• No results found

i inn ii

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "i inn ii"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

G E M E E N T E B E U N I N G E N

Onderwerp Huisvestingsverordening 2016 Raadsvergadering 20 oktober 2015

Nummer (agenda) Commissie 1

Registratienummer BW15.00609 Datum 6 oktober 2015

Registratiecode ui ui i inn ii nu iiii ii Commissie 2

Auteur Elma van Heerde Datum

Status Openbaar B&W-vergadering 29 september 2015

Persgesprek 29 september 2015 Portefeuillehouder P.J.M. de Klein

Samenvatting

Door de invoering van de Huisvestingswet 2014 is het nodig de Regionale huisvestingsverordening 2013 te vervangen door een nieuwe huisvestingsverordening. Met het opheffen van de Stadsregio Arnhem Nijmegen moet ook de vaststelling van de verordening anders geregeld worden. Daarom wordt nu aan elke

gemeenteraad afzonderlijk een ontwerpverordening voorgelegd. Met dit voorstel stelt u de ontwerp Huisvestingsverordening 2016 voor Beuningen vast en regelt u de uitvoering ervan.

Besluit om

1. De Huisvestingsverordening Beuningen 2016 vast te stellen, conform bijgevoegd ontwerp.

2. Voor de jaarlijkse regionale uitvoeringskosten een bedrag van C 5.000,-- op te nemen in de begroting 2016 als nieuw beleid.

Inleiding

Door de invoering van de Huisvestingswet 2014 en het opheffen van de Stadsregio Arnhem Nijmegen vervalt de Regionale huisvestingsverordening 2013 van rechtswege. Daarom moet er een nieuwe huisvestingverordening komen als instrument om schaarse woonruimte te verdelen.

Omdat sprake is van een woningmarkt die sterk regionaal is gericht, is voor de woonruimteverdeling een regionaal vervolg gewenst. Het voortzetten van het huidige model van regionale woonruimteverdeling kan op veel draagvlak bij gemeenten en corporaties in de regio rekenen.

Er is voor gekozen geen nieuw orgaan met verordenende bevoegdheid i n te stellen. De samenwerking wordt gevonden in intergemeentelijke afstemming en uniformiteit in beleid en uitvoering. Daarom wordt nu aan elke gemeenteraad afzonderlijk een ontwerpverordening voorgelegd (INI5.04809, bijlage 2).

Hiervoor is een gezamenlijk model opgesteld. Dit model is geënt op de oude regionale

huisvestingsverordening. Er worden alleen die zaken gewijzigd die het gevolg zijn van de Huisvestingswet 2014 en de nieuwe bestuurlijke constellatie in de regio.

Met dit voorstel stelt u de ontwerp Huisvestingsverordening 2016 voor Beuningen vast (zie bijlage 3) en regelt u de regionale uitvoering daarvan via mandaat.

Beoogd effect

Regionale verdeling van de schaarse goedkope woonruimte op een evenwichtige en rechtvaardige wijze.

Keuzevrijheid, transparantie en laagdrempeligheid voor woningzoekenden zijn uitgangspunt.

Argumenten

1.1 Regionale woonruimteverdeling werkt goed

Sinds 2002 wordt de woonruimte i n onze regio op uniforme wijze verdeeld. Het vrijkomende aanbod wordt centraal in de hele regio aangeboden aan woningzoekenden. Op deze wijze is er al meer dan tien jaar sprake van een goed werkend systeem. Transparant en laagdrempelig met een grote mate van

keuzevrijheid voor woningzoekenden, eenduidig i n beleid, zonder onnodige barrières in de hele regio. Het is efficiënt en de kosten voor gemeenten zijn laag, c.q. waren verdisconteerd in de bijdrage aan de

Stadsregio. Voor het voortzetten van deze aanpak bestaat draagvlak bij de corporaties, de deelnemende

gemeenten en de woningzoekenden. A l geldt bij de woningzoekenden dat degenen die een woning vinden

(2)

aanzienlijk tevredener zijn dan degenen die daarin nog niet zijn geslaagd. Het blijft verdelen van een schaars goed.

1.2 De nieuwe Huisvestingswet 2014 maakt enkele wijzigingen noodzakelijk

» De verplichte huisvestingsvergunning voor het in gebruik nemen van een woning die tot de te verdelen voorraad behoort. Dat is nieuw. De afgifte van de huisvestingsvergunning wordt gemandateerd aan de corporaties. De huisvestingsvergunning is gratis.

