module H11
EEN EIGEN ONDERNEMING
BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BOVENBOUW
DOMEIN B
van persoon naar rechtspersoon
EIGENAREN KLANTEN
MEDEWERKERS AARDE
BEDRIJFSECONOMIE
& ONDERNEMERSCHAP
LEERDOELEN
• Je kunt de voor- en nadelen van een arbeidsrelatie vs eigen onderneming uitleggen
• Je kunt de rol van ondernemer bij creatieve proces voor de oprichting van een eenmanszaak uitleggen
• Je kunt de verschillende onderdelen van een ondernemingsplan uitleggen
INHOUD
11.0. introductie: loondienst of ondernemerschap?
11.1 causation en effectuation 11.2 het persoonlijk plan
11.3 het marketingplan 11.4 het financieel plan 11.5 praktische zaken
DOMEIN B | EEN EIGEN ONDERNEMING
11.0 loondienst of ondernemerschap?
LOONDIENST OF ONDERNEMERSCHAP?
LOONDIENST ONDERNEMER
VOORDELEN • Zekerheid: loon, werktijden, vakanties, sociale zekerheid, aanvullend pensioen
• Vrijheid en flexibiliteit (tijd/wat doe je wanneer)
• Winst is voor de ondernemer
• Afwisseling
• Wat je graag doet voelt vaak niet als werken
NADELEN • Minder vrijheid, je werkgever bepaalt wat je moet doen en wanneer
• Weinig vrije tijd
• Onzekerheid: variabel inkomen, geen sociale zekerheid, geen aanvullend pensioen
• Je moet alles zelf doen
• Je bent voor alles zelf verantwoordelijk
Wat past bij jou?
ONDERNEMEN BEGINT MET EEN IDEE
EN DAAR VERVOLGENS IETS MEE DOEN!
ONDERNEMEN & ONDERNEMERSCHAP ONDERNEMEN BETEKENT:
• Je ideeën uitvoeren; niet blijven dagdromen maar gewoon DOEN
• Gedachten omzetten in actie
• Van je dromen werkelijkheid maken
• Van je hobby je beroep maken
• Kansen die je krijgt pakken
• een droom hebben
• er hard voor willen werken
• niet bang zijn om te falen
• risico’s durven nemen
• leren van je fouten
• kansen zien én kansen pakken
• doorgaan waar anderen stoppen ONDERNEMERS VERTONEN ONDERNEMEND GEDRAG
EEN ONDERNEMEND KARAKTER
You don’t get chances.
You TAKE them.
Zlatan Ibrahimovíc
11.1 causation & effectuation
Een bedrijf starten kun je vanuit twee visies (zienswijzen, manieren) aanpakken, namelijk vanuit causation of vanuit effectuation.
CAUSATION
De visie causation ziet ondernemen als oorzakelijk proces gericht op plannen.
(oorzakelijk proces: als ik A doe is B het gevolg). Causation werkt als volgt:
1. Je begint met een specifiek doel.
2. Vervolgens ga je kijken welke middelen je hiervoor nodig hebt.
3. Je gaat uit van een zekere toekomst en maakt hiervoor een ondernemingsplan.
4. Als het plan af is voor je het uit.
STARTEN MET ONDERNEMEN
CAUSATION: STARTEN VANUIT EEN DOEL
CAUSATION
[oorzaak - gevolg]
ik ga uit van een zekere toekomst: ik volg mijn ondernemingsplan
starten vanuit DOEL
benodigde MIDDELEN
mensen machines kennis relaties etc.
Een ondernemingsplan [business plan] bestaat uit:
1. Persoonlijk plan motieven, kwaliteiten, verdienmodel, missie, visie, strategie?
2. Marketingplan Wat willen mijn klanten? Hoe ga ik concurreren? 4P?
3. Organisatieplan Taakverdeling, personeel, vergunningen, verzekeringen etc.
4. Financieel plan investerings-, financierings-, exploitatie- en liquiditeitsbegroting CAUSATION: STARTEN VANUIT EEN ONDERNEMINGSPLAN
EFFECTUATION
De visie effectuation ziet ondernemen als creatief proces gericht op doen:
Effectuation werkt als volgt:
1. Je begint NIET vanuit een specifiek doel, maar vanuit de middelen die je op dat moment ter beschikking hebt: kennis, ervaring, netwerk, een schuur, auto etc.
