• No results found

Actuariële resultaten bestaan uit het verschil tussen de gehanteerde actuariële grondslagen en de opgetreden werkelijkheid, evenals de effecten van aanpassingen van (de aannames) in de actuariële grondslagen.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Actuariële resultaten bestaan uit het verschil tussen de gehanteerde actuariële grondslagen en de opgetreden werkelijkheid, evenals de effecten van aanpassingen van (de aannames) in de actuariële grondslagen."

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1: Verklarende woordenlijst

Actuarieel risico

Als de werkgever aan de werknemer toezeggingen heeft gedaan over de hoogte van de te bereiken pensioenaanspraken, ligt de hoogte van de te betalen premies en of koopsommen ligt niet vast. Wanneer bijvoorbeeld sprake is van tegenvallende beleggingsopbrengsten of wijzigingen in de rentestand, is de werkgever verplicht om eventuele tekorten bij het pensioenfonds aan te vullen. De omvang van dit tekort is het actuariële risico (inclusief beleggingsrisico).

Actuariële resultaten

Actuariële resultaten bestaan uit het verschil tussen de gehanteerde actuariële grondslagen en de opgetreden werkelijkheid, evenals de effecten van aanpassingen van (de aannames) in de actuariële grondslagen.

1

Actuariële grondslagen

Hieronder worden demografische en financiële veronderstellingen verstaan, die worden gebruikt voor de berekening van de pensioenpremie en de waardering van de toegekende pensioenaanspraken.

Bedrijfstakpensioenfonds

Een bedrijfstakpensioenfonds is een pensioenregeling die wordt uitgevoerd voor één of meerdere bedrijfstakken.

Alle werknemers (evenals in bepaalde gevallen zelfstandigen), die binnen de betreffende bedrijfstak(ken) werken, hebben het pensioen verzekerd bij dit zogenaamde bedrijfstakpensioenfonds.

Beleggingsrisico

Het rendement op de beleggingen valt lager uit dan verwacht, waardoor het pensioenkapitaal niet voldoende is om de verwachte uitkeringen te doen.

Collectief DC-regeling

Dit is een pensioenregeling met zowel DB als DC-elementen, wat betekent dat de regeling voor werknemers in feite een (voorwaardelijke) DB-regeling en voor de werkgever een DC-regeling is. Anders gezegd: een collectief DC-regeling bevat kenmerken van zowel een uitkeringsovereenkomst als een premieovereenkomst. Een collectief DC-regeling wordt om die reden ook wel aangeduid als een hybride regeling.

Constructieve verplichting

Dit is een verplichting die ontstaat door een bestendig gevolgde gedragslijn van de werkgever, de werkgever heeft door acties en/ of gedragingen in het verleden een bepaalde verwachting gewekt bij het personeel en heeft daarmee zelf een verplichting geconstrueerd.

1 Raad voor de jaarverslaggeving, Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, jaareditie 2005 inclusief aanpassingen voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2005, Deventer: Kluwer, 2005, p774, 824

(2)

Current service cost

Dit zijn de kosten die op basis van de pensioenregeling aan het betreffende boekjaar kunnen worden toegerekend. Onder deze kosten vallen de interestkosten, het verwachte rendement op de beleggingen en de aan het boekjaar toegekende actuariële resultaten.

Defined benefit plan (DB-regeling)

Bij een defined benefit plan worden (door de werkgever) toezeggingen aan de werknemer/deelnemer gedaan over de hoogte van de te bereiken pensioenaanspraken. Hierdoor komt het actuariële risico (inclusief het beleggingsrisico) bij de werkgever te liggen. De hoogte van de te betalen premies en of koopsommen ligt hierdoor niet vast en de werkgever is verplicht om eventuele tekorten bij het pensioenfonds (bijvoorbeeld als gevolg van tegenvallende beleggingsopbrengsten en rentewijzigingen) aan te vullen.

Defined contribution plan (DC-regeling)

Bij deze vorm van pensioenregeling is de hoogte van de uiteindelijke pensioenuitkeringen afhankelijk is van de premie die beschikbaar is gesteld en het behaalde rendement op de beleggingen. De beschikbare premies en het rendement op de belegde premies leidt tot de opbouw van een pensioenkapitaal, waarmee op pensioendatum pensioenaanspraken dienen te worden ingekocht.

