• No results found

Natuurcompensatie Perkpolder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Natuurcompensatie Perkpolder"

Copied!
67
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nu . . .

Straks . . .

Vraagspecificatie deel 2 - proceseisen

(2)

Documenttitel Natuurcompensatie Perkpolder Vraagspecificatie deel 2 - proceseisen Verkorte documenttitel Perkpolder - VS2

Status Definitief Datum 25 mei 2012

Projectnaam Natuurcompensatie Perkpolder Projectnummer 9T9564.D0

Opdrachtgever Dienst Landelijk Gebied, regio Zuid Referentie 9T9564.D0/R0010/LMOY/NTEK/Rott

Auteur(s) Ing. M.W. van der Ven, ir. L.F. Mooyaart Collegiale toets Ir. K.A.J. van Gerven

Datum/paraaf 25 mei 2012

Vrijgegeven door Ing. M.W. van der Ven Datum/paraaf 25 mei 2012

(3)

INHOUDSOPGAVE

Blz.

1  INLEIDING 1 

1.1  Doelstelling 1 

1.2  Leeswijzer 1 

2  PROJECTMANAGEMENT 2 

2.1  Plannen van de Werkzaamheden 2 

2.2  Interactie met de Opdrachtgever 5 

3  OMGEVINGSMANAGEMENT 7 

3.1  Vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en/of toestemmingen 7 

3.2  Communiceren met derden 9 

3.3  Bereikbaarheid, veiligheid en hinderbeperking 13 

3.4  Kabels en leidingen 15 

3.5  Archeologische vondsten 19 

3.6  Niet-gesprongen explosieven (NGE’s) 21 

3.7  Waterhuishouding 22 

4  TECHNISCH MANAGEMENT 23 

4.1  Ontwerpfase: Specificeren 23 

4.2  Ontwerpfase: Ontwerpen 25 

4.3  Ontwerpfase: Verifiëren 27 

4.4  Uitvoeringsfase: Realiseren objecten 29 

4.5  Uitvoeringsfase: Keuren en testen 30 

4.6  Uitvoeringsfase: opleveren 31 

4.7  Bodem- en milieumaatregelen 33 

4.8  Uitvoeren tijdelijk beheer en onderhoud en onderhoudstermijn

conform paragraaf 27 UAV-GC 37 

4.9  Uitvoeren bouwkundige opnamen en deformatiemetingen 39 

5  INKOOPMANAGEMENT 40 

5.1  Inschakelen zelfstandig hulppersoon 40 

6  PROJECTBEHEERSING 41 

6.1  Risicomanagement 41 

6.2  Planningsmanagement 43 

6.3  Financieel management 44 

7  PROJECTONDERSTEUNING 47 

7.1  Kwaliteitsmanagement 47 

7.2  Veiligheids- en gezondheidsmanagement 49 

7.3  Organisatiemanagement 51 

7.4  Documentmanagement 53 

(4)

1 INLEIDING 1.1 Doelstelling

Het voorliggende contractdocument betreft Vraagspecificatie deel 2 en is onderdeel van de Overeenkomst. Deze Vraagspecificatie beschrijft de (voornamelijk algemene) eisen die worden gesteld aan de processen en de resultaten daarvan (niet zijnde de te realiseren en tijdelijk te onderhouden Objecten), die de Opdrachtgever minimaal noodzakelijk acht voor een beheerste contractuitvoering.

Voor de onderhavige overeenkomst is gekozen voor een aanpak van

kwaliteitsbeheersing en –borging door de Opdrachtnemer. Opdrachtgever wenst op afstand te blijven staan van het proces en producten van de Opdrachtnemer. Van de Opdrachtnemer wordt een beheerste werkwijze en borging daarvan geëist.

Gegeven de wens om op afstand te blijven zal Opdrachtgever door middel van het toepassen van Systeemgerichte contractbeheersing (SCB) het Werk begeleiden. Binnen SCB maakt Opdrachtgever gebruik van een mix van systeem-, proces- en

producttoetsen, om zeker te stellen dat eisen uit de Overeenkomst worden bereikt en dat Risico’s voor de Opdrachtgever op een acceptabel niveau blijven.

1.2 Leeswijzer

Vraagspecificatie deel 2 is opgebouwd uit de volgende processen:

Hoofdstuk 2: Projectmanagement;

Hoofdstuk 3: Omgevingsmanagement;

Hoofdstuk 4: Technisch management;

Hoofdstuk 5: Inkoopmanagement;

Hoofdstuk 6: Projectbeheersing;

Hoofdstuk 7: Projectondersteuning.

Elk van de hoofdstukken beschrijft een proces en kan nader zijn onderverdeeld in deelprocessen. Voor ieder (deel)proces is de volgende indeling aangehouden:

1) Doelstelling: Hierin staat beschreven welke doelen Opdrachtgever nastreeft met het betreffende proces.

2) Activiteiten: De activiteiten die gevraagd worden binnen het proces.

3) Te leveren producten en diensten: Hierin wordt benoemd welke producten en diensten concreet worden verlangd.

4) Proceseisen: De eisen die gesteld worden aan het uitvoeren van activiteiten.

5) Producteisen: De eisen die gesteld worden aan producten voortkomend uit het uitvoeren van activiteiten.

In deze Vraagspecificatie deel 2 zijn de documenten die volgens annex III en IV respectievelijk ter acceptatie en toetsing dienen te worden ingediend bij de Opdrachtgever als zodanig gemarkeerd met A (acceptatie) en T (toetsing).

(5)

2 PROJECTMANAGEMENT

Het proces Projectmanagement is opgesplitst in de deelprocessen:

 Plannen van Werk en Werkzaamheden

 Interactie met de Opdrachtgever 2.1 Plannen van de Werkzaamheden 2.1.1 Doelstelling

De Opdrachtnemer dient de Werkzaamheden zodanig in te richten en (bij) te sturen dat de Werkzaamheden beheerst, expliciet en transparant verlopen en resultaten worden gerealiseerd binnen de kaders en conform de eisen van de Overeenkomst.

2.1.2 Activiteiten

Eis 1. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

 Aantoonbaar beheerst, expliciet en transparant werken;

 Inzicht verschaffen in het Projectmanagementsysteem (PMS);

 Opstellen Projectmanagementplan (PMP);

 Werken met Work Breakdown Structure (WBS) en werkpakketten;

 Het indienen van een verzoek tot wijziging (VTW).

2.1.3 Te leveren producten en diensten

Eis 2. De Opdrachtnemer dient beschikbaar te hebben:

 Projectmanagementplan (PMP) – A;

 Work Breakdown Structure (WBS) en werkpakketten – A;

 Verzoek tot wijziging (VTW) – A.

2.1.4 Proceseisen

Aantoonbaar beheerst, expliciet en transparant werken

Eis 3. De Opdrachtnemer dient aantoonbaar beheerst, expliciet en transparant te werken door:

 PMP op te stellen en bij de Opdrachtgever ter Acceptatie in te dienen;

 pas te starten met de Werkzaamheden zoals beschreven in het PMP nadat het betreffende PMP is geaccepteerd door de Opdrachtgever;

 het PMP gedurende de Overeenkomst na te leven.

(6)

Inzicht verschaffen in het Projectmanagementsysteem (PMS) Eis 4. De Opdrachtnemer dient:

 er voor zorg te dragen dat de werkwijzen van de deelnemende partijen aansluiten op de werkwijzen van de combinatie zoals vastgelegd in het PMP;

 er voor te zorgen dat gedurende de looptijd van het project het

kwaliteitsmanagementsysteem van de moederorganisatie(s)1 NEN-EN-ISO 9001 is gecertificeerd voor de aard van de werkzaamheden van de Overeenkomst. Dit certificaat moet zijn afgegeven door een certificerende instelling die is erkend door een accreditatie-instelling;

 pas met de werkzaamheden te starten nadat de Opdrachtnemer beschikt over een door de Opdrachtgever geaccepteerd PMP inclusief de daarop betrekking hebbende onderliggende deelplannen (DPMP).

Werken met een Work Breakdown Structure (WBS) en Werkpakketten

Eis 5. De Opdrachtnemer dient zijn Werkzaamheden onder te brengen in werkpakketten. Deze werkpakketten moeten worden gestructureerd in een Work Breakdown Structure (WBS) en verder te worden gedecomponeerd op basis van de objectenboom.

Eis 6. De Opdrachtnemer dient de WBS en werkpakketbeschrijvingen voortdurend actueel te houden en aan te vullen met actuele informatie. De WBS dient gebruikt te worden voor de volgende aspecten:

 De Werkzaamheden te managen door de WBS als leidraad te gebruiken voor het totale management van de Werkzaamheden (waaronder raakvlakkenbeheer) en hierbij verantwoordelijken per Werkpakket te benoemen;

 Er op toe te zien dat de start van uitvoering van een Werkpakket pas geschiedt nadat:

 Alle benodigde voorgaande werkzaamheden (input/output relaties) aantoonbaar zijn afgerond;

 De op de Werkzaamheden betrekking hebbende werkpakketbeschrijving en indien van toepassing de betreffende documenten uit het PMS, de status definitief hebben en zijn geaccepteerd door de Opdrachtgever.

 De Werkzaamheden deel uitmakend van bovengenoemde Werkpakketten, uit te voeren volgens de op de Werkzaamheden betrekking hebbende Documenten;

 Er op toe te zien dat alle afzonderlijke producten die voortkomen uit Werkpakketten aantoonbaar worden vrijgegeven volgens een door Opdrachtnemer vastgestelde vrijgaveprocedure.