2. Je leert meteen van je eerste klanten: wat is hun behoefte en wat willen ze ervoor betalen?
3. Je gaat uit van een ONzekere toekomst en past je plannen hier doorlopend op aan.
EFFECTUATION: STARTEN VANUIT DE MIDDELEN DIE JE AL HEBT
EFFECTUATION: STARTEN VANUIT DE MIDDELEN DIE JE AL HEBT
EFFECTUATION
ik ga uit van een onzekere toekomst: ik volg wat op mijn pad komt en werk voortdurend vanuit de 5 effectuation principes.
starten vanuit MIDDELEN
ik zoek hierbij DOELEN
wie ben ik wat kan ik wat heb ik wie ken ik
DE VIJF PRINCIPES VAN EFFECTUATION
TYPISCHE ‘CRAZY QUILT’ VOORBEELDEN
Philips & Sara Lee Senseo koffiezetapparaat
Van Dobben & Beemster kaas Kaaskroket
Swatch & Mercedes SMART stadsauto’s
CO-CREATIE
CO-CREATIE IN DE MODE INDUSTRIE
Lewis Hamilton X
Tommy Hilfiger Comme des Garçons
x Converse
Patta x Nike
SAMENGEVAT
EFFECTUATION CAUSATION
DOEL(EN) MIDDEL MIDDEL MIDDEL
MIDDELEN DOEL DOEL DOEL
M
Wat wil ik bereiken, wat heb ik daarvoor nodig?
vooral logisch denken vooral creatief denken
Wat heb ik,
wat kan ik daarmee bereiken?
Effectuation is niet beter dan causation of omgekeerd. Het gaat erom welke manier het beste bij jou als ondernemer past.
In het algemeen is wel zo dat causation beter past bij een stabiele, zekere omgeving (markt) en effectuation meer bij een omgeving (markt) met veel onzekerheden.
Soms begint een ondernemer vanuit effectuation en schakelt later (bij groei) over op causation. De reden hiervoor is dat banken of investeerders meestal een goed
onderbouwd ondernemingsplan eisen alvorens ze geld verstrekken.
CAUSATION OF EFFECTUATION?
1. Persoonlijk plan motieven, kwaliteiten, verdienmodel, missie, visie, strategie?
2. Marketingplan Wat willen mijn klanten? Hoe ga ik concurreren? 4P?
3. Organisatieplan Taakverdeling, personeel, vergunningen, verzekeringen etc.
4. Financieel plan investerings-, financierings-, exploitatie- en liquiditeitsbegroting BEDRIJFSECONOMIE GAAT VOORAL OVER CAUSATION
11.2 het persoonlijk plan
PERSOONSGEGEVENS
• Naam, adresgegevens, geboortedatum, opleiding ervaring (soort C.V. dus)
MOTIEVEN
• Hierin leg je uit waarom je ondernemer wil worden, wat je drijfveren zijn,
bijvoorbeeld vrijheid, met je idee iets voor de maatschappij willen betekenen etc.
KWALITEITEN
• Hierin leg je uit wat jouw eigenschappen zijn die passen bij ondernemerschap, bijvoorbeeld creativiteit, doorzettingsvermogen, zelfdiscipline, netwerken, sociaal sterk etc.
PERSOONLIJK PLAN: DE ONDERNEMERS
IDEE
• Hierin leg je uit WAT je precies gaat doen (activiteit) en HOE je hiermee je geld gaat verdienen (rechtsvorm, verdienmodel).
MISSIE
• WAAR STAAN WE VOOR, wat is ons BESTAANSRECHT, wat zijn onze NORMEN &
WAARDEN? bijvoorbeeld: Philips: ‘Let’s make things better’ of Apple: We want to make work easier’.
VISIE
• TOEKOMSTSBEELD, wat willen we bereiken, WAAR GAAN WE VOOR?
bijv.: ‘ons restaurant wil bijdragen aan een volledig veganistische generatie’
PERSOONLIJK PLAN: DE ONDERNEMING
Het verdienmodel van een onderneming is de manier waarop je als ondernemer geld verdient:
Handelsmodel: verkopen op markt, winkel of internet Abonnement of lidmaatschap: abonnement op b.v. krant, netflix, spotify
Verhuur en leasemodel: Verhuur of lease van auto’s, fietsen, gereedschap etc.
Lokaasmodel: Goedkoop basisproduct waar je dure verbruiksmaterialen bij nodig hebt, b.v. koffiecups, opzetstukken voor tandenborstel, inktcartridges
Fremium model: Gratis basisproduct, premium tegen betaling, b.v. YouTube Servicemodel: Verkoop van product tegen lage marges, winst wordt gemaakt
op onderhoud, bijv. auto’s en verwarmingsketels
Advertentiemodel: Geld verdienen door advertenties bijv. Google, Youtube etc.
