• No results found

Spinnen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Spinnen"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

pringstaarten in het kustduinecosysteem: echte sleutelsoorten? eferenties

In voedselarme duinhabitats is de aanwezigheid van mycorrhiza van groot belang voor de nutriëntendoorstroming [Rea d, 1989].

Aangezien deze hyfen het favoriete voedsel zijn van bodembewonen- de springstaarten kunnen deze laatste een grote invloed hebben op de aanwezigheid ervan en bijgevolg indirect sterk interageren met mycorrhiza-afhankelijke hogere plantensoorten, die het stuivend duin stabiliseren. Anderzijds zijn bodembewonende Collembola en andere microfauna-elementen van groot belang voor de verspreiding van de microflora-sporen, die na opname onverteerd uitgescheiden worden. Vooral in dynamische zandsystemen zullen algen, fungale en mycorhhizale filamenten een belangrijke rol spelen in het samen­ klitten van de zandkorrels. De verspreiding van deze diasporen kan met andere woorden de stabiliteit van het duin beïnvloeden. Samengevat kan dus gesteld worden dat de mate van interactie tus­ sen springstaarten en microflora bepalend zal zijn voor de interne

Ber bier s, P. &. Me r ten s, J., 1989. Collembola [Insecta] collected in Belgium by the Laboratory of Ecology, RUG. Verhandelingen van het symposium ‘invertebraten van België’, 1989: 233-238.

Bo n t e, D., Ho f f m a n n, M & Ma elf a it, J.-P ., 2 0 0 0 . Seasonal and diur­ nal migration patterns of the spider fauna of coastal grey dunes. Ekologia 19/4 suppl.: 5-16.

Ko e h l e r, H., Mu n d e r l o h, E. & Ho f f m a n n, S., 1995. Soil microarthro­ pods [Acari, Collembola] from beach and dune: characterisics and ecosystem context. J. Coast. Consent. 1: 77-86.

Read, D. J., 1989. Mycorrhiza’s and nutrient cycling in sand dune eco­ systems. Proc. R. Soc. Edinburgh, 96B: 89-110.

(2)
(3)
(4)

a b s t r a c t

/

s a m e n v a t t i n g

Ana n a ly s is o f t h e s p id e r c o m m u n it y s t r u c t u r e a n dt h e p r e s e n c e o f s p e c if ic s p e c ie s in t h e Fle m is h c o a s t a l d u n e s are p r e s e n t e d. Th ea n a­ lysis IS BASED ON DATA FROM MORE THAN 17 0 YEAR-ROUND PITFALL SAMPLINGS FROM THE I97OS ONWARDS. W E WERE ABLE TO FIND INDICATOR SPECIES FOR ALMOST ALL IDENTIFIED HABITATS. THE ASSEMBLAGES ARE STRUCTURED BY VARIATION IN VEGETATION STRUCTURE [SUCCESSION], ATMOSPHERIC AND SOIL HUMIDITY AND THE PRESENCE OF BOTH NATURAL OR ANTHROPOGENIC DISTURBANCE. SPECIFIC AND THREATENED SPECIES ARE PARTICULARLY FOUND IN SALT MARSHES, MARRAM DUNES, GREY DUNES AND YOUNG SANDY DUNE SLACKS. A DETAILED STUDY ON THE SPECIES-AREA RELATIONSHIP OF SPIDERS IN MOSS DOMINATED DUNES AND SHORT GRASSLANDS INDICATED THAT TOTAL SPECIES NUMBERS DO NOT INCREASE AS A FUNCTION OF THE PATCH SIZE. THE TOTAL NUMBER OF TYPICAL SPECIES IS, HOWEVER, HIGHER IN LARGER PATCHES. THESE RESULTS INDICATE HIGHER EDGE INFLUENCES IN SMALL PATCHES AND THE IMPORTANCE OF MICROHABITAT VARIATION [WHICH SHOULD BE HIGHER IN LARGE PATCHES] OR MINIMAL POPULATION SIZE FOR THE PRESENCE OF

(5)

In d e z e b ijd r a g e b esp r ek e n w e deg e m e e n s c h a p s s t r u c t u u r en h e t v o o r k o m e n van s p e c if ie k e s p in n e n s o o r t e n in de Vlaam se k u s t d u in e n- en SCHORREN. De ANALYSE IS GEBASEERD OP DATA VAN MEER DAN 17 0 BODEMVAL-JAARVANCSTEN, DIE PLAATSVONDEN VANAF DE JAREN ’70 . BIJNA VOOR ALLE ONDERSCHEIDEN HABITATS KUNNEN INDICATOREN WORDEN AANCEDUID.

De SOORTENCEMEENSCHAP IN DE DUINEN WORDT GESTRUCTUREERD DOOR VARIATIE IN VEGETATIEONTWIKKELINC, ATMOSFERISCHE EN BODEMVOCHTIGHEID EN DE AANWEZIGHEID VAN ZOWEL ANTROPOGENE [BEHEER] ALS NATUURLIJKE DYNAMIEK [OVERSTUIVING]. VOORAL SCHORREN, HELMDUINEN, MOSDUINEN, DUINGRASLANDEN EN JONGE DUINPANNEN VORMEN DE HABITAT VOOR TAL VAN SPECIFIEKE EN BEDREIGDE SOORTEN.

(6)

I N L E I D I N G

Al g e m e n e k e n m e r k e n v a n s p i n n e n

Spinnen [Araneae] behoren tot de klasse van de spinachtigen [Arachnida] en zijn samen met mijten en teken [Acari], hooiwagens [Opiliones] en bastaardschorpioenen [Pseadoscorpiones] de enige ver­ tegenwoordigers daarvan in ons land. Morfologisch zijn ze te onder­ scheiden door de aanwezigheid van een duidelijk gescheiden kop- borststuk met zes of acht ogen en een achterlijf voorzien van spinte- pels. Karakteristiek en van groot belang voor de identificatie tot op soortniveau zijn de genitale structuren. Bij de mannetjes zijn de paI- pen uitgegroeid tot kopulatieorganen met specifieke structuren ter­ wijl de geslachtsopening bij de vrouwtjes zich meestal onder een ge- sclerotiniseerde genitale plaat bevindt.

Ve r s c h e i d e n h e i d i n h a b i t a t e n j a c h t t e c h niek

(7)

Dysdera beschikt over grote kaken waardoor ze in staat zijn om pis­ sebedden [Isopoda] te verschalken. Enkele soorten zijn miereneters en worden vooral teruggevonden in of in de nabijheid van mieren­ nesten [vooral fas/ws-soorten], Deze soorten mogen echter niet ver­ ward worden met de mierspinnen die een mooie mier-mimicri verto­ nen, niet om mieren te verschalken, maar wel om eventuele preda- torens af te schrikken.

Door deze grote verscheidenheid in voedselkeuze, microhabitat en jachtmethode kunnen veel soorten naast elkaar leven zonder echt concurrentieel te zijn met elkaar. Doordat ook hun fenologie sterk kan verschillen, kunnen soorten die spatiaal eenzelfde niche bezit­ ten naast elkaar voorkomen doordat ze temporeel gescheiden leven.

Biogeografisch kan de arachnofauna in vier grote groepen ingedeeld worden: soorten die enkel aan de kust voorkomen [voorbeeld Baryphyma maritiivum [helmgras-putkopje], figuur 17.1], soorten die gebonden zijn aan zandige terreinen aan de kust en in het binnen­ land [voorbeeld Arctosa perita [gewone zandwolfspin], figuur 17.2], soorten van thermofiele habitats zoals warme [kalkjgraslanden [voorbeeld Argenna subnigra [kustkaardertje], figuur 17.3] en eurytope schaduwminnende of graslandsoorten zonder een echte nauwe habi­ tatbinding. In vergelijking met de Kempen, ontbreken in de kustdui- nen vooral soorten die gebonden zijn aan oligotrofe vennen en natte

(8)

I I UTM ïoxiokm Pédologie Klei Kalksteen Leem+Klei Schieffer Zand Zand-leem Zandsteen Zand+Zandsteen Kalksteen+Leem

Figuur 17.1. Verspreiding van Baryphymma maritimum (helmgras-putkopje] in België.

