• No results found

Aan de slag met taal- en onderzoeksvaardigheden!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Aan de slag met taal- en onderzoeksvaardigheden!"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ronde 2

Ellis Wertenbroek (a) & Roelie van der Zouwen (b) (a) Hogeschool Rotterdam

(b) Hogeschool Inholland Contact: e.j.m.wertenbroek@hr.nl

Aan de slag met taal- en onderzoeksvaardigheden!

1. Profielwerkstuk in het vo

Het profielwerkstuk (PWS) in het voortgezet onderwijs maakt deel uit van het school- examen in Nederland. Het is een uitgebreide, praktische opdracht die vaardigheden, in combinatie met kennis en inzicht, toetst. Hiernaast is het profielwerkstuk bedoeld om de samenhang en integratie van leerstofonderdelen binnen een profiel te bevorde- ren (Eindexamenbesluit VO 2016).

2. Verbondenheid PWS en taalvaardigheid

Onderzoeksvaardigheden en taalvaardigheden zijn nauw met elkaar verbonden. Bij het rapporteren over onderzoek, bijvoorbeeld, wordt een beroep gedaan op schriftelijke taalvaardigheid en op het lezen van literatuur, waarvoor leesvaardigheid van belang is.

Het is essentieel dat het onderwijs rondom het profielwerkstuk is ingebed in de door- lopende leerlijn ‘Nederlands/communicatie’. Daarbij kunnen de volgende onderdelen een rol spelen:

• Gerichte instructie en ondersteuning – Docenten in het vo en het hbo bieden gerich- te instructie en ondersteuning bij het opstellen van het onderzoeksplan, het syste- matisch verzamelen en verwerken van gegevens en het duiden van deze gegevens om tot een logische conclusie te komen.

• Begeleiding onderzoeksverslag en presentatie – Docenten in het vo ondersteunen leer- lingen bij het opstellen van een onderzoeksverslag volgens de geldende richtlijnen en bij de daaruit voortvloeiende presentatie.

• Aandacht voor taalvaardigheid bij alle vakken – Docenten in het vo en het hbo heb- ben in de totstandkoming van een onderzoeksverslag, zoals het PWS, expliciete aandacht voor de taalvaardigheid van de leerling of student.

Er moet sprake zijn van een geleidelijke en cumulatieve opbouw van kennis en vaar- digheden gedurende de vijf jaar in het voortgezet onderwijs (havo). Deze kennis en vaardigheden moeten geïntegreerd zijn in alle vakken en daar dient ook op beoordeeld

(2)

te worden. Het moet duidelijk zijn op welke manier het profielwerkstuk de ideale voorbereiding is op het hbo en de hbo-vaardigheden.

3. Onderzoeksvaardigheden in het hbo

Praktijkgericht onderzoek in het hbo is van cruciaal belang (Commissie Veerman 2010, WHW art. 1.3.). Afgestudeerde hbo’ers en academici komen steeds vaker als kenniswerkers in kennisintensieve organisaties terecht. Hogescholen leiden studenten op tot vakkundige, onderzoekende en weerbare professionals. Onderzoekend en reflec- tief vermogen en maatschappelijk bewustzijn spelen, naast kennis en vakmanschap, een steeds belangrijker rol in de beroepspraktijk, die zich op alle terreinen in hoog tempo ontwikkelt. Deze beroepspraktijk baseert zich in toenemende mate op inzich- ten uit wetenschap en praktijkgericht onderzoek.

4. Aansluiting PWS en onderzoeksvaardigheden

Het ligt voor de hand dat de onderzoekslijn van vo-scholen (met het profielwerkstuk als eindscriptie en de toetsing van (hbo-)vaardigheden) en die van hbo-instellingen op elkaar aansluiten. Voor een betere aansluiting vo-hbo is het gewenst dat vo-scholen hun leerlingen begeleiden in het hanteren van een gangbare onderzoeksmethodiek met de juiste onderzoeksterminologie en dat zij het onderzoek op een adequate manier kunnen weergeven, beschrijven, rapporteren en presenteren.

