Bijlage 1: Verklarende woordenlijst
Actuarieel risico
Als de werkgever aan de werknemer toezeggingen heeft gedaan over de hoogte van de te bereiken pensioenaanspraken, ligt de hoogte van de te betalen premies en of koopsommen ligt niet vast. Wanneer bijvoorbeeld sprake is van tegenvallende beleggingsopbrengsten of wijzigingen in de rentestand, is de werkgever verplicht om eventuele tekorten bij het pensioenfonds aan te vullen. De omvang van dit tekort is het actuariële risico (inclusief beleggingsrisico).
Actuariële resultaten
Actuariële resultaten bestaan uit het verschil tussen de gehanteerde actuariële grondslagen en de opgetreden werkelijkheid, evenals de effecten van aanpassingen van (de aannames) in de actuariële grondslagen.
1Actuariële grondslagen
Hieronder worden demografische en financiële veronderstellingen verstaan, die worden gebruikt voor de berekening van de pensioenpremie en de waardering van de toegekende pensioenaanspraken.
Bedrijfstakpensioenfonds
Een bedrijfstakpensioenfonds is een pensioenregeling die wordt uitgevoerd voor één of meerdere bedrijfstakken.
Alle werknemers (evenals in bepaalde gevallen zelfstandigen), die binnen de betreffende bedrijfstak(ken) werken, hebben het pensioen verzekerd bij dit zogenaamde bedrijfstakpensioenfonds.
Beleggingsrisico
Het rendement op de beleggingen valt lager uit dan verwacht, waardoor het pensioenkapitaal niet voldoende is om de verwachte uitkeringen te doen.
Collectief DC-regeling
Dit is een pensioenregeling met zowel DB als DC-elementen, wat betekent dat de regeling voor werknemers in feite een (voorwaardelijke) DB-regeling en voor de werkgever een DC-regeling is. Anders gezegd: een collectief DC-regeling bevat kenmerken van zowel een uitkeringsovereenkomst als een premieovereenkomst. Een collectief DC-regeling wordt om die reden ook wel aangeduid als een hybride regeling.
Constructieve verplichting
Dit is een verplichting die ontstaat door een bestendig gevolgde gedragslijn van de werkgever, de werkgever heeft door acties en/ of gedragingen in het verleden een bepaalde verwachting gewekt bij het personeel en heeft daarmee zelf een verplichting geconstrueerd.
1 Raad voor de jaarverslaggeving, Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, jaareditie 2005 inclusief aanpassingen voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2005, Deventer: Kluwer, 2005, p774, 824
Current service cost
Dit zijn de kosten die op basis van de pensioenregeling aan het betreffende boekjaar kunnen worden toegerekend. Onder deze kosten vallen de interestkosten, het verwachte rendement op de beleggingen en de aan het boekjaar toegekende actuariële resultaten.
Defined benefit plan (DB-regeling)
Bij een defined benefit plan worden (door de werkgever) toezeggingen aan de werknemer/deelnemer gedaan over de hoogte van de te bereiken pensioenaanspraken. Hierdoor komt het actuariële risico (inclusief het beleggingsrisico) bij de werkgever te liggen. De hoogte van de te betalen premies en of koopsommen ligt hierdoor niet vast en de werkgever is verplicht om eventuele tekorten bij het pensioenfonds (bijvoorbeeld als gevolg van tegenvallende beleggingsopbrengsten en rentewijzigingen) aan te vullen.
Defined contribution plan (DC-regeling)
Bij deze vorm van pensioenregeling is de hoogte van de uiteindelijke pensioenuitkeringen afhankelijk is van de premie die beschikbaar is gesteld en het behaalde rendement op de beleggingen. De beschikbare premies en het rendement op de belegde premies leidt tot de opbouw van een pensioenkapitaal, waarmee op pensioendatum pensioenaanspraken dienen te worden ingekocht.
Demografische veronderstellingen
Dit zijn veronderstellingen ten aanzien van overlevingskansen, arbeidsongeschiktheidskansen, gehuwdheids- en samenlevingsfrequenties.