UTM ïoxiokm Pédologie Klei Kalksteen Leem »Klei Schieffer Zand Zand-leem Zandsteen Zand+Zandsteen Kalksteen+Leem

Figuur 17.2. Verspreiding van Arctosa perita [gewone zandwolfspin] in België.

UTM ïoxiokm Pédologie

Figuur 17.3. Verspreiding van Argenna subnigra[kustkaardertje] in België.

Mi g r a t i e e n d i s p e r s i e

Doordat juvenielen gebufferde habitats opzoeken voor hun ontw ik­ keling, zullen soorten van schrale m ilie us eig e n lijk verschillende habitats bezetten tijd e n s hun leven. Dit m u lti-h ab itat-geb ruik kan echter niet bestudeerd worden aan de hand van de p itfall-bem o nste- ringsm ethodes aangezien praktisch uitsluitend adulte spinnen ge­ vangen worden. Enkel gerichte studies met bodem vallen en strooi- selbem onsteringen konden dit aantonen [Bo n te et al., 20 00 a,

2000b; Bo n t e & Ma e l f a i t, 2001]. Deze soorten zullen dan ook in hun levenscyclus een seizoenale migratie vertonen van de ontwikke- lingshabitats naar de open karakteristieke habitats. Afhankelijk van de soort is deze migratie seizoenaal; andere [dwergspinnen] verto­ nen een diurnale migratie waarbij ook de volwassen individuen zich tijdens ongunstige omstandigheden terugtrekken in de strooiselrijke vegetaties. Een andere aanpassing om ongunstige omstandigheden [droogte, hitte] te vermijden is zich terugtrekken in holletjes in het zand. Deze levenswijze is typisch voor enkele soorten wolfspinnen.

(9)

nventarisatie en soortenaantallen

Hierbij laat de spin zich aan een lange spindraad meedrijven met de luchtstromingen, waardoor ettelijke kilometers afgelegd kunnen wor­ den. Uiteraard is deze manier van verbreiding mechanisch gelimi­ teerd aangezien enkel voldoende lichte [kleine] individuen hiertoe in staat zijn. Bij grotere soorten [Lycosidae, Thomisidae] zal deze ma­ nier van dispersie dan ook beperkt zijn tot de juveniele stadia. Deze aeronautische dispersie is daarenboven niet enkel gebonden aan mechanische beperkingen van de spin zelf, ook de meteorologi­ sche condities zijn hierbij van groot belang, aangezien opwaartse luchtstromingen enkel voorkomen bij een hoge temperatuursinver- sie bij koude nachten en warme dagen [Vu c h t s &. Van Win g e r d e n,

1976). Daarenboven komt geen aeronautische dispersie voor bij te sterke winden [maximaal 3 meter/seconde].

In Vlaanderen werden tot nu toe 608 soorten waargenomen, waarvan er 257 in de kustduinen en de schorren werden opgemerkt. De be­ monsteringen gebeurden in het verleden praktisch uitsluitend via bo- demvallen gedurende jaarrondbemonsteringen. Vooral de grote duin­ en schorcomplexen werden heel intensief onderzocht, onder meer in het kader van enkele monitorings- en inventarisatiecampagnes

[Hu b lé, 1975; Hu b lé, 1976; Van Bier vliet, 1978; Hublé & Maelfait,

1981; Baert & Des e n d e r, 1993; Maelfait, 1993; Bo n te & Hen d r ic k x,

1997; Baert & Maelfait, 1999; Bo n teet a i, 1999; L Baert et al., ongep. gegevens].

(10)

espreking per ecotoop

zeldzaamheid van hun habitat in de rest van Vlaanderen proportio­ neel meer voorkomen in de kustduinen. Deze worden in de onder­ staande bespreking dan ook in rood weergegeven.

Om de verschillende spinnengemeenschappen te kunnen onder­ scheiden werden in totaal 178 jaarcycli-vangsten bestudeerd door middel van de klassieke ordinatie en classificatie-technieken.

Door m iddel van een TWiNSPAN-classificatie konden in totaal 16 ver­ sch ille n d e gem eenschappen, met hun ken- en indicatorsoorten, on ­ derscheiden worden. O rd in atie van deze gem eenschappen

Vergraven zandig terrein Duinbos Hoog struweel Duinroosje Kruipwilg Ruig nat grasland Schraal nat grasland Jonge panne Vervilt grasland met gewoon struisriet Ruige droog grasland Kort grasland Mosduin Helmduin Schorre □ Alle soorten ■ Rode lijst-soorten

(11)

[figuur 17.5] illustreert duidelijk het belang van drie sturende para­ meters: natuurlijke successie, vochtigheid en storing.

Bij deze ordinatie valt duidelijk het hygrofiel karakter op van de ge­ meenschap van spinnen in de zeereep, wat verklaard kan worden door de hoge luchtvochtigheid. Ook opmerkelijk is dat de mate van verstoring zo sterk bepalend is voor de gemeenschapsopbouw. Zo worden de gemeenschappen van schrale vegetaties in duinpannen, die een jaarlijkse maaibeurt ondergaan, duidelijk onderaan gegroe­ peerd. De ordening van de gemeenschappen van open vegetaties illustreert ook duidelijk de verstorende invloed van begrazing en zandtransport. Zo worden de gemeenschappen van helmduinen in de zeereep en de gemeenschappen van begraasde graslanden on­ deraan bij de hooilandgemeenschappen gegroepeerd, terwijl deze van mosduinen en helmduinen langs de binnenduinrand blijkbaar aan minder verstoring onderhevig zijn.

Bij de volgende bespreking wordt de gevonden gemeenschapsinde- ling gevolgd. De aandachtssoorten worden bij de gemeenschap be­ sproken waarbij ze de hoogste presentie bereiken [preferentials]. Het gemiddeld aantal [aandachtsjsoorten over de verrichte bodem- valbemonsteringen wordt tevens weergegeven. Voor de Nederlandse namen baseerde we ons op Jo c q u é [1992] voor de dwergspinnen

[Erigonidae] en Ro b e r t s [1998] voorde niet-dwergspinnen. Een over­

zicht van al de in bodemvallen gevonden soorten [=grondactieve soorten] wordt gegeven in bijlage.

0 duinbos

0 opgaande struwelen + Liguster ^ duinriet V Duindoorn - Kruipwilgstruweel ■ Duinroos Dwergstmweel □ Ruig duingrasland O Hooiland (pannenvegetatie) ^ Mosduin (beschut) ▲ Kort duingrasland A Mosduin-Helm

O Kruipwilgkopjes (pionierende panne) 0 Helmduin (binnenduin)

0 Helmduin (zeereep)

0 Jonge panne (korte Carex-vegetatie) V Pionierpanne (natuurlijk) ▼ Pionierpanne (gegraven)

(12)

Sc h o r He l m d u in

De twee resterende schorrecomplexen langs de kust [de Helmduinen langs de zeereep werden langs de kust uitgebreid IJzermonding te Nieuwpoort en het Zwin te Knokke] werden uitge­ bemonsterd te De Panne, Koksijde, Oostduinkerke en Nieuwpoort. breid bemonsterd door middel van bodemvallen en sleepvangsten. Door het sterk dynamisch karakter van deze habitat werd de klassie­ Schorren worden gekenmerkt door een typische halofiele fauna ke bodemvalmethode aangevuld met gerichte handvangsten

jjo zoals Argerma patula [kwelderkaardertje], Pardosa purbeckensis [schor- rewolfspin], Baryphyma duffeyi [klokspinnetje] en Silometopus ambiguus

[Oostduinkerke en De Panne], De typische soorten van kaal zand zijn grondactieve jagers, met typische schutkleuren: Philodromus [elegant putkopje], Deze soorten zijn kustgebonden in een iets rui­ phallax [kustrenspin] en Arctosa perita [zandwolfsp'm], Enkele soorten mere betekenis: zeeschorren en schorren langs de Zeeschelde. maken een holletje [A perita], andere soorten zoals Agroeca cuprea Typische schorresoorten kunnen onderdompeling gedurende een [gouden lantaarnspin], Clubiona frisia [helmzakspin], Marpissa nivoyi lange tijd goed verdragen door de aanwezigheid van een hydrofobe [helmmarpissa] en Ero aphana [vierspitsspinneneter] schuilen in de beharing op het abdomen. Daardoor kan lucht vastgehouden wor­ helmpollen. Door de hoge luchtvochtigheid in de pollen in de zee­ den onder water, waardoor de zuurstofbevoorrading verzekerd blijft. reep treffen we er ook soorten aan van moerassen of venen [Micaria Veel soorten [genera Erigone, Oedothorax] worden gekenmerkt door romana, de zuidelijke mierspin en M. nivoyi - het zogenaamd Dubbel twee tot drie generaties per jaar, een snelle ontwikkelingstijd en een Ecologisch Voorkomen]. De enige echte typische en exclusieve duin-goed aeronautisch dispersievermogen. Gemiddeld komen twintig soort is Baryphyma maritimum [helmgras-putkopje, figuur 17.1]. Ze soorten voor op de schorren, waarvan 7 [35%] op de Rode lijst geno­ werd pas in 1970 in Groot-Brittannië beschreven en komt enkel voor

teerd staan. in helmpollen aan de zeezijde in de voorste zeereepduinen.