Demografische veronderstellingen

Dit zijn veronderstellingen ten aanzien van overlevingskansen, arbeidsongeschiktheidskansen, gehuwdheids- en samenlevingsfrequenties.

Eindloonregeling

Een eindloonregeling is een pensioenregeling waarbij de hoogte van het te behalen ouderdomspensioen afhankelijk is van het laatstverdiende salaris van de deelnemer aan de pensioenregeling.

FAS

FAS staat voor Financial Accounting Standards, dit zijn de Amerikaanse verslaggevingsstandaarden.

FASB

FASB is een afkorting van de Financial Accounting Standards Board. De FASB is de uitgever van Amerikaanse verslaggevingstandaarden.

FAS 87

FAS 87, paragraaf 87 van de Financial Accounting Standards geeft voorschriften over de verwerking van pensioenkosten in de jaarrekening van ondernemingen.

FAS 87 bepaalt dat een vergelijking moet worden gemaakt tussen de in het boekjaar werkelijk betaalde

pensioenpremies en de aan het boekjaar toe te rekenen pensioenkosten, volgens een standaardmethode. Deze

standaardmethode houdt in dat de pensioenkosten gelijkmatig verdeeld worden over de gehele diensttijd van alle

deelnemers. Hierbij wordt rekening gehouden met aannames over toekomstige loonontwikkeling,

(3)

uittredingskansen en sterftekansen. Indien sprake is van vooruitbetaalde kosten, dienen deze op de balans te worden geactiveerd. Bovendien dient een voorziening op de balans te worden opgenomen, wanneer de reeds verkregen pensioenaanspraken niet volledig door de activa van het pensioenfonds worden gedekt.

Financiële veronderstellingen

Dit zijn veronderstellingen ten aanzien van de disconteringsvoet, toekomstige salarisstijgingen, verwacht rendement op beleggingen en veronderstellingen met betrekking tot indexatie.

Financieel Toetsingskader (FTK)

Het FTK is het (nieuwe) toezichtregime, dat van toepassing is op de financiële positie en het financiële beleid van pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen.

Gehuwdheids- en samenlevingsfrequenties

Dit betreft schattingen per leeftijd(sgroep) van het aantal deelnemers aan een pensioenregeling, dat gehuwd is of samenwoont met een partner.

Hybride regeling

Een hybride regeling, ook wel een collectief DC-regeling genoemd, bevat zowel elementen van een DB-regeling als een DC-regeling. Zie ook: ‘collectief DC-regeling’.

IAS 19

International Accounting Standard 19 van de IASB heeft betrekking op de wijze waarop de pensioenregeling in de jaarrekening van ondernemingen dient te worden verwerkt.

Volgens IAS 19 dienen in de jaarrekening niet alleen de werkelijk betaalde pensioenpremies/koopsommen, maar ook de aan het betreffende boekjaar toe te rekenen pensioenkosten tot uitdrukking te worden gebracht. Daarnaast dienen vooruitbetaalde kosten volgens IAS 19 worden geactiveerd op de balans en dient een voorziening te worden gevormd als sprake is van een tekort bij het pensioenfonds.

IASB

De International Accounting Standards Board (IASB) is een onafhankelijk en privaat orgaan dat zich bezighoudt met de opstelling van financiële verslaggevingsregels. Het doel van de IASB is om te komen tot eenduidige en wereldwijd toepasbare regelgeving.

IFRS

IFRS staat voor International Financial Reporting Standards en betreft de verslaggevingsregels die zijn

gepubliceerd door de IASB. Deze verslaggevingsregels zijn vanaf 1 januari 2005 verplicht van toepassing op alle

beursgenoteerde ondernemingen in de lidstaten van de Europese Unie. Zie ook IASB.

(4)

Indexatie

Hieronder wordt een verhoging van de pensioenen en/ of pensioenaanspraken verstaan als gevolg van een prijs- of loonstijging. Het te hanteren indexcijfer wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en is gebaseerd op consumentenprijsindexcijfers en indexcijfers van de CAO-lonen.

