• pagina 1 van 2 archeologie is een verrijking
Advies regioarcheoloog
aan: Koen Antonise, gemeente Beuningen cc:
van: Sigrid van Roode/Paul Franzen ons kenmerk: I 01 01 028
datum: 8 januari 2014
betreft: Beuningen Burgemeester Van Suchtelenstraat 26
omschrijving project
Aan de Burgemeester Van Suchtelenstraat 26 te Beuningen, in de gelijknamige gemeente, is de mogelijkheid geschapen voor de bouw van twee woningen. Bij die bouw kunnen in de grond aanwezige archeologische waarden worden verstoord. Op basis van de Monumentenwet 1988 en het vigerend gemeentelijk beleid is daarom onderzoek noodzakelijk om vast te stellen of er inderdaad sprake is van archeologische waarden die door de voorgenomen ontwikkeling verstoord zullen gaan worden.
In opdracht van de gemeente Beuningen heeft Econsultancy voor het betreffende gebied een bureauonderzoek met aansluitend een verkennend booronderzoek uitgevoerd. De voorlopig belangrijkste conclusie van het onderzoek was dat er al vanaf 60 cm onder het huidige maaiveld een laag aanwezig is met o.a. Romeins aardewerk, wat wijst op een oude woongrond. Indien het beperken van de verstoring tot 30 cm – mv niet mogelijk bleek, werd geadviseerd verder archeologisch onderzoek, in de vorm van proefsleuven, uit te voren. Dit onderzoek is uitgevoerd op 24 oktober 2013.
Het hier besproken rapport is daar de schriftelijke weerslag van.
bespreking uitgevoerd onderzoek
P. Weterings, Burgemeester van Suchtelenstraat 26 te Beuningen, Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven (IVO-P), rapportnummer A130199, conceptversie november 2013, ‘s Hertogenbosch 2013.
Binnen het plangebied zijn drie proefsleuven aangelegd. De mogelijk oude woongrond op 60 cm onder maaiveld leverde alleen materiaal op uit de nieuwe tijd en een aantal natuurlijke sporen die mogelijk verband houden met de aanwezigheid van een boomgaard in de 19e eeuw. Een tweede archeologisch niveau werd aangetroffen op circa 100 cm onder maaiveld. Op dit niveau werden vier greppels aangetroffen met in één daarvan brokken tefriet. Ook werd een ca 2 meter brede grillig gevormde baan aangetroffen die waarschijnlijk een natuurlijke oorsprong heeft. Het plangebied is lager gelegen ten opzichte van de woongrond en ligt in de nabijheid van een overloopgeul. Het rapport maakt op p. 20 gewag van het feit dat de overloop het plangebied doorkruist, maar geeft in dezelfde zin aan dat op de paleogeografische kaart de geul abrupt eindigt ten noorden van het plangebied en dat het grillige spoor hier mogelijk een aftakking van is. De aanwezigheid van fosfaat tenslotte is een indicatie dat hier vee gelopen heeft.
Ten noordoosten van het plangebied bevindt zich een oude woongrond met bewoning vanaf de IJzertijd-Middeleeuwen, waarbinnen zich twee AMK-terreinen met bewoningssporen uit de IJzertijd/Romeinse tijd bevinden; mogelijk zijn de aangetroffen greppels randfenomenen behorend bij deze woongrond en dienden als een soort terreinindeling voor weidegronden.
conclusie
De conclusie van het onderzoek is dat beide vindplaatsen niet behoudenswaardig zijn. BAAC adviseert het plangebied vrij te geven voor werkzaamheden en geen verder onderzoek uit te laten voeren.
Advies
Op basis van het uitgevoerde onderzoek is het advies tot vrijgave verdedigbaar: nader archeologisch onderzoek zal vermoedelijk niet meer informatie opleveren dan dat hier sprake is van de randzone van de hoger gelegen woongrond waar vee geweid werd. Gezien het feit dat in de greppels alleen 6 brokken tefriet zijn aangetroffen, is er ook geen reden aan te nemen dat mogelijk aanwezig nederzettingsafval tot meer informatie over de nabijgelegen woongrond zou leiden.
Op basis van dit onderzoek kan de gemeente Beuningen een selectiebesluit nemen waarin tot vrijgave van het terrein besloten wordt. Dit laat onverlet dat er, indien er bij de werkzaamheden archeologische sporen of resten worden aangetroffen, deze cf de Monumentenwet gemeld en gedocumenteerd dienen te worden.
• pagina 2 van 2 archeologie is een verrijking 8 januari 2014
SR/PF