5. Aan de slag met Het Rotterdams PWS-model !

5.1 Het Rotterdams PWS-model

Uit de publicaties Vo-hbo: dat is andere taal! (Wertenbroek e.a. 2016) en Vo-hbo: aan de slag met taalbeleid! (Van den Heuij e.a. 2018) blijkt duidelijk hoe het profielwerk- stuk verbonden is met taalvaardigheid en met de onderzoeksmodules in het hbo. Het Rotterdams PWS-model (Wertenbroek e.a. 2018) is ontwikkeld vanuit de visie dat vo- leerlingen door het profielwerkstuk kennismaken met de hbo-onderzoekslijn, -vaar- digheden en -werkwijze in de propedeuse. Daarnaast krijgen ze inzicht in hun eigen handelen en functioneren binnen een groep en is er aandacht voor persoonlijke ont- wikkeling en studie- en beroepskeuze.

Het model geeft weer dat voor een goede organisatie, invulling en uitvoering van het profielwerkstuk een groot aantal betrokkenen binnen het onderwijs met elkaar samen moet werken. Het profielwerkstuk is, wat betreft de voorbereiding op zowel de vakin-

10

(3)

houd en het onderzoek als op de hbo-vaardigheden, verbonden met het reguliere onderwijsprogramma. Door daarbij gebruik te maken van (beoordelings)materiaal dat gangbaar is binnen de hbo-opleidingen, werken vo-scholen in de lijn van het hbo.

Door oriëntatie op een passende hbo-opleiding en de ontwikkeling van hbo-compe- tenties is een vo-leerling beter voorbereid op de propedeuse van zijn hbo-studie.

Het Rotterdams PWS-model biedt ontwikkelaars van het profielwerkstuk een uitgangs- punt voor het vormgeven van een lesprogramma. Voor vo-scholen waar het al ontwik- keld is, biedt het de mogelijkheid om het bestaande lesprogramma aan te scherpen.

Docenten en anderen die betrokken zijn bij het PWS biedt het noodzakelijke achter- grondinformatie, naast de Leidraad profielwerkstuk (Stibbe e.a. 2015), Aandacht voor vaardigheden in het voortgezet onderwijs (werkgroep hbo-vaardigheden 2017) en de Profielwerkstuksite van Hogeschool Rotterdam.

Figuur 1 – Rotterdams PWS-model1.

Het Rotterdams PWS-model is een grafische weergave voor de invulling van het profiel- werkstuk in het voortgezet onderwijs. Het geeft weer:

• welke fasen te onderscheiden zijn in de programmering;

• wat de programmaonderdelen zijn en wat hun inhoudelijke samenhang is;

• aan welke hbo-vaardigheden de programmaonderdelen zijn gerelateerd;

• hoe het profielwerkstuk afgesloten kan worden;

• welke begeleiding nodig is.

(4)

5.2 Van opdracht naar eindproduct

De cirkels omvatten alle elementen die gericht zijn op de ontwikkeling van de leerling:

vanuit een opdracht wordt de leerling procesmatig naar het eindproduct geleid dat beoordeeld wordt. De opdracht is tweeledig en is uitgewerkt in de linker- en rechter- kant van het model.

Het model moet gelezen worden vanuit de (groene) cirkel in het midden:

• links: de groepsopdracht die gericht is op onderzoek doen en samenwerken;

• rechts: de individuele opdracht die gericht is op de persoonlijke ontwikkeling van de leerling, inclusief loopbaanontwikkeling en -begeleiding (LOB).

Bij beide opdrachten doorloopt de leerling drie fasen (gele cirkel) met acht program- maonderdelen (blauwe voor het groepsproject, oranje voor de individuele opdracht):

• Voorbereiding – oriëntatie, brainstorm, plan van aanpak (linkerkant model) en per- soonlijk ontwikkelingsplan (POP) (rechterkant model);

• Uitvoering – (zelf )onderzoek, (zelf )analyse, uitwerking;

• Afsluiting – verslag en presentatie (linkerkant model) en procesverslag en logboek (rechterkant model).

