• No results found

d. Br. Boskamp en Willems advocaten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "d. Br. Boskamp en Willems advocaten"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTE ASTEN

I n q i ^ k r i i i f n

2 7 SEP 2016

nr.: Afd.:

W I L L E M S

• A D V O C A T E N •

AANGETEKEND

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Asten

Postbus 290 5720 AG ASTEN

Bezoekadres

Dr. Holtroplaan 42 - Eindhoven Correspondentieadres Postbus 8727 - 5605 LS Eindhoven

Telefoon 040 2501414 Fax 040 2501450 advocaten@bo5kampwillems,nl wvvw.boskampv^rillems.nl

Derdenrek.nr. NL66 RABO 013 68 69 165

Betreft: Woold / Asten

Onderwerp: aanvulling zienswijze Onze ref.: HWN/50865-bl/IHK

E-mail: h.vanderwesten@boskampwillems.nl

Doorkiesnr.: 040 - 250 14 92

Eindhoven, 26 september 2016

Geacht college,

Tot mij wendde zich de vennootschap Green Valley Resort B.V. (Golftiaan 't Woold) gevestigd aan het adres Gezandebaan 46a te 5725 TN Heusden, hiema te noemen cliënte, met de navolgende kwestie waarvoor zij verder woonplaats kiest ten kantore van Boskamp & Willems Advocaten, postbus 8727 te 5605 LS Eindhoven.

Bij brief van 24 augustus 2016 hebben de heren J. van Eijk, F. van Eijk en T.

Manders namens cliënte reeds een zienswijze naar voren gebracht over de ontwerp- omgevingsvergunning, strekkende tot uitbreiding van pluimveebedrijf Verhoijsen aan de Gezandebaan 39 en 39a te Heusden. Daarbij heeft cliënte verzocht om een termijn voor het aanvullen van de gronden van de zienswijze. Van cliënte begreep ik dat zij door uw college in reactie daarop tot en met heden in de gelegenheid is gesteld aanvullende gronden naar voren te brengen. Hierdoor maak ik namens cliënte van die gelegenheid tijdig gebruik.

Over de onderhavige ontwerp-vergunning heb ik reeds zienswijzen naar voren gebracht namens de heer C.A.M. Loomans, wonende op het adres Gezandebaan 37 te Heusden. Dat heb ik gedaan bij brieven van 3, 5 en 11 augustus 2016. Ik verzoek u het gestelde in die zienswijzen als hier herhaald en ingelast te beschouwen.

Namens cliënte wil ik voorop stellen dat zij niet volstrekt tegen elke uitbreiding van de onderhavige veehouderij is. Uit overleg dat cliënte heeft gehad met buurtgenoten, is gebleken dat zulks geldt voor velen van hen. Bij een eventuele uitbreiding van de inrichting dient evenwel gewaarborgd te zijn dat geen toename van overlast optreedt. Sterker nog: tegenover de uitbreidingsmogelijkheden die aan de ondememer worden geboden, zou moeten staan dat hij bereid is te investeren in extra voorzieningen ter vermindering van de reeds bestaande overlast.

Een en ander had kunnen en moeten plaatsvinden in het kader van een zogeheten dialoog met de omgeving. Voor cliënte is niet duidelijk waarom uw college daarvan

Iedere aansprakelijl^heid is beperkt tot het bedrag dat in het betreffende geval onder onze beroepsaansprakeliikheidsverzekering wordt uitbetaald.

