• No results found

To Blitkri

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "To Blitkri"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INEKE SLUITER

'TO BLIKTRF

1

Het bekende probleem van de uitdrukking ,,to Bliktri" in de 116e brief van Sara Burgerhart is ook in de uitgave van P. J.

Buijnsters (Den Haag 1980) nog niet geheel opgelost. Het betreft een van de brieven van de , ,lichtmis'' R. aan G., zijn vriend en col-lega in de kwalijke levenswandel. R. maakt daarin melding van zijn brandende liefde voor Saartje, die vooralsnog tot geen enkel tast-baar resultaat geleid heeft. Juist die liefde is het namelijk, die hem ervan weerhoudt met haar net zo hard van Stapel te lopen als hij met andere vrouwen gewoon is. Deze overweging is, naar hij vreest, voor zijn vriend al niet meer te volgen: „Maar, wat praat ik van liefde tegen zulk een liederlyken knaap als gy zyt? Een vrouw is by u een vrouw — loop, gy zyt myn gebabbel niet waardig" (dl. II, p. 489, r. 22vv. Buijnsters). Na een toespeling op het plan waar-mee hij Saartje in zijn macht denkt te krijgen, komt hij nogmaals op het probleem terug dat het juist zijn liefde en Saartjes onschuld zijn die hem tot ingetogenheid nopen. Hij eindigt: ,,Want, hoe vele vrouwen ik ook bedorf, ik heb nog al reguart voor brave meisjes. Een lichtvaardige is myn Pop niet, al was zy zo schoon als deeze meid. — Doch dit is to Bliktri voor u." (490, 37-41).

De drie vragen die zieh opdringen zijn in de eerste plaats die naar de betekenis van to Bliktri in deze passage en vervolgens die naar de herkomst van de term. In de derde en laatste plaats is er het pro-bleem hoe Wolff en Deken aan (haar vorm van) de uitdrukking ge-komen zijn. Op dit derde punt moet ook ik het antwoord schuldig blijven. Deze bijdrage zal zieh vooral bezighouden met het ant-woord op de tweede vraag.

In zijn verslag over de inhoud van het ,,Bliktri-dossier" dat hem door dr. A. Beets was toegestuurd, vermeldt Vercouillie2 op p. 584

(2)

taalfilo-sofie gebruikt werd. Op deze suggestie, waaraan ten onrechte verder geen aandacht werd besteed, zou ik graag nader ingaan.3

Tot de basisbegrippen van de Stoische taaltheorie behoren de ter-men φωνή (phöne, „geluid"), λέξις (lexis, ,,gearticuleerd geluid", ,,woord") en λόγος (logos, , ,zinvolle uitdrukking", , ,zin").* Deze begrippen zijn hierarchisch geordend in die zin, dat ieder volgend begrip elk vorige impliceert. Het verschil tussen lexis en logos is dat

lexis weliswaar evenals logos gearticuleerd geluid moet zijn (in

tegen-stelling tot phöne; een geluid als van fluiten of hoesten5 is wel een phöne, maar geen lexis), maar geen betekenis hoeft te hebben, terwijl logos altijd σημαντικός (semantikos), zinvol, moet zijn. De latere stan-daardvoorbeelden van λέξις άσημος (lexis asemos, ,,zinledig woord"), door de Stoa als zodanig ge'introduceerd, zijn βλίτυρι6 en σκινδαψός

(skindapsos). Deze woorden verwijzen naar niets in de werkelijk-heid en ze wekken ook niet de indruk dat ze iets betekenen, dit in tegenstelling tot een woord als τραγέλαφος (tragelaphos, een ,,bok-hert", een samenstelling van twee woorden die elk afzonderlijk wel degelijk een referentie in de werkelijkheid hebben) of centaur.7

Direct afgeleid van het gebruik van blityri en skindapsos als voorbeelden van zinledige woorden is hun verschijning in een iets ruiniere context, namelijk ter illustratie van de willekeur van namen.B

(3)

be-tekenen, verwerpt hij met een verachtelijk: ,,Kerel, wat klets je tegen beter weten in? Ook blityri heeft immers betekenis, nl. een (snaar-)aanslag, en skindapsos is niet alleen een slavennaam,10 maar ook die van een Instrument".