» Ook urgentie voor:

o woningzoekenden die mantelzorg verlenen of ontvangen,

o vergunninghouders (asielzoekers met een verblijfsstatus die op basis van de voor de gemeente geldende taakstelling gehuisvest dienen te worden)

Dit is verplicht en nieuw ten opzichte van de huidige huisvestingsverordening van 2013.

» Betere rechtsbescherming (beroep en bezwaar) voor urgenten omdat bezwaar en beroep voortaan op basis van de nieuwe Huisvestingswet via de Algemene wet bestuursrecht moet lopen. Dat is een laagdrempelige wijze van rechtsbescherming.

1.3 Geen inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van het huidige model.

Voor de woningzoekenden verandert er weinig. Het model blijft hetzelfde: behoud van meettijd bij verhuizing, en reageren op vrijkomende woningen via aanbodmodel of loting.

De corporaties wijzen de woningen toe binnen de kaders van de verordening en verstrekken de

huisvestingsvergunning. Entree blijft bestaan als systeem voor registratie van woningzoekenden, en het inzichtelijk maken van het woningaanbod op regionale schaal voor woningzoekenden. Ook de

urgentiecriteria blijven hetzelfde.

1.4 Er is nog steeds sprake van schaarste aan woonruimte.

Volgens de Huisvestingswet (artikel 2) mogen er alleen regels over woonruimteverdeling worden gesteld als er sprake is van schaarste aan woonruimte. Dat is in onze regio 2015 nog steeds het geval voor het goedkope segment huurwoningen (tot de huurtoeslaggrens van č 710). Er is een grotere vraag dan het aanbod aan woonruimte.

Ook is de marktdruk hoog. Dat blijkt uit de marktindex: dat is het aantal reacties gedeeld door de aanbiedingscoëfficient (aantal keren dat een woning wordt aangeboden tot iemand "ja" zegt). Veel gemeenten hebben een marktindex tussen de 20 en 25 met zowel uitschieters naar boven (hoge marktdruk), als naar beneden (lagere marktdruk). In de bijlage 4 is een lijst opgenomen met aanbiedingscoëfficiënt en marktindex per gemeente.

Samenvattend is er in onze hele woningmarktregio sprake van marktdruk en schaarste aan goedkope huurwoningen. Dat legitimeert het vaststellen van een Huisvestingsverordening.

2.1 Dit bedrag is nodig om de werkzaamheden van de bezwaarschriftencommissie te bekostigen.

Er komt straks é é n urgentiecommissie die regionaal en onafhankelijk werkt. Bezwaar op beslissingen over urgentie wordt ook centraal afgehandeld door de contactgemeente Arnhem. De rest van de uitvoering zoals het verstrekken van de huisvestingsvergunning wordt gemandateerd aan de corporaties. Daarvoor gaat B&W een bestuursovereenkomst aan (BW15.00628 Bijlage 5). Deze regelt dat de gemeente Arnhem de urgentiecommissies instelt en bezwaren centraal afdoet. De kosten voor huisvestingsvergunning en de urgentiecommissie worden gedragen door de corporaties.

Omdat de bewaren publiekrechtelijk afgehandeld moeten worden zijn deze kosten nu voor de gemeenten.

Deze kosten vallen buiten de kosten voor het oprichten van het Gemeenschappelijk Orgaan dat i n plaats van de Stadsregio is gekomen. Zie ook onder het kopje financiën.

Kanttekeningen

1.1 Er is sprake van een omslachtige besluitvormingsprocedure.

Door het opheffen van de Stadsregio moeten alle gemeenteraden apart een verordening vaststellen voor

hun eigen gemeente. Om eenduidigheid te houden stelt iedere gemeente inhoudelijk dezelfde verordening

vast. De lichte vorm van regionale samenwerking brengt deze omslachtige besluitvormingsprocedure met

zich mee.

(3)

1.2 Economische en maatschappelijke binding is niet apart geregeld.

De Huisvestingswet 2014 biedt de mogelijkheid om een substantieel deel (25

0

7o) van het aanbod met voorrang toe te wijzen aan woningzoekenden met economische en maatschappelijke binding. In de verordening wordt hier geen invulling aangegeven omdat de noodzaak daartoe ontbreekt. Het merendeel van de woningen wordt immers al toegewezen aan woningzoekenden uit de eigen gemeenten. Uit

bijgevoegd overzicht i n bijlage 6 blijkt dat dit voor een groot deel van de gemeenten binnen onze regionale woningmarkt het geval is. Deze percentages laten zien dat er ook voldoende ruimte is voor instromende maatschappelijk en economisch gebonden woningzoekenden.