(13)

funge-ren tevens als een vangscherm voor aeronautische dwergspinnen [akker en schorsoorten], die er in de nazomer massaal stranden. Gemiddeld komen 25 soorten spinnen in deze habitat voor, waarvan 12 [48%] Rode-lijstsoorten.

M o s D u 1 N

Mosduinen zijn in de duinen de best bemonsterde habitat: De Panne [Westhoek, Houtsaegerduinen], Adinkerke [Cabour], Koksijde [Doornpanne], Oostduinkerke [Ter Yde], Nieuwpoort [Simli-duinen en IJzermonding], De Haan [Kijkuit] en Knokke [Zwin], Gemiddeld kan gesteld worden dat een 26-tal soorten mosduinen als habitat hebben. Daarvan staan er gemiddeld 13 [50%] op de Rode lijst. Naargelang de ligging, de grootte en het type mosduin, kan het totaal soortenaantal alsook de fauna samenstelling soms grote ver­ schillen vertonen. Algemeen kan gesteld worden dat de meest actie­ ve mosduin bewonende soorten gekenmerkt worden door een grote droogteresistentie en/of uitsluitend nachtactief zijn. Andere soorten ontwijken deze klimatologische ongunstige omstandigheden door de zomer waarschijnlijk te overleven als ei en de wintermaanden in een adult stadium door te brengen. Alle soorten leven uiteraard op de grond of in holletjes tussen de mosvegetatie.

De belangrijkste soorten zijn Zelotes longipes [stekelkampoot], Xysticus sabulosus [zandkrabspin], X. n'mni't [duinkrabspin, enkel

gekend van Cabour], Sitticus saltator [zandspringspin], Alopecosa fabrilis \grote panterspin], Ceratinopsis romana [bosplatkopje], Metopobactrus prominulus [kalkgrasdwergspin], Trichoptema cito [stekelloos putkopje] en Walckenaeria stylfrons [plat sierkopje). Acarthauchenius scurillus [bleek haarkopje] is een echte miereneter die praktisch het hele jaar door in de nesten leeft van de buntgrasmier [Lasius psammophilus] en/of de grasmier [Tetramorium caespitum]. Daardoor wordt ze slechts zelden gevangen met bodemvallen

Ko r t d u i n g r a s l a n d

(14)

der beperkt aeronautisch dispersievermogen. Net zoals bij de vorige gemeenschappen zijn veel typische soorten thermofiel.

Specifieke soorten die enkel op de kortgrazige vegetaties voorkomen zijn Phlegra fasciata [gestreepte springspin], Parctosa monticola [duinwolf- spin], Alopecosa barbipes [paaspantserspin], Hypsosinga albovittata [wit- vlekpyjamaspin] en Ceratinopsis stativa [weideplatkopje]. De heel zeldza­ me myrmecofiel Mastigusa ariëtina [kleinoogzweeppalpspin] werd bij ons enkel gevonden in de buurt van nesten van Lasius psammophilus en Tetramorium caespitum.

Argenna subnigra [bodemkaardertje], Zelotes electus [duinkampootj, Zelotes pedestris [stekelkaakkampoot], en Xysticus erraticus [graskrabspin] komen zowel in de korte als de iets hogere en strooiselrijkere graslan­ den voor.

K RU I PWI LC KO PJ E S IN JONGE PANNE

Opmerkelijk is dat deze gemeenschap van lage kruipwilgstruwelen in jonge duinpannen gekenmerkt wordt door dezelfde indicatorsoorten als deze van mosduinen: Xysticus sabulosus en Xerolycosa miniata. Enkel de aanwezigheid van Centromerus prudens, een schaduwminnen- de dwergspin, zorgt voor de afsplitsing van de mosduingemeenschap en enkel Pelecopsis nemoralis [duin-ballonkopje] bereikt hier haar

hoog-J ON G E , V O C H T I G E D U I N P A N NE

De spinnengemeenschap in jonge pannen is door de zonatie van kaal nat zand, lage kruidachtige vegetaties met kruipwilgmozaïeken en vitaal duindoornstruweel heel divers. In de pioniersfase vormen zandgebonden soorten [Arctosa perita, Philodromus fallax, Xysticus sabulosus] de dominante groep. Bij verdere begroeiing zullen soorten die gebonden zijn aan korte thermofiele graslanden [Argenna subnigra, Pardosa monticola, Parapelecopsis nemoralis] ook verschijnen.

Door het geregeld overstromen van deze habitat gedurende de winter­ maanden, blijven storingssoorten van de genera Oedothorax en Erigone permanent aanwezig. Afhankelijk van de overstromingsduur kan de soortensamenstelling van jaar tot jaar sterk fluctueren. De spinnengemeenschap van vitale duindoorn-kruipwilgstruwelen ver­ toont een sterke gelijkenis met die van opgaande struwelen en wordt dan ook onder deze habitat besproken. Enkel Haplodrassus dalmatensis [gestreepte muisspin], Agroeca lusatica [duinlantaarnspin], Hahnia nava [heidekamstaartje] en Xerolycosa miniata [kustwolfspin] zijn aan- dachtssoorten, alhoewel ze ook in andere dynamische duinhabitats kunnen waargenomen worden. Jonge vochtige duinpannen werden bemonsterd in de Westhoek en Ter Yde. Gemiddeld worden 31 soorten in deze habitat op jaarbasis waargenomen, waarvan 12 [38%] Rode- lijstsoorten.

(15)

Ru i g d u i n c r a s l a n d

Ruige graslanden werden enkel bemonsterd in de

Houtsaegerduinen te De Panne en in Ter Yde te Oostduinkerke. Soorten die in de kustduinen gebonden zijn aan gesloten, drogere graslanden zijn in Vlaanderen wijd verbreid en bijvoorbeeld ook heel abundant in wegbermen. Voorbeelden zijn o.a. Xysticus crista- tus, Trocbosa terhcola, Pardosa palustris en Pacbygnatha degeeri. Gemiddeld genomen vinden 28 soorten hier een geschikte habitat, waarvan slechts twee Rode-lijstsoorten [7,1 % ]: Zelotes electus en Thanatus striatus. Beide soorten worden respectievelijk onder de korte graslanden en onder de vervilte graslanden besproken.

Ve r v i l t g r a s l a n d m e t g e w o o n s t r u i s r i e t

Vervilte struisrietgraslanden werden in de Vlaamse kustduinen enkel bemonsterd in de Houtsaegerduinen en de Westhoekduinen te De Panne. De fauna vertoont veel gelijkenis met die van ruige, natte graslanden. Door de aanwezigheid van degraderende struwelen in en rond deze habitat kunnen er ook schaduwminnende struweel- soorten gevangen worden. Gemiddeld worden 31 soorten gedurende een jaarbemonstering waargenomen, waarvan 4 Rode-lijstsoorten: Tibellus maritimus [stippelsprietspin], Thanatus striatus [duinrenspin], Baryphyma pratense [weide-putkopje] en Maso galhcus

[veer-dwergste-kelpoot]. Enkel Thanatus striatus bereikt van deze soorten in deze habitat haar hoogste abundantie [>ioo ind/m2 in natte en dichte struisrietvegetatiesj.

