• No results found

POLITIEK EN CULTUUR

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "POLITIEK EN CULTUUR "

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

October 1 988

A L.LyKl"

een.

Theorie

goed ?

Het is de. prak'~HK die. he

1 ~ ; 'VI

doet

Periodiek van de Communistische PartiJ van Nederland

(2)

De regering staat onder grote druk. De kritiek op zijn beleid neemt toe. Met name ook de beweging voor een ander sociaal-economisch beleid groeit. De FNV heeft nu gekozen voor een krachtige oppositie te beginnen met de demonstratie van 8 october. In P&C dit keer veel aandacht voor sociaal-economische vraagstukken en achtergronden. Geert Lameris start met een artikel over de sociaal-economische 'Achtergronden bij het regeringsbeleid'.

Daarna gaan Siep Geugjes en Ina Brouwer in op het onderwerp 'Bestaat uitbuiting in 1988, en wat er dan aan te doen?'. Zij verzorgden beiden lezingen op de zomercursus van de stichting 'Scholing en Vorming' van de CPN. Deze artikelen zijn bewerkingen van die lezingen. Wij kunnen ons voorstellen dat de discussies, die zij aankaarten, in dit blad worden voortgezet.

Albert Benschop schrijft een artikel over 'Individuali- sering en solidariteit', waarin hij zich scherp afgrenst van andere benaderingen, zoals bijvoorbeeld die in het PvdA-rapport 'Schuivende Panelen'. Jeannette van Beuzekom bewerkte een lezing tot dit stuk.

Redacteur Jos van Dijk schrijft over 'mediapolitiek', waarbij hij pleit voor een ander publiek bestel. Ook op dit belangrijke terrein staat dit blad open voor voort- zetting van de discussie.

Tenslotte schrijft Hans Peter Gramberg een commen- taar op het inspirerende boek 'Springtij' van Ton Reg- tien. Inderdaad, volgehouden opstandigheid!

Dan is er ruimte voor de belangrijke oproep '70 voor 70'.

Eind october/begin november vinden de abonnees twee speciale dubbeldikke uitgaven in de bus: een over '70 jaar CPN' en een over 'Nu alle kernwapens weg .. ', met in beide zo'n dozijn artikelen en veel illustra- ties.

De foto van de voorpagina is van een manifestatie van het comité 'Borg voor de zorg'.

INHOUD

POLITIEK EN CULTUUR

48ste jaargang nr. 4 October 1988

Redactie Max van den Berg Jeannette van Beuzekom Jan de Boa

P1m Juffermans

Leo Molenaar (hoofdredacteur) W1ky van Rijssel (redact1esecretans) Jos van Dijk

Correctie Ene Mol

Ons g~ronummer 1s: 173127 De abonnementspriJS 1s f 32,50 per 1aar

Een los nummer kost f 5, 7 5 en is te bestellen door f 6,50 (1ncl.

porto) over te maken op postg~ro 173127 t.n.v. u1tgever1J Pegasus.

met vermelding van het gewenste nummer.

Correspondentie over betalmg en verkoop s.v.p. zenden aan de admm1strat1e van P en C, p/a u1tgeven1 Pegasus.

Leidsestraat 25.

1 01 7 NT Amsterdam.

Alle correspondentie over de Inhoud r~chten aan Redactie P en C, Hoogte KadiJk 145, 1018 BH Amsterdam.

ISSN 0032-3349

Achtergronden bij het regeringsbeleid

Strategie en tegenstrategie

lna Brouwer 167

Geert Lameris Individualisering en solidariteit

Albert Benschop 70 voor 70

Oproep

Uitbuiting in 1 988

145

153

158

Mediapolitiek Jos van Dijk

Volgehouden opstandigheid Hans Peter Gramberg

174

180

(3)

PC

, Achtergronden bij

het regeringsbe\~4TATIEC~iH!iUM

Lle regering-Lubbers staat onder grote l.truk. Zowel het geknoei van het kabinet e-n de spanningen die daaruit voortvloeien,

~Is de beweging en druk van de bevolking beginnen goed zichtbaar te worden. Na de nnassabeweging tegen de kruisraketten en llle snel groeiende solidariteitsbeweging tmet de anti-apartheidsstrijd is nu ook de

~ociaal-economische strijd een factor )leworden die het kabinet onder grote druk 4-t en dat verder nog zal doen.

Kabinet staat niet sterk

Ondanks twijfels in de leiding van de 'NV rond vraagstukken als het stellen

Hn looneisen, heeft de FNV met de

t

1rganisatie van de 8ste oktober in

\msterdam duidelijk gekozen voor een 1rede en krachtige oppositie tegen het kabinetsbeleid. Dat was mede mogelijk

<'>mdat binnen de FNV ruimte gekomen its voor een actielijn, er een verdere democratisering van de vakbeweging 11>\aatsvindt en ook een toenemende

\ ilereidheid bestaat om met actiecomités

<op zo breed mogelijke manier samen te

'Werken.

h is nu sprake van het zoeken naar een :Jewuste strategie om het kabinet- Lubbers niet alleen klem te rijden, maar

•,lOk ten val te brengen. Vooral binnen de

<CPN wordt daar veel aandacht aan '1esteed.

Je tijd van fatalistische verhalen dat 'dit ,abinet alleen maar bij de volgende ver- üezingen weg te krijgen is', is voorbij.

1 ;lij, die tot vervelens toe beweerden dat . }Ongeren 'niet op straat te krijgen zijn'

\ m de 'studentenbeweging niet meer is

• .1at het was' hebben ongelijk gekregen.

NEDERLANDSE POLITIEKE PARTIJt!N

Het besef groeit dat de politiek van het kabinet-Lubbers funest is voor het over- grote deel van de Nederlandse bevol- king. En dat daarom deze regering weggejaagd moet worden! En dat is ook mogelijk.

Commissie-Van Oort

Ondertussen tracht de regering de men- sen via een verkeerde voorstelling van zaken om de tuin te leiden. Dat gebeurt onder meer rond de nieuwe voorstellen tot vereenvoudiging van het belasting- stelsel van een commissie die de naam draagt van haar voorzitter, de banktop- man en professor Van Oort. Van de plannen van deze commissie was bekend dat met name de laagstbetaalden er aanzienlijk in hun inkomen op ach- teruit zouden gaan. Met deze herziene voorstellen wekt de regering de indruk dat er geen achteruitgang voor de men- sen met de laagste inkomens zou zijn.

Nee, juist de topinkomens zouden een reeks van aftrekposten kwijt raken.

Toch betekenen de voorstellen van de commissie-VanOorteen aanzienlijke verlaging van de belastingtarieven voor de groepen met de hoogste inkomens en een verhoging van de belastingen voor de meeste belastingbetalers uit de groe- pen met de lage en middeninkomens.