Verbruiksmodel: Je betaalt voor wat je gebruikt, bijv. elektriciteit, gas
PERSOONLIJK PLAN: BEDRIJFSIDEE & VERDIENMODEL
11.3 het marketingplan
Marketing is alles wat je doet om maximaal in te spelen op de behoeften van je (potentiële) afnemers, met als doel om hun (koop)gedrag te beïnvloeden.
Met andere woorden:
Potentiële klanten verleiden om bij JOU te kopen en niet bij de concurrent.
Een andere benaming voor marketing is verkoopbevordering WAT IS MARKETING?
Belangrijke vragen die een onderneming zich bij marketing moet stellen zijn:
• Wat willen mijn klanten (welke behoeften)
• Hoe kan ik mij onderscheiden van mijn concurrenten?
• Hoe creëer ik een onderscheidend imago (beeld)
Hoe beter je erin slaagt om je te onderscheiden > hoe minder concurrentie je hebt
> hoe hoger de prijs die je kunt vragen (of veel kopers), > hoe hoger je winst 3 BELANGRIJKE MARKETINGVRAGEN VOOR EEN ONDERNEMER
MARKETING GAAT OM ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN
fabrikanten van luxe producten onderscheiden zich vaak met DESIGN
ALDI
onderscheidt zich met lage prijzen
MARKETING GAAT OM ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN
Soms gebruikt een merk een BIJZONDERE KLEUR
om zich duidelijk te onderscheiden van de concurrenten
MARKETING GAAT OM ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN
COOL BLUE
onderscheidt zich door supersnel leveren
en
sublieme service
MARKETING GAAT OM ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN
ook een duidelijk herkenbaar logo helpt een merk om zich te onderscheiden MARKETING GAAT OM ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN
• Bij marketing denken veel mensen vooral aan reclame.
• Reclame is inderdaad een belangrijk onderdeel van marketing.
• Maar maar marketing is veel meer dan alleen reclame.
• Ook marktonderzoek en afzetanalyses behoren tot het marketingvak
• Net als productontwikkeling, ontwerp van verpakking en het bepalen van de prijs.
• Marketing is een vak apart…
MARKETING IS EEN VAK APART…
Zeker in grote bedrijven wordt marketing zorgvuldig gepland en is er vaak een aparte marketing manager die voor de marketing van een bedrijf of merk verantwoordelijk is.
STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING
FASEN STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING
1. Marktdefinitie WAAR ga ik concurreren (markt) 2. Marktonderzoek welke ontwikkelingen/trends?
3. SWOT-analyse sterktes-zwaktes-kansen-bedreigingen
4. Marketingstrategie HOE ga ik concurreren?
5. Marketingtactiek invullen van de 4 P’s
1. MARKTDEFINITIE
Hierin baken je de markt af waarin je gaat opereren, bijvoorbeeld dranken: warme dranken? koude dranken? frisdranken? alcoholische dranken? zuiveldranken? etc.
2. MARKTONDERZOEK
Hierin onderzoek je behoeften van afnemers, trends en ontwikkelingen in je markt en hoe je concurrenten hier goed of minder goed (kans voor jou!) op inspelen.
Twee manieren van marktonderzoek:
• DESK RESEARCH: onderzoeken van bestaande informatie, bijv. websites CBS, KvK
• FIELD RESEARCH: zelf nieuwe informatie verzamelen, bijv. door enquêtes.
STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING
3. SWOT-ANALYSE
Hierin vertaal je de belangrijkste conclusies uit je marktonderzoek naar Strenghts (sterktes), Weaknesses (zwaktes), Opportunities (kansen) en Threats (bedreigingen).
LET OP:
Sterktes en Zwaktes (Strengths en Weaknesses) hebben betrekking op de organisatie zelf. Deze kun je beïnvloeden.
Kansen en Bedreigingen (Opportunities en Threats) hebben betrekking op de
omgeving van je organisatie (maatschappij, concurrenten, afnemers, leveranciers etc.) Hier kun je GEEN invloed op uitoefenen, maar zijn wel belangrijk om in je achterhoofd te houden bij het maken van strategische keuzes!
STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING
STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING VOORBEELD SWOT MATRIX
INTERN (organisatie zelf)
S W
O T
4. MARKETINGSTRATEGIE
De SWOT-matrix ga je gebruiken om je marketingstrategie te bepalen. Deze bestaat uit drie onderdelen:
1. Waardestrategie hoe ga ik me als bedrijf onderscheiden (product/prijs/relatie)?
2. Segmentatie welke doelgroepen zijn te onderscheiden, welke interessant?
3. Merkpositionering welke associaties moet het merk bij de doelgroep oproepen?
STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING
Een doelgroep is een specifieke groep afnemers die een organisatie wil bereiken met een bepaald aanbod. Bijvoorbeeld: de doelgroep van Suit Supply is hoger opgeleide mannen tussen 18 en 40 jaar met een sales- of managementfunctie.