KvK: 17242205

mi- R.J.M. van Dalen - mr, H G.M. van der Westen - mr. M.JA Verhagen - Mw. mr drs- D.D. Dielissen-Breukers - mr, M, Kokx - mr, drs, N, Vinke - Mw, mr, A,H, van Gerwen - Mw, mr G, de Jong -

Mw, mr dr R,M,P,C, Niessen - Mw. mr T,V,M, ten Retge - Mw, mr D, Heuker of Hoek - mr J,P, Damen - Mw, mr S-M,W, Cox - mr drs, F,K, van den Akker - Mw, mr AB, Noordhof - Mw. mr SJ,GA van Pelt - Mw, mr E,M,W, Anaans - Mw, mr D,C,V, Mingels - Mw, mr J, van Lith

(2)

B O S K A M P R ^ J W I L L E M S

• A D V O C A T E N •

Vervolgblad:! 26 september 2016 Woold / Asten

heeft afgezien, althans een dergelijke dialoog niet heeft voorgeschreven. Indien uw college evenwel naar aanleiding van de ingediende zienswijzen er voor kiest alsnog een dialoog met de omgeving tot stand te brengen of voor te schrijven, wordt cliënte daarvoor graag uitgenodigd. Op voorhand geeft cliënte daarbij te kennen dat naar haar mening in elk geval dient te worden voorzien in een aardenwal met toereikende beplanting, om daarmee de pluimveehouderij voor de bezoekers van de golft)aan aan het oog te onttrekken en hinderlijke emissies (geluid, geur en stof) te verminderen.

Anders dan uw college in de ontwerp-vergunning stelt, blijkt uit de stukken die aan de aanvraag ten grondslag liggen, dat wel degelijk sprake is van een toename van geuremissie. De achtergrondbelasting neemt weliswaar voor I locatie af, maar voor de overige locaties blijft die belasting gelijk of is zelfs sprake van een toename.

Gelet op de mate waarin de omgeving belast wordt (meer dan 20 odeureenheden, oplopend tot 30 odeureenheden) dienen voorzieningen te worden getroffen die niet alleen voorkomen dat de geurbelasting verder toeneemt, maar die zelfs moeten bewerkstelligen dat de geurbelasting ten opzichte van de reeds vergunde situatie afneemt.

Bij het vorenstaande merkt cliënte ook nog op dat uit de stukken die aan de aanvraag ten grondslag liggen, blijkt dat enkel de voorgrondbelasting voor de nieuwe situatie is doorgerekend. Op basis daarvan kan niet gesteld worden dat geen sprake is van toename van geurbelasting op woningen van derden. Alvorens definitief op de aanvraag wordt beschikt, moet dienaangaande een toereikend onderzoek worden gedaan. Op basis daarvan moet dan nader worden beoordeeld of de aangevraagde situatie vergunbaar is.

In het ontwerp-besluit hebt u opgemerkt dat op een later tijdstip een aanvraag voor de activiteiten bouwen zal worden ingediend en dat die activiteit alsdan op de vergunbaarheid zal worden beoordeeld. Bedoelde vergunning is nodig vanwege het vergroten van de stallen, als onderdeel van de aanvraag die op 12 december 2011 is ingediend. De vergroting van de stallen is door uw college ook genoemd op bladzijde 11 van het ontwerp-besluit.

Onder het kopje "Besluit milieueffectrapportage" in het ontwerp-besluit hebt u opgemerkt dat de uitbreiding van de stallen plaatsvindt binnen het huidige bouwblok en dat er planologisch geen aspecten zijn die in de weg zouden staan aan de gevraagde uitbreiding. Cliënte betwist dat. Daarbij merkt zij op dat ook bij de beslissing op een aanvraag voor de activiteit milieu, beoordeeld moet worden of de gevraagde ontwikkeling planologisch inpasbaar is. In dat kader moet onder andere worden getoetst aan artikel 34 van de Verordening ruimte (een rechtstreeks werkende regel).