De suggestie dat de hoogstbetaalden de dupe zouden zijn door het verminderen van aftrekposten is vals. Zij zullen dank zij de nieuwe voorstellen minstens

f 4 miljard minder belasting behoeven te betalen dan nu het geval is! Bovendien mag verwacht worden dat het verminde- ren van aftrekposten door de rijken gecompenseerd zal worden via het ver-

145

(4)

Politiek en Cultuur

groten van andere aftrekposten en het maken van afspraken met de concerns om op een andere wijze zaken zoals lun- ches en dergelijke te regelen.

Er is nog iets aan de hand met de belas- tingen. In de afgelopen jaren vond een verschuiving plaats in de manier waarop de staat aan haar inkomsten komt. De vennootschapsbelasting is verlaagd, evenals de tarieven voor de topinko- mens. Tegelijkertijd werden de tarieven voor de indirecte belastingen, de BTW en de accijnzen verhoogd. Daardoor droegen de doorsnee consumenten ver- houdingsgewijs steeds meer bij aan de staatsinkomsten.

Ook een andere inkomstenbron van de staat, de aardgasbaten, is kunstmatig hoog gehouden ten koste van de klein- verbruikers die een politieke en veel te hoge prijs voor het aardgas moeten beta- len. Tot welke buitensporige proporties dat heeft geleid, bleek onlangs bij het plan van de EPON om in de Groningse Eemshaven een aardgasgestookte elektri- 146

citeitscentrale te bouwen die zal gaan draaien op aardgas uit Noorwegen. Zelfs voor de 'grootverbruikers', die al een lage prijs voor het aardgas betalen. blijkt het Groningse gas te duur te zijn.

Maar de 'vrije' keuze van de Noordelijke elektriciteitsproducenten om op het Noorse gas over te gaan. is er niet voor de kleinverbruiker. Wij worden gedwon- gen een te hoge prijs voor het aardgas te betalen om daarmee extra bij te dragen aan de staatsinkomsten.

Loonmatiging als ... ?

Er vindt dus een grootscheepse verschui- ving plaats van de lasten van de topin-

r

komens naar de lage inkomensgroepen. J Wij moeten steeds meer betalen, terwijl de rijken steeds meer worden ontzien.

Dat maakt het onbegrijpelijk dat er bin- nen de vakbeweging nog steeds geluiden opgaan, die erop neerkomen dat men bereid zou zijn tot loonmatiging als de

(5)

regering afspraken zou willen maken in de sfeer van uitkeringen en werkgelegen- heid. Onbegrijpelijk omdat er in de afge- lopen jaren een bewezen netto-

achteruitgang van de lagere inkomens plaats heeft gevonden. Maar ook onbe- grijpelijk omdat een reeks nieuwe maat- regelen zijn voorbereid, die een grote bedreiging vormen voor de inkomenspo- sitie van zowel de uitkeringsgerechtigden als van de werkenden in de bedrijven.

Want wat zal het effect zijn voor de mensen in de bedrijven van de plannen om de uitkeringen voor 'jongeren' tot 27 jaar met vele honderden guldens per maand te gaan verlagen?

Wanneer een volwassene - want dat zijn de 'jongeren' van 20 tot 27 jaar - na langdurige werkloosheid niet meer dan 765 gulden uitkering per maand ont- vangt, is de kans groot dat snel een baan geaccepteerd wordt die 100 gulden of meer hoger is dan de minimale uitkering.

Ondernemers kunnen op deze manier zeer goedkoop aan arbeidskrachten komen. Dat zal opnieuw een grote loon- druk tot gevolg hebben voor de reeds aanwezige mensen op de bedrijven.

Vooral de oudere werknemers zullen zich bedreigd gaan voelen omdat zij verhoudingsgewijs dure arbeidskrachten zijn. Niet alleen in de particuliere sector, maar ook bij de overheid zullen dat soort problemen ontstaan. Of beter gezegd, de bestaande problemen zullen ernstiger worden.

'In de CAO terughalen ... ?'

Er wordt wel gezegd: dat halen we wel in de CAO terug. En natuurlijk moeten verslechteringen in de CAO's worden teruggehaald. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de achteruitgang van het uitkerings- percentage van de WAO en het zelf beta- len van de eerste twee ziektedagen. Maar dat heeft de mogelijkheid van netto loonsverhogingen wel onder hoge druk gezet. Zo heeft minister Van Dijk. als werkgever van de ambtenaren, al een

verlaging van het loon van jongeren doorgevoerd. De regering wil een verdere toename van het aantal wachtdagen bij ziekte en wil ook een koppeling van ziektedagen aan verlofdagen.

Daarnaast zal een nominale premie voor het ziekenfonds worden ingevoerd als onderdeel van de plannen van de commissie-Dekker die op termijn een inkomensachteruitgang van honderden guldens zullen gaan betekenen. Ook die achteruitgang zal in de CAO's terug gehaald moeten worden.

Het is echter veel belangrijker dat dit soort plannen in een eerder stadium geblokkeerd worden. Daar ligt het belang van de 8 oktober-demonstratie van de FNV en de noodzaak de acties tegen het kabinet en het ondernemersbeleid door te zetten. 8 Oktober moet geen 'stoom afblazen' zijn, maar kan het hoopvolle startpunt zijn van massale en harde acties in de bedrijven en instellingen tegen de regeringspolitiek.

In de tijd van het kabinet-Den Uyl was de vakbeweging in staat met stakingen de minder vergaande ziektewetplannen van de tafel te vegen. Waarom zou dat nu niet kunnen tegen de maatregelen van Lubbers c.s.?

Opnieuw topwinsten

Hoe schadelijk het regeringsbeleid voor de bevolking was. en hoe winstgevend voor de ondernemers, blijkt uit de recente berichten over de werkloosheid en de nieuwe winstcijfers, die rond de zomervakantie bekend werden. Daaruit blijkt dat de werkloosheid niet vermin- dert, ondanks alle beloftes van de regering dat deze in de tweede kabinetsperiode van Lubbers tot op 500.000 zou dalen.

Dat gebeurt dus niet. De winsten stegen enorm. Uit de berichten over de winsten over het eerste halfjaar van 1988 bleken grote winststijgingen te hebben plaats- gevonden.

(6)

Politiek en Cultuur

Winsten lste

Concern Toename (in %)

Aegon 9

ABN 19,5

NMB 38

Rabo 15

Amro 25

Elsevier 25

VNU/Audet 17

Unilever 16

DE 31

AKZO 47

DSM 27

Bührmann 38,7

KNP 48

En daar waar niet zulke winststijgingen plaatsvonden, zoals bij Philips, boekte de concurrentie nieuwe records. De Japanse concurrent van Philips, het con- cern Matsushita (met merken zoals Panasonic), maakte in het eerste kwartaal van 1988 814 miljoen gulden winst, een stijging van 40%.

Dat is het beeld van de jaren tachtig.

Steeds weer terugkerende winstexplosies en een maar niet dalende werkloosheid.

