• No results found

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS

BESLISSING

GO / 2019 / 04 / … / 26 FEBRUARI 2019

Inzake …, wonende …, bijgestaan door …, advocaat te …

Verzoekende partij

Tegen …, vertegenwoordigd door …, algemeen directeur, bijgestaan door …, advocaat te …, alwaar keuze van woonplaats wordt gedaan,

Verwerende partij

Met een ter post aangetekende brief d.d. 7 januari 2019 heeft meester …, namens …, beroep ingesteld tegen de beslissing van 19 december 2018 van …, algemeen directeur van … waarbij … bij hoogdringendheid preventief wordt geschorst met onmiddellijke ingang.

Met een ter post aangetekende brief d.d. 31 januari 2019 heeft meester …, namens …, beroep ingesteld tegen de beslissing van 9 januari 2019 van de Raad van Bestuur van de

… waarbij de beslissing van 19 december 2018 om … bij hoogdringendheid preventief te schorsen met onmiddellijke ingang, wordt bevestigd en bekrachtigd.

1. Over de relevante gegevens de zaak

… is opvoeder in ….

Op 6 december 2018 wordt aan …, algemeen directeur, gerapporteerd dat … met leerlingen uit het internaat berichten uitwisselt in een besloten Facebookgroep. Uit

(2)

enkele screenshots blijkt dat verzoeker in zijn communicatie met de internen zijn collega’s in een ongunstig daglicht stelt en ridiculiseert. Los daarvan verneemt de algemeen directeur van een opvoeder dat verzoeker in de zomervakantie een intern bij zich thuis heeft laten overnachten.

Bij schrijven van 6 december 2018 van de coördinerend directeur, …, wordt verzoeker uitgenodigd voor een gesprek op het kantoor van de algemeen directeur op 11 december 2018. In ditzelfde schrijven wordt verzoeker “vrijgesteld van dienst” tot en met 10 december 2018.

Het gesprek vindt plaats op 11 december 2018.

Op 12 december 2018 wordt het verslag van het gesprek aan verzoeker toegezonden samen met de kennisgeving van de opstart van een tuchtonderzoek.

Op 18 december 2018 reageert meester …per aangetekend schrijven op het verslag van het gesprek van 11 december 2018 en laat weten dat hij … geadviseerd heeft om zich diezelfde dag aan te bieden om het werk te hervatten. Hij wordt op 18 en 19 december 2018 evenwel vrijgesteld van dienst.

Blijkens het eerste beroepen besluit van de algemeen directeur heeft directeur …

“via zijn collega, …” hem op 18 december 2018 verzocht om de preventieve schorsing van … in overweging te nemen. De verzoeker betwist dit gegeven niet.

Op 19 december 2018 schorst algemeen directeur … preventief bij hoogdringendheid. Dezelfde dag wordt het gemotiveerd besluit aan de verzoeker betekend. Er wordt hem meegedeeld dat de toegang tot het internaat hem wordt ontzegd en dat er een tuchtonderzoek wordt opgestart. Deze beslissing vormt het voorwerp van het beroep ingediend op 7 januari 2019.

Verzoeker wordt in het schrijven van 19 december 2018 uitgenodigd voor verhoor door de Raad van Bestuur van … op 9 januari 2019 met het oog op de bevestiging van de preventieve schorsing van 19 december 2018.

(3)

… is op de hoorzitting aanwezig met zijn raadsman en legt een verweerschrift neer.

De raad van bestuur beslist op 9 januari 2019 na geheime stemming bij unanimiteit om de preventieve schorsing van … opgelegd bij hoogdringendheid door …, algemeen directeur, te bekrachtigen en te bevestigen. De Raad van Bestuur bekrachtigt en bevestigt ook de beslissing van de algemeen directeur om een tuchtonderzoek en een tuchtprocedure op te starten “aangaande zijn contacten met internen en collega’s”.

Deze beslissing wordt aan de verzoeker meegedeeld op 18 januari 2019 en vormt het voorwerp van het beroep ingediend op 31 januari 2019.

2. Het procedureverloop

Meester … heeft namens verwerende partij met een mail dd. 15 februari 2019 een verweerschrift ingediend en met een mail van 16 februari 2019 het administratief dossier met inventaris.

De partijen werden voor de hoorzitting regelmatig opgeroepen met een ter post aangetekende brief dd. 8 februari 2019 en waren op de hoorzitting aanwezig of vertegenwoordigd.

Er werden geen getuigen gehoord.

3. Over het samengaan van de beroepen

De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen twee beslissingen: de beslissing van 19 december 2018 waarbij hij bij hoogdringendheid preventief wordt geschorst en de beslissing van 9 januari 2019 waarbij die preventieve schorsing bij hoogdringendheid bevestigd en bekrachtigd wordt, nadat de verzoeker was gehoord.

De beslissing van 9 januari 2019 is in de plaats gekomen van de beslissing van 19 december 2018. Het is die beslissing die nu de rechtstoestand van de

(4)

verzoeker regelt; zij heeft de beslissing van 19 december 2018 opgeslorpt. Het beroep tegen het besluit van 19 september 2018 is zonder voorwerp.