Koopsom

De koopsom is een (eenmalige) betaling voor de inkoop van een gedeelte van de pensioenaanspraak. De koopsom betaling vindt periodiek plaats en heeft betrekking op de financiering van het gedeelte van het pensioen, dat op basis van de op dat moment geldende pensioengrondslag (voor de betreffende periode) in de toekomst wordt verkregen.

Levensverzekeringsmaatschappij

Dit is een verzekeraar die levensverzekeringsovereenkomsten, zoals lijfrenteverzekeringen en pensioen- verzekeringen, aangaat.

Nabestaandenpensioen

Het nabestaandenpensioen is een verzamelnaam voor het weduwenpensioen, het weduwnaarspensioen, het partnerpensioen en het wezenpensioen. Het nabestaandenpensioen wordt, bij overlijden van een deelnemer aan een pensioenregeling (waarbij het nabestaandenpensioen is meeverzekerd), uitgekeerd aan de nabestaanden.

Middelloonregeling

Een middelloonregeling is een pensioenregeling, waarbij de hoogte van het te behalen ouderdomspensioen is gebaseerd op de gemiddelde pensioengrondslag tijdens de deelname aan de pensioenregeling.

Multi-employer plans Zie bedrijfstakpensioenfonds.

Ouderdomspensioen

Het ouderdomspensioen is het pensioen, dat de betreffende persoon ontvangt na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Overlopende activa/overlopend actief

Onder overlopende activa kunnen de volgende baten en lasten worden verstaan: vooruitbetaalde kosten, nog te ontvangen baten, voorwaardelijke baten (baten die afhankelijk zijn van het wel of niet optreden van bepaalde gebeurtenissen), te amortiseren lasten en rentetoerekeningsverschillen (deze doen zich voor wanneer een andere rentevoet wordt gebruikt dan contractueel is vastgelegd).

Past service cost

Dit zijn de lasten over verstreken diensttijd. De lasten over verstreken diensttijd bestaan uit de effecten van

wijziging, inperking of invoering van de pensioenregeling.

(5)

Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW)

De Pensioen en Spaarfondsenwet heeft als doel om de pensioenverwachtingen van werknemers te waarborgen.

De wet is van toepassing op gedane pensioentoezeggingen door een werkgever aan personen die zijn verbonden aan de onderneming.

Pensioenaanspraken

Pensioenaanspraken zijn de rechten op toekomstige pensioenuitkeringen.

Pensioenkapitaal

Het pensioenkapitaal bestaat uit de ingelegde premies en of koopsommen en het rendement op de beleggingen.

Het pensioenkapitaal dient (op de pensioendatum) te worden aangewend voor de aankoop van pensioenaanspraken.

Pensioenreglementen

De pensioenreglementen bestaan uit een aantal regels waarin de aard en inhoud van pensioenregeling worden weergegeven. Pensioenreglementen zijn de juridische basis, waaraan betrokkenen rechten en verplichtingen kunnen ontlenen.

Pensioentoezegging

Dit is de toezegging van een werkgever aan een werknemer om na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (of bij arbeidsongeschiktheid) een pensioen uit te keren. Onder deze pensioentoezegging valt ook een eventueel toegezegd nabestaandenpensioen, dat wordt uitgekeerd aan de nabestaanden van de werknemer wanneer deze komt te overlijden.

Premie

De premie is de verschuldigde (periodieke) betaling aan de uitvoerder van de pensioenregeling. De premie wordt gebruikt voor de financiering van de pensioenaanspraak.

Projected Unit Credit Methode

Dit is een actuariële methode, waarbij de toegekende pensioenaanspraken per dienstjaar afzonderlijk in aanmerking genomen en gewaardeerd worden.

Rekenrente

Dit is het (fictieve) rendementspercentage dat onder andere wordt gebruikt (door de pensioenverzekeraar) voor de premieberekening en of koopsomberekening.

De rekenrente is in feite het verwachte rendement op de beleggingen van de ingelegde premies en of

koopsommen.

(6)

RJ 271

Richtlijn 271 ‘Personeelsbeloningen’ van de Raad voor de Jaarverslaggeving. RJ 271 is de Nederlandse variant of versie van IAS 19 en heeft betrekking op de wijze waarop de pensioenregeling in de jaarrekening dient te worden verwerkt. Richtlijn 271 geldt voor alle ondernemingen, die op grond van de Nederlandse wet een jaarrekening opstellen.

