Bij langdurige afwezigheid van de sectormanager benoemt de directeur zo nodig een vervanger.

Afd, nr. 14006286

(4)

Artikel 5. Procedure en begrenzing mandaat

In het algemeen geldt een informatie-, signalerings en verantwoordingsplicht jegens degene die het mandaat en de volmacht heeft verleend. Dit geldt in het bijzonder voor die gevallen waarin leidinggevenden willen afwijken van het personeelsbeleid, het ARAR, het BBRA, het personeelsbeleid van de Algemene Rekenkamer, budgetafspraken, aanwijzingen van de secretaris en adviezen van de sector P&O/FAZA.

Voor elke functionaris aan wie bij dit besluit mandaat en volmacht is verleend geldt het volgende:

1. Directeuren leggen besluiten over werving en selectie, belonen, overwerk, in- en doorstroom, ontslag, detachering, interne overplaatsing tussen directies, plaatsing in een andere functie, ophoging van aanstellingsuren, meer werken in het kader van IKAP en bijzondere verlofvormen (zoals levensloopverlof,

studieverlof, pas-regeling) en andere rechtspositioneel, formatief en/of budgettair meer complexe besluiten vooraf aan de personeelsadviseur voor ter toetsing. De personeelsadviseur toetst het besluit aan het ARAR, BBRA, het beleid van de Algemene Rekenkamer, budgetafspraken en aanwijzingen van de secretaris. Voor zover deze besluiten betrekking hebben op sectormanagers, stemt de directeur deze besluiten na toetsing door de personeelsadviseur eerst af met de secretaris.

2. Sectormanagers leggen besluiten waarvoor zij in het

personeelsinformatiesysteem zijn geautoriseerd en die betrekking hebben op de onderwerpen die genoemd zijn in artikel 5 lid 1 vooraf aan de personeelsadviseur voor ter toetsing. De personeelsadviseur toetst het besluit aan het ARAR, BBRA, het beleid van de Algemene Rekenkamer, budgetafspraken en aanwijzingen van de secretaris. Daarna gaat het besluit met het advies van de personeelsadviseur naar de directeur voor goedkeuring. De sectormanager kan het besluit daarna in het personeelsinformatiesysteem afhandelen.

3. Een directeur of sectormanager kan bij besluiten die genoemd zijn in artikel 5 lid 1 uitsluitend afwijken van het advies van de personeelsadviseur na

goedkeuring van de secretaris. Degene die dat besluit neemt informeert de personeel s adviseur.

4. Rechtspositioneel, formatief en/of budgettair minder complexe besluiten over werktijden, verlaging van aanstellingsuren, reiskosten en regulier verlof,

Afd. nr. 14006286

(5)

compensatieverlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof, ouderschapsverlof, adoptieverlof, zorgverlof, calamiteitenverlof, en IKAP-aanvragen worden genomen conform het ARAR, BBRA, het beleid van de Algemene Rekenkamer,

budgetafspraken en aanwijzingen van de secretaris. Zo nodig ondersteunt de personeelsadviseur. Een directeur of sectormanager informeert de

personeelsadviseur over besluiten tot verlaging van aanstellingsuren.

5. Voor besluiten die aan de secretaris zijn voorbehouden kunnen directeuren voorstellen indienen bij de secretaris. Zij voegen bij dat voorstel het advies van de personeel s adviseur.

6. De directeuren en sectormanagers leggen periodiek verantwoording af over de aan hen gemandateerde verantwoordelijkheden en bevoegdheden en zij

verstrekken de secretaris regelmatig inlichtingen over de resultaatgebieden en prestatie-indicatoren die zijn vastgelegd in hun kernprofiel in het functiegebouw.

7. Voor het afstemmings- toetsings- en besluitvormingsproces geldt een informatieplicht richting de personeelsadviseurs.

Artikel 7. Sectormanager P&O/FAZA, sectormanager B&C en controller

1. De directeuren zijn verantwoordelijk voor de personeelsbudgetten. De sectormanager P&O/FAZA ondersteunt de directeuren bij het beheer van de personeelsbudgetten. De sectormanager B&C levert maandelijks

managementinformatie aan. De sectormanager P&O/FAZA ziet met de controller toe op het budgetbeheer van de directeuren.