Eindloonregeling
Een eindloonregeling is een pensioenregeling waarbij de hoogte van het te behalen ouderdomspensioen afhankelijk is van het laatstverdiende salaris van de deelnemer aan de pensioenregeling.
FAS
FAS staat voor Financial Accounting Standards, dit zijn de Amerikaanse verslaggevingsstandaarden.
FASB
FASB is een afkorting van de Financial Accounting Standards Board. De FASB is de uitgever van Amerikaanse verslaggevingstandaarden.
FAS 87
FAS 87, paragraaf 87 van de Financial Accounting Standards geeft voorschriften over de verwerking van pensioenkosten in de jaarrekening van ondernemingen.
FAS 87 bepaalt dat een vergelijking moet worden gemaakt tussen de in het boekjaar werkelijk betaalde
pensioenpremies en de aan het boekjaar toe te rekenen pensioenkosten, volgens een standaardmethode. Deze
standaardmethode houdt in dat de pensioenkosten gelijkmatig verdeeld worden over de gehele diensttijd van alle
deelnemers. Hierbij wordt rekening gehouden met aannames over toekomstige loonontwikkeling,
uittredingskansen en sterftekansen. Indien sprake is van vooruitbetaalde kosten, dienen deze op de balans te worden geactiveerd. Bovendien dient een voorziening op de balans te worden opgenomen, wanneer de reeds verkregen pensioenaanspraken niet volledig door de activa van het pensioenfonds worden gedekt.
Financiële veronderstellingen
Dit zijn veronderstellingen ten aanzien van de disconteringsvoet, toekomstige salarisstijgingen, verwacht rendement op beleggingen en veronderstellingen met betrekking tot indexatie.
Financieel Toetsingskader (FTK)
Het FTK is het (nieuwe) toezichtregime, dat van toepassing is op de financiële positie en het financiële beleid van pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen.
Gehuwdheids- en samenlevingsfrequenties
Dit betreft schattingen per leeftijd(sgroep) van het aantal deelnemers aan een pensioenregeling, dat gehuwd is of samenwoont met een partner.
Hybride regeling
Een hybride regeling, ook wel een collectief DC-regeling genoemd, bevat zowel elementen van een DB-regeling als een DC-regeling. Zie ook: ‘collectief DC-regeling’.
IAS 19
International Accounting Standard 19 van de IASB heeft betrekking op de wijze waarop de pensioenregeling in de jaarrekening van ondernemingen dient te worden verwerkt.
Volgens IAS 19 dienen in de jaarrekening niet alleen de werkelijk betaalde pensioenpremies/koopsommen, maar ook de aan het betreffende boekjaar toe te rekenen pensioenkosten tot uitdrukking te worden gebracht. Daarnaast dienen vooruitbetaalde kosten volgens IAS 19 worden geactiveerd op de balans en dient een voorziening te worden gevormd als sprake is van een tekort bij het pensioenfonds.
IASB
De International Accounting Standards Board (IASB) is een onafhankelijk en privaat orgaan dat zich bezighoudt met de opstelling van financiële verslaggevingsregels. Het doel van de IASB is om te komen tot eenduidige en wereldwijd toepasbare regelgeving.
IFRS
IFRS staat voor International Financial Reporting Standards en betreft de verslaggevingsregels die zijn
gepubliceerd door de IASB. Deze verslaggevingsregels zijn vanaf 1 januari 2005 verplicht van toepassing op alle
beursgenoteerde ondernemingen in de lidstaten van de Europese Unie. Zie ook IASB.
Indexatie
Hieronder wordt een verhoging van de pensioenen en/ of pensioenaanspraken verstaan als gevolg van een prijs- of loonstijging. Het te hanteren indexcijfer wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en is gebaseerd op consumentenprijsindexcijfers en indexcijfers van de CAO-lonen.
Koopsom
De koopsom is een (eenmalige) betaling voor de inkoop van een gedeelte van de pensioenaanspraak. De koopsom betaling vindt periodiek plaats en heeft betrekking op de financiering van het gedeelte van het pensioen, dat op basis van de op dat moment geldende pensioengrondslag (voor de betreffende periode) in de toekomst wordt verkregen.
