Darmkanker
Darmkanker
Als u dikke darmkanker of endeldarmkanker heeft, komt er veel op u af. U belandt in een achtbaan van emoties, u zult misschien moeilijke beslissingen moeten nemen. Tergooi helpt u daarbij. Bijvoorbeeld door belangrijke informatie voor u op een rij te zetten. Ook uw arts en coloncareverpleegkundige in Tergooi zullen u goed voorlichten en goede adviezen geven.
Wat is darmkanker eigenlijk? Om dit duidelijk te maken, leggen we eerst uit hoe het spijsverteringskanaal werkt.
Het spijsverteringskanaal
Als u eet, kauwt u het voedsel in de mond fijn en vermengt het met speeksel. Als u het hebt doorgeslikt, komt het in de slokdarm. Door samentrekkende bewegingen van de slokdarm
wordt het eten naar de maag geduwd.
Dunne darm
De maag kneedt het voedsel en mengt het met maagsap. Daarna geeft de maag het voedsel beetje bij beetje af aan de dunne darm. De dunne darm is drie tot vijf meter lang. De dunne darm haalt de nuttige stoffen uit de voedselbrij en beweegt de brij met water en zouten naar de dikke darm. In de dikke darm wordt het water en de zouten opgenomen in het bloed. De voedselbrij is dan ‘ingedikt’ en bevat alleen nog afvalstoffen die als ontlasting via de anus het lichaam verlaten.
Dikke darm, sigmoïd, endeldarm en sluitspier
De dikke darm is ongeveer anderhalve meter lang. De dikke darm bestaat uit een aantal delen. De dikke darm begint rechtsonder in de buik. Aan het begin van de dikke darm hangt het wormvormig aanhangsel. Dit noemen we de blinde darm, de medische term is appendix.
Rechts in de buik, tot aan de lever, loopt het stijgende deel van de dikke darm. Bij de lever maakt de dikke darm een bocht en loopt onder de maag door naar links. Dit noemen we het dwarslopende deel. Daarna loopt de darm links in de buik naar beneden: het dalende deel. Dit gaat over in een S-bocht (sigmoïd). Het laatste deel van de dikke darm bestaat uit de endeldarm (rectum). Deze eindigt met de sluitspier (anus).
Wat is kanker?
Er zijn meer dan honderd soorten kanker. Ze kunnen op verschillende plaatsen in het lichaam optreden. Elke soort is een andere ziekte. Al deze ziekten hebben wel één ding gemeen: een ongeremde celdeling.
Celdeling
Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen. Cellen vormen de bouwstenen van ons lichaam. Voortdurend vormen zich nieuwe cellen. Dit is nodig om te kunnen groeien, maar ook om beschadigde en verouderde cellen te vervangen. Nieuwe cellen ontstaan door celdeling. Bij celdeling ontstaan uit één cel twee nieuwe cellen. Die delen zich op hun beurt ook weer, enzovoort.
Geregelde celdeling
Celdeling gebeurt niet zomaar. Ons lichaam regelt en controleert deze deling van cellen heel goed. De informatie die hiervoor nodig is, ligt vast in onze genen. Genen zijn eenheden met informatie die we van onze ouders hebben geërfd. Dit erfelijk materiaal noemen we ook wel DNA. DNA komt voor in bijna elke lichaamscel.
Ontregelde celdeling
invloeden. Doorgaans herstellen ‘repareer’-genen de schade weer. Helaas kan een cel op den duur onherstelbaar beschadigd raken. Dit kan leiden tot veranderingen in genen die de deling, groei en ontwikkeling van zo’n cel regelen. De celdeling raakt dan ontregeld. Er ontstaat een overmatige celdeling die tot een gezwel of tumor leidt.
Goedaardig en kwaadaardig
Er zijn goedaardige en kwaadaardige tumoren. Alleen bij kwaadaardige tumoren spreken we van kanker.
Goedaardige tumoren zijn meestal goed afgegrensd: ze groeien niet door andere weefsels heen en verspreiden zich niet door het lichaam. Een wrat is bijvoorbeeld een goedaardige tumor. Zo’n tumor kan wel tegen omliggende lichaamsdelen
aandrukken. Dit kan zo hinderlijk zijn, dat we de tumor moeten verwijderen.