Eis 7. Vervallen

1 vennootschap die door deelneming of op andere wijze direct of indirect een overwegend zeggenschap heeft in een andere, juridisch zelfstandige onderneming.

(7)

2.1.5 Producteisen

Projectmanagementplan (PMP)

Het PMP (en mogelijke onderliggende plannen) word(en)t beschouwd als een Kwaliteitsplan in de zin van de UAV-GC § 19-2.

Eis 8. In het Projectmanagementplan dienen minimaal de volgende onderwerpen specifiek voor het Werk volledig te zijn uitgewerkt:

a) Een beschrijving van de Werkzaamheden waaruit blijkt hoe de Opdrachtnemer rekening houdt met:

 Het aantoonbaar voldoen aan de eisen;

 De omgeving;

 De mijlpalen;

 De risico’s en raakvlakken;

 De conditionerende werkzaamheden (o.a. vergunningen, K&L (zie eis 83)).

b) De wijze van informatieoverdracht richting Opdrachtgever en andere externe betrokkenen;

c) Beschrijving van de voor zijn Werkzaamheden te hanteren kwaliteitsmanagementsysteem waaronder:

 een beschrijving van de integratie van het(de) gecertificeerde

kwaliteitsmanagementsysteem(systemen) die de basis vormen voor zijn kwaliteitsmanagementsysteem;

 een beschrijving van, of een verwijzing naar de van toepassing zijnde procedures en werkinstructies die deel uitmaken van het gecertificeerde kwaliteitsmanagementsysteem(en);

 de van toepassing zijnde procedures en werkinstructies die geen deel uitmaken van het gecertificeerde kwaliteitsmanagementsysteem;

d) beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de implementatie en de evaluatie van de doeltreffendheid van het kwaliteitsmanagementsysteem;

e) In geval van een combinatie een opgave van de partijen die participeren in de combinatie en de wijze waarop de combinatie is georganiseerd.

f) Een organogram van de projectorganisatie van de Opdrachtnemer, waarin alle betrokken leidinggevende functies en sleutelfuncties zijn weergegeven;

g) De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leidinggevende functies en de sleutelfuncties;

h) Een beschrijving hoe met V&G wordt omgegaan.

i) een lijst van hulppersonen die deze functies vervullen en de bijbehorende vervangingsregeling

j) een beschrijving van de positie van zelfstandige hulppersonen (van producten en diensten) in de organisatie.

Het PMP mag worden onderverdeeld in onderliggende plannen.

(8)

Work Breakdown Structure (WBS) en werkpakketten

Eis 9. De WBS dient te bestaan uit het totaal van werkpakketten, weergegeven op een logische wijze. De WBS dient een hiërarchische opdeling te zijn van alle benodigde werkzaamheden voor ontwerp en realisatie van het gehele systeem. De werkpakketten:

 dienen een heldere en complete beschrijving van de Werkzaamheden te bevatten;

 dienen gerelateerd te zijn aan de objecten uit de objectenboom;

 dienen te zijn voorzien van een unieke eenduidige titel en codering (WBS-code);

 de output van werkpakketten dient een fysiek en waarneembaar resultaat op te leveren;

 werkpakketten dienen te bestaan uit werkzaamheden vanuit het technisch proces, met andere woorden: voor processen als projectmanagement,

omgevingsmanagement, inkoopmanagement, projectbeheersing en

kwaliteits- en V&G-management mogen geen afzonderlijke werkpakketten worden gedefinieerd;

 in werkpakketten met betrekking tot uitvoeringswerkzaamheden dienen de inkoopwerkzaamheden, keuringen & testen + V&G + omgevingsmanagement + projectmanagement/projectbeheersing en het leveren van oplevering en as-built documentatie te worden opgenomen.

Verzoek tot Wijziging (VTW)

Eis 10. Een Verzoek tot Wijziging op de Overeenkomst dient de volgende zaken te bevatten:

 Omschrijving van de Wijziging;

 Werkpakket en Werkzaamheden waar de Wijziging op van toepassing is;

 Object uit de Objectenboom waar de Wijziging op van toepassing is, inclusief de overige betrokken objecten (raakvlakken) en/of te wijzigingen Document(en);

 Op welke eisen de Wijziging betrekking heeft;

 Datum;

 Oorzaak en noodzaak Wijziging;

 Initiator van de Wijziging (Opdrachtgever of Opdrachtnemer);

 Voorgestelde maatregel en mogelijke alternatieven;

 Gevolg/consequenties in geld, tijd en kwaliteit(scope), inclusief een onderbouwing en specificatie;

 Risico's inclusief identificatienummer van de desbetreffende risico's.

2.2 Interactie met de Opdrachtgever 2.2.1 Doelstelling

Tijdig informatie uitwisselen over de voortgang en geplande Werkzaamheden om bij eventuele risico’s tijdig beheersmaatregelen te kunnen treffen

2.2.2 Activiteiten

Eis 11. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

 Opstellen van voortgangsrapporten

 Overleggen met Opdrachtgever

(9)

2.2.3 Te leveren producten en diensten

Eis 12. De Opdrachtnemer dient de volgende producten op te stellen:

 Voortgangsrapportagen – T;

 Verslagen van alle overleggen zoals projectoverleggen, contractoverleggen en risicoafstemmingsoverleggen – T.

2.2.4 Proceseisen

Opstellen van voortgangsrapporten

Eis 13. De Opdrachtnemer dient maandelijks een voortgangsrapport op te stellen.

Voortgangsoverleggen met Opdrachtgever en Opdrachtnemer

Eis 14. Ten behoeve van de overleggen tussen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer dienen de volgende activiteiten te worden ondernomen:

 de Opdrachtnemer initieert direct na gunning een Project Start Up bijeenkomst (PSU);

 de Opdrachtnemer en Opdrachtgever dienen deel te nemen aan overleggen die door de andere partij noodzakelijk worden geacht om een goede realisatie van het Werk te bevorderen;

 de Opdrachtnemer coördineert en faciliteert de overleggen en zorgt voor verzending van de uitnodigingen en verzending van de agenda;

 op basis van de voortgangsrapportage voert Opdrachtnemer ten minste één keer in de vier weken een voortgangsoverleg tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer;

 de Opdrachtnemer dient bij overleggen vertegenwoordigd te zijn door (een) functionaris(sen) met de juiste bevoegdheden in overeenstemming met het onderwerp van het overleg;

 de Opdrachtnemer dient één vergaderruimte te verzorgen. De vergaderruimte, in de nabijheid van het projectgebied, dient minimaal ruimte te bieden voor 10 personen;

 de opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de verslaglegging van alle overleggen die in het kader van dit Werk plaatsvinden.

2.2.5 Producteisen Voortgangsrapportages

Eis 15. Het voortgangsrapport dient ten minste een goed beeld te geven over de stand van zaken ten aanzien van:

 Projectmanagement:

 stand van zaken afgeronde en te starten Werkpakketten;

 wijzigingen.

 Omgevingsmanagement:

 benodigde communicatie;

 vergunningen (register);

 klachtenregister.

 Technisch proces:

 ontwerp;

 realisatie.

(10)

 wijzigingen en afwijkingen;

 tekortkomingen;

 interne audits;

 veiligheid en gezondheid.

Verslagen van alle overleggen zoals projectoverleggen, contractoverleggen risicoafstemmingsoverleggen.

Eis 16. De gespreksverslagen van de overleggen met de Opdrachtgever dienen ten minste een goed beeld te geven ten aanzien van:

 Genodigden;

 Aan- en afwezigen;

 Besproken onderwerpen/agenda;

 Afspraken en acties.

3 OMGEVINGSMANAGEMENT

Het proces Omgevingsmanagement is opgesplitst in de deelprocessen:

 Verkrijgen en beheren vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en/of toestemmingen;

 Communiceren met derden;

 Waarborgen bereikbaarheid en veiligheid en voorkomen hinder en schades;

 Verleggen kabels en leidingen derden;

 Omgaan met archeologische vondsten;

 Omgaan met niet gesprongen explosieven;

 Waarborgen bestaande randvoorwaarden waterhuishouding.

3.1 Vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en/of toestemmingen 3.1.1 Doelstelling

Het verkrijgen, doen en beheren van alle voor het Werk relevante vergunningen, meldingen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen (hierna te noemen:

vergunningen) benodigd voor de realisatie van het Werk.

De vergunningen die door de Opdrachtgever worden aangevraagd zijn opgenomen in Annex I.

3.1.2 Activiteiten

Eis 17. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

 Aanvragen, verkrijgen en beheren van vergunningen;

 Naleving vergunningvoorschriften;

 Nazorg verplichting Opdrachtnemer;

 Opstellen en beheren vergunningenregister.

3.1.3 Te leveren producten en diensten

Eis 18. De Opdrachtnemer dient de volgende producten en diensten te leveren:

 Vergunningenregister – T;

 Ontvankelijke vergunningaanvragen – T.

