• No results found

Semantiek 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Semantiek 1"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Semantiek 1

college 4 Jan Koster

1

(2)

Uitgangspunt sinds vorige week

Semantiek is representationeel (en niet referentieel), gebaseerd op interpretaties van sprekers en hoorders

Geen scherpe scheiding tussen semantiek en pragmatiek

(3)

Zinssemantiek

Vorige week: lexicale semantiek, deze week zinssemantiek

Gebaseerd op “waarheid” van en tussen zinnen

Waarheidscondities: datgene in de werkelijkheid dat zin waar maakt

Waarheidswaarden: waar (T = “true”) en onwaar (F = “false”)

3

(4)

Geen waarheidswaarden zonder interpretatie

Groningen is groter dan Amsterdam

Oneindig aantal interpretaties

Sommige kunnen waar zijn andere onwaar

Ook hier dus geen semantiek zonder

pragmatiek: waarheid geen eigenschap van zinnen maar van geïnterpreteerde zinnen

(5)

Begrippen in de zinssemantiek

synonymie

entailment (logische implicatie)

presuppositie

contradictie

tautologie

5

(6)

Synonymie (zinnen)

Zin A en zin B hebben dezelfde betekenis Mijn broer is vrijgezel

Mijn broer is nooit getrouwd

Geen echte synonymie

Bij zinnen nog moeilijker te vinden dan bij

(7)

Actief-Passief

Synoniem?

Jan slaat Piet

Piet wordt geslagen door Jan

Vgl. Zinnen met kwantoren:

Iedereen kent twee talen

Twee talen worden door iedereen gekend

7

(8)

Entailment

Als zin A waar is is B automatisch ook waar

De anarchist vermoordde de keizer De keizer is dood

Denk om context, wereldbeeld etc.

(9)

Presuppositie

Zin B moet waar zijn als

achtergrondsvoorwaarde voor zin A

De burgemeester van Groningen is een vrouw

Er is een burgemeester van Groningen

Klopt dit in alle contexten?

9

(10)

Contradictie

Zin A is een contradictie van zin B als zin A de waarheid van zin B uitsluit

Marie is net terug uit Amsterdam

Marie is nooit in Amsterdam geweest

Marie is zogenaamd net terug uit A’dam

(11)

Tautologie

Zin die waar is op grond van zijn eigen betekenis (niet informatief)

Nederland is Nederland Rijke mensen zijn rijk

Een zin is altijd informatief te máken

11

(12)

Propositielogica

Je moet wat kennis van de formele logica hebben om semantische literatuur te lezen

Propositielogica is eenvoudigste vorm

Alleen zinnen en connectieven (verbin- dingswoorden als niet, en, of, als...dan)

Geen kwantoren (alle, sommige, vele, etc.). Volgende stap: predikatenlogica.

(13)

Logica

Aristoteles: syllogistische logica

Moderne formele logica: sinds tweede helft 19de eew (Frege, etc.)

Syllogismen zijn geldige gevolgtrekkins- schema’s

Formele logica ontwikkeld in samenhang met moderne wiskunde (verzamelingen, relaties, functies, etc.)

13

(14)

Voorbeeld syllogisme

Disjunctief syllogisme:

1) A is het geval of B is het geval 2) A is niet het geval, dus:

3) B is het geval

Deductieve, geldige redenering

1) en 2) = premissen, 3) = conclusie

(15)

Moderne, formele notatie

1) p v q 2) ¬ p

____________

3) q

Premissen boven de streep, conclusie onder de streep

______________

15

(16)

Notatie propositielogica

Zinnen: p, q, r...

Connectieven:

– negatie: “niet”, ¬

– conjunctie: “en”, , &

– disjunctie: “of”,

– materiële implicatie: “als...dan”, , 

– equivalentie: “dan en slechts dan”, , 

(17)

Waarheidstabellen

Ook wel “waarheidstafels” genoemd

Leggen betekenis van connectieven vast

Wat moeilijk is in het begin: gebruik komt niet precies overeen met de rijkdom van de natuurlijke taal. Geïdealiseerde,

vereenvoudigde “taal” om structuur redeneringen te verhelderen

17

(18)

Logische negatie

(19)

Logische conjunctie

Alleen waar als p en q allebei waar zijn

19

(20)

Logische disjunctie

Het inclusieve “of”: waar als minstens

(21)

Exclusief “of”

21

óf...óf: niet waar als p en q beide waar zijn

(22)

Logische implicatie

Ook wel materiële implicatie

Garandeert: ware premisse ware conclusie

(23)

Voldoende voorwaarde

Als het regent, dan worden de straten nat

Als het niet regent (F), kunnen de straten al dan niet nat worden (T of F)