Positionering betekent: welk imago (beeld) moet je in het brein van je doelgroep(en) creëren om optimaal op hun behoeften in te spelen (en hierdoor dus het kopen van jouw product of merk te stimuleren.
STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING
5. MARKETINGTACTIEK
STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING
Hieronder verstaan we het invullen van de 4 marketinginstrumenten die we
kunnen gebruiken om ons product of merk mee te te onderscheiden en daardoor koopgedrag te beïnvloeden:
De 4 marketinginstrumenten samen noemen we de marketingmix.
Hiermee proberen merkvoorkeur te bereiken en zoveel mogelijk klanten te trekken
11.4 het financieel plan
Het financieel plan van een startende onderneming bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Investeringsbegroting hierop staan alle bedrijfsmiddelen die we nodig hebben
2. Financieringsbegroting hierop staat hoe deze middelen zijn/worden betaald
3. Resultatenbegroting hierop staan verwachte omzet, kosten en winst [in een periode]
4. Liquiditeitsbegroting hierop staan verwachte inkomsten en uitgaven [in een periode]
De investeringsbegroting en de financieringsbegroting vormen samen de openingsbalans.
EEN FINANCIEEL PLAN MAKEN
INVESTERINGSBEGROTING
Hierop staan alle bezittingen die nodig zijn om het bedrijf te starten. Deze komen later debet op de balans en worden onderverdeeld in:
VASTE ACTIVA
Investeringen, bezittingen die langer dan 1 jaar meegaan
VLOTTENDE ACTIVA
Investeringen, bezittingen die korter dan 1 jaar meegaan LIQUIDE MIDDELEN
Geld in je kas of op de bank
VOORBEELD INVESTERINGSBEGROTING
DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..
CREDIT (financiering) in €
VASTE ACTIVA Pand
Bedrijfsauto Inventaris
VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren
Te vorderen BTW
LIQUIDE MIDDELEN Kas
Bank
200.000 15.000 35.000
75.000 26.250
1.500 7.500
EIGEN VERMOGEN
VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]
- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders
VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]
- Rekening courant krediet
- Crediteuren [leverancierskrediet]
- Af te dragen BTW
73.000
210.000 60.000
5.000 12.250
TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250
DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..
CREDIT (financiering) in €
VASTE ACTIVA Pand
Bedrijfsauto Inventaris
VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren
Te vorderen BTW
LIQUIDE MIDDELEN Kas
Bank
200.000 15.000 35.000
75.000 26.250
1.500 7.500
EIGEN VERMOGEN
VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]
- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders
VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]
- Rekening courant krediet
- Crediteuren [leverancierskrediet]
- Af te dragen BTW
73.000
210.000 60.000
5.000 12.250
TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250
DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..
[debetzijde = INVESTERINGSPLAN] [creditzijde = FINANCIERINGSPLAN]
CREDIT (financiering) in €
VASTE ACTIVA Pand
Bedrijfsauto Inventaris
VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren
Te vorderen BTW
LIQUIDE MIDDELEN Kas
Bank
200.000 15.000 35.000
75.000 26.250
1.500 7.500
EIGEN VERMOGEN
VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]
- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders
VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]
- Rekening courant krediet
- Crediteuren [leverancierskrediet]
- Af te dragen BTW
73.000
210.000 60.000
5.000 12.250
TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250
FINANCIERINGSBEGROTING
Na het opstellen van je investeringsbegroting weet je hoeveel geld je nodig hebt om je geplande bezittingen te betalen (financieren). Dit geld kan bestaan uit:
EIGEN VERMOGEN
Geld dat de ondernemer ZELF in de onderneming steekt.
VREEMD VERMOGEN [KORT & LANG]
Dit is geld dat de ondernemer leent van anderen. Lang Vreemd Vermogen [VVL] is het totaal aan leningen dat langer dan 1 jaar in de onderneming blijft. Tot het Kort Vreemd Vermogen [VVK] behoren leningen die korter dan 1 jaar in de onderneming blijven.
BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B | © EA
49
VOORBEELD FINANCIERINGSBEGROTING
DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..