Sc h r a a l n a t h o o i l a n d

(16)

Ru i g n a t g r a s l a n d

Natte, onbeheerde graslanden worden gekenmerkt door een arach- nofauna die veel gelijkenissen vertoont met deze van rietvelden en moerassen in het binnenland [soorten zoals Clubiona phragmites, Zora spinimana, Larinioides cornutus, Hypomma bituberculatum]. Veelal is de strooisellaag goed ontwikkeld en heerst er het hele jaar door een vochtig microklimaat. Tijdens winterse overstromingen migreren de spinnen naar de toplaag van de vegetatie of zoeken ze overwinteringsplaatsen op in holle stengels en in de strooisellaag. Ruige natte graslanden werden in de Vlaamse kustduinen door mid­ del van jaarcyclus-bemonsteringen geïnventariseerd in de Westhoek, de IJzermonding en de Fonteintjes.

Specifieke aandachtssoorten zijn Ozyptila brevipes [witrugbodemkrab- spin], Tibellus maritimus en Baryphyma pratense.

Kr u i p w i l g m o z a ï e k

Dwergstruwelen van kruipwilg, veelal in mozaïek met korte en/of ruige duingraslanden of jonge vochtige pannenvegetaties zijn een uiterst rijke habitat aangezien zowel typische struweelsoorten als soorten van de omringende habitats er voorkomen.

Het strooisel van kruipwilg fungeert als een belangrijke overwinter­ ings- of schuilplaats voor soorten die typisch zijn voor korte gras­

landen en mosduinen [Zelotes longipes, Pardosa monticola, Parapelecopsis nemoralis, Typbocrestus digitatus] of voor soorten die voorkomen in de jonge vochtige pannen [Haplodrassus dalmatensis, Xysticus sabulosus, Xerolycosa miniata], wat het belang van deze mo­ zaïeken voor het natuurbehoud onderstreept. In deze habitat werden het grootste aantal soorten opgemerkt [44], waarvan 14 [32%] in de Rode lijst van de Vlaamse spinnen zijn opgenomen. Soorten die echt gebonden zijn aan de specifieke vegetatiestructuur zijn

Cheiracanthium virescens [groene spoorspin] en Agelena labyrinthica [gewone doolbofspin].

Veel Rode-lijstsoorten werden reeds besproken onder de habitat die effectief hun voorkeur in de adulte levensfase geniet [korte graslan­ den, mosduinen, jonge vochtige pannen].

Du i n r o o s j e s d w e r g s t r u w e e l

(17)

Duinroosjesvegetaties werden bemonsterd in Oostduinkerke [Ter Yde] en De Panne [Westhoek], Het aantal Rode-lijstsoorten is hoog: gemiddeld 13 op een totaal aantal soorten van 33 [39%].

Op g a a n d s t r u w e e l

Alle bemonsteringen van struwelen worden onder dit habitattype besproken. De arachnofauna bestaat zowel uit strooisel, kruidlaag als struiklaag bewonende soorten. Veel soorten zijn uitgesproken schaduw- en vochtminnend. Met uitzondering van Agroeca lusatica [kleine heidebodemspin], Oubiona frisia [helmzaksp'm], Hahnia nova [heidekamstaartje], Pholcomma gibbum [roodzwart kogelspinnetje] en Maso gallicus [veer-dwergstekelpoot] betreft het allemaal in

Vlaanderen zeer algemene soorten, zonder een echte nauwe habitat­ binding.

Struwelen werden bemonsterd in De Panne [Westhoek] en Oostduinkerke [Ter Yde]. Gemiddeld werden 35 soorten gevangen, waarvan gemiddeld een viertal [n % ] Rode-lijstsoorten.

Du i n b o s

Door de vrij jonge leeftijd van de duinbossen aan de Vlaamse kust, is het aantal typische bossoorten eerder laag te noemen, dit in tegen­ stelling met bijvoorbeeld duinbossen in Nederland of de Kempen.

De meest specifieke bossoorten zijn Pardosa saltans [zwarthandbos- wolfspin] en enkele wielwebspinnen [Araneidae] zoals Araniella cucur- bitina [gewone komkommerspin], A. opisthographa [tweeling-komkom- merspin] en Cydosa conica [kegelspin].

Bemonsteringen door middel van bodemvallen gebeurden enkel in Oostduinkerke [Hannecartbos], alwaar zij aangevuld werden met tal­ rijke klopvangsten. Aanvullende vangsten in een duinbos in de Perroquet-duinen te Bray-dunes leverde nog enkele faunistische aanvullingen. Enkel in het Hannecartbos werd de zeldzame arbori­ cole renspin Philodronws praedatus [boomrenspin] van oude loofbos­ sen waargenomen. Van de 37 met bodemvallen regelmatig gevangen soorten, behoorde geen enkele tot de Rode lijst. De aanvullende klopvangsten leverden een 15-tal extra soorten op, waarvan één op de Rode lijst vermeld is.

Ve r g r a v e n z a n d i g t e r r e i n

Vergraven zandige terreinen zijn de habitat bij uitstek voor storings- soorten, die eveneens heel abundant zijn in jonge pionierpannen, schorren en akkers. De dwergspin Erigone arctica [schorrendwerg- spin] is over het algemeen heel abundant.

(18)

dispersievermo-n et odispersievermo-ntbrekedispersievermo-n vadispersievermo-n karakteristieke soortedispersievermo-n idispersievermo-n de geschikte habitat: het gevolg van lokaal uitsterven?

gen die eerder typisch zijn voor helmduinen of jonge pannen en bij­ gevolg bij deze habitats werden besproken.

Vergraven zandige terreinen werden in de kustduinen enkel bemon­ sterd te Nieuwpoort [IJzermondig], Ter aanvulling werden twee jaar- bemonsteringen van de Marchand-duinen [Bray-Dunes, Fr.] opgeno­ men in de analyse.

In het huidige duinlandschap behoren soorten van schrale thermo- fiele duingraslanden tot de sterkst bedreigde omdat hun specifieke habitat sterk in oppervlakte afnam sedert het begin van de 20s*e eeuw. Dit is niet alleen een gevolg van de toenemende urbanisatie, maar intern minstens evenzeer door een toenemende verruiging en struweelvorming. Daarenboven zijn de kortgrazige droge tot vochti­ ge graslanden en de mosduinen nog eens sterk versnipperd waar­ door ze soms sterk geïsoleerd raken van elkaar. Door oppervlakte- vermindering zullen de populaties in aantallen sterk afnemen, wat de kans op lokaal uitsterven door omgevings-stochasticiteit sterk vergroot [Ha n s k i, 1999]. Door de tegenwoordige landschapsconfigu- ratie kunnen we bijgevolg verwachten dat de populatiestructuur re­ cent evolueerde van een continue grote populatie naar een netwerk van kleine geïsoleerd populaties, waarbij de uitwisseling afhankelijk is van de soortspecifieke dispersiecapaciteiten.

(19)

Aantal soorten

Een grotere variatie in microhabitats in grote vlekken is een plausi­ bele verklaring voor deze oppervlakte-soortenaantal relaties. Op soortniveau blijkt daarenboven dat vooral die plaatselijk zeldzame soorten over een eerder beperkt dispersievermogen beschikken [figuur 17.7]. Die soorten zullen met andere woorden fragmenten, waar ze uitgestorven zijn moeilijk kunnen herkoloniseren. Beide re­ laties wijzen erop dat soorten van thermofiele graslanden vermoede­ lijk in metapopulaties voorkomen in de Vlaamse kustduinen. Het uitsterven van de soort in een duingebied zal bijgevolg afhankelijk zijn van het aantal bezette fragmenten, de grootte van de populaties en de mate waarin uitwisseling mogelijk blijft. Het vergroten van de fragmenten en verbinding mogelijk maken [via corridors in de om­ liggende matrix of het creëren van stepping-stones] zal dus de uit- stervingskans van die specifieke soorten verminderen. In die zin is de ingevoerde extensieve begrazing zeker aan te moedigen.

Figuur 17.6. Relatie tussen oppervlak van m osduin en graslandfragmenten en het aan­ tal al dan niet specifieke soorten.