Uit dit laatste citaat blijkt dat reeds in de Oudheid de beteke-nisloosheid van blityri en skindapsos in twijfel getrokken werd. De herkomst van beide woorden is nagegaan door W. Ax,11 die conclu-deert dat beide aan de muziek ontleend zijn. Blityri is inderdaad oorspronkelijk (de nabootsing van het geluid van) de aanslag van een snaarinstrument;12 skindapsos is de naam van een snaarinstru-ment. Het afgeleide, technische gebruik van beide termen heeft de oorspronkelijke gebruikswijze geheel verdrongen. Hoe de beide woorden aan hun positie in het Stoische taaltheoretische systeem gekomen zijn, is onbekend.

Beide woorden zijn als standaardvoorbeelden van een zinledig woord volkomen ingeburgerd geraakt en opgenomen in de traditie van de commentatoren op Aristoteles, zodat blityri door de gehele Oudheid heen tot in de Middeleeuwen te traceren is tot Boethius (6e E.) en Albertus Magnus (13e E.) toe. Voor ons is daarbij van belang dat allengs Variante vormen13 gaan optreden, die ten dele te wijten zijn aan de veranderde uitspraak van het Grieks,1* ten dele misschien aan het feit dat het woord niets betekende, zodat het be-trekkelijk gemakkelijk aan willekeurige vervorming onderhevig moet zijn geweest. Bij de voortzetting van de griekse traditie aan de latijnse zijde doet zieh het interessante verschijnsel voor dat, be-halve de schrijfwijze blituri,15 ook de vormen blictiri en blicteri16

aan-getroffen worden, en wel bij resp. Boethius en Albertus Magnus: Vanaf deze tijd is dus de gezochte k-klank al aanwezig.17 Stil te staan bij de geweidige verbreiding in en invloed op het middel-eeuwse en latere Westen die Aristoteles en zijn commentatoren juist via de latijnse vertalingen gekend hebben, lijkt me overbodig.

Van verschallende kanten is gewezen op de grote verbreiding van de term, die ik nu maar gemakshalve met bliktri zal aanduiden, in later tijden.18 In meer of minder verbasterde vorm körnen we hem

(4)

uitdruk-king in latere perioden levert geen moeilijkheden op, voor zover zieh dat aan de hand van de in eerdere artikelen over dit onderwerp19 aangedragen voorbeelden laat beoordelen. Het is van

belang erop te wijzen dat, zolang bliktri steeds a.h.w. tussen aanha-lingstekens, in zelfnoemfunctie, gebruikt wordt, zoals in de Sto'i-sche en latere AristoteliSto'i-sche bronnen het geval is, het inderdaad als volstrekt betekenisloos mag gelden. Maar zodra het spreekwoorde-lijk gebruikt gaat worden, krijgt het betekenis, nl. die van ,,οηζίη". Een eerste aanwijzing voor deze ontwikkeling is Etym. Magnum, 201, Ivv. (zie noot 13), waar Staat: ,,Blityri en kindapsos zijn een zinloze opvulling (alogon anapleroma). En tegenwoordig zijn ze spreekwoordelijk (παροιμιώδες, paroemiödes), zodat ze opgesomd worden in de catalogus van toverspreuken (pharmakoi)" (in het vervolg van de noot worden de betekenissen kindapsos-snaarinstrument en blityri-nabootsing (van het geluid) van een snaar verworpen). Dit voorkomen van bliktri in hocus-pocus-pilatus-pas-context is echter niet meer dan een tussenstap tussen zinledigheid en het latere spreekwoordelijke gebruik met de beteke-nis ,,οηζϊη". Het woord wordt dan namelijk weliswaar niet meer als voorbeeld (of hoe dan ook meta-talig) gebruikt, maar het is toch ook nog niet goed mogelijk de betekenis ervan te omschrijven, en die betekenis zou zeker niet gelijk zijn aan ,,οηζίη". In dit opzicht is de toepassing van de term bij Galenus (p. 2) vergelijkbaar.