5.3 Relatie met de hbo-vaardigheden

De relatie van de opdrachten en onderdelen met de hbo-vaardigheden is aangegeven in de lichtblauw-grijze cirkel: ‘samenwerken’, ‘sociale en maatschappelijke vaardighe- den’, ‘studie- en informatievaardigheden’, ‘probleemoplosvaardigheden’, ‘taalvaardig- heid Nederlands’, ‘taalvaardigheid Engels’ en ‘digitale vaardigheden’.

5.4 Begeleiding

In de donkerblauw-grijze cirkel staat aangegeven welke begeleidersrollen nodig zijn tij- dens het proces en hoe deze worden vormgegeven. De PWS-begeleider begeleidt de groep op ‘proces’, ‘vakinhoud’ en ‘onderzoek’. Hij gaat bijvoorbeeld in op de groeps- dynamiek, op de formulering van de onderzoeksvraag en op vorderingen bij het ver- richten van het onderzoek. De mentor houdt zich bezig met de individuele procesbe- geleiding en monitort de individuele ontwikkeling van de leerling. De (eerste- of twee- delijns) decaan is betrokken bij het profielwerkstuk in het kader van loopbaanontwik- keling en -begeleiding (LOB) en voert een of meer studiekeuzegesprekken met de leer- lingen, in de vorm van loopbaandialogen. Dat kan groepsgewijs gebeuren. Niet opge-

10

(5)

nomen in het model, maar zeker betrokken bij het PWS, zijn de vakdocenten, de PWS-coördinator en de teamleider havo.

6. Achtergrondinformatie

Het Rotterdams PWS-model is een product van de werkgroep ‘PWS-doorlopende leer- lijn onderzoeksvaardigheden’, onderdeel van het project Samen werken aan een betere aansluiting vo-hbo. Het project brengt meer dan 53 vo-scholen en vier hogescholen in de regio Rijnmond/Drechtsteden bij elkaar. Gezamenlijk proberen zij een antwoord te geven op gesignaleerde aansluitingsproblematiek, door kennis te nemen van elkaars onderwijs en door het eindniveau havo en het startniveau hbo beter op elkaar af te stemmen.

Referenties

Hogeschool Rotterdam (2018). ‘Profielwerkstuk. Hulp bij het maken van een profiel- werkstuk’. Online raadpleegbaar op: www.hogeschoolrotterdam.nl/voorlichting/

ondersteuningsprogramma/profielwerkstuk

S.n. (2016). ‘Eindexamenbesluit VO’. Online raadpleegbaar op: http://wetten.over- heid.nl/BWBR0004593/2017-08-01.

Van den Heuij, K., R. Huysmans, E. van Ree, I. Westheim & E. Wertenbroek (2018).

‘Vo-hbo: aan de slag met taalbeleid! Naar een succesvol taalbeleid vo-hbo in de regio Rotterdam’. Online raadpleegbaar op: https://aansluiting-voho010.nl/

images/download/download_file_5a69dc043b4b9.pdf.

Veerman, C.P. (2010). Differentiëren in Drievoud. Online raadpleegbaar op:

https://research.utwente.nl/.

VOHO (2018). ‘Samenwerken aan een betere aansluiting tussen vo en hbo in de Rotterdamse regio’. Online raadpleegbaar op: www.aansluiting-voho010.nl.

Werkgroep Hbo-vaardigheden van het project ‘Samen werken aan een betere aanslui- ting vo-hbo’ (2015). ‘Leidraad profielwerkstuk’. Online raadpleegbaar op:

h t t p s : / / a a n s l u i t i n g - v o h o 0 1 0 . n l / i m a g e s / d ow n l o a d / d ow n l o a d _ f i l e _ 575022e70f188.pdf.

Werkgroep Hbo-vaardigheden van het project ‘Samen werken aan een betere aanslui- ting vo-hbo’ (2017). ‘Aandacht voor Vaardigheden in het voortgezet onderwijs’.