Aantal soorten

Relatief voorkomen (proportie aanwezig in geschikte habitat)

(20)

efererties

Baert, L. & Des e n d e r, K., 1993. De Spinnenfauna van het militair domein te Lombardsijde [Araneae], Nwsbr. Belg. Arachnol. Ver. 8[i]: 15-20.

Baert, L. &. Ma e lf a it, J P . ,i 999. The spider fauna of the Belgian salt marshes. Bull. K. Belg. Inst. Natuurwet., Entomologie 69: 5-18.

Bo n te D. & Hen d r ic k x, F., 1997. Aanvullende gegevens omtrent de spinnenfauna van enkele duingebieden aan de Belgische Westkust. Nwsbr. Belg. Arachnol. Veri2[2]: 33-43.

Bo n te D. & Ma e lfa it, J.-P., 1998. De levenscyclus van enkele spinnen uit de duinen. Nwsbr. Belg. Arachnol. Ver. 13(1]: 1-14.

Bo n t e, D., Ma elfa it, J.-P. & Ho f f m a n n, M., 1998. Aeronautisch actieve spinnen in een duingebied te Oostduinkerke. Nwsbr. Belg. Arachnol. Ver. 1 3(3]: 77­ 85.

Bo n t e, D., Ho f f m a n n, M. & Ma elfa it, j.-P., 1999. Monitoring van het begrazingsbeheer in de Belgische kustduinen aan de hand van spinnen. Nwsbr. Belg. Arachnol. Ver. i4[i]: 24-36.

Bo n t e, D., Ho f fm a n n, M. &. Ma elfa it, J.-P., 2000a. Seasonal and diurnal migration patterns of the spider fauna of coastal grey dunes. Ekologia [Bratislava] 19/4 suppl.: 5-16.

Bo n t e, D. .Maelfait, j.-P. &. Ho f fm a n n, M., 2 0 0 0 b . The im pact o f intensive cattle grazing on the spid er co m m u n itie s Araneae in a m esophytic dune g rasslan d. J. Coastal. Conserv 6(2): 135-144.

Bo n t e, D., & Ma elfa it, J.-P., 2001. Life history, habitat use and dispersal of a dune wolf spider [Pardosa monticola [CLERCK, 1757] Lycosidae, Araneae] in the Flemish coastal dunes [Belgium]. Belgian Journal of Zoology 131(2]: 141-153.

Bo n t e, D., Baert, L. & Maelfait, J.-P., 2002. Spider assemblage structure and stability in a heterogeneous coastal dune system [Belgium], Journal of Arachnology 30: 331-343

Dec a e, A.E., 1987. Dispersal: ballooning and other mechanisms. In: Ne n t w ig, W. [ed], Ecophysiology of spiders. Springer, Berlin, 448 p.

Du f fey, E., 1998. Aerial dispersal in spiders. In: P.A Selden [ed.]. Proceedings of the 17“1 European Colloqium of Arachnology, Edinburgh 1997: 187-191.

Ha n s k i, I., 1999. Metapopulation Ecology. Oxford University Press, New York, 313 p.

Hen d r ic k x, F., J.-P. Maelfait, W. Muylaert & Ho f fm a n n, M., 1998. Spider distribution along the tidal River Scheldt [Belgium], In: P.A Selden [ed.]. Proceedings of the 1 7 ^ European Colloquium of Arachnology, Edinburgh 1997: 265-291.

Hu b lé, J., 1975. Arachnofauna van strooisel onder duinstruweel van de Belgische Westkust [soortenlijst], Biol. Jaarb. Dodonea 43: 146-150.

Hublé, J., 1976. Bodemspinnen van duinmoeras en helmduinen in het staatsnatuurreservaat ‘De Westhoek' [Soortenlijst], Biol. Jaarb. Dodonea 44: 226-230.

HubléJ. & Ma e lfa it, J.-P., 1981. Analysis of the spider fauna from a north and a south-facing slope of a coastal dune [Belgium]. Faun.-Ökol. Mitt. 5: 175­ 189.

JocQUË, R., 1992. Nederlandse namen voor inheemse spinnen. Nwsbr. Belg. Arachnol. Ver. 7(3]: 1-20.

Ma elfa it, J.-P.,1993. Spinnen en natuurontwikkeling in het duinengebied ‘Home Theunis’ te Oostduinkerke. Duinen 4: 146-154.

Maelfait, J.-P., Alderw eireldt, M .,Des e n d e r, K. & Ba ert, L., 1989. Lycosid spiders of the Belgian Coast. Bull. Annls. Soc. r. beige Ent. 125: 327-332. Maelfait, j.-P., Baert, L. & Desen der K., 1997. Effects of groundwater catchment and grassland management on the spider fauna of the dune nature reserve ‘De Westhoek’ [Belgium]. Proc. ryth Europ. Coll. Arachn.: 221-23 6 .

Maelfait, J.-P., Baert, L. , Alderw eireldt, M. & Ja n s s e n s, M. 1998. A Red list for the spiders of Flanders. Bull. K. Belg. Inst. Natuurwet., Entomologie 68: 13 1-14 2.

Maelfait, j.-P, Baert, L., Bo n t e, D. & Hen d r ic k x, F. 20 0 0 . The richness and paucity of the spider fauna of the Belgian coast. Bull. K. Belg. Inst. Natuurwet., Entomologie 70: 9 7-10 7

Ric h t e r, C. J., 19 70 . Aerial dispersal in relation to habitat in eight wolf spider species [Pardosa, Araneae, Lycosidae]. Oecologia 5: 2 0 0 -2 14 . Ro b e r t s, M.J., 1998. Tirion Spinnengids, Tirion, Baarn, 397 p.

Van Win g e r d e n, W. K. R. E., 1980b. Experiments on the influence of food and crowding on the aeronautic dispersal of Erigone arctica [White, 1852] [Araneae, Linyphiidae], In: Gruber J., [ed.]. Proc. 8th. Int. Congress of Arachnology. 1980, H. Egerman, Vienna: 97-102

Van Bier v liet, T , 1978. Auto- eh synoeciologisch onderzoek van de spinnenfauna van het staatsnatuurreservaat ‘De Westhoek’ [W-Vl]. Ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent, 126 p.

Vli|M, L. & Kessler- Ge s c h ie r e, A., 1967. The phenology and habitat of Pardosa monticola, P. nigriceps and P. pullata [Aranaea,Lycosidae], J. Anim. Ecol. 36: 31-56.

Vu g h t s, H.F. &. van Win g e r d e n, W. K. R. E., 1976. Meteorological aspects of aeronautoc behaviour of spides. Oikos 27: 433-444.

(21)

Overzicht van de in bodemvallen gevonden spinnensoorten [=grondactieve soorten] in de Vlaamse kustduinen, slikken en schorren. Aandachtsoorten zijn weergegeven in v e t .

Ro d elijst: Ma elfa itet al. [1998]. Bedreigd? = Bedreigd maar niet gekend in welke mate.

Habita tprefer en tie: * sporadisch; ** regelmatig, maar in lage aantallen; *** abundant; naar Bo n teet al. [2002] en ongepubliceerde gegevens van

\carta u c h e n iu s sc u rrilis ^gelena labyrinthica \groeca brunnea \groeca cuprea \groeca inopina \groeca lusatica \groeca proxim a \gyneta conigera \gyneta decora \gyneta su b tilis Mlomengea scopigera Mopecosa barbipes Mopecosa cuneata Mopecosa fab rilis Mopecosa pulverulenta \ran e u s d iadem atus \rcto sa leopardus \rcto sa perita \rgenna patula \rgenna subnigra Jaryphym a duffeyi 3aryphyma m aritim um Jaryphym a pratense Sathyphantes g racilis Jathyphantes nig rinus Jathyphantes parvulus Jathyphantes setiger Jolyphantes luteolus Zentrom erita bicolor Zentromerita co ncinna Zentromerus d ilutus Zentromerus prudens Zentromerus sylvaticus Zeratinella brevipes Zeratinella brevis Zeratinella scabrosa Zeratinopsis rom ana