Hoe dan ook, de ontwikkeling van het gebruik van de term is makkelijk te volgen; het is nauwelijks meer dan de stap van

,,''blik-tri' is onzinnig" naar ,,'blik,,''blik-tri'' is Onzin' ". De verklaring van

(5)

De afkomst van bliktn uit het taaltje van filosofen en logici20 Staat dus wel vast, zeker als men bedenkt dat voor de Stoicijnen de taal-theone integrerend onderdeel van de logica uitniaakt De construc-tie die Nauta (o c (noot 9), 157 vv ) ontwikkelt om ,,bhctiri" als logische termmus voor ,,iets ongenjmds, onmogehjks" te kunnen verklaren, is naar mijn smaak dan ook te ver gezocht 21 Bliktn had zieh eenvoudigweg ontpopt tot een spreekwoordehjke uitdrukkmg

Om tenslotte nog even op de plaats bij Sara Burgerhart terug te

körnen Instmctief heeft men eigenhjk steeds de waarde van to Bhk-tn juist aangevoeld en Buynsters (p 491) zegt dan ook terecht dat to Bliktn synomem is met ,,onverstaanbare nonsens" De betekenis kan makkehjk uit de context afgeleid worden, omdat R in de twee passages die ik aan het begin van dit artikel aangehaald heb, feite-hjk hetzelfde zegt Voor zijn vnend zijn R 's gewetensbezwaren onbegnjpelijk, abracadabra, to Bliktn

Twee van de vragen die hierboven gesteld zijn, zijn hiermee beantwoord Een probleem resteert Bij de overgang van de griekse naar de latijnse traditie verdween uiteraard het lidwoord bij het ei-teren van onze uitdrukkmg En hoewel to Bliktn volkomen begnjpe-hjk is als het lidwoord gebruikt is zoals in de griekse traditie (cf noot 6) — in dat geval hebben we te maken met een contammatie van το βλίτυρι (griekse traditie) en bhct(e)n (latijnse traditie) — is

onduidehjk waar Wolff en Deken haar vorm van de uitdrukkmg vandaan zouden moeten hebben Het wachten is dan ook nog steeds op de parallelplaats buiten het werk van Betje Wolff waar Bliktn in combmatie met het lidwoord22 gebruikt wordt 23

Adres van de auteur

Vnje Umversiteit

Postbus 7161, 1007 MC Amsterdam

NOTEN

1 Voor een compleet hteratuuroverzicht zie de uitgave van S B van P J

Buijnsters, Den Haag 1980, dl II p 490v

(6)

3 Ορ de mogehjke afleidmg van het Gneks is smds Berge TNTL 32 (1913), 80, steeds gewezen (cf Nagy, bij Vercouillie, 582 en Hesseimg, ibid 583v ) En pas-sant wijs ik erop dat de mhoud van het artikeltje van Berge door Buijnsters onjuist is weergegeven Berge zegt niet dat to bhtri = ,,niet", maar meldt dat βλίτρι een woord is dat mets betekent, naar ik aanneem niet m de zin dat het synoniem zou zyn met het woord „mets", maar in de (enige juiste) zin dat het zmledig, beteke-msloos is Op de context waarin het woord in het Gneks geplaatst moet worden, wijst alleen Boas

4 Diogenes Laertius 7,57 in het excerpt van het werk van Diocles, dat m deze

passage waarschijnhjk teruggaat op de Stoische filosoof Diogenes van Babylon

(3<V2e E v Chr ) Cf Sextus Empmcus, Adv Math VIII (= Adv Log 11)133

Dit zijn de twee oudste plaatsen

5 Deze voorbeelden zijn resp ontleend aan CAG IV 5, p 31, 12vv (Ammomus

de Interpr ed Busse) (cf noot 13) en Boethius, m hbr Anstot de interpr ed secunda seu majora commentaria, Migne PL 64, 393C