Toegezegde-bijdrage regeling Zie Defined Contribution plan.

Toegezegd-pensioenregeling Zie Defined Benefit plan.

US GAAP

US GAAP staat voor United States Generally Accepted Accounting Principles. Dit zijn de Amerikaanse verslaggevingsstandaarden. Zie ook FAS.

VPL-wetgeving

VPL-wetgeving is een afkorting voor de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling. De VPL-wetgeving heeft tot doel om de arbeidsparticipatie van ouderen te bevorderen. De VPL-wetgeving beoogt dit te realiseren door de fiscale voordelen van vervroegd pensioen (vervroegde uitdiensttreding, prepensioen, overbruggingspensioen en ouderdomspensioen gericht op een leeftijd voor 65 jaar) weg te nemen.

Weduwenpensioen/ weduwnaarspensioen

Dit een vorm van nabestaandenpensioen, dat levenslang wordt uitgekeerd aan de weduwe of weduwnaar van een deelnemer aan een pensioenregeling.

Wezenpensioen

Dit is het nabestaandenpensioen dat de kinderen van een deelnemer aan het pensioenfonds, na overlijden van de betreffende deelnemer gedurende een bepaalde tijd (tot een bepaalde leeftijd) krijgen.

WIA-wetgeving

WIA is een afkorting voor ‘Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen’.

In de WIA-wetgeving staat het ‘werken naar vermogen centraal’, de WIA heeft als doel om werkgevers en

werknemers te stimuleren om gedeeltelijk arbeidsongeschikten aan het werk te helpen en of te houden. De WIA-

wetgeving bestaat uit twee delen: de regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA) en de

regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA). Deze regelingen houden in dat alleen

volledig arbeidsongeschikten een uitkering krijgen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten (die gedeeltelijk werken)

krijgen een aanvulling op het loon.

(7)

Bijlage 2: Berekening balanspositie en pensioenlast

Berekening balanspositie van een DB-regeling

234

:

Contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken op balansdatum +/+

Reële waarde van de fondsbeleggingen op balansdatum -/-

Zuivere balanspositie pensioenverplichting XXX

Nog niet in het resultaat verwerkte overgangsverplichtingen +/- Nog niet in het resultaat verwerkte lasten over verstreken diensttijd -/-

Nog niet in het resultaat verwerkte actuariële resultaten +/-

Balanspositie XXX

Berekening pensioenlast van een DB-regeling

5678

:

Mutatie contante waarde van de reeds toegekende pensioenaanspraken +/-

Toe te rekenen interest -/-

Verwacht rendement op de fondsbeleggingen +/-

Toe te rekenen lasten van overgangsverplichtingen +/-

Toe te rekenen effecten van inperkingen aan/beëindiging van de pensioenregeling +/-

Toe te rekenen lasten over verstreken diensttijd -/-

Toe te rekenen actuariële resultaten +/-

Pensioenlast XXX

2 Pricewaterhouse Coopers, RJ 271 de pensioenrichtlijn nader toegelicht, 2005, p15-21

3 www.abp.nl/abp/abp/overabp/images/h15%20pesioenen_tcm7_24226.pdf

4 Hoogendoorn, M.N., Klaassen, J., Krens, F., Externe verslaggeving in theorie en praktijk, deel 1, ’s-Gravenhage: Reed Business Information bv, 2004, 4e druk, p731-766

5 Pricewaterhouse Coopers, RJ 271 de pensioenrichtlijn nader toegelicht, 2005, p21-33

6 www.abp.nl/abp/abp/overabp/images/h15%20pesioenen_tcm7_24226.pdf

7 Hoogendoorn, M.N., Klaassen, J., Krens, F., Externe verslaggeving in theorie en praktijk, deel 1, ’s-Gravenhage: Reed Business Information bv, 2004, 4e druk, p731-766

8 Raad voor de jaarverslaggeving, Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, jaareditie 2005 inclusief aanpassingen voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2005, Deventer: Kluwer, 2005, p823-833

(8)

Bijlage 3: Vragenlijst werkgevers

Vraag 1:

Heeft uw bedrijf recent (de afgelopen 2jaar) de pensioenregeling herzien?