Met daar doorheen steeds weer pogingen van ondernemers en regering de mensen om de tuin te leiden met verhalen als zouden loonmatiging en bezuinigingen leiden tot winstherstel, tot verbetering van de economie en dus tot verlaging van de werkloosheid. In de praktijk, met de feiten in de hand, blijken de commu- nisten gelijk te hebben met hun opvat- ting dat die topwinsten niet leiden tot een verlaging van de werkloosheid.

Integendeel. Steeds weer blijkt loonmati- ging te leiden tot het stijgen van de mas- sawerkloosheid en het versterken van de macht van de grote concerns in de inter- nationale concurrentieslag ten koste van de bevolking, haar werkgelegenheid en haar voorzieningenpeiL

halfjaar 1988

Nettowinst in miljoenen guldens

178 306 139 374 273 101 66,8 761 230

242 (2e kw.) 242

64,9 131

Nederland internationaal

Steeds meer worden regeringsmaatrege- len verdedigd met 'Europa 1992'. Omdat elders in West-Europa regeringen, zoals bijvoorbeeld de Thatcher-regering, de belastingen voor de rijken verlagen, doet de regering-Lubbers het zogenaamd ook.

Zij zwijgen over de landen. die nog wèl hoge belastingtarieven voor de rijken hebben.

Als het gaat om lastenverzwaring van de bevolking, dan is Nederland te klein.

Dat zal grote gevolgen hebben voor het levenspeil in Nederland met verhou- dingsgewijs een goed sociaal stelsel. Het voorzieningenpeil, onderwijs. gezond- heidszorg, woningbouw e.d. willen ze aantasten met de Europese interne markt als argument.

Ook de concerns en hun woordvoerders komen steeds aan met argumenten over de internationale concurrentiepositie en de populariteit van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland, om in eigen land de duimschroeven verder aan te kunnen draaien.

Het liefst zouden de concerns een alge-

(7)

---~ -"~~~~~--~-

;.

t

mene aanpassing willen van de lonen en uitkeringen in Nederland aan het niveau van de armste landen in West-Europa.

Nederland neemt in internationaal ver- band voor de concerns een bijzondere plaats in. De grootste concerns in de wereld, zoals Shell en Esso, danken hun positie mede aan de Nederlandse rijk- dom, het aardgas dat de olieconcerns jaarlijks enkele miljarden guldens winst oplevert. Voor deze concerns is Neder- land een bron van pure rijkdom, die ze niet graag uit handen zullen geven.

Maar ook om een andere reden is Nederland voor multinationale concerns erg gezien.

Nederland introduceerde immers eind jaren zeventig de WIR, die jaarlijks mil- jarden guldens subsidies gaf op investe- ringen. Een dure "open einde' regeling, op rekening van de Nederlandse belas- ting betaler. Ook de afschaffing van de WIR heeft de grote concerns geen hoofd- pijn bezorgd, omdat een prachtige com- pensatie werd gegeven door verlaging van de vennootschapsbelasting tot 35%.

Vooral de concerns met topwinsten zal dat uiteindelijk veel meer profijt bezor- gen als de WIR.

Binnen het gezelschap van de multina- tionals zullen de banken van die veran- dering nog meer profijt hebben omdat zij verhoudingsgewijs minder met inves- teringen en meer met beleggen en specu- leren hun geld "verdienen'.

Nederland was al een belastingparadijs voor de grote concerns en zal dat kenne- lijk nog een poosje blijven.

Bevolking de dupe of ....

Als gevolg van de elkaar opvolgende economische crisissen en de wijze waarop de regering daarmee omging, werd de bevolking de dupe.

De werkloosheid bleef stijgen, ondanks beloftes van de regering daartegen op te treden. Voorafgaande aan de verkiezin- gen van de Tweede Kamer in 1986 wer- den de werkloosheidscijfers kunstmatig verlaagd door de mensen boven de 57V2 jaar er buiten te laten. De werkloosheid

kan ook niet bestreden worden wanneer de regering doorgaat met haar inlever- politiek.

Daarom is het zo belangrijk dat wordt afgerekend met verhalen over loonmati- ging en het zich neerleggen bij bezuini- gingen. Wanneer niet alleen de

vakbeweging maar ook de PvdA zich zou willen inzetten voor het stellen van looneisen, voor het ongedaan maken van de achteruitgang van de uitkeringen, het stopzetten van de bezuinigingen en het strijden tegen de werkloosheid, dan is er een beleid mogelijk dat reële alter- natieven kan bieden voor het huidige regeringsbeleid en oplossingen kan bie- den voor de huidige problemen.

Concreet zal dat wel betekenen dat ook de PvdA bereid moet zijn een politiek te voeren die gericht is tegen de macht van met name de multinationale concerns.

Beurskrach

Een jaar na de beurskrach van oktober

(8)

Politiek en Cultuur

1987 is het goed eens te gaan kijken of de kruitdampen inmiddels zijn opgetrok- ken. Het is niet merkwaardig dat in ondernemerskringen met vreugde gesig- naleerd wordt dat de crisis van 1929 zich niet heeft herhaald. Waarbij dan

gemakshalve 'vergeten' wordt dat een jaar na 1929 de ellende van de jaren der- tig ook nog niet gezien werd. Wel is van belang dat erkend wordt dat een belang- rijke oorzaak van de beurskrach lag in de toename van geld, dat niet voor investeringen gebruikt wordt maar voor speculatie in aandelen. Banken, verzeke- ringsmaatschappijen en particulieren werden aangemoedigd hun geld te beleg- gen in de succesvolle bedrijven die de toekomst zouden hebben en een garantie zouden zijn voor nog meer rijkdom. Er werd gejubeld over de fantastische mogelijkheden van de kapitalistische wereld. Zo werd in de jaren vooraf- gaande aan de beurskrach voor miljar- den guldens (en vooral dollars) verdiend en vervolgens voor miljarden verloren.

Niet de banken, grote coneens of verze- keringsmaatschappijen werden daarvan de dupe. Zij berekenen hun verliezen wel door. Maar vooral in die landen waar sparen middels het aandelenbezit werd aangemoedigd, werden mensen uit de lage inkomensgroepen het meest gepakt.

Internationale tegenstellingen

De tegenstellingen in de kapitalistische wereld blijven toenemen. Vooral tussen de Verenigde Staten, West-Europa en Japan. De ontwikkelingen rond de dollar spelen daarin een belangrijke rol. Wie kent niet de ondernemers- en regerings- verhalen uit de eerste helft van de jaren tachtig waarin de nadruk werd gelegd op de noodzaak van het vergroten van de export van het bedrijfsleven naar de Ver- enigde Staten. De reden was de steeds maar stijgende waarde van de dollar.

Die kunstmatige stijging van de dollar was funest voor de export van de Ver- enigde Staten zelf, zodat vervolgens een scherpe daling van de dollarkoers 150

plaatsvond. Voor de bedrijven die hun export op de V.S. hadden gericht een dramatische ontwikkeling, omdat de dol- lar bijna halveerde.

