ECG lezen voor beginners
Voorstellen
Elmer Krijger
AIOS cardiologie Radboud UMC
Nu: vooropleiding interne Rijnstate, Arnhem
Disclosure:
Geen sponsering of andere gelden vanuit de industrie
Doelstellingen
§ Enig inzicht in de elektrofysiologie van het ECG
§ Herkennen van een “normaal” ECG
§ Herkennen van veel voorkomende pathologie
Opzet van ECG-cursus
§ Deel I: Grondbeginselen
§ Deel II: 7+2 stappenplan
§ Deel III: Pathologie
§ Deel IV: Elektrolietstoornissen
Deel I: de grondbeginselen
Willem Einthoven
(21-03-1860)
Hoe komt registra?e tot stand?
• Hartspiercellen in rust gepolariseerd
• Elektrische sPmulaPe geeQ depolarisaPe door middel van ionstromen over het membraan en leidt uiteindelijk tot contractie
Registra?e
ECG weergave hartcyclus
P-top depolarisaPe atria
PR-?jd begin contracPe boezems tot begin contracPe ventrikels QRS depolarisaPe ventrikels T-top repolarisaPe ventrikels
QT-?jd duur gehele repolarisaPe en ventrikels dus weer klaar zijn voor nieuwe hartslag
ECG weergave ?jdens hartcyclus II
§ Vertraging AV-knoop 1/10 seconde
§ Q-golf eerste naar beneden gerichte deel QRS, dikwijls afwezig (PQ=PR)
§ T-top repolarisaPe van de ventrikels, geen mechanische reacPe
§ QT-?jd Pjd van een slag met repolarisaPe
Normaal waarden
Waarde Tijd (in ms)
PR interval 120-200
QRS-duur <120
QTc <450
QTc = QT / (√RR interval in seconden)
Standaard 12-kanaals ECG
Extremiteitsafleidingen (frontale vlak)
§ I, II en III
§ aVL, aVR en aVF
Precordiale afleidingen (horizontale vlak)
§ Afleidingen V1-6
Extremiteitsafleidingen
Precordiale afleidingen
Frontale vlak
Horizontale vlak
Standaard 12-kanaals ECG II
§ Standaard schrijfsnelheid 25mm/sec – 1mm = 0.04 seconde
– 5mm = 0.20 seconde
§ Hoogte 1mm = 0.1mV
§ Liefst met een ritmestrook
Deel II: Beoordeling ECG
1. Ritme
2. FrequenPe 3. Hartas
4. GeleidingsPjden 5. P-top morfologie 6. QRS morfologie 7. STT segmenten
8. Vergelijking met oude ECG’s 9. Conclusie
“Sinusritme 70 slagen per minuut met een normale hartas en
geleidings5jden. Geen aanwijzingen voor hypertrofie of ischemie.”
Stap 1: Ritme
Sinus knoop
§ P-top
§ Kenmerken op het ECG
• PosiPef in II, aVF
• NegaPef in aVR
• Bifasisch in V1
Voorbeeld sinusritme
Stap 2: Frequen?e
§ Sinusritme: 60-100/min
§ Ectopische pacemaker – Atriaal: 50-60/min – AV-knoop: 50/min – Ventrikel: 30-40/min
§ Bradycardie < 60/min
§ Tachycardie > 100/min
Frequen?e schaVen
§ Schamen snelheid bij registraPe 25mm/seconde:
– zoeken naar R-top op dikke 5mm lijn, tellen tot volgende R – “300-150-100” per volgende 5mm, vervolgens “75-60-50”
§ Oefening:
Frequen?e schaVen
§ Gebruik ‘3 seconden interval’ bij bradycardie:
– twee cycli = 6 seconden
– aantal QRS-complexen in dit interval maal 10 = frequenPe/min
§ Oefening:
Stap 3: De elektrische hartas
§ HoofdrichPng waarin elektrische acPviteit door het hart verloopt
§ Normaal wordt de as van de QRS-complexen in het frontale vlak bedoeld
§ Met name bepaald door linker ventrikel
De elektrische hartas - bepalen
Snijpunt assen = AV-knoop Normale as van -30˚ tot +90˚