Bleek haarkopje Labyrinthspin Lantaarnspin Gouden bodem spin D onkere lantaarnsp in Kleine heidebodem spin Gewone heidebodemspin Gewoon slankpalp je Gezaagd dikpalpje Tandloos dikpalpje Alert stekelpalpje Paasp anterspin Dikpoot panterspin Grote panterspin Gew one panterspin K ru issp in M osw olfspin Gew one zand w olfsp in Bodem kaardertje Kustkaardertje K lokspinnetje Helm gras-putkopje W eide-putkopje Gew oon wevertje Donker wevertje K leinste wevertje H arig wevertje G e vlekt voorkopje G root haarpalpje Klein haarpalpje M iddelste tong sp innetje Po rceleinsp innetje Gewoon zaagpalpje Gewoon sch ild sp inn e tje Zw art sch ilsp in n etje Lep el-schild s pin netje Bosplatkopje

Bedreigd

M om enteel niet bedreigd M om enteel niet bedreigd Bedreigd

Met uitsterven bedreigd Kwetsbaar

M om enteel niet bedreigd M om enteel niet bedreigd M om enteel niet bedreigd M om enteel niet bedreigd Met uitsterven bedreigd Kwetsbaar

Kwetsbaar Bedreigd

M om enteel niet bedreigd M om enteel niet bedreigd Kwetsbaar

Bedreigd

Met uitsterven bedreigd Bedreigd

Met uitsterven bedreigd Bedreigd

Kwetsbaar

M om enteel niet bedreigd M om enteel niet bedreigd M om enteel niet bedreigd M om enteel niet bedreigd Zeld zaam

(22)

Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Rode lijst O _ c Cl CD OJ o3 cd N E ' 5 “O E CD C c CO C L CD ÛÛ C c co N "cö T3 co O "O e _rcs ut co &b ■c esl o te n g ra sla n d a t schr aa l g ra sla n d :g ra a sd n a t g ra sla n d jig n a t g ra sla n d “O e _co ut co x. 00 +■» E *10 O Oï_ u ip w il g str u w e e l D g a a n d s tr u w e e l u in d o o rn st ru w e e l juste rstruw ee l ru w e e lo n tg in n in g *5 X a b T s c h £ C C « i (/) X I O O z CO QC £ Û O O t/> co é

C e ratino p sis rom ana Bosplatkopje Bedreigd * k k k k k k k k k k * k k k

C e ratino p sis stativa W eideplatkopje Zeld zaam k k k k k *

Cheiracanthium erraticum H eid ezaksp in M om enteel niet bedreigd k *

C h e iracanthium vire sce n s Groene heidezakspin Bedreigd k k k k k k k k k k k k k k

C icu rin a cic u r H e rfststro o iselsp in M om enteel niet bedreigd k

Clubiona com ta Zw artgerande zakspin M om enteel niet bedreigd k k k k * k k k k k * k k k k k k k *** k

Clubiona diversa Vale zakspin M om enteel niet bedreigd k k k * k

Clubiona frisia H elm zaksp in Kwetsbaar k k k k k k k k k k

Clubiona lutescens Bonte zakspin M om enteel niet bedreigd k k * k k * k k k k k k k ** k

Clubiona neglecta Roodbruine zakspin M om enteel niet bedreigd k k k k k k k * k k 1

Clubiona p hragm itis Rietzakspin M om enteel niet bedreigd * k k k

Clubiona pseudoneglecta Langkaakzakspin M om enteel niet bedreigd k k k k k k k k * ■*

Clubiona reclusa Zo m p zakspin M om enteel niet bedreigd k k k k k k k

Clubiona stag natilis M oeraszaksp in M om enteel niet bedreigd * k

Clubiona su b tilis Kleine zakspin M om enteel niet bedreigd * 'k'Jc'k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Clubiona triv ia lis M oszakspin Kwetsbaar k k k * k k * k

Cnep haloco tes ob scurus Donker tepelpalpje M om enteel niet bedreigd k k k k k k k k k *

Dictyna arundinacea H eidekaardertje M om enteel niet bedreigd k

Dicym bium b revisetosum Kortharig bolkopje M om enteel niet bedreigd k

Dicym bium nigrum Donker bolkopje M om enteel niet bedreigd k k k k * k k k k k * * * k k k k k k k k k * k k k k k * k k k

D ip locep halus perm ixtus Drieklauw -dubbel kopje M om enteel niet bedreigd k

D ip locep halus p icinus Gewoon vals dubbelkopje M om enteel niet bedreigd k k k k k k k

D iplostyla concolo r Langtong-spinnetje M om enteel niet bedreigd * * k k k k

D ism o d icu s bifrons Hoog bolkopje M om enteel niet bedreigd * k k k k k * k k

D rapetisca s o d a lis Schors-koloniesp in M om enteel niet bedreigd k

D rassod es cupreus Gewone m uissp in M om enteel niet bedreigd * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

D rassod es lap ido sus R o tsm u issp in M om enteel niet bedreigd k k * k k k k k k k k k k k k k

D rassod es pubescens H arig e m uissp in Bedreigd k k

Dysdera crocota Roodwitte celsp in M om enteel niet bedreigd * k k k k k k

Enoplognatha mordax Schorretandkaak Bedreigd * * *

Enoplognatha oelandica G em arm erd e tandkaak Bedreigd k

Enoplognatha ovata G ew one tandkaak M om enteel niet bedreigd k k k k k

Enoplognatha thoracica Bodem tandkaak M om enteel niet bedreigd * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k 1

Entelecara erythropus Platkop-struikdw ergspin M om enteel niet bedreigd k

E p isin u s angulatus Hoekige kabelspin M om enteel niet bedreigd k k * k k k k

Erigone arctica Schorredw ergspin M om enteel niet bedreigd ■kiek k k k k i

Erigone atra Sto ring sd w erg sp in M om enteel niet bedreigd k k k ■k* k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k'.

Erigone d entip alpis Aeronautje M om enteel niet bedreigd * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k '.

Erigone Ion gi pal pi s Langpalp-storingsdw ergspin M om enteel niet bedreigd * * * k k ki

Erigone prom iscua Promiscue storingsdwergspin Met uitsterven bedreigd * k k k k k k k k k k k k k k

Erig onella hiem alis Putkop-ruw borstje Zeld zaam k

Ero aphana V iersp its-sp inneneter Zeld zaam k k

Ero cam bridgei Cam bridges spinneneter M om enteel niet bedreigd * k k k k k k k * k k k k

Ero furcata Gevorkte spinneneter M om enteel niet bedreigd k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Euophrys aequipes Chevron-zwartkop Kwetsbaar k

Euophrys fro n talis G ehaakte zwartkop M om enteel niet bedreigd * k k k k k k k k k k k k k

Euophrys petrensis Berg spring spin Bedreigd k

Euryo pis flavom aculata G eelvlekheidekogelspin Kwetsbaar k k k

(23)

/etenschappelijke naam Nederlandse naam Rode lijst Scho r He lm ze e re e p He lm d ui n jo n g e p a n n e K a a l za n d M o sd u in K o rt g ra sla n d Ge slot en g ra sla n d N a t schr aa l g ra sla n d B e g ra a sd n a t g ra sla n d R u ig n a t g ra sla n d V e rv il t g ra sla n d D u in r o o sj e K ru ip w ilg st ru w e e l Op g aa nd s tr u w e e l D u in d oo rns tr u w e el Li g u st e rs tr u w e e l Str u w ee lo n tg in n in g B o s V e rg ra v e n z a n d ig t e rr e in

loronia bucculenta Prachtpalpje M om enteel niet bedreigd * * * k k k k k k k * k k

libbaranea gibbosa Veelknobbelspin M om enteel niet bedreigd k

inathonarium dentatum Knobbel-dwergtandkaak M om enteel niet bedreigd k k k k k k

onatium rubens D oornpalpje M om enteel niet bedreigd k k k k k k * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k * *

ongylidiellum vivum Nagelpalpje M om enteel niet bedreigd ■* k k k k k * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