Andere bedrijven, en vooral banken, zagen hun kansen. Die lagen in de mogelijkheid om in de Verenigde Staten en andere 'lage-dollarlanden' zoals Zuid-Korea en Singapore te investeren, fabrieken te vestigen of op te kopen om vanuit die landen dank zij de goedkope dollar te exporteren en te concurreren met al die bedrijven die naar de V.S.

hadden geëxporteerd. Belangrijke valuta als de Duitse mark en de Japanse yen verdubbelden in waarde ten opzichte van de dollar.

Automobielindustrieën, elektronicacon- cerns en andere bedrijfstakken moesten de bordjes verhangen. Een moordende concurrentie ontstond, waarbij complete fabrieken gesloten werden en massa- ontslagen volgden. De economische en politieke machtsverhoudingen verander- den drastisch. De Verenigde Staten gin- gen in kracht achteruit en werden een land met hoge schulden en handelste- korten dat tracht met die lage dollar- koers de economie te redden. ~ West-Europa tracht haar invloed op de I [ wereldeconomie terug te krijgen met een vooraanstaande rol van de Bondsrepu- bliek, Frankrijk en Engeland daarin.

Japan groeide uit tot een belangrijke economische macht, waarbij met name het Japanse bankkapitaal een steeds belangrijker rol gaat spelen. En in al die kapitalistische staten is massawerkloos- heid. Zelfs in Japan dat bekend stond om zijn lage defensieuitgaven en geringe werkloosheid is nu sprake van toene- mende defensieuitgaven en eveneens stij- gende werkloosheid.

Er is niet alleen massawerkloosheid, maar ook zijn er grotere tegenstellingen tussen rijk en arm in de hoog ontwik- kelde kapitalistische landen. Nog steeds i

leven miljoenen Amerikanen onder de armoedegrens; een aantal dat maar niet daalt. En ook in ons eigen Nederland bestaat een steeds groter wordende groep mensen die in armoede moeten leven. In geen enkel kapitalistisch land worden

(9)

I'

I

I

concrete maatregelen genomen om de werkloosheid te bestrijden, maar er wor- den nieuwe aanvallen gedaan op de lonen en uitkeringen van de gewone mensen en er wordt bezuinigd op collec- tieve voorzieningen. Gradueel kan het per land verschillen, maar in hoofdlij- nen is het allemaal hetzelfde liedje.

Wapenkapitaal

Hoewel de vredesbeweging, de voorstel- len van de Sovjet-Unie en het akkoord tussen de Verenigde Staten en de Sovjet- Unie belangrijke stappen in de richting van ontwapening teweeg hebben gebracht, trachten belangrijke stromin- gen in de kapitalistische wereld nog steeds het vergroten van de bewape- ningsuitgaven te hanteren om hun winst- en concurrentiepositie veilig te stellen.

De Verenigde Staten zijn met Reagan bekend om de honderden miljarden dol- lars kostende oorlogseconomie. In

Brandweer (niet) in actie.

Nederland gaat de regering er nog steeds van uit dat de 2% reële groei wordt gehaald, terwijl elders voor honderden miljoenen guldens in de rijksbegroting wordt gesnoeid. Er wordt zelfs getracht de ontwapeningsakkoorden als argument te gebruiken voor nieuwe orders onder het motto dat ontwapening vraagt om nog veel moderner wapentuig. Ook hier spelen de internationale tegenstellingen hun rol. Terwijl vanwege de daling van de dollarkoers Amerikaans wapentuig goedkoper is, worden vooral Westeuro- pese wapenfabrikanten benaderd voor nieuwe raketten, straaljagers en gevechts- helikopters. Het oude NAVO-argument dat de Verenigde Staten als beste bond- genoot het militaire materieel moeten leveren heeft aan waarde ingeboet. De nieuwe economische tegenstellingen werken ook door in de wapenaankopen.

Het wordt eerder moeilijker voor de voorstanders van bewapeningsuitgaven om de noodzaak ervan te beargumente- ren voor een waakzame politieke opinie.

(10)

Politiek en Cultuur

Verzet verbreedt zich

Tegenstellingen beheersen nog steeds het internationaal georganiseerde kapitaal.

Er is geen sprake van stabiliteit of plan- matigheid. Wat de ene dag door onder- nemers verstandig wordt geacht, blijkt de volgende dag een foute beslissing geweest te zijn. Investeringen die gedaan worden om de moordende concurrentie aan te kunnen gaan, kunnen als gevolg van internationale verschuivingen volle- dig waardeloos zijn. Jaarlijks worden voor tientallen miljarden guldens moderne vestigingen gesloten.

Het kapitaal pretendeert wel maximaal gebruik te maken van de technologische vooruitgang, maar is niet in staat werkge- legenheid te scheppen voor de miljoenen werklozen in de rijke westerse wereld.

Kortzichtigheid beheerst de politiek. Ter- wijl in de toekomst goed geschoolde en bijgeschoolde mensen nodig zijn, houden de ondernemers regeringen in het zadel die het onderwijs wegbezuinigen. Terwijl de ondernemers behoefte hebben aan koopgraag publiek om een goede afzet te hebben, zorgen zij voor loonsachteruitgang

lm verlaging van de sociale uitkeringen.

Terwijl de ondernemers technisch gezien veel instrumenten in huis hebben om milieuverontreiniging adequaat te kunnen voorkomen, gaan ze door met het verzie- ken van het milieu.

De achtereenvolgende verscherpingen van de crisis leiden er wel toe dat steeds weer en nieuwe groeperingen tegenover de regering komen te staan. Niet alleen de arbeiders, studenten, vrouwen, bejaarden en buitenlanders maar ook de boeren, schippers en politieagenten komen in verzet tegen dit soort rechtse politiek. Maar het verzet wordt nog bre- der. Kleine en grotere ondernemers wor- den de dupe van de multinationals en komen soms lijnrecht tegenover hun eigen achterban te staan. Door de ver- dere internationalisering van het kapi- taal wordt de noodzaak van

bondgenootschap over de grenzen heen steeds duidelijker.

Voor communisten is, zowel in eigen

Foto: Dean van Meer.

land als internationaal, een belangrijke rol weggelegd. De theorieën van Marx, Engels en Lenin blijken uiterst actueel.

De strijdbaarheid van de bevolking neemt toe, mede dank zij de toegenomen eenheid binnen de CPN en het eveneens weer opleven van de meeste van haar zusterpartijen elders in de wereld.

Ondanks de brutaliteit waarmee de con- cerns en rechtse politici hun zin door- drijven, gaat er toch een andere werkelijkheid ontstaan.

Dat is de werkelijkheid van een groeiend aantal mensen dat de strijd tegen deze rechtse politiek aanbindt en niet zal rusten tot de nodige resultaten zijn bereikt.