2. De sectormanager P&O/FAZA beheert het centrale opleidingsbudget.

3. De sectormanager P&O/FAZA is beslissingsbevoegd ten aanzien van en verantwoordelijk voor het beheer van de materiële budgetten voor personeel s aangelegenheden.

4. De controller ziet toe op de registratie van het afstemmings-, toetsings- en besluitvormingsproces en op controle achteraf van de juiste uitvoering van besluiten over personele aangelegenheden. De controller verkrijgt hiertoe alle informatie die hij nodig acht voor het uitvoeren van zijn taak. De controller rapporteert hierover aan de secretaris.

Afd. nr. 14006286

(6)

Artikel 8. Ondertekening

1. De ondertekening van een krachtens dit mandaatbesluit genomen besluit luidt als volgt:

De Algemene Rekenkamer, namens deze,

handtekening

<naam,>

<functie>

2. Het eerste lid is niet van toepassing op elektronische besluiten die worden genomen via het P-Direktportaal. Uit deze besluiten blijkt welke functionaris ze krachtens mandaat heeft genomen.

Artikel 9. Inwerkingtreding

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 7 oktober 2014 en werkt terug tot en met 1 oktober 2014., Het Mandaatbesluit personeelsaangelegenheden

Algemene Rekenkamer 2010, vastgesteld bij Besluit van 1 juli 2010, vervalt met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.

2. Dit besluit wordt gezonden aan de minister van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties. In de Staatscourant wordt een verwijzing opgenomen naar de website van de Algemene Rekenkamer waarop het besluit gepubliceerd wordt.

3. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Besluit mandaat en volmacht personeelsaangelegenheden Algemene Rekenkamer 2014’.

Den Haag, 7 oktober 2014

dr. Ellen M.A. van Schoten RA, secretaris

Afd, nr. 14006286

(7)

Aldus goedgekeurd in de vergadering van de Algemene Rekenkamer van 7 oktober 2014.

drs. Saskia 3. Stuivelin, dr. Ellen M,A. van Schoten RA,

president secretaris

Afd. nr. 14006286

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij deze afweging heeft de combinatie van de mogelijkheden die Kamp Nieuw Milligen, onder andere vanwege de meer centrale locatie, biedt op de elementen fit for purpose kazerne

Verlof toe te staan aan Dirk Lemmens, korpschef, voor de periode van 22 december 2014 tot en met 4 januari 2015 en volgende commissarissen aan te duiden als vervangend korpschef

6.1 Jaarverslag 2013 Bondsbestuur 6.2 Jaarverslag 2013 Werkorganisatie 6.3 Jaarverslag 2013 Commissie van Beroep 6.4 Jaarverslag 2013 Tuchtcommissie 6.5 Jaarverslag

Vanuit de Commissie Welzijn kwam de vraag naar voren waar de aanvullende subsidies uit het Begrotingsakkoord 2014, met name het bedrag ad € 180.000,00 aan besteed worden. Een

een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent.’ Voor de gemeente is artikel 156 Gemeentewet van belang, op basis van dit artikel is delegatie in beginsel mogelijk

Artikel 7: Vanaf 15 februari tot en met 31 oktober 2021 wordt vaccinatiecentrum De Zoerla bewegwijzerd ter hoogte van volgende locaties (voorsignalisatieborden worden geplaatst):.

betreft het verlof van een gemeente- directeur, voor zover het betreft het organisatieonderdeel waaraan deze leiding geeft., directeur Werkse; directeur Museum Prinsenhof

Let wel dat er een lengte van 25 meter en breedte 2,5 meter (minimum) moet kunnen worden vrijgemaakt. Op een plein in de nabije omgeving van de school, indien door het gemeente-