(11)

3.1.4 Proceseisen

Aanvragen, verkrijgen en beheren van vergunningen, ontheffingen en beschikkingen Eis 19. De Opdrachtnemer dient de vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en

toestemmingen als bedoeld in § 10-2 van de UAV-GC 2005 op eigen naam aan te vragen en draagt er zorg voor dat hij zelf vergunninghouder wordt. Indien een vergunning op grond van de geldende wet- en regelgeving niet op naam van de Opdrachtnemer aangevraagd kan worden zal de Opdrachtnemer de aanvraag na verkregen machtiging van Opdrachtgever op naam van laatstgenoemde indienen. De Opdrachtgever verleent in dat geval schriftelijk, binnen veertien dagen na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek van de Opdrachtnemer, de gevraagde machtiging.

De Opdrachtgever heeft het recht om bij een overleg tussen de Opdrachtnemer en de vergunningverlenende instantie over een vergunningaanvraag aanwezig te zijn. De Opdrachtnemer informeert de Opdrachtgever desgevraagd omtrent de plaats en het tijdstip van het te voeren overleg.

Eis 20. De Opdrachtnemer dient voor de vertegenwoordiging in en buiten rechte te zorgen bij eventuele bedenkingen, bezwaren en/of beroepen evenals bij voorlopige voorzieningen die door derden of door hemzelf worden ingediend tegen door hem aangevraagde vergunningen. De Opdrachtnemer dient in dit kader alles te doen wat in zijn macht ligt om instandhouding van door hem aangevraagde vergunningen te bewerkstelligen.

Eis 21. De Opdrachtnemer dient een afschrift van een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht (verder te noemen: ontwerpvergunning) alsmede een afschrift van de verleende vergunning, onmiddellijk na verkrijging ter kennis te brengen aan de Opdrachtgever.

Naleving van vergunningen, meldingen, ontheffingen en toestemmingen

Eis 22. De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de naleving van vergunningen die door hemzelf en door de Opdrachtgever in het kader van dit Werk zijn aangevraagd en verleend.

Nazorgverplichting Opdrachtnemer

Eis 23. De nazorgverplichting die voortvloeit uit de vergunningen, behoort tot de

Werkzaamheden van de Opdrachtnemer tot het moment van aanvaarding van het gehele Werk en de onderhoudstermijn.

Opstellen vergunningenregister

Eis 24. De Opdrachtnemer dient een vergunningenregister op te stellen. Opdrachtnemer dient iedere maand de stand van zaken van de benodigde vergunningen, beschikkingen en toestemmingen te actualiseren in het vergunningenoverzicht.

(12)

3.1.5 Producteisen Vergunningenregister

Eis 25. Het vergunningenregister dient tenminste te bestaan uit:

 een overzicht van alle voor het Werk benodigde vergunningen, meldingen, ontheffingen en toestemmingen (hierna verder benoemd als vergunningen);

 per vergunning:

1 de naam en het adres van het bevoegd gezag;

2 het doel van de vergunning;

3 op welk werkpakket de betreffende vergunning betrekking heeft;

4 verwijzing naar een Document waarin de vergunningvoorwaarden zijn verwoord;

5 de status van de vergunning;

6 de geplande datum waarop de vergunning verleend zal worden;

7 de vergunningvoorwaarden;

8 de uiterlijke datum waarop de vergunning benodigd is (mijlpaal);

9 de wijze waarop wordt gewaarborgd dat de voorschriften en voorwaarden van de vergunning worden nageleefd;

10 de (eventuele) verloopdatum van de geldigheid van de vergunning;

11 de (eventuele) bezwaren op de vergunningen;

12 eventuele nazorgverplichting die voortvloeit uit alle vergunningen, meldingen, ontheffingen en toestemmingen resterend voor de Opdrachtgever na

aanvaarding van het gehele Werk.

Het geactualiseerde vergunningenregister maakt deel uit van de voortgangsrapportage.

3.2 Communiceren met derden 3.2.1 Doelstelling

Het waarborgen van een beheerste communicatie met derden.

3.2.2 Activiteiten

Eis 26. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

Bouwcommunicatie

 Communiceren met belanghebbenden

 Indelen Werkzaamheden naar hinderklassen en hindercategorieën

 Plaatsen van bouwborden

 Afhandelen klachten 3.2.3 Te leveren producten en diensten

Eis 27. De Opdrachtnemer dient de volgende producten en diensten te leveren:

 Communicatieplan – A;

 Klachtenregister – T;

 Verslagen van overleggen derden – T;

 Bouwborden – T;

 Informatiedragers ten behoeve van (vaar)weggebruikers – T.

(13)

3.2.4 Proceseisen

Bouwcommunicatie - Communiceren met belanghebbenden

Eis 28. De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor bouwcommunicatie en moet daarbij de volgende doelen nastreven:

 Een zo publieksvriendelijk mogelijke invulling van de Werkzaamheden en communicatie;

 Een zo goed mogelijke (lange termijn) relatie met de betreffende belanghebbenden;

 Een zo effectief en efficiënt mogelijke verrichting van de Werkzaamheden.

Eis 29. De Opdrachtnemer moet hiertoe tijdig met belanghebbenden afstemmen en deze informeren over zaken die de Opdrachtnemer nodig heeft om zijn Werkzaamheden te kunnen verrichten, c.q. over de directe gevolgen van zijn Werkzaamheden voor die belanghebbenden. Hiertoe moet de Opdrachtnemer communiceren met ten minste de volgende belanghebbenden: bewoners, eigenaren en beheerders van percelen binnen het projectgebied, direct aanwonenden, hulpdiensten, gemeenten, provincie,

(vaar)wegbeheerders, brandstofverkooppunten, bedrijven en instellingen van direct aanliggende percelen, die direct met de gevolgen van de Werkzaamheden worden geconfronteerd. Tevens dient met indirect relevante betrokkenen die in aanraking komen met activiteiten in het kader van de uitvoering van werken op een passend niveau gecommuniceerd worden. Ook dient gecommuniceerd te worden met bevoegde gezagen.

Eis 30. Daar waar de bereikbaarheid, leefbaarheid, bedrijfsvoering of veiligheid van

belanghebbenden en direct aangrenzende belanghebbenden, zoals bewoners, direct aanwonenden, bedrijven en aangrenzende bedrijven, wordt beïnvloed, moet de

Opdrachtnemer dit voorafgaand aan het verrichten van de Werkzaamheden melden aan de Opdrachtgever en de Werkzaamheden afstemmen met de betreffende

belanghebbenden.

Eis 31. De Opdrachtnemer wijst een vaste functionaris (inclusief vervanger) aan, die namens de Opdrachtnemer integraal verantwoordelijk is voor:

a) Het afstemmen met de Opdrachtgever ten aanzien van het communicatieplan van de Opdrachtgever en de planning van de Werkzaamheden;

b) Het verstrekken van informatie ten behoeve van de publiekscommunicatie door de Opdrachtgever;

c) Het beantwoorden van vragen betreffende de Werkzaamheden, welke worden gesteld tijdens informatiebijeenkomsten zoals door de Opdrachtgever zullen worden georganiseerd. De functionaris moet hiertoe op verzoek van de Opdrachtgever bij de informatiebijeenkomsten aanwezig zijn;

d) Het begeleiden van excursies welke worden geïnitieerd door de Opdrachtgever, het geven van technische toelichtingen over de Werkzaamheden en het

aanbrengen van voorzieningen om excursies mogelijk te maken inclusief het verstrekken van de voor bezoekers benodigde V&G hulpmiddelen.

e) Het vertrekken van informatie over elders genoemde communicatieaspecten zoals klachtenafhandeling, informatievoorziening etc.

(14)

Eis 32. De Opdrachtnemer moet te allen tijde actuele informatie communiceren met belanghebbenden. Bij een Wijziging in de aan de Opdrachtgever,

(vaar)wegbeheerder(s) of hulppersonen van de Opdrachtgever verstrekte informatie of geplaatste informatiedragers (o.a. bouwborden, tekstwagens, omleidingsborden, vooraankondigingsborden), moet de Opdrachtnemer terstond de Wijziging melden aan deze partij(en) en hen terstond voorzien van de actuele informatie.

Bouwcommunicatie – Plaatsen van bouwborden

Eis 33. De Opdrachtnemer moet bouwborden leveren, voorafgaande aan de Uitvoeringswerkzaamheden plaatsen en binnen 4 weken na afloop van de Werkzaamheden verwijderen.

Eis 34. De Opdrachtnemer moet de tekst alsmede de voorgenomen locatie van plaatsing van bouwborden ter Toetsing voorleggen aan de Opdrachtgever.

Eis 35. Eis vervallen Eis 36. Eis vervallen

Bouwcommunicatie – Afhandelen klachten

Eis 37. Klachten van derden die, direct of via de Opdrachtgever worden geuit aan de

Opdrachtnemer, betreffende de Werkzaamheden, moeten door de Opdrachtnemer zo snel als redelijkerwijs mogelijk worden afgehandeld. Onder een klacht wordt verstaan:

elke uiting van ontevredenheid of misnoegen.

Eis 38. De Opdrachtnemer moet klachten van derden, welke direct zijn geuit aan de Opdrachtnemer, terstond melden bij de Opdrachtgever.

Eis 39. De Opdrachtnemer meldt aan de Opdrachtgever zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 2 werkdagen, na het uiten van een klacht, welke maatregelen hij zal treffen ten einde de oorzaak van de klacht te verhelpen. De Opdrachtnemer voorziet de

Opdrachtgever terstond van informatie omtrent actuele voortgang van de afhandeling van de klacht. De Opdrachtnemer zorgt in overleg met de Opdrachtgever voor terugkoppeling richting de melder, waarbij de Opdrachtnemer de Opdrachtgever voorziet van benodigde informatie.