(3)

B O S K A M P W I L L E M S

• A D V O C A T E N •

Vervolgblad: 2 26 september 2016 Woold / Asten

Ingevolge artikel 34 Vr is een toename van de oppervlakte van de bestaande gebouwen voor de uitoefening van een veehouderij alleen toegestaan indien maatregelen worden getroffen en in stand worden gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij en als de ontwikkeling vanuit een goed leefomgeving en gelet op de aspecten als bedoeld in artikel 3.1, derde lid Vr inpasbaar is in de omgeving. Daarbij moet onder andere worden beoordeeld wat de achtergrondbelasting op geurgevoelige objecten is en moet worden aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 pg/m^. Tot slot geldt als voorwaarde dat een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving bij het initiatief

Aan genoemde voorwaarden wordt niet voldaan, althans niet is aangetoond dat aan die voorwaarden wordt voldaan. Ook om die reden kan de gevraagde vergurming, zonder nadere onderzoeken en zonder een dialoog met de omgeving, niet worden verleend. Op voorhand zij hierbij opgemerkt dat uit de stukken die bij de aanvraag zijn gevoegd, lijkt te volgen dat vanwege de achtergrondbelasting, niet voldaan kan worden aan de voorwaarden van artikel 34 Vr.

In het kader van het beoordelen van de leefomgeving en de inpasbaarheid in de omgeving, moet wel degelijk ook aandacht worden besteed aan de mogelijkheden om de uitstoot van PMIO te verminderen. Het oordeel van uw college, inhoudende dat in dit specifieke geval het niet redelijk is om van de aanvrager te verlangen dat het huisvestingssysteem in de stallen 1 I'm 3 voldoet aan de maximale emissiewaarde van 16 gram PMIO per dierplaats per jaar, wordt door cliënte, mede in het licht van het vorenstaande, betwist. Daarbij merkt zij op dat onder andere gekeken moet worden naar de toepasbaarheid van biologische luchtwassers. Van voederdeskundigen heeft cliënte begrepen dat biologische luchtwassers betaalbaar zijn en goed fianctioneren, met als positieve bijkomstigheid dat ook de uitstoot van fijnstof wordt verminderd.

Nog los van de verplichtingen die gelden op grond van de Verordening ruimte stelt cliënte zich op het standpunt dat van een ondememer die zijn inrichfing wenst uit te breiden, verwacht mag worden dat deze ook investeert in voorzieningen om de overlast voor de omgeving te beperken. Te gemakkelijk is door uw college geoordeeld dat die investeringen in redelijkheid van de aanvrager niet kunnen worden gevergd.

Het is op grond van het vorenstaande dat ik u namens cliënte verzoek haar zienswijze gegrond te verklaren en dienovereenkomstig nader onderzoek te doen en

(4)

B O S K A M P w m W I L L E M S

• A D V O C A T E N •

Vervolgblad: 3

Woold / Asten 26 september 2016

een dialoog met de omgeving voor te schrijven, voordat definitief op de aanvraag wordt beslist.

Hoogachtend,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit rechtscollege stelde immers “dat echter omstandigheden die bijvoorbeeld betrek k ing hebben op de lange duur van het verblijf in België, de lange duur van de asielprocedure,

Van Tussenpersoon mag worden verwacht dat hij met het oog op het te verstrekken advies de nodige informatie van en over Consument inwint, Consument zodanig informeert over de

4.1 De Commissie heeft op grond van het dossier en van hetgeen ter zitting naar voren is gebracht de overtuiging dat Consument niet wist dat arbeidsongeschiktheid na het eerste

4.1 De Commissie ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of Verzekeraar Consument ten onrechte rechtsbijstand heeft geweigerd voor zijn geschil met de gemeente. Vervolgens dient

schijnbaar tot tegengestelde besluiten is gekomen, nu het verzoek om internationale bescherming van verzoekster (onder meer) wordt afgewezen omdat geen geloof kan worden gehecht

Het verwijt van Consument dat hij in zijn contractsvrijheid is beknot en thans niet meer naar eigen inzicht gestalte kan geven aan zijn eigenbelang door bijvoorbeeld zijn inkomen te

Zo wordt gemotiveerd dat de aangehaalde medische problemen van verzoeker niet kunnen worden aanvaard als grond om een verblijfsvergunning te verkrijgen, omdat uit

Uit dit advies blijkt dat verzoekende partij inderdaad diverse documenten heeft voorgelegd. Bovendien betwist de verwerende partij in de nota met opmerkingen niet dat de