• No results found

Gelet op artikel 5d van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gelet op artikel 5d van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit van ... tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de algemene verplichting tot overlegging van een verklaring omtrent gedrag bij een eerste benoeming tot rechterlijk ambtenaar

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van ..., nr. ...;

Gelet op artikel 5d van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van ..., nr. ...);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van ..., nr. ...;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2f van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. In geval van een opvolgende benoeming van een rechterlijk ambtenaar in een ander ambt dan bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet en niet zijnde een ambt als bedoeld in het tweede of derde lid van dit artikel, kan Onze Minister van de betrokkene een verklaring omtrent het gedrag, niet ouder dan drie maanden en afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, verlangen als hij van mening is dat de omstandigheden sinds de benoeming van betrokkene in het eerdere ambt dusdanig gewijzigd zijn dat dit noodzakelijk is.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Het tweede tot en met vierde lid zijn niet van toepassing in geval van benoeming in een ambt als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet.

3. Het zesde lid vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van ...

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming,

(2)

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit behelst een aanpassing van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Brra) als gevolg van de wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra) met de Wet tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke

ambtenaren disciplinaire maatregelen op te leggen en tevens andere maatregelen te treffen. Met die wet is de verklaring omtrent gedrag een wettelijk vereiste voor eerste benoeming tot rechterlijke ambtenaren geworden. Artikel 4a van de Wrra bepaalt dat iemand slechts tot rechterlijk ambtenaar kan worden benoemd als hij in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag, niet ouder dan drie maanden en afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Hierdoor is een deel van wat hierover in het Brra geregeld was overbodig geworden. Dit heeft geleid tot een aanpassing van artikel 2f Brra.

Voor rechterlijke ambtenaren niet met rechtspraak belast, was in het Brra al langer geregeld dat de Minister voorafgaand aan de benoeming om een verklaring omtrent gedrag kon verzoeken. In geval van een opvolgende benoeming werd in principe niet om een nieuwe verklaring omtrent gedrag gevraagd, tenzij dit naar het oordeel van de Minister op grond van gewijzigde omstandigheden nodig was. Deze norm, waarop in het zesde lid (oud) voor de rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast een uitzondering was gemaakt, is nu opgenomen in het nieuwe eerste lid van artikel 2f. Een rechterlijk ambtenaar niet met rechtspraak belast, hoeft bij een opvolgende benoeming alleen een nieuwe

verklaring omtrent gedrag te overleggen als daar voor de Minister aanleiding toe is. In het nieuwe eerste lid blijft bepaald dat de verklaring omtrent gedrag niet wordt gevraagd in gevallen waarin op grond van het tweede of het derde lid van artikel 2f een bijzonder onderzoek nodig is of de functie waarin wordt benoemd is aangewezen als vertrouwensfunctie in de zin van de Wet

veiligheidsonderzoeken.

De Minister voor Rechtsbescherming,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gewasbeschermingsmiddelen als nevenactiviteit hebben, mits zij niet meer dan 1.500 kg per jaar omzetten en in het bezit zijn van een certificaat Voedselkwaliteit Loonwerk met de

houdende verhoging met ingang van het berekeningsjaar 2021 van enige bedragen, genoemd in artikel 2, tweede lid, van de Wet op het kindgebonden budget.. Op de voordracht van

De toelatingsorganisatie stelt jaarlijks tarieven vast, alsmede de wijze van betaling daarvan, voor de vergoeding van de kosten die samenhangen met het behandelen van een aanvraag om

7 Dit is het geval indien een student van de zes jaren voorafgaand aan diens inschrijving aan de buitenlandse opleiding ten minste drie jaren in Nederland heeft gewoond en

Het bevoegd gezag kan de uren, bedoeld in het derde of vierde lid, invullen met activiteiten die worden verzorgd in het onderwijsprogramma als bedoeld in artikel 27a, tweede lid,

Bij ministeriële regeling kunnen tevens nadere eisen worden gesteld met betrekking tot de interoperabiliteit met onderdelen van de infrastructuur, bedoeld in artikel 5, eerste lid,

Een erkenning ITK als bedoeld in het eerste lid wordt verleend onder de voorwaarde dat de kwaliteitszorg uiterlijk twee jaar na de datum waarop de erkenning ITK in werking

Indien een instelling de gegevens en de verklaring, bedoeld in artikel 2.2.5, eerste lid, ten behoeve van de bekostiging voor het kalenderjaar 2019 niet tijdig indient, kan