Eis 40. De Opdrachtnemer dient een klachtenregistratie bij te houden en per maand een klachtenrapportage aan Opdrachtgever te verstrekken.

Eis 41. Vervallen

Eis 42. Vervallen Eis 43. Vervallen Eis 44. Vervallen Eis 45. Vervallen Eis 46. Vervallen

(15)

Publiekscommunicatie - Omgaan met media

Eis 47. Alle (pers)contacten met de media aangaande de Werkzaamheden worden verzorgd door de Opdrachtgever. Vragen van de media over het Werk, de Werkzaamheden, of algemene vragen over het rijks(vaar)wegennet moet de Opdrachtnemer doorspelen aan de Opdrachtgever. De Opdrachtgever zorgt voor de verdere afhandeling. Op verzoek van de Opdrachtgever moet de Opdrachtnemer hierbij assisteren.

Publiekscommunicatie – Bijdrage in publiekscommunicatie

Eis 48. Het organiseren van informatiebijeenkomsten inclusief officiële handelingen is voorbehouden aan de Opdrachtgever. Op verzoek van de Opdrachtgever moet de Opdrachtnemer hierbij assisteren. Het organiseren van informatiebijeenkomsten door de Opdrachtnemer is niet toegestaan, tenzij hiervoor vooraf schriftelijk een voorstel is ingediend en geaccepteerd door de Opdrachtgever.

Publicatie en reclame-uitingen

Eis 49. Het is de Opdrachtnemer niet toegestaan zelf communicatiemiddelen of andersoortige informatie (inclusief publicaties in vakbladen, beeldmateriaal zoals foto's etc.)

betreffende de Werkzaamheden alsmede de binnen het werkterrein gelegen objecten te verspreiden en/of te publiceren, tenzij hiervoor vooraf schriftelijk een voorstel is

ingediend en geaccepteerd door de Opdrachtgever.

Eis 50. Het is de Opdrachtnemer niet toegestaan om reclame-uitingen binnen het werkterrein te plaatsen, tenzij hiervoor voorafgaand aan de plaatsing schriftelijk een voorstel is

ingediend en geaccepteerd door de Opdrachtgever.

3.2.5 Producteisen

Opstellen van een communicatieplan

Eis 51. De Opdrachtnemer moet een communicatieplan opstellen. Dit communicatieplan dient als plan van aanpak voor alle te voeren communicatie gedurende het project, waarbij gekeken wordt naar:

 Welke stakeholder (stakeholder- en krachtenveldanalyse)

 Acties per stakeholder;

 Hoe te benaderen en met welke middelen;

 En op welke momenten.

Tevens moet er in het communicatieplan beschreven staan hoe de Opdrachtnemer om gaat met de communicatie gericht op het waarborgen van bereikbaarheid en veiligheid en het voorkomen van hinder en schades voor de omgeving zoals dat beschreven staat in paragraaf 3.3.

Bijhouden van een Klachtenregister

Eis 52. De Opdrachtnemer dient een klachtenregistratie bij te houden. De klachtenregistratie dient minimaal de volgende informatie te bevatten:

 Datum en tijd van melding van de klacht;

 Melder van de klacht;

 Aard en inhoud van de klacht;

(16)

Verslagen van overleggen met derden.

Eis 53. De gespreksverslagen van de overleggen met derde dienen ten minste een goed beeld te geven ten aanzien van:

 Genodigden;

 Aan- en afwezigen;

 Besproken onderwerpen;

 Afspraken en acties.

Bouwborden

Eis 54. De Opdrachtnemer zorgt voor:

 De vervaardiging van een bouwbord;

 Het plaatsen van teksten in overleg met Opdrachtgever;

 Het plaatsen van een bouwbord;

 Het instandhouden van een bouwbord;

 Verwijderen van een bouwbord.

Het bouwbord dient te voldoen aan:

 De verordening van het bevoegd gezag;

 Het bord is op het bouwperceel geplaatst (binnen de bestemmingsplangrenzen);

 Op het bord is geen verdere reclame dan alleen de omschrijving van het project en wie er aan meewerken;

 De locatie van de te plaatsen bouwborden dient in overleg met Opdrachtgever en (vaar)wegbeheerder vastgesteld te worden.

Plaatsen informatiedragers t.b.v. (vaar)weggebruikers

Eis 55. De Opdrachtnemer dient zorg te dragen voor alle Werkzaamheden in het kader van het plaatsen van informatiedragers ten behoeve van (vaar)weggebruikers zoals

vooraankondigingborden en tekstwagens conform de Werkwijzer Minder Hinder van Rijkswaterstaat

(www.rijkswaterstaat.nl/kenniscentrum/communicatie/werkwijzer_minderhinder/).

3.3 Bereikbaarheid, veiligheid en hinderbeperking 3.3.1 Doelstelling

Waarborgen dat de bereikbaarheid en veiligheid gewaarborgd blijven en er geen hinder of schades ontstaat aan de omgeving en in het projectgebied.

3.3.2 Activiteiten

Eis 56. De Opdrachtnemer dient invulling te geven aan de volgende activiteiten:

 Waarborgen van bereikbaarheid van de omgeving en betrokkenen in en rond het projectgebied;

 Uitvoeren beperkende maatregelen ter voorkoming van hinder en schades.

3.3.3 Te leveren producten en diensten

Eis 57. De Opdrachtnemer dient de volgende documenten op te stellen:

 Plan bereikbaarheid en doorstroming – A;

 Plan hinderbeperkende maatregelen en ter voorkoming van schades – A.

(17)

3.3.4 Proceseisen

Waarborgen van bereikbaarheid

Eis 58. De bereikbaarheid van woon- en werklocaties moet gegarandeerd blijven. Daar waar de bereikbaarheid, leefbaarheid, bedrijfsvoering of veiligheid van direct aangrenzende belanghebbenden, zoals direct aanwonenden en aangrenzende bedrijven, wordt beïnvloed, moet de Opdrachtnemer dit voorafgaand aan het verrichten van de Werkzaamheden en te treffen maatregelen om de bereikbaarheid te waarborgen melden aan de Opdrachtgever en de Werkzaamheden afstemmen met de betreffende belanghebbenden.

Eis 59. Vervallen

Hinder en schades

Eis 60. Ter voorkoming van hinder dient de Opdrachtnemer:

 Zorg te dragen dat de omgeving geen stofhinder ondervindt zoals gesteld in de Nederlandse emissie Richtlijn (NeR) te downloaden op www.infomil.nl., met in het bijzonder paragraaf 3.8;

 Zorg te dragen dat de omgeving beperkt tot geen hinder ondervindt van trillingen, lawaai, stank;

 Uitvoeren opnames ten behoeve van te constateren van mogelijk optredende schades;

 Maatregelen te treffen ter voorkoming van schades.

Eis 61. De Opdrachtnemer dient veroorzaakte schades terstond te herstellen en maatregelen te treffen om verdere schade te voorkomen.

3.3.5 Producteisen

Plan bereikbaarheid en doorstroming

Eis 62. Het Plan bereikbaarheid en doorstroming dient tenminste te bevatten:

 Bouwroutes, laden en lossen;

 Locaties depots voor tijdelijke opslag;

 Hoe om te gaan met hulpdiensten, postbezorging en ophalen huisvuil;

 Omleidingen en bebording.

(18)

Plan hinderbeperkende maatregelen en ter voorkoming van schades

Eis 63. Het Plan hinderbeperkende maatregelen en ter voorkoming van schades dient tenminste te bevatten:

 Inventarisatie van hinderbronnen (b.v. lawaai, visuele hinder, geur, stof, trilling);

 Maatregelen wegnemen hinderbronnen (mitigerende maatregelen);

 Maatregelen beperken van hinderbronnen (compenserende maatregelen);

 Inventarisatie van mogelijk optredende schades;

 Uit te voeren kwalitatieve opnames ten behoeve van te constateren opgetreden schades;

 Maatregelen ter beperking van mogelijk optredende schades;

 Monitoring van te nemen maatregelen.

3.4 Kabels en leidingen 3.4.1 Doelstelling

Waarborgen dat de Werkzaamheden met betrekking tot kabels en leidingen op beheerste, expliciete en transparante wijze worden uitgevoerd.

3.4.2 Definities

Kabels en Leidingen Derden Categorie 1

Deze zijn reeds aangepast vóór de datum van de start van de uitvoering of mogen niet worden aangepast.

Kabels en Leidingen Derden Categorie 2

Hiervoor heeft de Opdrachtgever met de kabel- en leidingbeheerders vóór de datum van de start van de uitvoering afspraken gemaakt over minimaal de technische oplossing en doorgaans ook over de kosten en doorlooptijden (al dan niet vastgelegd in

Projectovereenstemmingen). Tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden zullen deze kabels en leidingen moeten worden aangepast.

Kabels en Leidingen Derden Categorie 3

De Kabels en Leidingen Derden die niet behoren tot de Kabels en Leidingen Derden Categorie 1 of 2. Hiervoor dient de Opdrachtnemer alle afspraken met de kabel- en leidingbeheerders te maken.

Projectovereenstemming

Een overeenkomst tussen de Opdrachtgever en een kabel- of leidingbeheerder over de verlegging, de verwijdering of de permanente bescherming van een Kabel of Leiding Derden Categorie 2 of 3, Regelingenschema Kabels en Leidingen Derden.