Geert Lameris 9 september 1988

(

î

(11)

---~"~-~~~~~~~~

(

î

PC

Individualisering en solidariteit

Individualisering is een omstreden term, die op verschillende manieren geïnter- preteerd wordt. Voor de één betekent het persoonlijke vrijheid en voor de ander burgerlijk individualisme of privatise- ring. Voor de één betekent het indivi- duele ontplooiing. voor de ander een concurrentiementaliteit of vereenzaming.

Ik kies hier voor een sociaal-historisch perspectief.

Mijns inziens kun je minstens drie impulsen aangeven als je individualise- ringsprocessen sociaal-historisch bekijkt:

- de verhoging van de materiële levens- standaard, die zich in de afgelopen decennia heeft voltrokken;

- de ontwikkeling van de sociale zeker- heid, die een groot deel van de risico's van het loonarbeidersbestaan heeft ver- zacht of gecompenseerd;

- de sociale mobiliteit, dus de mate waarin mensen binnen en tussen klas- senposities heen en weer kunnen schuiven.

Levensstandaard

In het kapitalisme zijn de verdelingsrela- ties, de feitelijke sociale ongelijkheid, tamelijk constant gebleven. Maar de levensomstandigheden van de mensen

(12)

Politiek en Cultuur

zijn tamelijk drastisch veranderd door met name een verhoging van het inkomens- en het onderwijsniveau. De gemiddelde reële lonen van de indus- triële en andere loonarbeiders zijn vooral sinds 1950 aanzienlijk verhoogd.

Dat is dus een paradox: aan de ene kant is die absolute levensstandaard ver- hoogd, en aan de andere kant zijn die relatieve afstanden gelijk gebleven.

Nu zijn die verschuivingen in de abso- lute levensstandaard voor veel mensen belangrijker dan de relatieve afstanden, die zoals gezegd blijven bestaan.

Die lotsverbetering is, vanuit het per- spectief van de arbeidersklasse, voorna- melijk het gevolg geweest van collectieve inspanningen en van georganiseerd ver- zet. De verbeteringen in de levensom- standigheden en -perspectieven van mensen hebben het grootste effect op die categorieën waar de situatie het slechtst was. Daarom heeft die verhoging van de materiële levensstandaard van de arbei- ders bijvoorbeeld ook een veel grotere betekenis gehad dan die bij de midden- groepen en hogere employés. Juist die verhoging van materiële levensstandaard - woningen, duurzame consumptiegoe- deren - heeft het historisch gezien ook voor arbeiders mogelijk gemaakt om zoiets als een privéleven tot ontwikkeling te brengen. Door verkorting van de arbeidstijden is de levensruimte van de privésfeer en van de niet-arbeid toegeno- men. In 1950 stond tegenover elk uur werk dat je gemiddeld moest leveren ongeveer drie uur niet-werk. In 1980 was dat een verhouding van een uur werk op 5,1 uur niet-werk. Bovendien treden jonge arbeiders steeds later in het arbeidsproces, de overgang naar de pen- sionering is vervroegd, én de gemiddelde levensduur is ten opzichte van 1950 zo'n drie jaar langer geworden.

Sociale zekerheid

De tweede impuls voor individualisering is de ontwikkeling van sociale zekerheid.

De risico's van ongeval, invaliditeit,

ziekte, ouderdom en met name werk- loosheid veroorzaakten angst en een gebrek aan levensperspectief Je leefde van de hand in de mond. Sommige arbeiders konden zich absoluut niet voorstellen dat zij met pensioen zouden gaan. Hun toentertijd zeer realistische verwachting was dat zij met steeds slech- tere banen en op een steeds lager loon- niveau door zouden moeten blijven werken, totdat zij zich letterlijk doodge- werkt hadden.

De opkomst van de zogenaamde verzor- gingsstaat heeft het kapitalisme in zoverre veranderd, dat de arbei- dersklasse niet langer een klasse is die als het ware buiten de burgerlijke maat- schappij staat. Ze is geworden tot een in die burgerlijke maatschappij geïnte- greerde klasse. Ik zeg daarmee uitdruk- kelijk niet dat ze een verburgerlijkte klasse is, maar dat ze bepaalde speci- fieke belangen bij die burgerlijke maat- schappij heeft gekregen. Daardoor is in de eerste plaats natuurlijk het levenspa- troon van de loonarbeiders sterk veran- derd. De gevolgen van ziekte, werk- loosheid en arbeidsongeschiktheid zijn wat meer berekenbaar en overzichtelijk geworden.

Voor hen en haar is er eigenlijk voor het eerst een individueellevensperspectief Dat is zeker niet onbelangrijk als je daarbij bedenkt, dat op dit moment zo'n 4,2 miljoen burgers in Nederland op een of andere manier van de verzorgings- staat afhankelijk zijn. Dat betekent mijns inziens ook, dat in het algemeen de houding van de loonarbeiders ten opzichte van de staat is veranderd.

Bij Marx of in de communistische tradi- tie heet het: 'de staat verdrukt, de wet is logen'. Die houding is veranderd. Loon- arbeiders zijn verplicht opgenomen in het sociale-verzekeringsstelsel en krijgen als het ware een eigen belang bij de financiële gezondheid van die staat, omdat hun pensioen of uitkering in geval van ziekte, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid afhankelijk is van een overheid, die niet failliet mag gaan.

Mensen die in de toekomst misschien aanspraak moeten maken op uitkeringen

(

î

(13)

(

î

van de overheid zijn dus gevoelig voor de hele demagogie rond het begrotings- tekort of voor geruchten over inflatie.

Als voorbeeld geef ik de cijfers van een onderzoek uit 1982 (het sociaal-cultureel rapport). De bereidheid om te bezuini- gen blijkt heel groot te zijn. Heel opval- lend is ook, dat zo'n 45% de voorkeur geeft aan bezuiniging op de werkloos- heidsvoorzieningen, 41% geeft voorkeur aan bezuinigingen op de bijstand, 33%

geeft voorkeur aan bezuinigingen op de WAO. Opvallend genoeg geeft slechts 7,7% voorkeur aan bezuinigingen op de AOW. Kennelijk kan iedereen zich beter voorstellen dat hij of zij oud wordt dan werkloos of behoeftig.

Door de ontwikkeling van het sociale- zekerheidsstelsel is ook de betekenis van het gezin sterk teruggedrongen. Met name in de betekenis van een instantie waar herverdeling van inkomen plaats- vindt, en een plaats waar de individuele risico's worden gespreid en lasten wor- den verdeeld. En daarmee hangt natuur- lijk ook samen het afkalven van traditio- nele patronen van seksuele arbeids- verdeling binnen het gezin.

De ontwikkeling van de sociale zeker- heid heeft een aantal aanknopingspun- ten voor de ontwikkeling van

klassesolidariteit doen verdwijnen.