Enkel de beslissing van de beslissing van 9 januari 2019 van de raad van bestuur wordt in het onderzoek betrokken.

4. Over de ontvankelijkheid van het beroep

Het beroepsschrift van 31 januari 2019 is tijdig en met inachtneming van de voorgeschreven vormen ingediend. Het is ontvankelijk.

5. Procedurele bemerkingen

5.1. Volgens de verzoeker heeft het bestuur een aantal procedureregels geschonden:

- Het gesprek van 11 december 2018 was een “verkapt verhoor”, waarbij hij zonder voorbereiding geconfronteerd werd een betichting van tuchtinbreuken en met een preventieve schorsing en waarbij de beslissing reeds vooraf genomen was. Tijdens dit gesprek werd dwang uitgeoefend doordat hem de gelegenheid werd geboden de eer aan zichzelf te houden.

- In de stappen die voorafgaand aan de beslissing van de raad van bestuur gezet zijn, werden zijn rechten van verdediging manifest geschonden en de raad van bestuur kon dat gebrek niet goedmaken door de verzoeker op 9 januari 2019 te horen.

5.2.1. De verzoeker had op 11 december 2018 een verkennend gesprek met de algemeen directeur. Dergelijk verkennend gesprek maakt geen deel uit van een tuchtprocedure, waarvan de aanvang reglementair bepaald is en een formele beslissing noodzaakt. Noch de omstandigheid dat de directeur zich op 11 december 2018 liet bijstaan door andere personen, noch het feit dat de verzoeker daar expliciet geconfronteerd werd met bepaalde feiten die de algemeen directeur ter ore waren gekomen, noch het feit dat de algemeen directeur in dat gesprek zijn visie op de gebeurtenissen meedeelde en verwees naar inbreuken op de plichtenleer, maken van

(5)

dat gesprek een onderdeel van een tuchtprocedure. De waarborgen inzake de rechten van verdediging in tuchtzaken gelden op dat vlak niet.

5.2.2. De raad van bestuur heeft op 9 januari 2019 met een autonome beslissing, genomen na de verzoeker gehoord te hebben, een tuchtzaak opgestart. In dat kader heeft hij de verzoeker preventief geschorst overeenkomstig de geldende regels.

Niets verhinderde hem op dat ogenblik acht te slaan op de gegevens die het bestuur voordien had verzameld en met name op het verslag van het verkennend gesprek van 11 december 2018.

6. De grondvoorwaarden voor de schorsing

6.1. De verzoeker betwist de bewijswaarde van de stukken die de raad van bestuur in aanmerking nam om hem preventief te schorsen. Hij zet uiteen dat de screenshots die de algemeen directeur in het dossier gebracht heeft zonder zijn toestemming onderschept zijn en dat er op onregelmatige wijze ingelogd werd op zijn facebookprofiel, terwijl ook niet zeker is dat hij daarvoor verantwoordelijk is.

Hij betwist ook de bewijswaarde van het verslag van opvoeder … over het gebeuren met een leerling, doordat het opgemaakt is op vraag en dus niet zonder enige dwang van de coördinerend directeur. Hij betwist tenslotte de bewijswaarde van het verslag van het gesprek van 11 december 2018 omdat het een “verkapt verhoor” betreft.

De verzoeker stelt vervolgens dat de noodzaak van zijn onmiddellijke verwijdering uit de school, met name de ordeverstoring, niet vast staat. Hij betoogt dat de screenshots geen beledigingen of verwijten bevatten en dat hij met betrekking tot zijn omgang met een intern een voor hem bevrijdend bewijsstuk overgemaakt heeft. De raad van bestuur toont volgens hem niet aan waarom hij geen diensten kan presteren.

6.2. De verwerende partij verwijst terecht naar het feit dat de verzoeker tijdens het gesprek van 11 december 2018 de feiten zelf en het deontologisch laakbaar karakter van zijn gedraging heeft toegegeven. De verzoeker verzet zich wel tegen de omstandigheden waarin het gesprek gevoerd werd, maar betwist niet dat wat in het verslag opgenomen is (punt 2 tot 5), de correcte weergave van dat gesprek is. In

(6)

ieder geval toont noch de verwijzing naar antecedenten noch de vraag om de eer aan zichzelf te houden, enige manipulatie of vooringenomenheid van het bestuur aan. En wat betreft de omgang met een intern betreft, beschikte de raad van bestuur over de verklaring van opvoeder …, die niet minder geloofwaardig is omdat zij zou opgesteld zijn op vraag van de directeur.

De verzoeker stelt ook nu dat de gegevens van de facebookpagina onregelmatig verkregen zijn. De Kamer van beroep sluit zich wat dat betreft ook aan bij de overwegingen van de raad van bestuur (pag. 42) dat de verzoeker “de verzender van de berichten zou kunnen zijn” en dat geen “actieve toegang” werd gezocht tot de persoonlijke account van de verzoeker.