Regelingen inzake Kabels en Leidingen Derden

De toepasselijke regeling(en) ingevolge bijlage 3 Regelingenschema Kabels en Leidingen Derden.

Verzoek tot Aanpassing

Een verzoek van de Opdrachtgever aan een kabel- of leidingbeheerder om over te gaan tot de verlegging, verwijdering of permanente bescherming van een Kabel of Leiding Derden Categorie 3.

(19)

3.4.3 Activiteiten

Eis 64. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

 Zorgvuldig graven;

 Inventariseren kabels en leidingen;

 Instandhouding en tijdelijk beschermen van kabels en leidingen;

 Verleggen en ruimen van kabels en leidingen;

 Zorg dragen voor een adequate coördinatie en afstemming.

 Handhaven Kabels en Leidingen Derden Categorie 1

 Afstemmen Kabels en Leidingen Derden Categorie 2

 Aanpassing Kabels en Leidingen Derden Categorie 3

 Opstellen Deelkwaliteitsplan Kabels en Leidingen Derden 3.4.4 Te leveren producten en diensten

Eis 65. De Opdrachtnemer dient de volgende documenten op te stellen:

 Verzoek tot Aanpassing – A.

 Projectovereenstemming – A

 Deelkwaliteitsplan Kabels en Leidingen – A.

3.4.5 Proceseisen Zorgvuldig graven

Eis 66. De Opdrachtnemer dient te werken conform de richtlijn zorgvuldig graafproces, CROW- publicatie 250 van januari 2008. In het bijzonder dient Opdrachtnemer de volgende activiteiten uit te voeren:

 Het verzoeken om gebiedsinformatie

 Het beoordelen van ontvangen gebiedsinformatie

 Het afstemmen van het ontwerp op de netten zoals omschreven in voornoemde richtlijn.

Inventariseren kabels en leidingen

Eis 67 De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de inventarisatie van de aanwezigheid en ligging van kabels en leidingen, die in verband met de werkzaamheden moeten worden verlegd, verwijderd, beschermd of instant gehouden. Het inventariseren omvat tevens het uitvoeren van veldonderzoek ter bepaling van de exacte ligging van kabels en leidingen in de nabijheid van uit te voeren graafwerkzaamheden. De door de

Opdrachtgever beschikbaar gestelde gegevens over de Kabels en Leidingen Derden zijn indicatief en pretenderen geen juistheid of volledigheid.

Instandhouding en tijdelijke bescherming

Eis 68. De Opdrachtnemer moet zorgen voor de ongestoorde instandhouding van alle kabels en leidingen tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden, behoudens voor zover met kabel- en leidingbeheerders anders is overeengekomen. Hiertoe behoort het in acht nemen van de (veiligheids)voorschriften van de kabel- en leidingbeheerders.

(20)

Eis 69. Als de Opdrachtnemer bij de uitvoering van de Werkzaamheden een kabel of leiding beschadigt, moet de Opdrachtnemer dit onmiddellijk melden aan de betrokken kabel- of leidingbeheerder en hierover zo spoedig mogelijk schriftelijk berichten aan de

Opdrachtgever.

Eis 70. Als tijdelijke bescherming van een kabel of leiding noodzakelijk is in verband met de Werkzaamheden, moet de Opdrachtnemer de maatregelen nemen die nodig zijn om de kabel of leiding tijdelijk te beschermen. De Opdrachtnemer moet de instemming van de kabel- of leidingbeheerder met de te nemen maatregelen verkrijgen. De Opdrachtnemer moet zo spoedig mogelijk een afschrift van het document waaruit die instemming blijkt aan de Opdrachtgever sturen.

Handhaven Kabels en leidingen Derden Categorie 1

Eis 71. De ligging van de Kabels en Leidingen Derden Categorie 1 moet gehandhaafd blijven.

Afstemmen Kabels en Leidingen Derden Categorie 2

Eis 72. De Opdrachtnemer moet bij de uitvoering van de Werkzaamheden de afspraken in acht nemen die de Opdrachtgever heeft gemaakt met betrekking tot de verlegging,

verwijdering of permanente bescherming van de Kabels en Leidingen Derden Categorie 2. Voor zover nodig moet de Opdrachtnemer nadere afspraken maken met de kabel- en leidingbeheerders.

Eis 73. De Opdrachtnemer moet de uitvoering van de Werkzaamheden voor zover nodig afstemmen met degenen die de Kabels en Leidingen Derden Categorie 2 feitelijk verleggen, verwijderen of permanent beschermen.

Eis 74. De vergoedingen aan de kabel- en leidingbeheerders voor de verlegging, verwijdering en permanente bescherming van de Kabels en Leidingen Derden Categorie 2 komen voor rekening van de Opdrachtgever.

Aanpassen Kabels en Leidingen Derden Categorie 3

Eis 75. Als verlegging, verwijdering of permanente bescherming van een Kabel of Leiding Derden Categorie 3 noodzakelijk is in verband met de Werkzaamheden of de daaruit resulterende beheersituatie, moet de Opdrachtnemer tijdig een Verzoek tot Aanpassing opstellen en ter ondertekening aan de Opdrachtgever voorleggen. Binnen 15

Werkdagen na ontvangst kan de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer laten weten dat hij het Verzoek tot Aanpassing weigert te ondertekenen.

Eis 76. Vervallen

Eis 77. Na het Verzoek tot Aanpassing moet de Opdrachtnemer met de kabel- of leidingbeheerder tijdig overeenstemming bereiken over de inhoud van de

Projectovereenstemming. Dit dient te geschieden namens de Opdrachtgever, onder het voorbehoud van diens goedkeuring. Mocht de Opdrachtnemer ondanks voldoende inspanningen niet tot een akkoord kunnen komen met de kabel- of leidingbeheerder, dan kan hij om assistentie van de Opdrachtgever vragen.

Eis 78. De bereikte Projectovereenstemming moet ter ondertekening aan de Opdrachtgever worden voorgelegd. Binnen 15 Werkdagen na ontvangst kan de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer laten weten dat hij de Projectovereenstemming weigert te

ondertekenen.

(21)

Eis 79. De vergoedingen aan de kabel- en leidingbeheerders voor de verlegging, verwijdering en permanente bescherming van de Kabels en Leidingen Derden Categorie 3 komen voor rekening van de Opdrachtnemer.

Eis 80. De Opdrachtnemer mag niet eerder met Werkzaamheden waarvoor een verlegging, verwijdering of permanente bescherming van een Kabel of Leiding Derden Categorie 3 noodzakelijk is, beginnen dan nadat daarvoor een Projectovereenstemming is gesloten.

De Opdrachtnemer moet bij de uitvoering van deze Werkzaamheden de afspraken in acht nemen die zijn vastgelegd in de desbetreffende Projectovereenstemming.

Eis 81. De Opdrachtnemer moet de uitvoering van de Werkzaamheden voor zover nodig afstemmen met diegenen die de Kabels en Leidingen Derden Categorie 3 feitelijk verleggen, verwijderen of permanent beschermen.

3.4.6 Producteisen

Opstellen Deelkwaliteitsplan Kabels en Leidingen Derden

Eis 82. De Opdrachtnemer dient een deelkwaliteitsplan Kabels en Leidingen Derden op te stellen en ter acceptatie voor te leggen aan de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer dient het geaccepteerde deelkwaliteitsplan na te leven.

Eis 83. Het deelkwaliteitsplan Kabels en Leidingen Derden is een onderliggend plan van het projectmanagementplan. Het moet ten minste de volgende onderdelen bevatten:

 Personeel

o Omschrijving van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de

functionarissen die direct betrokken zijn bij de Kabels en Leidingen Derden. Bij deze functies aangeven de daarvoor minimaal benodigde kwalificaties en aan welke functionaris verantwoording wordt afgelegd.

o Aangeven welke functie als contactpersoon Kabels en Leidingen Derden wordt aangewezen, met wie door de Opdrachtgever overleg kan worden gevoerd en afspraken kunnen worden gemaakt.

 Procesbeheersing

o Beschrijvingen en/of schema’s van de kritieke processen met betrekking tot de Kabels en Leidingen Derden, inclusief aanduiding van de kritieke punten.

o Beschrijving van het proces van het verleggen, verwijderen, beschermen en in stand houden van de Kabels en Leidingen Derden. Hierbij dient in ieder geval aandacht te worden besteed aan:

 De inventarisatie van de kabels en leidingen;

 De wijze van afsluiten van de Projectovereenstemmingen;

 De naleving van de afspraken uit de Projectovereenstemmingen;

 De planning van een en ander.

o Beschrijving van de uit het risicoregister volgende risico’s die betrekking hebben op het hiervoor bedoelde proces, met daarbij een beschrijving van de te nemen beheersmaatregelen uitgewerkt in de 4 m’s (mensen, middelen, methoden en materialen).

(22)

 Borgingsmaatregelen

o Beschrijving van de wijze waarop vanaf de ontwerpfase continu wordt geborgd dat rekening wordt gehouden met de Kabels en Leidingen Derden.

o Beschrijving van de toetsen en andere borgingsmaatregelen welke worden uitgevoerd om aan te tonen dat het geaccepteerde deelkwaliteitsplan wordt nageleefd en om aan te tonen dat de opgestelde kwaliteitsregistraties betrouwbaar zijn.