Mobiliteit

Derde impuls voor individualisering is de toegenomen mobiliteit. In het alge- meen is de sociale mobiliteit toegeno- men. Maar ik geloof eigenlijk niet dat dàt zozeer geleid heeft tot een grotere verscheidenheid van levenssituaties en levensperspectieven, maar veeleer tot een beperking van de interne verscheiden- heid in de arbeidersklasse. Je ziet tegelij- kertijd eigenlijk twee dingen:

De mobiliteitsbarrières binnen de arbei- dersklasse zijn aanzienlijk afgenomen, althans ze zijn in bijna geen enkel West- europees land toegenomen. Met name als men ook de verhouding bekijkt tus- sen hoofd- en handarbeiders, en tussen arbeiders en employés.

PC

Tegelijkertijd zijn de mobiliteitsbarrières tussen de arbeidersklasse en de bour- geoisie feitelijk toegenomen.

Individualisering

Wat betekent dat nou voor de vraag hoe je individualisering kan omschrijven? Ik wil benadrukken dat individualisering niet tegenover vermaatschappelijking staat. Marx heeft wel eens gezegd, dat een individu zich niet buiten de maat- schappij kan individualiseren, maar alleen in en door de maatschappij. Indi- vidualisering is dus een proces, dat zich in een bepaalde maatschappij, in dit geval onder de voorwaarden van een kapitalistische arbeidsmarkt en een ver- zorgingsstaat, voltrekt. Individualisering is een bij de burgerlijke maatschappij behorend produkt van hoogontwikkelde kapitalistische verhoudingen. Mijn stel- ling is, dat individualisering primair een bepaalde burgerlijke vorm van vermaat- schappelijking is: een historisch- specifieke vorm van vermaatschappe- lijking die hoofdzakelijk via de kapitalis- tisch georganiseerde arbeidsmarkt tot stand komt en daardoor wordt bevorderd.

In de eerste plaats is het dus noodzake- lijk om een onderscheid te maken tussen verschillende maatschappelijke vormen van individualiseringsprocessen. De individualisering waar we vandaag de dag mee te maken hebben is hoofdzake- lijk - maar natuurlijk niet alleen - een arbeidsmarktindividualisering. Zij is tot op het bot en in al zijn verschijningsvor- men gekenmerkt door de klasse- en sek- sespecifieke barrières die in deze arbeidsmarkt zijn ingebakken.

In de tweede plaats zou je de verschil- lende terreinen waarop die individualise- ring plaatsvindt kunnen onderscheiden.

Dus: 'individualisering van wat?' Er is niet alleen sprake van individualisering van opleidingsverhoudingen, van beroepsverhoudingen en van inkomens- verhoudingen. Maar ook van samenle- vingsverhoudingen, woonverhoudingen en dergelijke. Op verschillende terreinen

(14)

Politiek en Cultuur

ligt dat steeds weer anders.

En tenslotte is het natuurlijk vooral van belang om de tegenstrijdigheden in dat proces van individualisering op te spo- ren. Juist omdat het gaat om een indivi- dualisering die in en door een burger- lijke maatschappij tot stand komt, is die individualisering een dóor en dóor tegenstrijdig proces. Immers, de ontwik- keling van de individuele mogelijkheden stuit steeds weer op dat kapitalistische marktkarakter, dus op het feit dat die individualisering zich onder kapitalisti- sche voorwaarden voltrekt. Dat geldt ook voor de verzorgingsstaat voorzover de sociale regelingen nog steeds in zeer sterke mate georiënteerd zijn op het kapitalistische loonstelsel.

Individualisering en arbeidersklasse

Betekent individualisering dat er een toenemende mate aan verscheidenheid in de arbeidersklasse is ontstaan? Dat is mijns inziens niet het geval als je het bekijkt vanuit de objectieve positie van de arbeidersklasse. Individualisering is dus geen ander woord voor het toene- men van de interne verschillen in de klassesituatie. Integendeel, de grenzen tussen hoofd- en handarbeider zijn bij- voorbeeld in steeds mindere mate zuiver te trekken.

Over het thema van de klasse-identiteit wordt tegenwoordig een banaal moder- nisme gepreekt. zo van: 'die individuali- seringsprocessen die zijn er nu eenmaal;

dat is een onomkeerbaar proces; dit heeft ertoe geleid dat het traditionele klassebewustzijn eigenlijk verleden tijd is; het zijn slechts romantische resten die verwijzen naar een ver verleden in de tijd van de postkoetsen. Socialistische en communistische politiek vindt in het bewustzijn van de arbeiders geen aan- knopingspunten meer voor dat klassieke klassebewustzijn.'

Nu is het misschien wel waar dat die klassesolidariteit ont-traditionaliseert.

Maar klassesolidariteit - dus ( 1) de zelf- opvatting als onderdeel van een sociale

klasse, en (2) de strijdperspectieven die daaruit voortvloeien en daar tegelijker- tijd een onderdeel van zijn, - er is altijd een complex van minstens vier soorten oriëntaties:

- een traditionele oriëntatie: als je uit een bepaald nest voortkomt ben je soli- dair omdat dat altijd zo geweest is ('soli- dariteit als gewoonte of zede');

- een gevoelsmatige oriëntatie: solidari- teit omdat je dat zelf zo voelt ('solidari- teit als sentiment');

- een doel-rationele, een strategische overweging: het is in je eigen belang om solidair te zijn ('solidariteit als belang');

- een normatieve overweging: een demo- cratische ethiek waarin solidariteit tus- sen klassegenoten ten opzichte van klassetegenstanders als een waarde wordt ervaren ('solidariteit als morele waarde').

Mijns inziens is klassebewustwording altijd het gevolg geweest van een bunde- ling van deze vier oriëntaties. Door de individualiseringsprocessen boeten tradi- tionele overwegingen misschien wel aan waarde in (maar ze blijven altijd een zekere rol spelen). Het lidmaatschap van een vakbeweging of van een politieke partij verloopt veel minder van vader op zoon of van moeder op dochter. En vaak gaat dat ook niet via de ervaringen die ze in de arbeidssituatie opdoen, maar in andere soorten strijd.

Individualisering heeft geleid tot een meer geprivatiseerde leefwereld, waarin de grenzen van het kerngezin steeds scherper worden. Belangrijk is ook de toenemende beroepsaktiviteit van vrou- wen, toenemende uitwisselbaarheid van huwelijksrelaties, de volledige individua- lisering van de alleenstaanden, de ver- eenzaming van de alleenstaanden en oude mensen, de toenemende

geïsoleerdheid van huishoudelijke arbeid in dat geïndividualiseerde kerngezin, het verscherpen van de verschillen en de tegenstellingen tussen mannen en vrouwen. Kortom, al die thema's die in de vrouwenbeweging zijn gepolitiseerd.