Bij kwaadaardige tumoren zijn de regelmechanismen zo beschadigd dat ons lichaam de celdeling niet meer onder controle krijgt. Een kwaadaardig gezwel drukt niet alleen de omliggende weefsels opzij, maar kan daar ook naar binnen groeien.
Uitzaaiingen
Bij een kwaadaardige tumor kunnen cellen losraken. De tumorcellen verspreiden zich in het lichaam via het bloed of de lymfe. Zo kunnen kankercellen in andere organen
terechtkomen en ook daar uitgroeien tot tumoren. Dit zijn uitzaaiingen. De medische term hiervoor is: metastasen. Het zijn uitbreidingen van de oorspronkelijke kankercellen op een of meer plaatsen in het lichaam.
Dikkedarmkanker
In Nederland stellen we jaarlijks bij ongeveer 14.000 mensen dikkedarmkanker vast. De meeste tumoren ontstaan in de laatste delen van de dikke darm: het sigmoïd en de
endeldarm. De dikkedarmtumor groeit door de lagen van de darmwand heen. Rondom de darmen bevindt zich een uitgebreid systeem van lymfvaten en lymfklieren. Naarmate een tumor verder in de darmwand groeit, wordt het risico groter dat tumorcellen losraken. Via het lymfvocht kunnen ze in de lymfklieren terechtkomen en daar uitzaaiingen vormen.
Cellen van een dikkedarmtumor kunnen zich ook via het bloed verspreiden. Zo kunnen op andere plekken in het lichaam uitzaaiingen ontstaan, bijvoorbeeld in de lever, longen of botten. Daarnaast kunnen losgeraakte cellen van een dikkedarmtumor in de buikholte terechtkomen en zich daar nestelen.
Klachten
Als een tumor zich in de dikke darm bevindt, kunnen diverse klachten ontstaan. De klacht is sterk afhankelijk van de plaats waar de tumor zit. In het laatste deel van de dikke darm is de ontlasting al ingedikt. Als de tumor zich in dit gedeelte bevindt, kan dit de volgende klachten veroorzaken:
veranderingen in het ontlastingspatroon, bijvoorbeeld verstopping of afwisselend verstopping en diarree
bloed of slijm bij de ontlasting loze aandrang
Als de tumor zich in het begin van de dikke darm bevindt, treden klachten vaak later op dan bij een tumor in het laatste deel van de dikke darm. Omdat de ontlasting daar nog dun is, kan het de tumor gemakkelijk passeren. De eerste klachten zijn vaak:
vermoeidheid en duizeligheid door ongemerkt bloedverlies vage buikpijn
een gevoelige of pijnlijke plek in de rechter onderbuik zwarte ontlasting als gevolg van bloedverlies in de darm
Darmkankercentrum
Als u een darmoperatie moet ondergaan, coördineren we op het Darmkankercentrum alle zorg die u nodig heeft. Uw aanspreekpunt op het darmkankercentrum is een
gespecialiseerde coloncareverpleegkundige. Zij zijn gespecialiseerd in alle zorg rond een operatie aan de dikke darm. Zij geven u en uw naaste familieleden informatie en
begeleiden u voor en na de operatie.
Na het darmonderzoek bezoekt u uw specialist en eventueel een van deze gespecialiseerde coloncareverpleegkundigen. Zij geven u dan alvast algemene informatie over wat er komen gaat. Ook krijgt u een afspraak bij de chirurg die zich gespecialiseerd heeft in operaties van het maag-darmkanaal. Dit noemen we een gastro-enterologisch chirurg of GE-chirurg.
Onderzoek
Darmkankeronderzoek
Coloscopie, onderzoek dikke darm
Behandeling
Darmkankeroperatie herstelprogramma
Contact
Chirurgie T 088 753 11 10
klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur
Darmkankercentrum T 088 753 32 23
coloncarepoli@tergooi.nl
Ma t/m vr 08:00 – 12:00 en 13:00-16:00uur
Endoscopie-afdeling T 088 753 16 10
Ma t/m vrij van 08:00 – 16:30 uur.
GE-chirurgie polikliniek T 088 753 11 10
Ma t/m vr 08:00 - 16:30 uur
Maag-, Darm-, Leverziekten - Polikliniek T 088 753 16 10
klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr van 08:00 – 16:30 uur