Toets 1

(1)

Water

1

Meander 6 • toetsen • © Malmberg 's-Hertogenbosch

naam:

a b c

Toets 1

Bij de volgende vraag zet je achter iedere zin een nummer.

1 In 1953 was de watersnoodramp. Wat gebeurde er toen?

Zet de zinnen in de goede volgorde. Zet een 1 bij wat het eerst gebeurde en een 4 bij wat het laatst gebeurde.

a De dijken braken door. ...

b Heel veel huizen werden verwoest. ...

c Het water kwam hoger en hoger. ...

d Het water stroomde het land in. ...

Zet bij de volgende vragen een rondje om het goede antwoord. Soms zijn er meerdere antwoorden goed. Dan staat dat bij de vraag.

2 Bekijk de drie foto’s. Op welk plaatje zie je een delta?

3 Bij deze vraag zijn twee antwoorden goed.

Vul aan: het Deltaplan was een plan om:

a dijken te verhogen en dammen te bouwen.

b het land weer droog te pompen.

c overstromingen in het zuidwesten van Nederland te voorkomen.

d wegen te herstellen en de huizen weer op te bouwen.

4 Lees de zinnen over het Deltaplan.

Zijn ze waar of niet waar?

a De eerste dammen kwamen in kleine zeearmen. waar / niet waar b De stormvloedkering in de Oosterschelde is het

grootste bouwwerk van de Deltawerken. waar / niet waar c Een dam in elke zeearm was handig. waar / niet waar d Hoe dichter bij de zee, hoe steviger de dammen

moeten zijn. waar / niet waar

506874_toets_thema1.indd 1 04/04/17 14:24

(2)

Water

2 naam:

a IJsselmeer b Amsterdam-Rijnkanaal c Waddenzee

Toets 1

5 Bekijk het plaatje. Je ziet een deel van de stormvloedkering in de Oosterschelde.

Lees de zinnen over de stormvloedkering. Wat is waar?

a Alle mensen wilden/ Een aantal mensen wilde dat de Oosterschelde open bleef.

b De regering vond een / geen oplossing die voor iedereen goed was.

c De stormvloedkering is een soort dam die normaal altijd open / dicht staat.

d De stormvloedkering was het grootste / kleinste bouwwerk van de Deltawerken.

Trek bij de volgende vraag lijnen naar de goede antwoorden.

6 Bekijk de drie plaatjes van wateren. Bij welke naam hoort welk plaatje? Trek lijnen.

Zet bij de volgende vraag bij iedere zin een kruisje in de juiste kolom.

7 Geef bij iedere zin aan of hij hoort bij eb of bij vloed.

eb vloed

a De zee stroomt weg van de kust.

b Het strand is smal.

c Het strand wordt steeds breder.

d Het water komt naar het strand toe.

506874 toets thema1 indd 2

506874_toets_thema1.indd 2 15 05 2008 09 44 0715-05-2008 09:44:07

(3)

Water

3 naam:

Toets 1

Zet bij de volgende vragen een rondje om het goede antwoord.

8 Bekijk het kaartje. In de provincie Zeeland ligt de Westerschelde.

Welke twee plaatsen liggen ten noorden van de Westerschelde?

a Middelburg en Terneuzen b Middelburg en Vlissingen c Terneuzen en Vlissingen

9 Lees de zinnen over Flevoland. Zijn ze waar of niet waar?

a De Noordoostpolder is door mensen bedacht. waar / niet waar b De provincie Flevoland bestaat net zolang als Nederland. waar / niet waar c Flevoland zou zonder dijken ongeveer vijf meter

onder water staan. waar / niet waar

10 Lees de zinnen over gebieden in en aan het water. Wat is waar?

a De dijk tussen Noord-Holland en Flevoland / Friesland heet de Afsluitdijk.

b De Waddeneilanden liggen in het noorden / zuiden van Nederland.

c Emmeloord ligt in het midden / aan de rand van de Noordoostpolder.

d Texel hoort bij Noord-Holland / Zuid-Holland.

506874_toets_thema1.indd 3 15 05 2008 09 44 1115-05-2008 09:44:11

(4)

Water

4 naam:

Toets 1

Schrijf bij de volgende vragen het goede antwoord op.

11 Waarom was het voor de vogels beter dat de Oosterschelde open bleef?

...

12 Bekijk het kaartje. Hoe heten deze wateren? Zet de namen op de goede plaats.

Kies uit: Neder-Rijn — Noordzee — Noordzeekanaal — Oosterschelde — Lek - Nieuwe Waterweg — IJssel — Waal

506874_toets_thema1.indd 4 15 05 2008 09 44 1515-05-2008 09:44:15

(5)

Water

1

Meander 6 • antwoorden bij de toetsen • © Malmberg 's-Hertogenbosch

naam:

a b c

Toets 1

Bij de volgende vraag zet je achter iedere zin een nummer.

