Eerste Kamer der Staten-Generaal
1
Vergaderjaar 2021–2022
35 961 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met aanpassing van de tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen
B BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 november 2021
Op 18 november heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Inzet coronatoegangsbewijzen bij niet-essentiële detailhandel en
niet-essentiële dienstverlening op publieke plaatsen.
Op 23 november staat de behandeling van dit wetsvoorstel door uw Kamer geagendeerd voor de procedurevergadering van 18.00 uur van de gecombineerde commissies. In mijn brief van 15 november jl. heb ik u verzocht zo spoedig mogelijk over te gaan tot behandeling van het wetsvoorstel. Indien u besluit tot spoedige bespreking van het wets- voorstel, dan zou ik het op prijs stellen als u hier ook het beoogde moment van stemming in mee kunt nemen met het oog op de inwerking- treding van het wetsvoorstel. Vanwege de ontwikkeling van de epidemie kan dit wetsvoorstel een belangrijke rol spelen in de bestrijding ervan.
Indien uw Kamer het wetsvoorstel aanneemt, dan is het moment van stemming bepalend voor de termijn van inzetbaarheid van het instrument.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
kst-35961-B ISSN 0921 - 7371
’s-Gravenhage 2021 Eerste Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 35 961, B