Horizontale as van -30˚ tot 0˚
Snelle interpretaPe:
• Afl. I en aVF posiPef → 0˚ tot +90˚
• Afl. aVF negaPef maar II posiPef → 0˚ tot -30˚ = horizontaal
• As staat haaks op een iso-elektrische afleiding
Draaiingen van de hart-as
Mogelijke oorzaken van asdraaiing
§ Infarcering
§ Hypertrofie van de linker ventrikel
§ Geleidingsstoornissen
§ RechtsbelasPng
– Long embolieën
– Pulmonale hypertensie
§ LeeQijd
– Neiging linksdraaiing
Oefening hart-as
I + en aVF + → normale hartas
Oefening hart-as
I - en aVF + → rechter hartas
Stap 4. Geleidings?jden
Normaalwaarden geleidings- Pjden:
§ PQ: 120 tot 200 ms
§ QRS: < 120 ms
§ QTc: < 450 ms
Stap 5: P-top morfologie
§ Vertelt iets over de origine van de depolarisaPe (sinusknoop of elders uit de boezem)
§ Kenmerken
– De maximale hoogte van de P-top is 2,5 mm in II en / of III – De breedte van de P-top is normaal korter dan 0.12 seconde – De P-top is posiPef in II en AVF, en bifasisch in V1.
§ Kan iets vertellen over de boezems
Overbelaste boezems
Stap 6: Beoordeling QRS complex
§ Zijn er pathologische Q golven als teken van een doorgemaakt myocardinfarct?
§ Is er linker of rechter ventrikelhypertrofie?
§ Is er sprake van microvoltages?
§ Is er een geleidingsprobleem (het QRS is dan > 0,12s)?
§ R-top progressie (R neemt toe van V1-V5)
Pathologische Q
Pathologische Q:
• ≥ 0.04 seconde (1 mm)
• > 1/3 totale hoogte QRS Bijzonderheden
§ Q in een enkele afleiding mag, zoals Q in III
§ Let op: niet in afleiding aVR
§ R-top kan verloren gaan → QS- complex
Kamerhypertrofie
§ Toename dikte spierwand
§ Linker ventrikel- hypertrofie (LVH)
– OverbelasPng linker ventrikel – Bijvoorbeeld
door hypertensie of AoS
ECG-criteria linker ventrikel hypertrofie
Precordiaal
S in V1 + R in V5/6 >35mm R V5/6 >26mm
Met/zonder ‘strain’patroon
= aflopende ST-depressie en asymmetrische negaPeve T-toppen laterale afleidingen
Bundeltakblokken
§ QRS duur van meer dan 120ms
§ Linker BTB configuraPe
§ Rechter BTB configuraPe
§ Verlengde QRS maar geen BTB-configuraPe:
– Aspecifieke intraventriculaire geleidingsstoornis
Geleiding
Linker bundeltak blok
§ AcPvaPe kamers via rechter bundeltak
§ Brede R in I, aVL, V5 en V6
§ QS of rS in V1
§ RR’-patroon links precordiaal (V5-6) = “M”
§ RepolarisaPestoornissen
in het algemeen geldt;
“gestoorde ac5va5e = gestoorde repolarisa5e”
Voorbeeld
Rechter bundeltakblok
§ RBTB configuraPe:
– RSR’-patroon rechts precordiaal (V1-2) – Brede S-golf I, aVL en V6
Voorbeeld
Stap 7: STT segmenten
Stappen
1. ST elevaPe 2. ST depressie
3. T-top morfologie
Oorzaken ST eleva?e
Mogelijk oorzaken
§ Linker bundeltak blok
§ Linker ventrikel hypertrofie
§ Acute pericardiPs
§ Hypertrofische cardiomyopathie
ISCHEMIE
Voorbeeld ST eleva?e: rennen?
Voorbeeld ST eleva?e: rennen?
ST depressie
§ De belangrijkste oorzaak van ST-depressie is ischemie.
§ Overige oorzaken van ST depressie zijn:
– Linker ventrikelhypertrofie met "strain"
– Digitalis effect
– Elektrolietstoornissen: hypokaliëmie en hypomagnesemie – Reciproke ST depressie.