1 In 1953 was de watersnoodramp. Wat gebeurde er toen?

Zet de zinnen in de goede volgorde. Zet een 1 bij wat het eerst gebeurde en een 4 bij wat het laatst gebeurde.

a De dijken braken door. ...

b Heel veel huizen werden verwoest. ...

c Het water kwam hoger en hoger. ...

d Het water stroomde het land in. ...

Zet bij de volgende vragen een rondje om het goede antwoord. Soms zijn er meerdere antwoorden goed. Dan staat dat bij de vraag.

2 Bekijk de drie foto’s. Op welk plaatje zie je een delta?

3 Bij deze vraag zijn twee antwoorden goed.

Vul aan: het Deltaplan was een plan om:

a dijken te verhogen en dammen te bouwen.

b het land weer droog te pompen.

c overstromingen in het zuidwesten van Nederland te voorkomen.

d wegen te herstellen en de huizen weer op te bouwen.

4 Lees de zinnen over het Deltaplan.

Zijn ze waar of niet waar?

a De eerste dammen kwamen in kleine zeearmen. waar / niet waar b De stormvloedkering in de Oosterschelde is het

grootste bouwwerk van de Deltawerken. waar / niet waar c Een dam in elke zeearm was handig. waar / niet waar d Hoe dichter bij de zee, hoe steviger de dammen

moeten zijn. waar / niet waar

2 4 1 3

506874_toets_thema1_antw.indd 1 04/04/17 14:23

(6)

Water

2 naam:

a IJsselmeer b Amsterdam-Rijnkanaal c Waddenzee

Toets 1

5 Bekijk het plaatje. Je ziet een deel van de stormvloedkering in de Oosterschelde.

Lees de zinnen over de stormvloedkering. Wat is waar?

a Alle mensen wilden/ Een aantal mensen wilde dat de Oosterschelde open bleef.

b De regering vond een / geen oplossing die voor iedereen goed was.

c De stormvloedkering is een soort dam die normaal altijd open / dicht staat.

d De stormvloedkering was het grootste / kleinste bouwwerk van de Deltawerken.

Trek bij de volgende vraag lijnen naar de goede antwoorden.

6 Bekijk de drie plaatjes van wateren. Bij welke naam hoort welk plaatje? Trek lijnen.

Zet bij de volgende vraag bij iedere zin een kruisje in de juiste kolom.

7 Geef bij iedere zin aan of hij hoort bij eb of bij vloed.

eb vloed

a De zee stroomt weg van de kust.

b Het strand is smal.

c Het strand wordt steeds breder.

d Het water komt naar het strand toe.

X X

506874 toets thema1 antw indd 2

506874_toets_thema1_antw.indd 2 15 05 2008 09 42 2615-05-2008 09:42:26

(7)

Water

3 naam:

Toets 1

Zet bij de volgende vragen een rondje om het goede antwoord.

8 Bekijk het kaartje. In de provincie Zeeland ligt de Westerschelde.

Welke twee plaatsen liggen ten noorden van de Westerschelde?

a Middelburg en Terneuzen b Middelburg en Vlissingen c Terneuzen en Vlissingen

9 Lees de zinnen over Flevoland. Zijn ze waar of niet waar?

a De Noordoostpolder is door mensen bedacht. waar / niet waar b De provincie Flevoland bestaat net zolang als Nederland. waar / niet waar c Flevoland zou zonder dijken ongeveer vijf meter

onder water staan. waar / niet waar

10 Lees de zinnen over gebieden in en aan het water. Wat is waar?

a De dijk tussen Noord-Holland en Flevoland / Friesland heet de Afsluitdijk.

b De Waddeneilanden liggen in het noorden / zuiden van Nederland.

c Emmeloord ligt in het midden / aan de rand van de Noordoostpolder.

d Texel hoort bij Noord-Holland / Zuid-Holland.

(8)

Water

4 naam:

Toets 1

Schrijf bij de volgende vragen het goede antwoord op.

11 Waarom was het voor de vogels beter dat de Oosterschelde open bleef?

...

12 Bekijk het kaartje. Hoe heten deze wateren? Zet de namen op de goede plaats.

Kies uit: Neder-Rijn — Noordzee — Noordzeekanaal — Oosterschelde — Lek - Nieuwe Waterweg — IJssel — Waal

Als de Oosterschelde dicht ging, zou er geen eb meer zijn. Veel vogels vinden hun voedsel bij eb.