Online raadpleegbaar op: https://aansluiting-voho010.nl/images/download/

download_file_5954df8723f7c.pdf.

Wertenbroek, E., M. Cornelisse, M. Engelsman, K. van den Heuij, R. de Zeeuw- Oprel, S. Hutten, R. van Atten, M. Smeman, M. (2016). Vo-hbo: dat is andere taal!

(6)

Naar een doorlopende leerlijn Nederlands in de regio Rotterdam. Rotterdam:

Hogeschool Rotterdam.

Noot

1 Noot van de redactie: Het PWS-model is een kleurrijk model. De kleuren kunnen evenwel niet worden weergegeven i.v.m. de zwart-wit-druk van het boek. Het model in kleur kan worden opgevraagd bij de auteurs van deze tekst.

Ronde 3

Camille Welie & Pleuni Hooft van Huysduynen Hogeschool van Amsterdam

Contact: c.j.m.welie@hva.nl

p.hooft.van.huysduynen@hva.nl

Gefocuste revisie in de schrijfles

1. Aanleiding

Een effectieve manier om beter te leren schrijven, is het verwerken van feedback die door een docent is gegeven op een schrijfproduct (zie o.a. Bogaerds-Hazenberg e.a.

2017). Docenten hebben echter weinig tijd en feedback geven is tijdrovend. Om die reden ontwikkelde Welie (2017) een werkwijze waarmee NT2-leerders hun eigen tek- sten kunnen verbeteren zonder dat ze feedback op hun teksten hebben ontvangen van de NT2-docent. De werkwijze, ‘docentonafhankelijke gefocuste revisie’ (DGR) genaamd, houdt in dat NT2-leerders hun eigen teksten met behulp van een checklist met gefocuste vragen reviseren.

De gefocuste vragen houden rekening met het beperkte werkgeheugen van een schrij- ver dat snel overbelast kan raken bij een complexe schrijftaak. Door schrijvers, als er al een tekst ligt, achtereenvolgens hun tekst op één enkel aspect te laten reviseren, is hun taak gefocust en minder belastend voor het werkgeheugen. Daarnaast komt DGR tegemoet aan de behoefte aan autonomie (eigenaarschap) van de schrijver. Vanwege de positieve ervaring van Welie (2017) met DGR in het NT2-onderwijs rees de vraag in hoeverre DGR ook een geschikte methode is voor schrijvers met Nederlands als moe- dertaal en onder welke voorwaarden dat het geval is.

10

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze knop bevindt zich vaak boven de entertoets en gebruiken we om karakters (letters, cijfers, tekens) te verwijderen die voor de cursor (verticaal streepje) staan.. Je kan deze

Het is echter niet omdat er gelijkenissen zijn tussen beide leer- plannen dat de leraar PAV de leerplandoelen uit het leerplan Nederlands volledig moet realiseren.. Zaakvakleraren die

Via taalontwikkelend lesgeven in alle vakken wordt immers de basis gelegd voor de verbetering van de taalvaardigheid van leerlingen, vooral door het vergroten van de

In het ziekenhuis kunnen meerdere apparaten via het internet met elkaar verbonden worden waardoor slimme oplossing op afstand kunnen worden ingezet.. Voorbeelden

Hierbij laat hij zien dat hij op de hoogte is van de competenties van de opleiding en kan hij een verbinding maken tussen zijn eigen vaardigheden en die van hem verwacht worden in

Voor het profielwerkstuk moet je informatie verwerven, verwerken en weer verstrekken.. Verwerven

6 Veel van deze ontwikkelingen zijn van groot belang voor de verzekeringssector, bijvoorbeeld doordat ze vraag naar nieuwe producten beïnvloeden, veranderingen in verzekerde

18 juni 2020 (ingekomen stukken raadsvergadering 7 Juli) (zie bijlage), en de brief van de vakbond, die aangeeft dat het geld uit Goirle ( totaal zo’n 5 ton verspreid over de