(Ongylidium rufipes O ranjepoot M om enteel niet bedreigd k k k * * * k k k k k k k

lahnia helveola Boskam staartje Kwetsbaar *

lahnia nava H eid ekam staartje Bedreigd * k k k k k * k k k k k k 1 k k

lahnia p usiila K leinste kam staartje Bedreigd? *

lap lod rassus d alm atensis G e le m uissp in Bedreigd * * **■* * * * * * * k k k k k k k k k k k k k k k k *

lap lo d rassus sig nifer H e id em u issp in M om enteel niet bedreigd * * * * * * * * k k k k k k k k k k k k k k k k *

leliop hanus cup reus G ehaakte blinker M om enteel niet bedreigd k k k

leliop hanus flavipes Gew one blinker M om enteel niet bedreigd * il. k k * k k

lypom m a bituberculata M oerasknobbelkopje M om enteel niet bedreigd * k J

lypom m a cornutum Berm knobbelkopje M om enteel niet bedreigd k k

lypsosinga albovittata W itgevlekte m o erasw ielspiin Kwetsbaar k k k k k k

aestneria pullata Variabel wevertje M om enteel niet bedreigd k k k k k k k k k k *

abulla thoracica Schad uw hang m atsp in Bedreigd? k :m k

epthyphantes ericaeus H eide bodem wevertje M om enteel niet bedreigd * * * * k k k k k k k k k k k k k *

epthyphantes in sig n is Si kkel-bodem wevertje M om enteel niet bedreigd * 1 * k

epthyphantes mengei Gewoon bodem wevertje M om enteel niet bedreigd *

epthyphantes p allidus G eknot bodem wevertje M om enteel niet bedreigd ■* k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k * * *

epthyphantes tenuis Slank wevertje M om enteel niet bedreigd * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k * k k

epthyphantes zim m e rm an n i Bosw evertje M om enteel niet bedreigd k k k

n

* * *

eptothrix hardyi Pru iksp in n e tje Bedreigd * * k k k k k k k

nyphia clathrata Kruidhangspin M om enteel niet bedreigd * k k k k k k k k k k k k k k k k k k

nyphia hortensis Tuinhangm atsp in M om enteel niet bedreigd * *

nyphia tria ng u laris H erfsthang m atsp in M om enteel niet bedreigd k k k k k k k k * * * *

Dphomma punctatum Perforaatje M om enteel niet bedreigd k k k k

lacrarg us rufus W in terstro o ise lsp in M om enteel niet bedreigd * k k * * k k

larp issa nivoyi G rasm a rp issa Bedreigd * *

laso gallicus Veer-dwergstekelpoot Bedreigd k k k k k

laso sundevalli Gew oon dwergstekelpootje; M om enteel niet bedreigd k k k * k k k k k k k k k k k k k k * * * k k k k k *

lastigusa arietina Kleinoogzw eeppalpspin Bedreigd k k k k * k

leioneta beata C o n caaf p ro bleem spinnetje Bedreigd * * k k

leioneta m o llis Slank p robleem spinnetje M om enteel niet bedreigd * k

leioneta rure stris V eld-probleem spin netje M om enteel niet bedreigd * * * * k k k k k k k k k k k k k k k k * k k

leioneta saxatilis Sp its p robleem spinnetje M om enteel niet bedreigd k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

letellina mengei Zo m erw ielw ebsp in M om enteel niet bedreigd k k k *

letellina segm entata H e rfstsp in M om enteel niet bedreigd * k k k *

1

letopobactrus pro m inulus K alkg rasdw ergsp in Kwetsbaar * * * * * * k k

licaria dives Prachtm ierspin Met uitsterven bedreigd * * * k k

licaria fulgens Rode m ierspin Bedreigd k

1

licaria pulicaria W egm ierspin M om enteel niet bedreigd * * * *

Eicaria rom ana Z u id e rse m ierspin Zeld zaam k

icrargus herbigradus Vingerpalp-putkopje M om enteel niet bedreigd * k k k k k k k k k k k k k k 1 *

icrargus subaeq ualis Plat putkopje M om enteel niet bedreigd * * * k

(24)

Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Rode lijst S ch o r He lm z e e re e p H e lm d u in Jo n g e p a n n e K a a l za n d M o sd u in K o rt g ra sla n d Ces lote n g ra sla n d N a t schr aa l g ra sla n d B e g ra a sd n a t g ra sla n d R u ig n a t g ra sla n d V e rv il t g ra sla n d D ui nr oo sje K ru ip w ilg st ru w e e l Op g aa nd s tr u w e e l D u in d o o rn st ru w e e l L ig u st e rs tr u w e e l S tru w e e lo n tg in n in g - --T — ;| ---—

- -r r so g

M illeriana inerrans Pio nierd w erg sp in M om enteel niet bedreigd * *

M inyriolus p usillus Deukkopje M om enteel niet bedreigd *

M ioxena blanda Bleek dw erg sp innetje Zeld zaam ■>v * *

M onocephalus fu scip e s Sm al groefkopje M om enteel niet bedreigd * * ■k-k k k k k k k k k k

Neon reticulatus Gew one neon M om enteel niet bedreigd k

O edothorax ag re stis Gew one akkerdw ergspin M om enteel niet bedreigd *

O edothorax ap icatus Knobbelakkerdw ergspin M om enteel niet bedreigd k k k * * * * * * * * * * * k k k k * k

O edothorax fu scu s Gewone velddw ergspin M om enteel niet bedreigd * * * * k k k * * * * k k k k k k k k * * k * k

O edothorax retusus Bolkopvelddw ergspin M om enteel niet bedreigd k k k k k k k k k * * k k k * * * ■* k k ■i

O zyptila atom aria G rote bodem krabspin Bedreigd k * * * * * * * * * * * k k k k k k k k k k k k k k

O zyptila brevipes Clair-ob scur bodem krabspin Bedreigd k

O zyptila p ratico la Gew one bodem krabspin M om enteel niet bedreigd * * * * * * * * * k k * k k k k k k k k k k k k k k k

O zyptila san ctu aria Bleke bodem krabspin Bedreigd * * k

O zyptila scab ricu la M ier-bodem krabspin Bedreigd k k k k

O zyptila sim p lex Bonte bodem krabspin M om enteel niet bedreigd * * * k * * * * * * * * * * * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Pachygnatha clercki Grote dikkaak M om enteel niet bedreigd * * * * * * * * k k k k k k k k k k k k k k k

Pachygnatha degeeri Kleine dikkaak M om enteel niet bedreigd * * * * * k k k * * * * * * *** k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k i

Pardosa am entata Tuinw o lfsp in M om enteel niet bedreigd k k k

Pardosa m onticola W eidew olfspin Bedreigd * * k k * * * * * * Vr** k k k * k k k k k k k k k k k

Pardosa nig riceps G rasw o lfsp in M om enteel niet bedreigd * * * k k k * * * * * * * * * * * * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Pardosa p alu stris G ew one m o erasw olfspin M om enteel niet bedreigd * * * k k * * * k k k k k k k k k k

Pardosa proxim a V eldw olfspin Zeld zaam * k i

Pardosa pullata G ew one w olfspin M om enteel niet bedreigd * * * * * * * * k k k * * * * * * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Pardosa p urb eckensis Schorrew o lfsp in Met uitsterven bedreigd

Pardosa saltan s Zw ard hand b osw olfsp in Kwetsbaar k k

Peleco psis nem oralis Gegroefd ballonkopje Bedreigd * * k k k * * * * * * * * * * k k k k k k k

Peleco psis parallela N eus-ballonkopje M om enteel niet bedreigd * * * * * * * * k k k k k k k

Peleco psis radicico la Bescheiden ballonkopje Bedreigd? * k

Peponocranium ludicrum H eide-ballonkopje M om enteel niet bedreigd *

Philo drom us cesp itum Gewone renspin M om enteel niet bedreigd k k k k

Philo drom us fa lla x P rachtrensp in Met uitsterven bedreigd k *

Phlegra fasciata G estreepte sp rirg s p in Kwetsbaar * * * * k k * * * * k k k k k k k k k

Pholcom m a gibbum Roodzw art kogelspinnetje Kwetsbaar * k k k k k

Phruro lithus festivu s Bonte fru ro lie t M om enteel niet bedreigd k k k * * k k k k k k k

Pirata hygrophilus B o sp iraat M om enteel niet bedreigd * * ■* k k k * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k

Pirata latitans Kleine piraat M om enteel niet bedreigd k k k * * * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Pirata piraticus Poelpiraat M om enteel niet bedreigd * * * k k k k k k k

Pisaura m irab ilis K raam w ebspin M om enteel niet bedreigd * * * * * * * * k k k k k k k k k k