1.3 De verordening geldt maar voor vier jaar.

De Huisvestingswet regelt dat dat een huisvestingsverordening een looptijd heeft van maximaal vier jaar.

Na die periode moet opnieuw worden bekeken er sprake is van schaarste en of er regels moeten worden gesteld aan het verdelen van woonruimte. De schaarste zou immers opgelost kunnen zijn is de redenering van de wetgever. Na vier jaar dient dus opnieuw regionale afstemming en besluitvorming plaats te vinden.

Financiën

De nieuwe huisvestingsverordening brengt relatief weinig kosten met zich mee omdat de corporaties in deze opzet bereid zijn een groot deel van uitvoeringskosten te blijven dragen. Wel zijn er extra kosten doordat bezwaren voortaan publiekrechtelijk, via de Algemene wet bestuursrecht, worden afgehandeld door de contactgemeente. In de te sluiten bestuursovereenkomst wordt de verdeling van deze kosten bepaald. Voorstel is om dat op basis van inwoneraantal te doen. Op basis van ervaringscijfers ramen we de totale kosten voor de gemeenten op ca.C 150.000,-. De bijdrage per gemeente varieert. Voor Beuningen is de bijdrage C 5.000,- per jaar. In bijlage 7 is een lijst opgenomen met de bijdrage per gemeente. Na het eerste jaar zal de bijdrage van de gemeenten opnieuw worden geijkt op basis van de cijfers over 2016.

Tijdspad

Na vaststelling door alle gemeenteraden zal de huisvestingsverordening per 1 januari 2016 van kracht worden. De gemeente Arnhem zorgt voor de verdere uitvoering samen met de corporaties op basis van de bestuursovereenkomst namelijk: instellen regionale urgentiecommissie en vaststelling van het Reglement aanvragen noodurgentie voor alle gemeenten (Zie bijlage 8. Deze is ter kennisname bijgevoegd en hoeft dus niet door de gemeenteraad vastgesteld te worden) en de centrale afhandeling bezwaren.

Er volgt nog een gezamenlijk tekenmoment voor de bestuursovereenkomst door alle wethouders Wonen.

Participatie en Communicatie

Bij de totstandkoming van de modelverordening zijn de corporaties betrokken geweest. Het resultaat kan

rekenen op hun draagvlak. Met huurdersorganisaties is op 18 augustus 2015 overlegd. Hun zienswijzen

met een reactie zijn opgenomen in de zienswijzennota die bij dit voorstel is gevoegd (bijlage 0).

(4)

Bijlagen

1. Routingformulier: AT. 15003059

2. Inkomende brief gemeente Arnhem huisvestingsverordening:IN15.04809 3 Model Huisvestingsverordening Beuningen 2016: ATI5003087

4. Marktindex per gemeente: AT15003064

5. BW besluit bestuursovereenkomst: BW15.00628

6. Overzicht herkomst gehuisveste huishoudens: AT15003066 7. Financiële bijdrage per gemeente: AT15003067

8. Ter kennisname: urgentiereglement: ATI5003065 9. Ziens wij zennota: AT15003068

Burgemeester en wethouders,

Dyanne Koeken Carol van Eert

secretaris burgemeester

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 20 oktober 2015.

p

"s.

De griffier, de voorzitter, )

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ondanks dat wij met onze workshops en onze Arnhemse deelnemers meer dan 130 fijnstofmeters uitgerold hebben in het Arnhemse Burgermeetnet en daarmee het grootste burgermeetnet

Denk hierbij aan de al bestaande samenwerking met de acht gemeenten uit de regio Alkmaar, de opdrachten vanuit het rijk voor de drie decentralisaties, de al in gang

> Een raadsvoorstel, inclusief financiële dekking, voor te bereiden voor verstrekking van startersleningen door de gemeente Beuningen, zodat deze regeling begin 2016 ingezet

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Regeling Logopedische dienst Maas en Waal een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten

Het bezwaarschrift moet gemotiveerd zijn en te worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, Postbus 200, 3940 AE Doorn. Het

Dit document is tot stand gekomen in het kader van de verkenning van de directie B&I, ministerie van BZK, naar de betekenis van ontwikkelingen en trends in de samenleving voor

samenwerking en de wederzijdse afspraken die gemaakt zijn zoals de inzet van de personele en financiële middelen en de verantwoording die afgelegd moet worde. Ook zijn in het

Wensen van ouderen | “Participatie en eigen kracht beleid”: mensen stimuleren te handelen vanuit hun eigen kracht (empowerment), onder meer door hun sociaal netwerk te benutten