Eis 83a. Het Verzoek tot Aanpassing en de Projectovereenstemming dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:

 Ze zijn duidelijk en volledig (inclusief bijlagen);

 Ze zijn in overeenstemming met de Regelingen inzake Kabels en Leidingen Derden;

 De vermelde technische oplossing is in overeenstemming met de vigerende NEN- normen;

 De vermelde technische oplossing doet geen afbreuk aan de in de Wet beheer rijkswaterstaatswerken genoemde belangen (bescherming, doelmatig en veilig gebruik, verruiming en wijziging van de waterstaatswerken).

3.5 Archeologische vondsten 3.5.1 Doelstelling

Het, tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden, waarborgen van een adequate omgang met archeologische waarden.

3.5.2 Activiteiten

Eis 84. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

 Omgang met archeologische waarden tijdens de realisatie van het Werk;

 Fysiek beschermen van geselecteerde behoudenswaardige archeologische vindplaatsen;

 Uitvoeren van actieve archeologische begeleiding van graafwerkzaamheden;

 Uitvoeren van passieve archeologische begeleiding.

E.e.a dient uitgevoerd te worden conform het Protocol melding Bodemvondsten 2011- 2012 van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ).

3.5.3 Proceseisen

Omgang met archeologische waarden tijdens de realisatie van het Werk

Eis 85. De Opdrachtnemer is verplicht zorg te dragen voor een adequate coördinatie en uitvoering van noodzakelijke archeologische maatregelen, zoals geconcludeerd in de uitgevoerde archeologische onderzoeken en zoals vastgelegd in de PvE’s voor archeologisch begeleid ontgraven.

Eis 86. Opdrachtnemer is gehouden maatregelen te treffen om waardevolle archeologische vindplaatsen en vondsten zo veel mogelijk te beschermen en indien dit niet mogelijk is, onderzoek ervan mogelijk te maken.

(23)

Eis 87. De Opdrachtnemer dient zogenoemde “toevalsvondsten”, direct te melden bij Opdrachtgever, aan de gemeente en aan het Meldpunt Bodemvondsten.

Opdrachtnemer kan niet eerder zijn Werk op en rondom de vondst hervatten dan dat de archeologische vondst is veilig gesteld en de archeologische werkzaamheden als afgerond worden beschouwd door het SCEZ. Opdrachtnemer is gehouden maatregelen te treffen om “toevalsvondsten” zo veel mogelijk in situ te beschermen dan wel deze veilig te stellen. Daarbij geldt dat tijdens hoogwaterperioden passende maatregelen getroffen worden om vernieling en uitspoeling door erosie te voorkomen. Indien dit niet mogelijk is, dient de vindplaats ex situ behouden te worden door middel van een definitieve opgraving.

Eis 88. De Opdrachtnemer is te allen tijde tot medewerking bij eventuele opgravingen verplicht.

Fysiek beschermen van geselecteerde behoudenswaardige archeologische vindplaatsen

Eis 89. De Opdrachtnemer dient de in de onderzoeksrapportage geselecteerde behoudenswaardige archeologische vindplaatsen fysiek te beschermen.

Uitvoeren van actieve archeologische begeleiding van graafwerkzaamheden Eis 90. De Opdrachtnemer dient voor de actieve begeleiding van graafwerkzaamheden:

 Een gekwalificeerde archeologische uitvoerder aan zich te binden. De

archeologische werkzaamheden dienen te worden voorbereid en uitgevoerd door een, door RACM (Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten), erkent archeologisch bedrijf;

 De toezichthouder rechtstreeks met het bevoegd gezag (SCEZ) te laten communiceren;

 De toezichthouder de graafwerkzaamheden op vooraf door de archeologische uitvoerder bepaalde locaties te laten begeleiden (actieve archeologische begeleiding);

 Archeologische vondsten (passieve archeologische begeleiding) op andere locaties te laten melden.

Eis 91. De Opdrachtnemer dient in het geval van een melding van een archeologische vondst pas verder te gaan met de graafwerkzaamheden nadat toestemming is verkregen van de SCEZ.

Uitvoeren van passieve archeologische begeleiding Eis 92. De Opdrachtnemer dient:

 Zogenoemde “toevalsvondsten”, als bedoeld in de Nota Archeologie 2006-2012 van de Provincie Zeeland, direct te melden bij SCEZ.

 Bij het aantreffen van toevalsvondsten na melding en in overleg met de SCEZ ter plekke de in uitvoering zijnde werkzaamheden onmiddellijk te verleggen en

maatregelen te nemen ter voorkoming van verdere verstoring van de vondstlocatie;

 Voortzetting van de werkzaamheden na toestemming van het SCEZ plaats te laten vinden.

(24)

3.6 Niet-gesprongen explosieven (NGE’s) 3.6.1 Doelstelling

Vaststellen van de positie van verdachte objecten (mogelijke explosieven of

blindgangers) op verdachte gebieden. Waarborgen van een beheerste omgang met niet-gesprongen explosieven.

3.6.2 Activiteiten

Eis 93. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

 Detectie NGE’s op verdachte locaties;

 Omgang met NGE’s tijdens de realisatie van het Werk;

 Opstellen werkprotocol niet-gesprongen explosieven.

3.6.3 Te leveren producten en diensten

Eis 94. De Opdrachtnemer dient de volgende producten te leveren:

 Detectierapport NGE’s – A

 Werkprotocol niet-gesprongen explosieven – T.

3.6.4 Proceseisen

Omgang met NGE’s tijdens de realisatie van het Werk

Eis 95. De Opdrachtnemer dient tijdens de uitvoering van het werk op verdachte locaties nader onderzoek naar NGE´s verrichten. Eventueel aanwezige NGE´s zullen in opdracht van de Opdrachtgever worden geruimd door het EOC of een gecertificeerde partij. De Opdrachtnemer heeft hierbij een coördinatieverplichting en dient zorg te dragen voor adequate uitvoering van het benaderen en ruimen van NGE’s. Het uitgevoerde onderzoek naar NGE’s met ondermeer de locaties van mogelijke significante objecten (objectenlijst) is als informatief document toegevoegd. De uit te voeren werkzaamheden dienen te worden afgestemd op de bevindingen zoals vastgelegd in het detectierapport.

Eis 96. Indien gedurende de uitvoering van het Werk, eventueel mede op grond van detectie door de Opdrachtnemer, een ernstig vermoeden bestaat van aanwezigheid van NGE’s, dient de Opdrachtnemer hiervan direct melding te doen aan de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer dient het bevoegd gezag in kennis te stellen van het vermoeden. Bij het onverhoopt aantreffen van NGE’s tijdens de uitvoering stelt de Opdrachtnemer

onverwijld het bevoegd gezag en de Opdrachtgever in kennis van het NGE. De ruiming van de NGE’s dient te geschieden door het EOC of een gecertificeerde partij en zal gecoördineerd worden door de Opdrachtnemer.

Opstellen werkprotocol NGE

Eis 97. Voorafgaande aan de uitvoeringsfase dient de Opdrachtnemer een werkprotocol op te stellen voor het spontaan aantreffen van NGE’s tijdens de uitvoeringswerkzaamheden.

3.6.5 Producteisen

Detectierapport NGE’s / Werkprotocol NGE’s

Eis 98. Het detectierapport en werkprotocol dient te voldoen aan de eisen gesteld in de Beoordelingsrichtlijn “Opsporen Conventionele Explosieven” (BRL-OCE).

(25)

3.7 Waterhuishouding 3.7.1 Doelstelling

Tijdens de uitvoering waarborgen van de bestaande randvoorwaarden van de waterhuishouding ter voorkoming van de nadelige beïnvloeding van de binnendijkse landbouw- en natuurfuncties en het optreden van wateroverlast.

3.7.2 Activiteiten

Eis 99. De Opdrachtnemer dient invulling te geven aan de volgende activiteiten:

 Identificeren van de uitvoeringsrisico’s voor de nadelige beïnvloeding van de bestaande waterhuishouding;

 Identificeren en realiseren van effectieve beheersmaatregelen ter voorkoming van nadelige beïnvloeding van de waterhuishouding tijdens de uitvoering.

3.7.3 Te leveren producten en diensten

Eis 100. De Opdrachtnemer dient de volgende documenten op te stellen:

 Plan waterhuishouding – T.

3.7.4 Proceseisen

Uitvoeringsrisico’s waterhuishouding

Eis 101. De Opdrachtnemer dient voorafgaand aan het verrichten van de Werkzaamheden de risico’s op nadelige beïnvloeding van de bestaande waterhuishouding als gevolg van uitvoeringsmaatregelen na te gaan. Deze risico’s dienen te zijn opgenomen in het risicodossier.

Beheersmaatregelen waterhuishouding

Eis 102. De Opdrachtnemer dient voorafgaand aan het verrichten van de Werkzaamheden effectieve beheersmaatregelen te identificeren en te realiseren om nadelige beïnvloeding van de waterhuishouding tijdens de uitvoering tegen te gaan.

Monitoring waterhuishouding

Eis 103. De Opdrachtnemer dient door monitoring van de waterhuishouding tijdens de uitvoering de effectiviteit van de genomen maatregelen te beoordelen. Ter referentie dient de Opdrachtnemer voorafgaand aan het verrichten van de Werkzaamheden de huidige toestand van de waterhuishouding van het projectgebied en de omgeving in kaart te brengen. De informatiebehoefte betreft onder meer de waterstanden, waterafvoer en zoute kwelstroom. De monitoringsgegevens dienen maandelijks aan de Opdrachtgever te worden overlegd.