Levensverzekeringsmaatschappij
Dit is een verzekeraar die levensverzekeringsovereenkomsten, zoals lijfrenteverzekeringen en pensioen- verzekeringen, aangaat.
Nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen is een verzamelnaam voor het weduwenpensioen, het weduwnaarspensioen, het partnerpensioen en het wezenpensioen. Het nabestaandenpensioen wordt, bij overlijden van een deelnemer aan een pensioenregeling (waarbij het nabestaandenpensioen is meeverzekerd), uitgekeerd aan de nabestaanden.
Middelloonregeling
Een middelloonregeling is een pensioenregeling, waarbij de hoogte van het te behalen ouderdomspensioen is gebaseerd op de gemiddelde pensioengrondslag tijdens de deelname aan de pensioenregeling.
Multi-employer plans Zie bedrijfstakpensioenfonds.
Ouderdomspensioen
Het ouderdomspensioen is het pensioen, dat de betreffende persoon ontvangt na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
Overlopende activa/overlopend actief
Onder overlopende activa kunnen de volgende baten en lasten worden verstaan: vooruitbetaalde kosten, nog te ontvangen baten, voorwaardelijke baten (baten die afhankelijk zijn van het wel of niet optreden van bepaalde gebeurtenissen), te amortiseren lasten en rentetoerekeningsverschillen (deze doen zich voor wanneer een andere rentevoet wordt gebruikt dan contractueel is vastgelegd).
Past service cost
Dit zijn de lasten over verstreken diensttijd. De lasten over verstreken diensttijd bestaan uit de effecten van
wijziging, inperking of invoering van de pensioenregeling.
Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW)
De Pensioen en Spaarfondsenwet heeft als doel om de pensioenverwachtingen van werknemers te waarborgen.
De wet is van toepassing op gedane pensioentoezeggingen door een werkgever aan personen die zijn verbonden aan de onderneming.
Pensioenaanspraken
Pensioenaanspraken zijn de rechten op toekomstige pensioenuitkeringen.
Pensioenkapitaal
Het pensioenkapitaal bestaat uit de ingelegde premies en of koopsommen en het rendement op de beleggingen.
Het pensioenkapitaal dient (op de pensioendatum) te worden aangewend voor de aankoop van pensioenaanspraken.
Pensioenreglementen
De pensioenreglementen bestaan uit een aantal regels waarin de aard en inhoud van pensioenregeling worden weergegeven. Pensioenreglementen zijn de juridische basis, waaraan betrokkenen rechten en verplichtingen kunnen ontlenen.
Pensioentoezegging
Dit is de toezegging van een werkgever aan een werknemer om na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (of bij arbeidsongeschiktheid) een pensioen uit te keren. Onder deze pensioentoezegging valt ook een eventueel toegezegd nabestaandenpensioen, dat wordt uitgekeerd aan de nabestaanden van de werknemer wanneer deze komt te overlijden.
Premie
De premie is de verschuldigde (periodieke) betaling aan de uitvoerder van de pensioenregeling. De premie wordt gebruikt voor de financiering van de pensioenaanspraak.
Projected Unit Credit Methode
Dit is een actuariële methode, waarbij de toegekende pensioenaanspraken per dienstjaar afzonderlijk in aanmerking genomen en gewaardeerd worden.
Rekenrente
Dit is het (fictieve) rendementspercentage dat onder andere wordt gebruikt (door de pensioenverzekeraar) voor de premieberekening en of koopsomberekening.
De rekenrente is in feite het verwachte rendement op de beleggingen van de ingelegde premies en of
koopsommen.
RJ 271
Richtlijn 271 ‘Personeelsbeloningen’ van de Raad voor de Jaarverslaggeving. RJ 271 is de Nederlandse variant of versie van IAS 19 en heeft betrekking op de wijze waarop de pensioenregeling in de jaarrekening dient te worden verwerkt. Richtlijn 271 geldt voor alle ondernemingen, die op grond van de Nederlandse wet een jaarrekening opstellen.