Ja Nee

Vraag 2:

Overweegt uw bedrijf om op korte termijn (binnen 2 jaar) de pensioenregeling (nogmaals) te herzien?

Ja Nee

Vraag 3:

Denkt uw bedrijf erover om op langere termijn de pensioenregeling (nogmaals) te gaan herzien?

Ja (ga verder met vraag 4) Nee ***

(*** Heeft u vraag 1 t/m 3 met ‘Nee’ beantwoord? Dan hoeft u vraag 4 t/m 6 niet te beantwoorden.)

Vraag 4:

Welke redenen zijn voor uw bedrijf de belangrijkste overweging om de pensioenregeling te herzien of (eventueel) te gaan herzien?(Meerdere antwoorden mogelijk)

Reden:

Z eer bela ng rij k Be la ng ri jk Redelij k bela ng rij k

1. De nieuwe boekhoudregels: IAS 19 en/of RJ 271

2. Elimineren/reduceren van het risico op aanvullen tekorten (in geval van onderdekking) van het pensioenfonds

3. Elimineren/reduceren van de volatiliteit (schommelingen) in de balans 4. Elimineren/reduceren van de effecten van de pensioenregeling op het resultaat 5. Het reduceren van de kosten die verbonden zijn aan de pensioenregeling

6. Het stabiliseren van/verkrijgen van zekerheid omtrent de aan de pensioenregeling verbonden kosten

7. Risico-overdracht

8. Onvoldoende middelen om een dekkingstekort bij het pensioenfonds te kunnen aanvullen

9. Het vertrouwen in het pensioenfonds is toegenomen/afgenomen

10. Het reduceren/elimineren van de afhankelijkheid van het beleggingsbeleid van het pensioenfonds

11. Vertrouwen beleggers vergroten en/of waardering van de onderneming verhogen 12. De nieuwe Pensioenwet

13. Gelijke behandelingswetgeving 14. VPL-wetgeving

15. WIA-wetgeving

16. Het nieuwe Financiële toetsingskader

Vraag 5:

Heeft uw bedrijf naast of in plaats van bovengenoemde redenen (bij vraag 4) andere redenen om de pensioenregeling te herzien of (eventueel) te gaan herzien?

Ja Nee

Zo ja, kunt u hieronder kort toelichten om welke reden(en) het gaat en hoe belangrijk deze is/zijn?

(9)

Vraag 6:

Welke wijziging van de pensioenregeling heeft plaatsgevonden of vindt eventueel nog plaats?

De volgende wijziging van de pensioenregeling heeft plaatsgevonden/vindt eventueel nog plaats: een wijziging van een …….. (aankruisen wat van toepassing is)

DB-regeling naar een DB-regeling

DB-regeling naar een Individuele DC-regeling

DB-regeling naar een Collectieve DC-regeling

DB-regeling naar een Hybride regeling

Individuele DC-regeling naar een Individuele DC-regeling Individuele DC-regeling naar een DB-regeling

Individuele DC-regeling naar een Collectieve DC-regeling Individuele DC-regeling naar een Hybride regeling Collectieve DC-regeling naar een Collectieve DC-regeling Collectieve DC-regeling naar een DB-regeling

Collectieve DC-regeling naar een Individuele DC-regeling Collectieve DC-regeling naar een Hybride regeling Hybride regeling naar een Hybride regeling

Hybride regeling naar een DB-regeling

Hybride regeling naar een Individuele DC-regeling Hybride regeling naar een Collectieve DC-regeling

Anders namelijk een wijziging van een:

naar een

naar een

(10)

Bijlage 4: Vragenlijst uitwerking op de pensioenreglementen

Vraag 1:

Is sprake van een (al ingevoerde) wijziging van de pensioenreglementen als gevolg van RJ 271/ IAS 19?

Ja (ga verder met vraag 4 en 5) Nee (ga naar vraag 2)

Vraag 2:

Is op korte termijn sprake van een aanpassing van de pensioenreglementen als gevolg van RJ 271/ IAS 19?