6 „Het woord 'bhtyn' " kan m het Grieks zowel ή βλίτυρι (vrouwehjk hdwoord)

als το βλίτυρι (onzijdig hdwoord) zyn Bij Diogenes Laertius en Sextus Empiricus wordt het vrouwehjk hdwoord gebruikt Later is de combinatie met το frequenter Naast bhtyn en skmdapsos komt ook κνάξ (knax) wel als voorbeeld voor

7 Cd G XXI 96, 21 vv Hayduck (cf noot 13), Galenus Med Meth X 142, 13vv

(vbb Scylla, Centaur) In de termmologie van Frege bhtyn heeft noch Sinn (m-tensie), noch Bedeutung (extensie) „Centaur" heeft wel een intensie, maar geen extensie

8 Cf Boethius, o c 394A een betekenisloos woord knjgt betekems, zodraje het

gebruikt om er lets mee te benoemen Bij deze gebruikswijze sluit het door prof Kalff, TNTL 34 (1915), 122, geciteerde voorbeeld van Bhctri in Toland's Chnsha-mty not mystenous (1696) aan

9 Cf Galenus, Opera Omnia, ed C G Kühn, Leipzig 1824, repr herdruk

Hil-desheim 1965, VIII 662, van bhtyri en skmdapsos zijn dus de werkwoorden blityn-zesthai en skmdapsiblityn-zesthai gevormd, waarvan we op deze plaats de participia zien Zie verder G A Nauta, TNTL 51 (1932), 156

10 Waarschijnhjk vergehjkbaar met het grapje van Diodorus Cronus, die om te laten zien dat betekems een kwestie van conventie is en dat elke phöne betekems kan hebben, een slaaf van hem alla men noemde (= + „maar (werkehjk)", het woord is normahter een conjunctie) en andere met andere conjuncties benoemde, cf bijv CAG IV 5, 38, 17vv (zie noot 13)

" W Ax, Laut, Stimme und Sprache, Studien zu drei Grundbegriffen der antiken Sprach-theone, Gottingen 1982, 276vv Ik heb zijn met gepubhceerde Habilitationsschrift geraadpleegd, het boek moet nog verschijnen

12 Dat het woord een onomatopee is, vermeldt ook pro! Hessehng bij Vercouil-he, p 583

) 3 Βλίτυρι Afgezien van de m noot 4 en op pag 2 genoemde voorbeelden Etym

(7)

(gecombi-neerd met κινΒαψός (sie)), Clem Alex Stromat VIII 2, verder tenmmste 18 maal m de verzamelmg van commentaren uit de late Oudheid op Aristoteles, de Com

mentanainAnstotelemGraeca(CAG),\)\}v C4GIV3,58vv , I V 5 , 3 1 , 12vv Βλίτηρι

Zonaras (lexicograaf) 393 Βλίτρι, βλέτυρι, βλήτυρι Varianten van bhtyn m de Su-da en het lexicon van Phavormus, βλίτρι wordt ook gelezen D L 7, 57 m de uitga-ve van Meibomius, Amsterdam 1618, p 399 Βρίτυρι Artemidorus Oneiromt IV 2 (geemendeerd tot blityri door J G Reiff m zijn uitgave Lipsiae 1805, t II p 444 n 9) Βλίτυρον Rhet Gr ed Walz, dl 7 , 2 p 1126, 13v

14 Zo waren βλίτηρι en βλήτυρι in uitspraak met meer van βλίτυρι te

onder-scheiden

15 Bhtun wordt byvoorbeeld gebruikt door Willem van Moerbeke, cf

Ammorn-us, commentaire sur le pen hermeneias d'Anstote, trad de Gmllaume de Moerbeke (ed G

