Vraag nr. 165 van 27 april 1999
van de heer JOHAN SAUWENS
Internationaal Jaar van de Ouderen – Organisatie 1999 is door de Verenigde Naties (VN) uitgeroe- pen tot het Jaar van de Ouderen. De Wereldge- zondheidsorganisatie (WGO) neemt met de creatie van de Global Movement for Active Ageing het voortouw in het promoten van "actief ouder wor- den". Via dit netwerk, dat het beleid wil sensibilise- ren voor initiatieven die het "actief ouder worden"
bevorderen, geeft deze VN-organisatie advies voor de organisatie van internationale activiteiten.
Via de pers moest ik vernemen dat in Wallonië al- lerlei activiteiten worden voorbereid en dat in Vlaanderen alles stil ligt.
In Franstalig België is de Franse Gemeenschap op de hoogte van de plannen van de WGO en zijn reeds vele seniorenorganisaties ingelicht over de Global Movement and Global Embrace, een we- reldwijde wandelactiviteit voor senioren op 2 okto- ber van dit jaar. Recente internationale conferen- ties van de WGO hebben nog geen Vlaamse dele- gatie mogen ontvangen. De Vlaamse ouderenver- enigingen zijn niet op de hoogte van de initiatieven van de WGO.
In Vlaanderen zou het van 15 tot 22 november 1999 moeten gonzen van de activiteiten. Daartoe werd een speciale stuurgroep opgericht. De voor- zitter ervan werd in december jongstleden echter naar een andere dienst overgeplaatst. Bij gebrek aan een nieuwe voorzitter ligt de stuurgroep als vier maanden stil. Seniorenverenigingen in de hele wereld zullen op 2 oktober 1999 gezamenlijk feest vieren, maar blijkbaar niet in Vlaanderen.
Bezorgd om de Vlaamse ouderen en het imago van de Vlaamse Gemeenschap bij deze bevolkings- groep, kreeg ik van de minister graag een antwoord op de volgende vragen.
1. Heeft de minister weet van de initiatieven van de WGO in het kader van het Jaar van de Ou- deren ?
Zo ja, op welke manier wordt hieraan gevolg gegeven ?
2. Wanneer wordt een nieuwe voorzitter voor de stuurgroep benoemd ?
3. De stuurgroep had reeds een concept en actie- pakket klaar. Kan dit nog volledig worden afge- werkt en uitgevoerd ? Welke activiteiten zijn reeds gepland ?
4. Welke financiële middelen heeft de minister vrijgemaakt of zal hij nog vrijmaken voor deze activiteiten ?
Antwoord
Het Internationaal Jaar van de Ouderen is geen initiatief van de WGO, maar wel van de Verenigde Naties zelf. De VN roepen hun leden op om in het kader van het Ouderenjaar ruchtbaarheid te geven en mee te werken aan het initiatief.
De Vlaamse overheid kreeg geen officiële medede- ling van de VN, aangezien niet Vlaanderen, maar wel de Belgische staat lid is van de VN. Via allerlei andere kanalen kreeg ik wel voldoende informatie over het opzet en over de centrale thema's van het Ouderenjaar. Ook heb ik zelf contact opgenomen met de Verenigde Naties, onder andere via de VN- informatieverantwoordelijke in België. We werden niet uitgenodigd, noch verwittigd van het bestaan van de creatie "Global Movement for Active Ageing".
Ik kan meedelen dat de heer Jules Geeroms, reeds op het moment dat de Vlaamse volksvertegen- woordiger de schriftelijke vraag gesteld had, op mijn verzoek aanvaard had om voorzitter te wor- den van de stuurgroep. De heer Geeroms is vol- gens mij goed geplaatst om dit mandaat op te nemen, en dit gezien zijn zeer ruime ervaring inza- ke het ouderenbeleid en door zijn grote kennis van het landschap van de socio-culturele verenigingen.
Ook het feit dat de heer Geeroms reeds lid was van de stuurgroep en bovendien een sleutelrol heeft in het OOK, bevestigt nogmaals zijn ge- schiktheid als voorzitter.