Po cad icnem is juncea Bleek heide-groefkopje M om enteel niet bedreigd * k k k k k k * * * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Po cad icnem is pum ila Bleek bos-groefkopje M om enteel niet bedreigd k k

Poeciloneta globosa Getekende hangm atspin M om enteel niet bedreigd * k k

Porrhom m a m icrophthalm um Aeronaut-kleinoogje M om enteel niet bedreigd * * * * * * * * * k

Prinerigone vagans M oerasdw ergspin M om enteel niet bedreigd *■* k k k * k k k k k

Robertus arundineti M oeras-bodem kogelspin Bedreigd *

Robertus livid us Bosbodem kogelspin M om enteel niet bedreigd * * * * * k k * * * * k k k k k k k

* * k k k k k k k k k k k k k k k k k

Robertus neglectus Vergeten bodem kogelspin Bedreigd? * k

Saaristo a ab norm is D riepunt-hangm atspin M om enteel niet bedreigd k k k k k k k k k k k k

(25)

<u

c

CL V o

Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Rode lijst

<U #c E “O V N ‘5“Cf ca Q . ccao E E a ÖÜ N -C u 00 0 1 I<D C O "ca ca “O c ca 3 "O O

2

dû ■ Eo T3 C “O E ja c ca (/> ca ja V) ca V . Dû “ö e ja “O <D a> $ <U 0) £ Q) <L) 5 3 O0) DO #£ ‘ E c «/> ca Dû 4-»ca O)ca e ja 3 i- 3i- 4-»&-(✓ ) £3 4-*DO DÛ £ <u o V) "câ ca k . -£ u V) 4-* e “D </) ca ca DO Dû 4-» ca e Dû V» ca V -DO 4-» ’ > .SL 'UT o o V-^e to _Dü Q . V) “O c ca ca DÛ c v_ O O T J _c i-</> 0) to 3 £ O <u V £ 3 V ca a> *3 d) *3 3 Q- *3 DO i_ U Z co QC > Û £ O O (✓ ) O) a» DO O CÛ 2

Segestria bavarica M uurzesoog M om enteel niet bedreigd k k

Silom etopus am biguus Elegant putkopje Met uitsterven bedreigd * * *

Sitticus saltato r Zand sp ring spin Bedreigd * * * k k k k *

Steatoda bipunctata KofFieboonspin M om enteel niet bedreigd k

Stem onyphantes lineatus Paardekopje M om enteel niet bedreigd * * * k k k k k k k k k k k * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Synageles Venator Slanke m ie rsp ring sp in M om enteel niet bedreigd k k *

Tapinocyba insecta Bleek weide-groefkopje M om enteel niet bedreigd k k k * * k k k k

fapinocyba praecox Puntig groefkopje M om enteel niet bedreigd **■ * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Fapinopa longidens Langtandje M om enteel niet bedreigd k k k k k k k * k k k k k k k

Fegenaria agrestis V eldtrechterspin M om enteel niet bedreigd * k k k k k k * k k k

Fegenaria atrica G ew one huisspin M om enteel niet bedreigd * * * k k * k k

Fegenaria saeva B lackw alls huisspin M om enteel niet bedreigd k

Tegenaria silv e stris Steentrechtersp in Kwetsbaar k

Tetragnatha extensa G ew one strekspin M om enteel niet bedreigd * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Thanatus stria tu s D uinrensp in Kwetsbaar * * * * * k k k k k k k k k * k k

Theridion bim aculatum W itbandkogelspin M om enteel niet bedreigd •* k k k k k * * k k k k k k

Tibellus m aritim us Stip p elsp rietsp in Kwetsbaar * k k k k k

Tibellus oblongus G ew one sprietspin M om enteel niet bedreigd * k * k

Tiso vagans Krulpalpje M om enteel niet bedreigd * * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

Trichopterna cito Stekelloos putkopje Kwetsbaar * k k k k k k k k k k k k k k k

Trochosa ruricola V eldnachtw olfspin M om enteel niet bedreigd ■ *** k k

Trochosa terricola Gew one nachtw olfspin M om enteel niet bedreigd k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k * * * k k k k k k k k k k k k

Troxochrus cirrifro n s H arig groefkopje M om enteel niet bedreigd * k k k k k k k k k k

Troxochrus scab ricu lu s H arig groefkopje M om enteel niet bedreigd * * * * * k k k k k k k k k k k k k k k * k k k k k k

Typhochrestus d igitatus Geknot groefkopje M om enteel niet bedreigd * k k k k k k k k k k k k k k k k k k

V alckenaeria acum inata Periscoopje M om enteel niet bedreigd * * k k k * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

X/alckenaeria antica Gehoornd zonnedubbelkopje M om enteel niet bedreigd * * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

X/alckenaeria atro tib ialis Gew oon co ntrastpo otje M om enteel niet bedreigd * * * * * * * k k * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

X/alckenaeria capito Bol dubbelkopje Bedreigd? k

X/alckenaeria cucullata D ubbelsierkopje M om enteel niet bedreigd k k k k k k k k k k k k

X/alckenaeria m onoceros Kuifje M om enteel niet bedreigd * * k k k k k * k k k k k k k k k k * k

X/alckenaeria nodosa Bol sierkopje M om enteel niet bedreigd *

X/alckenaeria nudipalp is M iddelste vals sierkopje M om enteel niet bedreigd k * k k k k k k k k k k k k k k

X/alckenaeria stylifro n s Plat sierkop je Bedreigd * k k k k k

X/alckenaeria unico rnis Eenhoorntje M om enteel niet bedreigd * * k k k k k k k k k k k * k k

(erolycosa m iniata K ustw o lfsp in Bedreigd *

* * * k k k k k k k k k k k k k k k k

(ysticu s audax Tw eeling-struikkrabspin M om enteel niet bedreigd k

(ysticu s cristatus Gewone struikkrab spin M om enteel niet bedreigd * * * **-,v k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k * k k k k k k k k k k k k k k

(ysticu s e rraticu s Bleke stru ikkrab sp in Bedreigd k k k k k k k k k k k k k k k k *

(ysticu s kochi G eelb ruine struikkrab spin M om enteel niet bedreigd * * * ■kif k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

(ysticu s sab ulo sus Zand -struikkrab spin Bedreigd k k k k k k k k k k k k k

(ysticu s ulmi M oeras-struikkrabsp in M om enteel niet bedreigd k * k k

(elotes electus D uinkam poot Kwetsbaar * * * k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k k

(elotes latreillei Latre ilie s kampoot Kwetsbaar * k

(elotes longipes Stekelkam poot Kwetsbaar * k k k k k k k k k k k k k k k k

üelotes pedestris G ew one kampoot Bedreigd * k k k k k

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de derde keer op rij hebben dit jaar weer meer sportaanbieders zich aangemeld bij het projectbu- reau Sport in De Ronde Venen.. De Sportaanbieders bieden in de

Overwegende dat verwerende partij in de eerste plaats beweert dat het beroep laattijdig is ingesteld; dat overeenkomstig artikel 47decies, § 2, en artikel 47septiesdecies, § 5,

echter niet beantwoordt aan de bepalingen van de artikelen 47septies – 47 septiesdecies van het decreet Rechtspositieregeling en niet de rechtsgevolgen kan hebben die aan

Overwegende dat de feiten die door de Rechtbank als bewezen zijn aangenomen, bijzonder ernstig zijn, niet alleen in de maatschappelijke context, maar zoals het in voorliggend geval

In juni 2006, september 2006 en januari 2007 werd door de afgevaardigden van het personeel herhaaldelijk om inzage van de bedoelde rekening gevraagd, doch inzage

Overwegende dat wat de eerste tenlastelegging betreft, niet wordt betwist dat intieme handelingen tussen de verzoekende partij en zijn vrouw op beelddrager

Sommigen vragen me wat het lot is van de miljoenen mensen vandaag die het evangelie van Chris- tus niet gehoord hebben, of die al gestorven zijn zonder het evangelie gehoord te

Genesis 6:4: “In die dagen, en ook daarna, waren er reuzen op de aarde, toen Gods zonen bij de dochters van de mensen waren gekomen en die kinderen voor hen baarden; dit zijn