Individualisering gaat niet per definitie ten koste van klassesolidariteit Indivi- dualisering zou ook kunnen leiden tot

(15)

---~~~ -~~~-~

een nieuw soort solidariteitsmoraal, tot een nieuw soort klassevorming. De arbeidersbeweging is nooit een beweging van de armsten geweest, en misschien ook wel nooit primair een protestbewe- ging tegen pure ellende. Verarming kan het organiseren op klassebasis behoor- lijk bemoeilijken. Individualisering kan opgevat worden als een nieuwe fase in de emancipatie van de arbeidersklasse uit allerlei soorten regionale, particuliere, geloofsmatige beperkingen. Het afkalven van die oude proletarische standscultu- ren en -identiteiten, dat is misschien juist wel een voorwaarde voor de ontwikkeling van moderne klasse- identiteiten en -solidariteiten. Dat was overigens feitelijk ook de optiek van Marx. Het is niet al te sterk overdreven om te zeggen dat Marx de eerste theore- ticus van de individualisering was. In de 'Duitse Ideologie' en het 'Communis- tisch Manifest' legt hij sterk de nadruk op het feit, dat de bevrijding uit feodale bindingen en afhankelijkheidsverhou- dingen een voorwaarde is voor het ont- staan van kapitalistische produktie- verhoudingen zelf. Hij wijst er ook op dat de arbeiders steeds opnieuw in de burgerlijke maatschappij zelf worden losgescheurd uit hun traditionele levens- banden, uit hun familiaire samenhan- gen, uit hun buurten, uit hun

beroepsgroepen en ook uit hun traditio- nele culturele bindingen, en dat zij dus in hun feitelijke beroeps- en levenscar- rière steeds meer door elkaar worden geworpen.

Tegenstrijdigheden

De interessante vraag voor communisti- sche politiek is: wat zijn de tegenstrijdig- heden in dat individualiseringsproces?

In het proces van individualisering zijn een aantal problemen en conflicten ont- staan, die juist niet individueel opgelost kunnen worden. De afbraak van het hele sociale vangnet, de regeling van de lonen en arbeidsomstandigheden, pro- blemen rond onderwijsplaatsen of het gebrek daaraan tot aan de regeling van

de verkeersproblemen en -snelheden toe.

Het is dus een politieke taak om het inzicht in die tegenstrijdigheden te ver- scherpen. Ik zie drie mogelijke richtin- gen of tendenzen, die door elkaar lopen.

In de eerste plaats: nieuwe klasse- solidariteiten aan gene zijde van een beroepssolidariteit en aan gene zijde van plaatselijke solidariteit. Verscherping van de sociale risico's van bijvoorbeeld werk- loosheid kan nieuwe klassebewegingen doen ontstaan.

In de tweede plaats ontstaan er nieuwe sociale bewegingen rond het thema van de beschikking over je eigen sociale rela- ties, bijvoorbeeld het recht op een privé- leven zonder inmenging van de belas- tingdienst of de sociale rechercheur. Er zijn verwachtingen geschapen ten aan- zien van persoonlijke ontplooiing en een zelfstandig bestaan, die stuklopen op politieke en maatschappelijke grenzen.

Sommige ideologen van het CDA zijn daar erg verontrust over.

En ten derde: een ontwikkeling in de richting van collectieve vereenzaming van een maatschappij van zelfstandigen.

Het is zinloos om te speculeren over de vraag, welke richting uiteindelijk de doorslag zal geven. Voorspellingen doen over maatschappelijke ontwikkelingen zonder rekening te houden met de effec- ten van interventies die je zelf kunt ple- gen is wetenschappelijk naïef en politiek gevaarlijk. Doorslaggevend is namelijk de vraag of democratische en socialisti- sche bewegingen erin slagen om zélf een richting te bepalen op basis van een goede afweging van de tegenstrijdighe- den en mogelijkheden van individua- liseringsprocessen.

Albert Benschop

(16)

Politiek en Cultuur

ZEVENTIG GULDEN VOOR ZEVENTIG JAAR

Ondergetekenden richten zich tot ieder die de CPN een goed hart toedraagt.

Dit jaar is een bijzonder jaar voor de CPN. Zij viert als oudste politieke partij in ons land haar zeventigjarig bestaan. Al die jaren kunnen worden gekarakteri- seerd als principieel, onverzettelijk en solidair.

Principieel in haar afwijzing van kapitalisme en in haar opvattingen over een andere maatschappij, het socialisme. Onverzettelijk in haar strijd tegen onder- drukking, kolonialisme en fascisme.

Solidair met bewegingen over de hele wereld, die strijden voor vrijheid en onafhankelijkheid.

De CPN gaat haar verjaardag vieren met dit verleden in de bagage én met de blik op de toekomst. Want ook na zeventig jaar gaat de strijd voor vrede en ontspanning, voor sociale rechtvaardigheid, voor een andere maatschappij door.

Wij, ondergetekenden, vinden dat zo'n partij hierbij financiële steun verdient. Wij roepen iedereen op de zeventigjarige CPN met klinkende munt te feliciteren als waardering voor wat ze deed en als investering in de toekomst.

Maak zeventig gulden over voor zeventig jaar. Stort dit bedrag op postgiro 511002, het Donatiefonds van de CPN o.v.v. "Zeventig voor zeventig".

Rob Anzion, Nijmegen Marcus Bakker, Zaandam Siem v.d. Berg, Zaandam Kees Berghuis, Beverwijk Lidá Beumer, Amsterdam Frank Biesboer, Amsterdam Coby Bruinenberg, Heerenveen Henk Clerx, Amsterdam Luc v. Dam, Utrecht

Ruud Divendal, Nieuw Vennep Frits Dragstra, Heerlen Alie v. Dijk, Amsterdam Pieter Eibers, Haarlem Bart v.d. Eynde, Beek en Donk Joop Geerligs, Amersfoort Menno Gerritsma, Den Haag Siep Geugjes, Zaandam Henk de Haan, Den Haag Joop Hakze, Drachten Bram Hoeksema, Purmerend Henk Hoekstra, Amsterdam Corita Homma, Amsterdam Ewout v.d. Hoog, Amsterdam Karel Hoogkamp, Amsterdam Hanneke Jagersma, Drieborg Ans Jansen, Maastricht Edward Koen, Leiden Henk Koning, Zutphen

Wil Kovacs, Dordrecht

Luppo Leeuwerik, Oude Pekela Jan Lensen, Lelystad

Guus v.d. Linden, Hengelo Freark Lootsma, Assen Fré Meis, Groningen Rein v.d. Molen, Arnhem Louis Peperzak, Middelburg Jan v.d. Poel, Amsterdam Henk v.d. Poppe, Harderwijk Rosa Sala, Amsterdam Nico Schouten, Amsterdam Jaap Schuiling, Schoonoord Rie Spakman, Haarlem Piet v. Staveren, Laren Coen Teulings, Amsterdam Jan Tilburgs, Amsterdam Johan Tjeerde, Utrecht Mimi Vlaskamp, Amsterdam Gerrit de Vries, Schagen Marian de Vries, Utrecht Liesbath Wever, Alkmaar Henny Willems, Zwolle Ed de Witte, Rotterdam Juud Wolf, Amstelveen Rieme Wouters, Delft Nelly Wuis, Heerhugowaard Cees IJmkers, Den Haag

(17)

PC

Uitbuiting in 1988

Uitbuiting in 1988 .... Wie het daarover wil hebben wordt als het ware al direct in de verdediging gedrongen. Uitbuiting? Dat is iets van vroeger. Uitbuiting als fenomeen waarbij men uitgeleverd was aan de winst- zucht en willekeur van de bezitter van pro- duktiemiddelen - en daarmee ten prooi aan armoede en onzekerheid -; dat bestaat niet meer. Of in elk geval is het niet meer het allesoverheersende kenmerk in de relatie werknemers-werkgever.