Voldoende voorwaarde, geen

noodzakelijke voorwaarde: straten kunnen ook nog ergens anders nat door worden

23

(24)

natuurlijke taal rijker

Soms causaal verband

Als Marie naar de bioscoop gaat, dan gaat Jan ook

Counterfactuals

Als ik een struisvogel zou zijn, dan zou ik een vogel zijn

Als ik een struisvogel zou zijn, dan zou ik geen vogel zijn

(25)

Logische equivalentie

“dan en slechts dan als” (desda), “if and only if” (iff)

noodzakelijke én voldoende voorwaarde

25

(26)

Enige klassieke syllogismes

modus ponens

modus tollens

hypothetisch syllogisme

disjunctief syllogisme

(27)

Modus ponens

p  q

p

____________

q

27

(28)

Modus tollens

p  q

 q

___________

 p

(29)

Hypothetisch syllogisme

p  q

q  r

___________

p  r

transitiviteit

29

(30)

Disjunctief syllogisme

p  q

 p

_______

q

(31)

Waarheid met of zonder empirie

epistemologisch

a priori vs. a posteriori

ontologisch (metafysisch) noodzakelijk vs. contingent

semantisch

analytisch vs. synthetisch

31

(32)

Entailment (1)

Als p als logische implicatie (entailment) q heeft, dan is q automatisch waar als p

waar is. Bovendien is p automatisch onwaar als q onwaar is

De anarchist vermoordde de keizer De keizer is dood

(33)

Entailment (2)

Deze tabellen definiëren geen

connectieven (zoals de andere tabellen), maar geven relaties tussen zinnen weer

33

(34)

Synonymie

Voorbeeld: actief-passief

Jan slaat Piet

Piet wordt geslagen door Jan

(35)

Contradictie

Zinnen die niet beide waar kunnen zijn Jan stal een auto

Jan stal geen auto

35

(36)

Presuppositie (1)

Presuppositie: achtergrondvoorwaarde;

blijft waar onder negatie

Mijn zus woont in Parijs

Mijn zus woont niet in Parijs Presuppositie: ik heb een zus

(37)

Entailment (3)

Verschil met presuppositie: entailments blijven niet geldig onder negatie

We hebben zijn vader gezien

=We hebben iemand gezien

We hebben zijn vader niet gezien

≠ We hebben iemand gezien

37

(38)

Presuppositie (2)

Bertrand Russell (1905):

De huidige koning van Frankrijk is kaal

Falende presupposities

Twee opvattingen: 1) waar/onwaar (T/F) niet van toepassing, 2) zin onwaar (F)

(39)

Bekende presupposities (1)

Factieven

Jan betreurt dat het regent Jan gelooft dat het regent

Eerste zin heeft factief werkwoord:

presupposite dat complement feit uitdrukt

39

(40)

Bekende presupposities (2)

Focus-constructies (wat geen focus is is presuppositie)

Cleft

Het is een boek dat Jan las Het is Jan die een boek las

Pseudo-cleft

Wat Jan las was een boek

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

This signi ficantly exceeds the Eddington luminosity for even the most supermassive black holes known in the universe by several orders of magnitude.. Our original conclusions for

Proefstation voor de Groente- en Fruitteelt onder Glas, Naaldwijk Instituut voor Plantenziektenkundig Onderzoek, Wageningen The source of infection with Arabis mosaic virus (AMV)

Het is belangrijk om inzichtelijk te maken (1) wie baat heeft bij ecosysteemdiensten in een landschap, (2) wie die diensten kan leveren en (3) hoe, mede op basis van dat inzicht,

Ook hier zou na de eerste reactie van het dier op de stick de test kunnen worden afgebroken omdat tussen de 30 en 40% van de dieren geen tweede gedrag en tussen de 80 en 90% van

Het project Pig Chase is een voorbeeld van pragmatische ethiek, die niet zoekt naar zekerhe- den en definitieve antwoorden, maar ervaringen creëert waarin met het publiek

en HNO_ gedoseerd. Cu werd vrijwel niet gegeven en van Fe i van de hoeveelheid. Magnesium is doorgaans in halve concentratie gedoseerd. Regelmatig is extra HNO^ gegeven. Fe is in -J-

Oit verslag geeft de analyseresultaten van Pb, Cd, vrij blauwzuur, het totaal chloridegehalte en de pH van verschillende veevoeders, afl<omstig van een

sierwaarde sierwaarde sierwaarde/takstevigheid produktie produktie houdbaarheid/produktie sierwaarde takstevigheid takstevigheid takstevigheid takstevigheid takstevigheid