Het feit dat de heer Van Hemelrijck vanwege een mutatie binnen het ministerie van de Vlaamse Ge- meenschap het voorzitterschap opgegeven heeft, leidde tot een onderbreking in de continuïteit van de stuurgroep. Ook het niet beschikbaar worden van de nochtans uitgetrokken middelen voor het Ouderenjaar heeft wellicht een onderbreking te- weeggebracht.
De Vlaamse volksvertegenwoordiger deelt mee dat de stuurgroep reeds een concept en een actiepak- ket klaar had. Ik wil hier verduidelijken dat er bin- nen de stuurgroep nog geen actiepakket opge- maakt was. Wel had het OOK een viertal actie- pakketten voorbereid, samen met enkele werk-
groepen, en dit in afstemming met de stuurgroep.
Deze vier actiepakketten zijn bedoeld voor vier specifieke doelgroepen : de seniorenverenigingen, de senio-renadviesraden, de residentiële ouderen- voorzieningen, de dienstencentra.
Deze actiepakketten zijn op dit moment klaar voor druk. Wel dienen de nodige procedures (bv. aanbe- steding) nog te worden doorlopen. Het is de be- doeling dat deze actiepakketten zo spoedig moge- lijk verspreid worden naar de respectieve doel- groepen toe. Naar schatting zullen deze pakketten respectievelijk in volgende aantallen worden ver- spreid : 5.000, 1.000, 1.800 en 1.000. Zij zouden wor- den toegestuurd naar de doelgroepen, maar ook telkens naar bibliotheken en gemeentebesturen.
Deze actiepakketten zouden "tijdloos" zijn, of met andere woorden : niet gebonden aan het Ouderen- jaar zelf. Niet alleen in 1999 hebben ouderen recht op participatie in onze samenleving.
De financiële middelen die ik uitgetrokken had voor het Ouderenjaar zijn : drie miljoen frank op de post communicatie, drie miljoen frank voor niet- gereglementeerde toelagen, en drie miljoen frank voor het OOK, dat in het kader van het Ouderen- jaar in samenwerking met de stuurgroep specifieke activiteiten onderneemt. Het probleem van het be- schikbaar worden van deze middelen vindt zijn oorzaak in het feit dat zij slechts voor de helft kun- nen worden vastgelegd binnen de huidige legisla- tuur en dat er geen uitzicht kan worden gegeven naar de tweede helft van 1999.
In juni vorig jaar heb ik het initiatief genomen om ongeveer 3.000 organisaties/verenigingen aan te schrijven inzake het Ouderenjaar. Deze organisa- ties betreffen : seniorenverenigingen, socio-culture- le verenigingen, culturele centra, bibliotheken, rusthuizen, serviceflats, jeugdverenigingen, ... In dit schrijven werd meegedeeld dat de Verenigde Na- ties het initiatief genomen hadden tot het Interna- tionaal Jaar van de Ouderen, en ik heb uitgenodigd om binnen de werking van de bestaande organisa- ties/verenigingen allerlei initiatieven te nemen die aansluiten op het Ouderenjaar en op de themata die de VN zelf naar voor geschoven hadden.
Ik volgde de stuurgroep in de stelling dat top-down initiatieven geen zin hadden en dat het dus niet de taak is van de overheid om allerlei grootse en een- malige initiatieven te gaan opzetten in het kader van het Ouderenjaar. Het is de bedoeling van de stuurgroep dat vanuit de bestaande organisa- ties/verenigingen heel wat initiatieven worden op- gezet, zeker ook op lokaal vlak. Vanuit deze initia- tieven kunnen vragen en voorstellen inzake het ou-
derenbeleid worden doorgestuurd naar de over- heid, waarop deze dan kan inspelen.
Ondertussen kregen we reeds heel wat signalen dat allerlei organisaties en verenigingen voor het na- jaar een groot aantal initiatieven voorbereiden.