We krijgen dat onderbouwd met een niet gering aantal argumenten. Die schetsen een beeld van de huidige samenleving waarin uitbuiting van de ene mens door de andere een steeds negatievere klank heeft gekregen en dienovereenkomstig steeds effectiever wordt bestreden. En dat niet alleen in de arbeidsverhoudin- gen. De verleiding is groot er een boe- ketje van te plukken uit de voorhanden literatuur. Maar volstaan we - gegeven de beschikbare ruimte - met een poging tot samenvatting, waarbij we maar even alle nuanceringen en verschillen in mening op onderdelen ter zijde schuiven.

Allereerst dan wat het kapitalisme zelf betreft.

Dat heeft zich fundamenteel veranderd, zo wordt geredeneerd. Gaat het mis- schien al te ver om te spreken van een ingroei van socialistische produktiever- houdingen, het heeft zich toch zeker wel vermaatschappelijkt en gedemocrati- seerd. Dat geldt dan zowel voor het bezit van kapitaal en produktiemiddelen als voor het management. In het economi- sche leven is bovendien de overheid steeds meer gaan functioneren als rege- laar in het belang van het algemeen.

Niet weinige publicisten - ook uit socia- listische en vakhondskring - schilderen onze samenleving als een mengvorm

van markteconomie en behartiging van het algemeen belang. Hun opvattingen weerspiegelen een soort neo-corporatief denken waarin de verschillende sociale groepen en hun organisaties niet meer als maatschappelijke concurrenten tegenover elkaar staan maar in welbegre- pen gezamenlijk belang samenwerken bij het oplossen van de problemen van deze tijd. We vinden dit bijvoorbeeld terug in het recente PvdA-program 'Bewogen Beweging' waarin het heet dat de traditionele tegenstelling arbeid-kapi- taal 'niet meer op de voorgrond staat'.

'Nieuwe' werknemer

En dan de redeneringen over het beweerde terugdringen van de uitbuiting zelf.

Via CAO's, arbeids- en zeggenschapswet- geving, en meer invloed voor de vakbe- weging op allerlei niveaus, is de werknemer onafhankelijker geworden van de werkgever.

In de onderneming zelf, en zeker geldt dat voor het moderne grootbedrijf, is men al lang afgestapt van de redenering dat de arbeidskracht het meeste oplevert als hij gedisciplineerd wordt binnen een strikt van boven af uitgestippeld en gecontroleerd arbeidsproces. De werkne- mer is individu geworden, een medewer- ker die vóor alles de ruimte moet krijgen om zich creatief te ontplooien. Daardoor - en door zijn betere opleiding ook - is de 'nieuwe' werknemer volgzaamheid vreemd. Hij is mondig geworden. Best in staat om eigen boontjes te doppen.

Een belangrijke factor versterkt nog deze tendens naar verzelfstandiging van de werknemer tegenover de werkgever, aldus de argumentatie. Dat is het bestaan van een stelsel van sociale zekerheid, onafhankelijk van het bedrijf.

(18)

Politiek en Cultuur

Bij wijze van uitroepteken wordt deze schildering van een zich van uitbuiting bevrijdende samenleving vaak extra kleur gegeven met een verwijzing naar de manier waarop de doorsnee- werknemer van vandaag leeft. Met zijn gezin bewoont hij een redelijk huis, goed gemeubileerd, hij heeft tv, video, tele- foon, douche, vaak zelfs centrale verwar- ming. Voor de deur staat een auto. Het gezin gaat een aantal weken per jaar met vakantie, vaak naar het buitenland, soms zelfs tweemaal per jaar. De oudere kin- deren volgen veelal ten minste

voortgezet onderwijs.

Wie durft er nog volhouden dat het leven voor de uitgebuite van vroeger niet ten goede is veranderd? Dat was in vaders en grootvaders tijd toch echt wel iets anders?

Verleden tijd?

Is met dit alles het bewijs inderdaad geleverd? Mag het fenomeen van de

'uitbuiting' in 1988 tot het verleden wor- den gerekend? Of is het ten minste ver- ouderd, bezig buiten de

maatschappelijke werkèlijkheid gesloten te worden?

Wanneer de video en de auto maatge- vend zouden zijn, kan er natuurlijk moeilijk anders dan bevestigend worden geantwoord. Maar is dat wel zo steek- houdend? Niemand zal natuurlijk willen tegenspreken dat video, ijskast, auto ons vandaag de dag in staat stellen het leven over het algemeen wat comfortabeler in te richten dan onze grootouders gewend waren. Maar zegt dat nu echt iets over de vraag of de samenleving van vandaag zich daadwerkelijk bevrijd heeft van het kapitalistische virus dat mensen ertoe dwingt zijn of haar arbeids- en denk- kracht, het grootste deel van zijn of haar leven, te onderwerpen aan exploitatie door de bezitters van fabrieken, banken, gronden?

Op z'n best zegt het wijd verspreide bezit van auto's, video's en noem maar op iets over de ontwikkeling van het

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een eenvoudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende discussie van onderzoeksresultaten.. In de

Europese buigzaamheid is goed voor gedegen sociaal-economisch beleid..

N: Watter voorstelle sal jy maak vir die spesiale ondersteuning van akademies-begaafde studente sodat hulle maksimaal op tersiêre vlak kan presteer. D: Ek dink om 'n student

Wanneer men spreekt over het bevorderen van de particuliere bespa- ringen gaat het om een tweetal zaken: het mobiliseren van voldoende middelen om de

De herverdelende werking van de progressieve inkomstenbelasting wordt bovendien teniet gedaan door belastingen op consumptie en ziektekostenpremies, die in de loop der

Zo leiden de regels van het trendmatig begrotingsbeleid tot een automatische stabilisatie van de conjunctuur: een kleiner tekort (groter overschot) bij een

Methods: The INSPIRIS RESILIA Durability Registry (INDURE) is a prospective, open-label, multicentre, international registry with a follow-up of 5 years to assess clinical outcomes

Ruwweg kan het instrumentarium dat zich richt op het stimuleren van postinitieel onderwijs in drie groepen worden verdeeld: instrumenten die zich – meestal via publieke