(26)

3.7.5 Producteisen Plan waterhuishouding

Eis 104. Het Plan waterhuishouding dient tenminste te bevatten:

 Inventarisatie van risico’s nadelige beïnvloeding waterhuishouding;

 Maatregelen om nadelige beïnvloeding van de waterhuishouding tijdens de uitvoering tegen te gaan;

 Beschrijving van de monitoring ter toetsing van de effectiviteit van de genomen maatregelen ten opzichte van de huidige toestand.

4 TECHNISCH MANAGEMENT

Het proces technisch management is opgesplitst in de deelprocessen:

 Ontwerpfase, met deelprocessen:

o Specificeren en afleiden van eisen;

o Ontwerpen;

o Verifiëren.

 Uitvoeringsfase, met deelprocessen:

o Realiseren objecten;

o Keuren en testen;

o Opleveren.

 Uitvoeren bodem- en milieumaatregelen;

 Uitvoeren tijdelijk beheer en onderhoud;

 Uitvoeren bouwkundige opnamen en deformatiemetingen.

4.1 Ontwerpfase: Specificeren 4.1.1 Doelstelling

Het nader uitwerken van de eisen uit Vraagspecificatie 1 tot een niveau waarbij ontwerp en verificatie van het Werk mogelijk is.

4.1.2 Activiteiten

Eis 105. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

 Decomponeren en identificeren van objecten en vastleggen in de objectenboom;

 Opstellen van specificaties voor alle Objecten uit de Objectenboom waarin de afgeleide eisen zijn gespecificeerd.

4.1.3 Te leveren producten en diensten

Eis 106. De Opdrachtnemer dient de volgende producten en diensten te leveren:

 Objectenboom (System Breakdown Structure, of wel SBS) – T;

 Objectenspecificatie – T.

(27)

4.1.4 Proceseisen

Decomponeren en identificeren van objecten en vastleggen in de objectenboom

Eis 107. De Opdrachtnemer dient de eisen uit Vraagspecificatie 1(Eisendeel) nader uit te werken in een hiërarchische en navolgbare eisenstructuur. Deze dienen opgenomen te worden in specificaties.

Opstellen van specificaties voor alle Objecten uit de Objectenboom waarin de afgeleide eisen zijn gespecificeerd

Eis 108. De Opdrachtnemer dient zodanig door te gaan met het specificeren tot het niveau van het uitvoeringsgereed ontwerp. Deze specificaties dienen vastgelegd te worden in een objectenboom. De objecten dienen een relatie te hebben met de Work Breakdown Structure.

4.1.5 Producteisen Objectenboom

Eis 109 De Objectenboom dient een hiërarchische en complete opdeling te zijn van de objecten waaruit het systeem opgebouwd wordt. In de objectenboom dienen tevens de tijdelijke objecten als onderdeel opgenomen te zijn.

De objectenboom dient een nadere uitwerking te zijn van de objectenboom zoals beschreven in de Vraagspecificatie 1.

Objectspecificatie

Eis 110 In de objectspecificatie dient tenminste het volgende te zijn vastgelegd:

 Een objectomschrijving;

 De eisen uit Vraagspecificatie 1 en de daarvan afgeleide eisen waaraan het object dient te voldoen;

 Overige eisen die van toepassing zijn op het object;

 De eisen die voortkomen uit raakvlakken van het betreffende object met andere objecten en de omgeving;

 De relevante overige voorwaarden (inclusief vergunningvoorwaarden) die van toepassing zijn op het object.

Per eis in de specificatie dient de volgende informatie te zijn aangegeven:

 uniek identificatienummer;

 omschrijving;

 verwijzing naar bovenliggende eis (eiscode);

 indien onderliggende specificaties aanwezig zijn, verwijzing naar onderliggende eis (eiscode en document);

 initiator (persoon, organisatie);

 bron (document).

(28)

4.2 Ontwerpfase: Ontwerpen 4.2.1 Doelstelling

Waarborgen dat het ontwerpen van de objecten op beheerste, expliciete en transparante wijze wordt uitgevoerd.

4.2.2 Activiteiten

Eis 111. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

 Opstellen ontwerpnota’s.

4.2.3 Te leveren producten en diensten

Eis 112. De Opdrachtnemer dient de volgende producten en diensten te leveren:

 Ontwerpnota’s – T;

 Tekeningen – T;

 Berekeningen – T.

4.2.4 Proceseisen Opstellen ontwerpnota’s

Eis 113. De Opdrachtnemer dient voor elk object of cluster van objecten een ontwerp inclusief bijbehorende ontwerpnota op te stellen.

4.2.5 Producteisen Ontwerpnota

Eis 114 De ontwerpnota dient te beschrijven hoe wordt voldaan aan de eisen, gesteld in Vraagspecificatie 1.

In een ontwerpnota dient te zijn vastgelegd:

 Object(en) waarop de ontwerpnota van toepassing is;

 De ontwerpdocumenten ten behoeve van de uitvoering waaronder beschrijvingen, berekeningen en tekeningen;

 Tekeningen dienen zodanig te zijn gestructureerd (aanzichten, doorsneden en details) dat alle onderdelen volledig in maten zijn vastgelegd;

 De bij de ontwerpdocumenten van toepassing zijnde randvoorwaarden, uitgangspunten en aannames;

 Toleranties van uit te voeren werkzaamheden;

 De beschrijving van hoe het object c.q. cluster van objecten worden gerealiseerd, bestaande uit de faseringen en bouwmethode;

 Een beschrijving van risico’s inclusief beheersmaatregelen ten aanzien van de Uitvoeringswerkzaamheden en toekomstig gebruik.

De ontwerpnota dient een verificatienota te bevatten.

(29)

Tekeningen

Eis 115. De tekeningen dienen minimaal te voldoen aan de volgende eisen.

 te voorzien te zijn van tekeninghoofd met daarin minimaal op te nemen:

 het betreffende onderdeel;

 naam en nummer van het onderdeel van de Objectenboom;

 de naam van de Opdrachtnemer;

 op de tekeningen dient een overzicht te zijn van waar het betreffende onderdeel zicht bevindt in het Werk;

 afhankelijk van het soort tekening dient de hoogtemaatvoering opgezet te zijn t.o.v.

N.A.P. en de noordpijl aangegeven te zijn;

 op alle gemaakte berekeningen en tekeningen de revisie gegevens verwerken en alle tekeningen en berekeningen voorzien van aanduiding revisie;

 datum.

Berekeningen

Eis 116. De berekeningen en het rekenwerk dienen te voldoen aan de volgende eisen:

 Berekeningen dienen logisch opgebouwd, overzichtelijk en gemakkelijk toegankelijk te zijn;

 Berekeningen dienen voorzien te zijn van een beschrijving van:

 Naam en code van het Object uit de Objectenboom;

 Gebruikte rekenprogramma's;

 Schematisering en modellering;

 Bepaling van belasting en belasting combinaties;

 Aannamen, uitgangspunten en randvoorwaarden;

 Toegepaste voorschriften;

 Bijlagen: invoer, uitvoer, tekeningen, etc.

 Berekeningen zodanig inrichten dat zij op zichzelf staan en op zichzelf

controleerbaar zijn. Ter verduidelijking van de sterkteberekeningen moeten deze van tekeningen of schetsen worden voorzien, waarin duidelijk is aangegeven hoe het te bereken onderdeel is geschematiseerd. In de berekeningen moet van elk onderdeel vermeldt worden welke normen, voorschriften en literatuur zijn aangehouden;

 Indien de berekening is voorzien van een computeruitvoer, dan dient hierbij een toelichting te worden toegevoegd waaruit voldoende duidelijk blijkt op welke mechanicaprincipes en rekenmethoden het computerprogramma berust. Bij deze berekeningen een duidelijk overzicht voegen van relevante in- en uitvoergegevens van de computerberekeningen. Geschiktheid en deugdelijkheid van de te gebruiken computer programma's is de volledige verantwoordelijkheid van de Opdrachtnemer en dient vooraf aangetoond te worden. Opdrachtnemer dient op verzoek van de Opdrachtgever het computerprogramma aan Opdrachtgever ter beschikking te stellen;

 De afmetingen die in de sterkte, stijfheid en stabiliteitsberekeningen gebruikt worden moeten in overeenstemming zijn met die op tekening vermeld staan;

 De gebruikte eenheden en symbolen moeten in overeenstemming zijn met NEN 999. De schrijfwijze van grootheden, eenheden en getallen moet in

overeenstemming zijn met NEN 3069. In aanvulling op de normen moeten in de

(30)

4.3 Ontwerpfase: Verifiëren 4.3.1 Doelstelling

Het aantonen dat het Werk voldoet aan de daaraan gestelde eisen uit de Overeenkomst en de ontwerpspecificaties.

4.3.2 Activiteiten

Eis 117. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

 Verificatie uit te voeren van de ontwerpen.

4.3.3 Te leveren producten en diensten

Eis 118. De Opdrachtnemer dient de volgende producten te leveren:

 verificatieplan – A;

 verificatierapporten – T;

 verificatienota – T.

4.3.4 Proceseisen

Verificatie uit te voeren van de ontwerpen Eis 119. De Opdrachtnemer dient:

 Te verifiëren of ontwerpen voldoen aan de eisen en bindende documenten zoals opgenomen in Vraagspecificatie deel 1 en de daarvan afgeleide eisen

(objectspecificaties). De Opdrachtnemer dient daartoe verificatieplannen op te stellen;

 Als onderdeel van een verificatieplan verificatiemethoden te valideren, tenzij:

 Een gestandaardiseerde verificatiemethode wordt toegepast die door de Opdrachtgever wordt erkend, of

 Een binnen de Overeenkomst van toepassing verklaard document wordt toegepast, of

 Een verificatiemethode zich in de praktijk heeft bewezen en de referentie door de Opdrachtgever wordt aanvaard.