Verbeke), Louvam/Pans 1961, p 32, 27v, 58, 80 etc Overigens wijs ik erop, dat volgens het kritisch apparaat bij p 32, 27v m de Codices o a de lezing uhdiron voorkomt Deze plaats is door Verbeke uit het Gneks tot blitun geemendeerd

16 Bhctin Boethius, / l (noot 8), deze plaats wordt in de Thes Ling Lat II 2054

s v blityri als bhtyn geciteerd Bhcten Albertus Magnus, herm 1,2,1 p 382a, 27

bu, ba, bhcteri De samenstellers van de Tresor de la langue franfaise (dict de la lan gue du xixe et du xxe siecle) Paris 1975 t 4, s v belitre (dat ovengens

waarschyn-hjk is afgeleid van het ndl „bedelaar"), noemen ook de vorm bhctn, maar vermelden helaas de vindplaats met

17 Volgens Vercouilhe, 585, zijn ,,de k schakeenngen van t tussen twee t's

phonetisch heel wel te verklaren"

18 Het meest recente hteraire gebruik van het woord (m de vorm „blitin" —

de spelhng „bhtyn" m de Nederlandse vertahng zou goed te verdedigen geweest zijn — is vermoedelyk dat m U Eco, De Naam van de Roos, Amsterdam 1983, p 55, de traditionele, m a w Stoische mterpretatie past ook hier voortreffelijk

19 Vercouilhe 582vv Nauta, 157

20 Cf L C Michels, Tijdschr v Taal en Letteren 17 (1929), 221, Nauta 21 Hy suggereert dat „bhctiri" het ezelsbruggetje zou zijn voor een syllogisme

met twee particuhere affirmatieve premissen, een syllogisme derhalve waaruit geen geldige conclusie valt te trekken Tegen zijn suggestie spreekt — afgezien van het absolute zwygen van de brennen — ook het feit dat de beroemde serie Barba-ra, Celarent, Darn, Ferio etc een opsommmg wil geven van de vormen van het logisch geldige syllogisme Een formule voor een van de vele denkbare ongeldige Syllogismen is daarom volstrekt overbodig, behalve misschien als grapje

22 Dr G C Zieleman deed mij schriftehjk de suggestie dat we misschien met

met het griekse hdwoord te maken hebben, maar met het engelse to (tu), to bhctn zou dan betekenen ,,ορ het onzmmge af, tot het onzinnige toe"

23 Prof dr D M Schenkeveld en mw dr M A Schenkeveld-van der Dussen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Smallstonemediasongs.com printed &amp; distributed by: GMC Choral Music, Dordrecht - www.gmc.nl Vermenigvuldigen van deze bladmuziek zonder toestemming van de uitgever is

Hy moest naar het Slagveld trekken, Met veel droefheid en hartzeer, De vrouw riep God myn dierbaar pand3. Trekt gy nu uit

Alleen de mat doet haar even struikelen, zodat alle aanwezigen haar vlak voor het beeld „Dedoemme, ik lag er bijkans” horen zeggen, wat – afge- zien van Maria – niemand als een

Ooit wees het beeld schippers de weg op de Waal, nu leidt het Maria, de grootste ten- toonstelling die het museum ooit organiseerde, in en uit.. In een eerste ruimte

Wat mijn woordje betreft, bij ouderen be- gin ik niet over het trouwboekje, maar voorts is de liefde hetzelfde voor jong en oud.” „Bij ons was het intiem, sfeervol en

Terwijl ik voor het oog van de camera stiekem een paar tranen wegslikte, vertelde ze me hoe ze al twaalf jaar lang een brief schreef naar haar overleden man.. Twaalf

Vandaag kijken we daar toch anders naar: het individuele krijgt al meer de nadruk – ‘Je loopt hier toch maar één keer rond.’ Wel blijft het een van onze diepste angsten

Marc Van Hoey paste in juni dit jaar euthanasie toe op een 85-jarige vrouw die niet meer wilde voortleven na het overlijden van haar dochter.. Het hele verhaal werd ge- filmd door