Ja (ga verder met vraag 3) Nee (einde vragenlijst)

Vraag 3:

Is op dit moment bekend om welke aanpassingen van de pensioenreglementen het gaat?

Ja (ga verder met vraag 4 en 5) Nee (einde vragenlijst)

Vraag 4:

Op welke van de onderstaande punten zijn/ worden de pensioenreglementen als gevolg van RJ 271/ IAS 19 gewijzigd?

Aard van de wijziging

Artikel(en) op het gebied van:

T o evoegi n g Uit b reiding Wij zig ing Verwijdering On gewi jzi g d Toelichting:

1. Begripsbepalingen

2. Aanspraken op pensioen

3. Pensioengrondslag

4. Ouderdomspensioen

5. Nabestaandenpensioen

6. Anw-hiaat pensioen

7. Wezenpensioen

8. Oproepkrachten

9. Parttimers

10. Indexeringsregeling voor pensioenaanspraken van werknemers

11. Indexeringsregeling voor ingegane pensioenen en premievrije

pensioenaanspraken

12. Vrijwillige aanvullingen

13. Flexibele pensionering

14. Elders verzekerde

pensioenaanspraken

15. Verzekering van de aanspraken

16. Financiering van de

pensioenaanspraken

17. Premievrijstelling bij

arbeidsongeschiktheid

18. Aanspraken bij beëindiging

van de dienstbetrekking

19. Gevolgen van scheiding

20. Verevening pensioenrechten bij

scheiding

21. Afkoop

22. Waardeoverdracht

(11)

23. Wijziging of intrekking van de

pensioenregeling

24. Informatieplicht

25. Afwijkende regeling

26. Onvoorziene gevallen

27. Overgangsbepalingen

28. Inwerkingtreding

Vraag 5:

Is naast bovengenoemde punten (bij vraag 4) sprake van andere wijzigingen/ aanpassingen aan de pensioenreglementen?

Ja Nee (einde vragenlijst)

Zo ja, kunt u hieronder kort toelichten wat de aard van deze wijzigingen/ aanpassingen is?

(12)

Bijlage 5: Resultaten vragenlijst werkgevers

Tabel 5: Antwoorden op vraag 1,2,3 & 5 van de vragenlijst (voor werkgevers)

V raag 1 V raag 2 V raag 3 V raag 5

Werkgever 1 Ja Ja Nee Nee Werkgever 2 Ja Nee Ja Nee Werkgever 3 Ja Ja Ja Nee Werkgever 4 Ja Ja Nee Nee Werkgever 5 Ja Ja Nee Nee Werkgever 6 Ja Ja Nee Nee Werkgever 7 Ja Ja Ja Nee Werkgever 8 Ja Nee Nee Nee Werkgever 9 Ja Nee Nee Nee Werkgever 10 Ja Ja Nee Nee

Grafiek 3: Percentage werkgevers dat pensioenregeling heeft/gaat herzien

Tabel 6: Antwoorden op vraag 4 van de vragenlijst (voor werkgevers)

Vraag 4: Reden 1 Reden 2 Reden 3 Reden 4 Reden 5 Reden 6 Reden 7 Reden 8 Reden 9 Reden 1 0 Reden 1 1 Reden 1 2 Reden 1 3 Reden 1 4 Reden 1 5 Reden 1 6

Werkgever 1 ZB ZB ZB ZB B B ZB B RB

Werkgever 2 ZB B B ZB B B

Werkgever 3 RB ZB B B ZB ZB ZB RB

Werkgever 4 ZB ZB ZB B

Werkgever 5 ZB B ZB ZB B ZB RB RB

Werkgever 6 ZB ZB ZB ZB B ZB

Werkgever 7 ZB B B ZB B B B

Werkgever 8 ZB ZB ZB

Werkgever 9 ZB ZB ZB ZB

Werkgever 10 ZB ZB ZB ZB

(13)

