• No results found

Samenvatting intro 2 thv Kennen blz. 95, 65 & 33 Blz. 95 (h3)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Samenvatting intro 2 thv Kennen blz. 95, 65 & 33 Blz. 95 (h3)"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting intro 2 thv

Kennen blz. 95, 65 & 33 Blz. 95 (h3)

 Als er verschillende tonen tegelijk klinken noem je dat een samenklank

o Alleen, op bijvoorbeeld een piano; meerdere toetsen tegelijk indrukken

o Met anderen, je zingt of speelt tegelijk ieder je eigen toon

 3 verschillende klanken:

o Samenklank van twee tonen

 Tweeklank

o Samenklank van drie tonen

 Drieklank

o Samenklank van vier tonen

 Vierklank

 ‘’Akkoord’’= samenklank van drie of meer tonen

 ‘’interval’’= de afstand tussen twee tonen Vb:

Blz. 65 (h2) Dynamiek:

 P = piano (zacht)

 F = forte (luid)

 Als er in een muziekstuk steeds iets luider gespeeld moet worden gebruik je het crescendo teken:

 Als er in een muziek stuk steeds iets zachter gespeeld moet worden gebruik je het decrescendo teken:

 De plotselinge overgang van zacht naar hard in een muziekstuk noem je een terrassendynamiek

 Het geleidelijk van zacht naar hard gaan noem je overgangsdynamiek

Tempo

 Als er allegro boven aan een muziekstukje staat betekent dat dat het snel gespeeld moet worden

 Als er adagio staat moet het langzaam gespeeld worden Blz. 33 (h1)

Noten

Incidenteel voorteken = een voorteken dat alleen geldt voor de noot waarvoor hij staat en alleen voor de maat waarin hij staat

(2)

Een vast voorteken = staat vooraan iedere balk en geldt voor het hele stuk voor alle noten met die naam

Voortekens

Voortekens kunnen alleen op de volgende manieren gebruikt worden:

Je kunt alleen ‘of kruizen’ ‘of mollen’ in een muziekstuk hebben. Niet kruizen en mollen samen in een muziekstuk

Opmaat

Sommige melodieën hebben een ‘opstapje’

Zo’n opstapje noem je een opmaat. Een opmaat geen volledige maat die aan het begin van een muziekstuk staat.

De opmaat moet samen met de laatste maat samen een volledige maat vormen

Begrippen blz. 99, 69 &

37

Blz. 99 h3

A-capella = zingen zonder instrumenten, alleen gezang Imitatie = als de ene stem/partij de andere nadoet

Interval: secunde, terts, kwart = twee tonen die tegelijk gespeeld Worden. De afstand tussen de twee Tonen is het interval.

Leadzang en achtergrondzang = Leadzang = melodie / eerste stem Achtergrondzang = zang achter de Leadzang. (Meestal meerstemmige Zang die goed bij de leadzang past) Muzikale laag = een liedje kan uit meerdere lagen bestaan

De belangrijkste lagen zijn:

- De melodielaag - De tegenstemmenlaag - De akkoordenlaag - De baslaag - De ritmelaag

Samenklank: tweeklank, drieklank, vierklank = als er meer tonen Samenklinken, noem je Dat een samenklank Blz. 69 (h2)

Akoestiek, akoestische instrumenten = akoestiek gaat over hoe geluid Klinkt in een ruimte.

Akoestische instrumenten zijn Zo gemaakt dat ze zonder Versterking kunnen klinken Climax = (hoogtepunt) een climax bouw je op door bijv. steeds sneller Hoger en harder te spelen(spanningsopbouw)

Dynamiek: terrassendynamiek, overgangsdynamiek = (geluidsterkte)

(3)

Bij overgangsdynamiek gaat het om een geleidelijke overgang van zacht naar hard of andersom en bij terrassendynamiek gaat het om een plotselinge overgang van hard naar zacht of andersom

Groove = Is een ritme dat wordt opgebouwd uit verschillende lagen en Verschillende instrumenten

Instrumentatie = de instrumenten die gebruikt worden

Leidmotief = een muzikaal thema dat verbonden is met een persoon of Een gebeurtenis

Ontwikkeling = (groei)

- Ontwikkeling in dynamiek (zachthard) - Ontwikkeling in instrumentatie (weinigveel) - Ontwikkeling in melodie (laaghoog of andersom) - Ontwikkeling in ritme (lang klinkende notenkort

klinkende noten)

- Ontwikkeling in tempo (langzaamsnel) Scat, scatten = met je stem improviseer je de melodie en je Improviseert de woorden (zonder betekenis)

Sequens = als een motief een paar keer herhaald wordt, telkens wat hoger of lager, heet dat een sequens

blz. 37 (h1)

Distortion = (vorming) het is een speciaal geluidseffect dat Voornamelijk bij de elektrische gitaar word gebruikt Fade out = als een muziekstuk eindigt door steeds zachter tot worden Totdat het stil is

Materiaal = nodig bij het schrijven van een muziekstuk (zie Materiaalkeuze)

Materiaalkeuze = bij het maken van een muziekstuk gebruik je niet alle Soorten materialen. Maar je maakt altijd een keuze Welke je gebruikt

De belangrijkste 5 keuzes zijn:

1. Keuze in toonhoogte (hoge/lage tonen) 2. Keuze in toonduur (lange/korte tonen) 3. Keuze in toonsterkte (harde/zachte tonen) 4. Keuze in tempo (snel/langzaam)

5. Keuze in instrumenten (veel/weinig)

Legato = (gebonden) de noten lopen in elkaar over. Legato wordt Aangegeven met een boog

Pentatonische melodie = een melodie die uit vijf verschillende tonen Bestaat. Penta betekent 5

Staccato = (losmaken/ kort) de noten worden kort gespeeld met Ruimte ertussen. Staccato wordt aangegeven met puntjes Onder de noten

Tweede stem = (tweede partij) de tweede stem past meestal goed bij De melodiepartij

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Karel houdt een betoog waarin voor gratis openbaar vervoer wordt gepleit; Loes houdt een betoog tegen gratis openbaar vervoer?. Karel wijst in zijn betoog met name op de

1.. • Stel jij eindigt met meer dan 30 ogen. Als jij nog beurten ‘over’ hebt, dan mag je proberen zoveel mogelijk dobbelstenen met waarde S te gooien, tot je beurten ‘op’ zijn.

Mail ze dan naar Aduis (info@aduis.nl) en wij plaatsen deze als download op onze web site?. nat droog rond spits koud warm zacht

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Het niet goed meenemen van natuur en milieu in kosten-batenanalyses leidt niet alleen tot een scheef beeld van projecten, maar versterkt ook de onjuiste beeld- vorming dat

Het moet voor haar een enorme stap geweest zijn om bij ons aan te kloppen.’ Dat de jongeren- werkers belangeloos zijn, wil volgens Balci niet zeggen dat ze de ouders tot

GROEP 8 WEEK 2 WEER NAAR SCHOOL GROEP 8 WEEK 2 WEER NAAR SCHOOL.. 2 OPDRACHT 1 Schrijf het

[r]