Voorbeelden ST depressie
T-top morfologie
Veranderingen van de T top treden vrij 'makkelijk' op
Er zijn een aantal specifieke T top veranderingen die aan een bepaalde diagnose kunnen doen denken:
– Spitse T toppen bij hyperkaliëmie
– Symmetrisch negaPeve T toppen bij recent (dagen-weken) doorgemaakte ischemie
– Strain patroon (langzaam dalend ST segment eindigend met kleine negaPeve T top) bij o.a. LVH
Voorbeelden ter illustra?e
Stap 7+1: Vergelijk met een oud ECG
Stap 7+2: Conclusie
Sinusritme 70 slagen per minuut met een normale hartas en geleidings5jden.
Geen aanwijzingen voor hypertrofie of ischemie.”
Deel III: pathologie
Afwijkende ritme’s
§ Geen: asystolie
§ Snel: tachy-aritmieën
§ Traag: brady-aritmieën (impuls- en geleidings- stoornissen)
§ Ectopische complexen
Geen ritme: asystolie
Snelle ritme’s – smal complex
§ Regulair:
– Sinustachycardie – Atriale tachycardie – Atriumflumer
– Paroxismale supraventriculaire tachycardieën
• AVNRT/AVRT
§ Irregulair
– Atriumfibrilleren
– MulPfocaal atriaal ritme
Atriumfibrilleren
AtriumfluVer
Snelle ritme’s – breed complex
§ Supraventriculair ritme met bundeltak blok
§ Ventriculaire tachycardie
§ Abberante geleiding
Ventriculaire tachycardie
Wat zie je?
Ventrikel fibrilleren
Trage ritmestoornissen
Impuls- en geleidingsstoornissen:
§ SA-blok
§ Sinusarrest
§ AV-blok
§ Bundeltakblok
SA blok versus een sinusarrest
Het AV-blok
Indeling?
§ 1ste graads: geen uitval
– PR-Pjd ↑ zonder uitval QRS-complex
§ 2e graads: uitval
– Type I (Wenckebach) – Type II (Mobitz-II)
§ 3e graads:
– Totaal blok, AV-dissociaPe
?
Eerstegraads AV-blok
?
Tweede graads AV-blok type I Wenckebach (1864-1940)
?
Tweedegraads AV-blok type II (2:1 blok) (relaPe p-top en QRS aanwezig!)
?
Derdegraads AV-blok: AV-dissociaPe
Ectopische complexen (extra hartslagen)
§ Stap 1: hoe valt ectopische slag tov basisritme?
– Vroeger → Premature slag – Later → Escape slag
§ Stap 2: waar uit het hart komt deze slag vandaan?
– Smal → Supraventriculair
• (anders gevormde) P-top aanwezig: Atriaal
• P-top afwezig: AV-nodale slag – Breed → Ventriculaire slag
Premature atriale extrasystole
Premature ventriculaire extrasystole
Ventriculaire escape
Elektrolietstoornissen
Hypokaliëmie
§ ST depressie
§ Afname en breder worden T-top
§ P-top wordt breder en hoger
§ Iets verlengd PR-interval
Hyperkaliëmie
Milde hyperkaliëmie
(< 6 mmol/L) Erns?ge hyperkaliëmie (> 6 mmol/L
Verbreden P-golf Verdwijnen P-golf Verlenging PR interval Fors verlengd PR interval
Breder QRS Breed QRS
Breder worden T-top QRS gaat over in T-top
Hypocalciëmie
§ ECG:
– Afname QRS-duur
– PR-Pjd kan verkort zijn
– Verlaging en omkering T-top – QT-Pjd↑
– Verlengd ST-segment en ST↓
§ Aritmieën
Hypercalciëmie
§ Kenmerken ECG
• QT-Pjd↓
• Verbreed QRS
• Lage R
• Afwezige P-top
• Hoge spitse T-top met smalle basis
§ Hypercalciëmie induceert digitalisintoxicaPe
Pericardi?s
§ Acuut: subepicardiale beschadiging
§ Diffuus: alle afleidingen betrokken
§ RepolarisaPe: concave ST↑ soms zelfs ST↓
§ Stoornis boezemrepolarisaPe: meestal PTA ↓