Tabel 7: Percentage ZB, B, RB & NB per reden Zeer

belangrijk Belangrijk

Redelijk belangrijk

Niet belangrijk

Reden 1 0,00% 0,00% 10,00% 90,00%

Reden 2 70,00% 0,00% 0,00% 30,00%

Reden 3 10,00% 40,00% 0,00% 50,00%

Reden 4 20,00% 30,00% 0,00% 50,00%

Reden 5 90,00% 0,00% 0,00% 10,00%

Reden 6 30,00% 30,00% 0,00% 40,00%

Reden 7 50,00% 30,00% 0,00% 20,00%

Reden 8 10,00% 0,00% 0,00% 90,00%

Reden 9 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%

Reden 10 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%

Reden 11 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%

Reden 12 30,00% 50,00% 20,00% 0,00%

Reden 13 10,00% 0,00% 0,00% 90,00%

Reden 14 30,00% 0,00% 20,00% 50,00%

Reden 15 10,00% 0,00% 0,00% 90,00%

Reden 16 0,00% 0,00% 0,00% 100,00%

Tabel 8: Redenen voor het herzien van de pensioenregeling Nr. Reden

1. De nieuwe boekhoudregels: IAS 19 en/of RJ 271

2. Elimineren/reduceren van het risico op aanvullen tekorten (in geval van onderdekking) van het pensioenfonds

3. Elimineren/reduceren van de volatiliteit (schommelingen) in de balans 4. Elimineren/reduceren van de effecten van de pensioenregeling op het resultaat 5. Het reduceren van de kosten, die verbonden zijn aan de pensioenregeling

6. Het stabiliseren van/verkrijgen van zekerheid omtrent de aan de pensioenregeling verbonden kosten 7. Risico-overdracht

8. Onvoldoende middelen om een dekkingstekort bij het pensioenfonds te kunnen aanvullen 9. Het vertrouwen in het pensioenfonds is toegenomen/afgenomen

10. Het reduceren/elimineren van de afhankelijkheid van het beleggingsbeleid van het pensioenfonds 11. Vertrouwen beleggers vergroten en/of waardering van de onderneming verhogen

12. De nieuwe Pensioenwet

13. Gelijke behandelingswetgeving 14. VPL-wetgeving

15. WIA-wetgeving

16. Het nieuwe Financiële toetsingskader

Grafiek 4: Redenen voor het herzien van de pensioenregeling

(14)

Tabel 9: Antwoorden op vraag 6 van de vragenlijst (voor werkgevers) Vraag 6:

DB > D B DB > I DC DB > CDC DB > HB R IDC > I DC CDC > CDC HB R > HB R IDC > D B IDC > CD C IDC > HB R CDC > DB CDC > ID C CDC > HB R HB R > D B HB R > ID C HB R > CDC

Werkgever 1 X

Werkgever 2 X

Werkgever 3 X

Werkgever 4 X X

Werkgever 5 X

Werkgever 6 X

Werkgever 7 X

Werkgever 8 X

Werkgever 9 X Werkgever 10 X

Grafiek 5: Percentage overgestapt naar andere soort pensioenregeling

Grafiek 6: Percentage per soort pensioenregeling na herziening van de pensioenregeling

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Klik op onderstaande link om direct naar de betreffende pagina te gaan om uw keuze te maken:.

In de beleidsbegroting zijn per programma, onder het kopje 'Wat gaat dit kosten', overzichten opgenomen van de raming van baten en lasten inclusief de beoogde toevoegingen

▪ In de eerste sectie van elke paragraaf (‘Totaalbeeld’) worden de resultaten voor de totale groep van 100 meerjarig rijksgesubsidieerde gezelschappen getoond, aangevuld

Vervolgens worden de baten en lasten van Zoetermeer afgezet tegen Nederland, MRDH en Benchmark, zodat inzichtelijk wordt wat de verschillen zijn in baten en lasten tussen

o Inzet van medewerkers die een rol hebben in het jaarlijks (additioneel) opstellen van de balans, exploitatie en kasstroom inclusief bijbehorende minimale toelichting volgens

De Gemeentepolis is een collectieve aanvullende zorgverzekering voor mensen in een kwetsbare positie Deelnemers kunnen naast een basisverzekering kiezen voor verschillende op

baten voor maatschappij Hollandstad in scenario 1 Scenario 2: vergroting van de effectiviteit met vijf procentpunt In het tweede (fictieve) scenario wordt door betere samen-