 Ten behoeve van deze validatie vast te stellen of de bij het ontwerpproces behorende aannamen, schematiseringen, rekenmethoden, software en dergelijke geschikt zijn om vast te stellen of het ontwerp voldoet aan de eisen, inclusief het vaststellen van de maximale grootte van de daarbij behorende afwijkingen tussen berekende en werkelijke waarden. Softwarematige berekeningen dienen

gevalideerd te worden door middel van handmatig uit te voeren benaderingsmethoden;

 De verificatieresultaten vast te leggen in verificatierapporten;

 De validaties van de verificatiemethoden vast te leggen in de verificatierapporten;

 Per werkpakket de verificatierapporten te bundelen in een verificatienota.

(31)

4.3.5 Producteisen Verificatieplan

Eis 120. In het Verificatieplan dient voor een Object per eis tenminste het volgende te zijn vastgelegd:

 EislD;

 Eistitel;

 Eisomschrijving;

 Eisinitiator (OG/ON);

 Verificatie:

 Verificatiemethode: Documentinspectie (D), Analyse, berekening (A), Prototype (P), Referentie (R), Meting (M), Inspectie (I) en

Onderliggende eisen (O);

 Verificatieprocedure: beschrijft de specifieke wijze waarop de verificatie wordt ingestoken (voorbeeld: "berekening op basis van Geonoise rekenmodel" met berekening (A) als verificatiemethode);

 Welke functionaris de verificatie uitvoert;

 Welke functionaris de verificatieresultaten beoordeelt en autoriseert.

 De eisnummering en -volgorde uit het Verificatieplan dienen overeen te komen met de eisnummering en -volgorde uit Vraagspecificatie deel 1.

Verificatierapporten

Eis 121. Het ontwerp dient geverifieerd te zijn. Het Verificatierapport dient per

Object uit de Objectenboom en aansluitend op het uitwerkingsniveau van het ontwerp, te worden opgesteld en te voldoen aan dezelfde eisen als het verificatieplan met aanvulling van onderstaande zaken:

 Verwijzing naar het van toepassing zijnde Verificatieplan;

 Of aan de eis wordt voldaan;

 Verwijzing naar het bewijsdocument (document/tekening, -titel, -deel/detail, -

hoofdstuk, -paragraaf, -versie, -datum), waarin is aangetoond dat wordt voldaan aan de gestelde eis;

 Restrisico's na verificatie (risico's m.b.t. het in latere fasen niet voldoen aan de betreffende eis);

 Verwijzing naar het bewijsdocument, waarin de geldigheid van de verificatiemethode is aangetoond.

Verificatienota

Eis 122. Een verificatienota omvat de verzameling van verificatierapporten per Werkpakket en dient traceerbaar te maken dat de Objecten binnen het Werkpakket voldoen aan de eisen uit de Vraagspecificatie. De verificatienota dient de volgende informatie te bevatten:

 Identificatie van het Werkpakket en de Objecten waarop de verificatienota van toepassing is;

 Per Object en per eis een verwijzing naar de bijbehorende verificatierapporten;

 Overzicht van opgetreden afwijkingen met genomen maatregelen.

(32)

4.4 Uitvoeringsfase: Realiseren objecten 4.4.1 Doelstelling

Waarborgen dat het ontwerp op beheerste, integrale, expliciete en transparante wijze wordt gerealiseerd.

4.4.2 Activiteiten

Eis 123. De Opdrachtnemer dient de volgende activiteiten uit te voeren:

 Uitvoeringswerkzaamheden ten behoeve van de realisatie van objecten.

4.4.3 Te leveren producten en diensten

Eis 124. De Opdrachtnemer dient de volgende producten te leveren:

 Werkplan uitvoering – T.

4.4.4 Proceseisen

Eis 125. De Opdrachtnemer dient:

 Niet eerder te starten met de Uitvoeringswerkzaamheden van een object dan nadat de Ontwerpwerkzaamheden (specificeren, ontwerpen en verifiëren), gereed zijn;

 Het werk te realiseren zoals beschreven in de Vraagspecificatie I.

De Opdrachtnemer vangt niet aan met de Werkzaamheden, indien in verband met die Werkzaamheden een verlegging, verwijdering en/of aanpassing van kabels of leidingen noodzakelijk is, voordat er een projectovereenstemming is afgesloten voor de

verlegging, verwijdering en/of aanpassen van de betreffende kabels en leidingen.

4.4.5 Producteisen Werkplan uitvoering

Voor de objecten opgenomen in de WBS dient een werkplan uitvoering te worden opgesteld.

Eis 126. Het werkplan uitvoering dient minimaal invulling te geven aan:

 De uitvoeringsuitgangspunten uit de betreffende ontwerpnota’s;

 De in acht te nemen vergunningsvoorwaarden;

 De uitvoeringsactiviteiten en werkmethoden;

 Verwijzing naar het bijbehorende keuringsplan;

 De benodigde middelen;

 De beheersmaatregelen m.b.t. de geïdentificeerde uitvoerings- en veiligheidsrisico’s (RI&E);

 De gemaakte afspraken tussen Opdrachtnemer en derden over elkaar beïnvloedende werkzaamheden;

 Alle benodigde verkeersmaatregelen, omleidingsroutes, afsluitingen.

(33)

4.5 Uitvoeringsfase: Keuren en testen 4.5.1 Doelstelling

Aantonen dat gerealiseerde objecten voldoen aan de eisen uit het Ontwerp (ontwerpnota) en dat de objecten functioneren conform de eisen uit het Ontwerp (ontwerpnota) en de Overeenkomst.

4.5.2 Activiteiten

Eis 127. De Opdrachtnemer dient de volgende werkzaamheden uit te voeren:

 Opstellen en naleven keuringsplan Uitvoeringswerkzaamheden;

 Opstellen keuringsrapport Uitvoeringswerkzaamheden.

4.5.3 Te leveren producten en diensten

Eis 128. De Opdrachtnemer dient de volgende producten te leveren:

 Keuringsplan uitvoeringswerkzaamheden – A;

 Keuringsrapport uitvoeringswerkzaamheden – T;

 Verificatienota – T.

4.5.4 Proceseisen

Opstellen en naleven keuringsplan Uitvoeringswerkzaamheden

Eis 129. De Opdrachtnemer dient te beschikken over een door de Opdrachtgever geaccepteerd Keuringsplan Uitvoeringswerkzaamheden (conform UAV GC paragraaf 21) alvorens te starten met de betreffende Uitvoeringswerkzaamheden.

Het keuringsplan Uitvoeringswerkzaamheden mag worden onderverdeeld in onderliggende plannen.

Opstellen keuringsrapport Uitvoeringswerkzaamheden

Eis 130. Het keuringsrapport Uitvoeringswerkzaamheden dient aan te tonen dat wordt voldaan aan de gestelde eis(en).

4.5.5 Producteisen

Keuringsplan Uitvoeringswerkzaamheden

Eis 131. Een keuringsplan Uitvoeringswerkzaamheden dient tenminste het volgende te bevatten:

 de eis (met eisnummer) waarop de keuring en/of test van toepassing is;

 het object of de objecten waarop de keuring en/of test van toepassing is;

 de bij de keuringen en testen van toepassing zijnde criteria (meetwaarden, randvoorwaarden en/of uitgangspunten);

 van toepassing zijnde bindende, informatieve en overige documenten;

 beschrijving van de te gebruiken keurings- en/of testmethode(s), de meetmiddelen, de geldende nauwkeurigheidseisen;

 de conditie waaronder de keuring en/of test mag worden uitgevoerd;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het college neemt binnen acht weken na indiening van de aanvraag een besluit inhoudende één van de in dit artikel opgesomde mogelijkheden. De aanvraag om nadeelcompensatie wordt

Indien de toezichthouder constateert dat een distributie- of mutatiepunt of bovengrondse voorziening niet conform de gemaakte afspraak is geplaatst, of dat de verdichting van de

In tabel 1 zijn aanpassingen aan kabels en leidingen voor onderdeel Natuurcompensatie Perkpolder samengevat.. Tabel 1: aanpassingen kabels en leidingen

Voorafgaand aan de uitvoering zijn met de betrokken partijen de volgende producten voor het project natuurcompensatie Perkpolder opgesteld:.. ontwerp-projectplan, MER rapport,

Het Werk dient met inachtneming van de in annex (II) opgenomen planning door de Opdrachtnemer te worden gerealiseerd, en wel zodanig dat het conform het bepaalde in §24 UAV-GC

Voor de opdrachtnemer wordt het de uitdaging om voldoende zand en/of (dijken)klei van de juiste samenstelling en kwaliteit uit de markt en het gebied te krijgen.

Indien de toezichthouder constateert dat een distributie- of mutatiepunt of bovengrondse voorziening niet conform de gemaakte afspraak is geplaatst, of dat de verdichting van de

vast te stellen de volgende nadere regels: Schaderegeling ingravingen kabels en leidingen Leudal; hierin zijn (onder andere) de voorwaarden en tarieven vastgelegd met betrekking tot