Toegezegde-bijdrage regeling Zie Defined Contribution plan.
Toegezegd-pensioenregeling Zie Defined Benefit plan.
US GAAP
US GAAP staat voor United States Generally Accepted Accounting Principles. Dit zijn de Amerikaanse verslaggevingsstandaarden. Zie ook FAS.
VPL-wetgeving
VPL-wetgeving is een afkorting voor de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling. De VPL-wetgeving heeft tot doel om de arbeidsparticipatie van ouderen te bevorderen. De VPL-wetgeving beoogt dit te realiseren door de fiscale voordelen van vervroegd pensioen (vervroegde uitdiensttreding, prepensioen, overbruggingspensioen en ouderdomspensioen gericht op een leeftijd voor 65 jaar) weg te nemen.
Weduwenpensioen/ weduwnaarspensioen
Dit een vorm van nabestaandenpensioen, dat levenslang wordt uitgekeerd aan de weduwe of weduwnaar van een deelnemer aan een pensioenregeling.
Wezenpensioen
Dit is het nabestaandenpensioen dat de kinderen van een deelnemer aan het pensioenfonds, na overlijden van de betreffende deelnemer gedurende een bepaalde tijd (tot een bepaalde leeftijd) krijgen.
WIA-wetgeving
WIA is een afkorting voor ‘Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen’.
In de WIA-wetgeving staat het ‘werken naar vermogen centraal’, de WIA heeft als doel om werkgevers en
werknemers te stimuleren om gedeeltelijk arbeidsongeschikten aan het werk te helpen en of te houden. De WIA-
wetgeving bestaat uit twee delen: de regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA) en de
regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA). Deze regelingen houden in dat alleen
volledig arbeidsongeschikten een uitkering krijgen, gedeeltelijk arbeidsongeschikten (die gedeeltelijk werken)
krijgen een aanvulling op het loon.
Bijlage 2: Berekening balanspositie en pensioenlast
Berekening balanspositie van een DB-regeling
234:
Contante waarde van de toegekende pensioenaanspraken op balansdatum +/+
Reële waarde van de fondsbeleggingen op balansdatum -/-
Zuivere balanspositie pensioenverplichting XXX
Nog niet in het resultaat verwerkte overgangsverplichtingen +/- Nog niet in het resultaat verwerkte lasten over verstreken diensttijd -/-
Nog niet in het resultaat verwerkte actuariële resultaten +/-
Balanspositie XXX
Berekening pensioenlast van een DB-regeling
5678:
Mutatie contante waarde van de reeds toegekende pensioenaanspraken +/-
Toe te rekenen interest -/-
Verwacht rendement op de fondsbeleggingen +/-
Toe te rekenen lasten van overgangsverplichtingen +/-
Toe te rekenen effecten van inperkingen aan/beëindiging van de pensioenregeling +/-
Toe te rekenen lasten over verstreken diensttijd -/-
Toe te rekenen actuariële resultaten +/-
Pensioenlast XXX
2 Pricewaterhouse Coopers, RJ 271 de pensioenrichtlijn nader toegelicht, 2005, p15-21
3 www.abp.nl/abp/abp/overabp/images/h15%20pesioenen_tcm7_24226.pdf
4 Hoogendoorn, M.N., Klaassen, J., Krens, F., Externe verslaggeving in theorie en praktijk, deel 1, ’s-Gravenhage: Reed Business Information bv, 2004, 4e druk, p731-766
5 Pricewaterhouse Coopers, RJ 271 de pensioenrichtlijn nader toegelicht, 2005, p21-33
6 www.abp.nl/abp/abp/overabp/images/h15%20pesioenen_tcm7_24226.pdf
7 Hoogendoorn, M.N., Klaassen, J., Krens, F., Externe verslaggeving in theorie en praktijk, deel 1, ’s-Gravenhage: Reed Business Information bv, 2004, 4e druk, p731-766
8 Raad voor de jaarverslaggeving, Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, jaareditie 2005 inclusief aanpassingen voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2005, Deventer: Kluwer, 2005, p823-833