6.3.1. De raad van bestuur heeft in het beroepen besluit uitvoerig uiteengezet (pag.

43) waarom hij vond dat de preventieve schorsing van de verzoeker behouden moest blijven. De raad van bestuur verwijst naar het voorstel van het instellingshoofd en naar “volgende ordeproblemen”: (a) het deelnemen aan een Facebookgroep met leerlingen waarin denigrerende uitspraken over personeelsleden worden gedaan en die ordeverstorend werken doordat binnen de instelling de indruk bestaat dat de berichten van de verzoeker uitgaan (b) de overnachting van een intern bij hem thuis, waarbij de verklaring van de ouders afgewogen moet worden aan de verklaring van een collega-opvoerder van de verzoeker “die het bestuur niet zomaar kan negeren”

en die “minstens blijk geeft van een mogelijks problematische/te persoonlijke relatie tussen … en de intern”.

6.3.2. De Kamer van beroep valt de uiteenzetting van de raad van bestuur over de hele lijn bij. En daarbij heeft zij in het bijzonder oog voor het feit dat de belangen van de “inwoners en participanten van het internaat” veilig gesteld moeten worden, waaronder begrepen wordt dat moet voorkomen worden dat de verzoeker -opvoeder in een internaat, d.w.z. met hen in een thuissituatie samenlevend- zich manipulatief opstelt tegen de jongeren, die onmiskenbaar nuttige gegevens kunnen aanbrengen in het onderzoek.

6.4. De Kamer van beroep herinnert er in dat verband tenslotte aan dat de preventieve schorsing haar grondslag vindt in het opgestart tuchtonderzoek en dat,

(7)

mede vanuit het vermoeden van onschuld, mag verwacht worden dat dit onderzoek zo spoedig als mogelijk uitloopt op een beslissing van de raad van bestuur.

BESLISSING

Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs;

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 mei 1991 omtrent de evaluatie, maatregelen van orde en tucht in het gemeenschapsonderwijs, zoals gewijzigd;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel van 6 augustus 2009 houdende aanstelling van de voorzitter en plaatsvervangende voorzitters van de Kamer van Beroep voor het personeel van het gemeenschapsonderwijs, zoals gewijzigd;

Gelet op het Werkingsreglement van de Kamer van Beroep, zoals goedgekeurd op 10 november 2011;

Gelet op de hoorzitting van 26 februari 2019;

Na beraadslaging;

Na geheime stemming over de vernietiging van de preventieve schorsing, met 3 stemmen voor en 8 stemmen tegen,

Enig artikel

(8)

De beslissing van de Raad van Bestuur van … van 9 januari 2019 preventief wordt geschorst, wordt niet vernietigd.

Aldus uitgesproken te Brussel op 26 februari 2019.

De Kamer van Beroep was samengesteld uit :

De heer André VANDENDRIESSCHE, voorzitter;

Mevrouw H. ELOOT, mevrouw V. DE MERLIER, mevrouw C. DE SMUL en de heren D. VAN HAVER, G. VAN PASSEL, en W. VERCRUYSSEN, vertegenwoordigers van het gemeenschapsonderwijs;

Mevrouw M. JONCKERS en de heren G. ACHTEN, J-L. BARBERY, R. VAN DER STRAETEN en A. VANDROMME, vertegenwoordigers van de vakorganisaties;

Om de pariteit onder de geledingen te herstellen neemt, na loting, de heer W.

VERCRUYSSEN niet deel aan de stemming.

Mevrouw P. MICHIELS, secretaris.

Opgemaakt in drie originele exemplaren, waarvan één exemplaar voor elke partij en voor het dossier.

De Secretaris, De Voorzitter,

P. MICHIELS A. VANDENDRIESSCHE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is in het licht van het voorgaande niet onredelijk om aan te nemen dat de Kamer van beroep die na de ingrijpende wijziging van de aard van zijn bevoegdheid

2 maart 2011 heeft …, leraar Nederlands tweede taal, beroep ingesteld tegen het ontslag om dringende redenen overeenkomstig artikel 24 van het Rechtspositiedecreet

verzoekende partij te beoordelen behalve in het geval verzoekende partij bij de uitoefening van haar opdracht zodanig zou gehandeld hebben dat zij hierbij schromelijk aan

Met een ter post aangetekende brief van 21 december 2010 heeft … , directeur … , aan de Kamer van Beroep laten weten dat het ontslag werd ingetrokken en het beroep

Overwegende dat ten deze is vast te stellen dat de leerkracht pas enkele maanden in dienst was, dat ook de school niet geheel vrijuit gaat nu blijkt zowel uit de

De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen twee beslissingen: de beslissing van 1 september 2015 waarbij hij bij hoogdringendheid preventief wordt geschorst en de

7.1. De verzoeker heeft reeds bij de behandeling van de zaak voor de Raad van Bestuur aangebracht dat dit orgaan niet meer objectief en onpartijdig kon beslissen over zijn zaak

De vzw “CoördinatieRAad van Algemeen Directeurs” (afgekort “Co- RA”) is een vereniging zonder winstoogmerk, waarvan de statuten, zoals die voor het laatst gewijzigd werden op