CREDIT (financiering) in €
VASTE ACTIVA Pand
Bedrijfsauto Inventaris
VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren
Te vorderen BTW
LIQUIDE MIDDELEN Kas
Bank
200.000 15.000 35.000
75.000 26.250
1.500 7.500
EIGEN VERMOGEN
VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]
- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders
VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]
- Rekening courant krediet
- Crediteuren [leverancierskrediet]
- Af te dragen BTW
73.000
210.000 60.000
5.000 12.250
TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250
DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..
[debetzijde = INVESTERINGSPLAN] [creditzijde = FINANCIERINGSPLAN]
CREDIT (financiering) in €
VASTE ACTIVA Pand
Bedrijfsauto Inventaris
VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren
Te vorderen BTW
LIQUIDE MIDDELEN Kas
Bank
200.000 15.000 35.000
75.000 26.250
1.500 7.500
EIGEN VERMOGEN
VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]
- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders
VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]
- Rekening courant krediet
- Crediteuren [leverancierskrediet]
- Af te dragen BTW
73.000
210.000 60.000
5.000 12.250
TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250
Uit mijn investeringsbegroting blijkt dat ik in totaal € 360.250 nodig heb.
Dit kan ik betalen (financieren) met eigen vermogen en vreemd vermogen:
DE OPENINGSBALANS
De investeringsbegroting (debet) en de financieringsbegroting vormen samen de openingsbalans, een overzicht van bezittingen en schulden op een bepaald moment.
[in dit geval bij het starten van de onderneming]
De balans:
• Moet altijd in evenwicht zijn
• Op de debetzijde van de BalanS staan de Bezittingen
• Op de creditzijde van de BalanS staan de Schulden en het Eigen Vermogen
• Bezittingen – Schulden = Eigen Vermogen
DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..
[debetzijde = INVESTERINGSPLAN] [creditzijde = FINANCIERINGSPLAN]
CREDIT (financiering) in €
VASTE ACTIVA Pand
Bedrijfsauto Inventaris
VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren
Te vorderen BTW
LIQUIDE MIDDELEN Kas
Bank
200.000 15.000 35.000
75.000 26.250
1.500 7.500
EIGEN VERMOGEN
VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]
- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders
VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]
- Rekening courant krediet
- Crediteuren [leverancierskrediet]
- Af te dragen BTW
73.000
210.000 60.000
5.000 12.250
TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250
RESULTATENBEGROTING
De resultatenbegroting (=exploitatiebegroting) is de verwachte versie (begroting) van de winst-en-verliesrekening zoals je die al kent. Hierop staan dus de te
verwachten Kosten en Opbrengsten [K.O.] en het verwachte resultaat van een periode.
PRIVÉBEGROTING
Om een inschatting te maken van de winst de je minimaal moet maken om te kunnen leven, is het handig om een privébegroting te maken: een overzicht van kosten van je levensonderhoud.
Een ondernemer die geen (partner met) andere inkomsten heeft moet zijn/haar privé-uitgaven volledig betalen uit de winst van de onderneming (na belasting)
LIQUIDITEITSBEGROTING
Op de liquiditeitsbegroting maak je een overzicht van de de te verwachten inkomsten en uitgaven [dus van de toe- en afname van je liquide middelen kas en bank.
Let op: inkomsten en uitgaven hoeven niet perse in dezelfde periode te vallen dan je kosten en opbrengsten!!!
11.5 praktische zaken
ORGANISATIE & PERSONEEL: ENKELE PRAKTISCHE ZAKEN
Bij het starten van een onderneming moet je met een aantal praktische zaken rekening houden, zoals:
PRAKTISCHE ZAKEN WAAR JE ALS STARTER MEE TE MAKEN KRIJGT
1. Vestigingsplaats kopen of huren, bestemmingsplan
2. Vergunningen inschrijving Kamer van Koophandel, speciale regels en vergunningen voor een bepaalde branche, bijv. horeca 3. Verzekeringen bedrijfsverzekeringen, bijv. brand, aansprakelijkheid 4. Belastingen BTW, inkomstenbelasting (vennootschapsbelasting) etc.
5. Personeel Wel of geen personeel, regels en wetgeving, kosten 6. Franchise wel of geen franchise, voordelen vs. nadelen
[BELASTING TOEGEVOEGDE WAARDE] BTW
BTW is een (indirecte) belasting die de overheid heft op de verkoop van goederen en diensten aan consumenten. Een ander woord voor BTW is omzetbelasting.
Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer
afdragen aan de Belastingdienst. Een ondernemer verdient dus zelf niets aan BTW.
De prijs waar de BTW reeds is bijgeteld (=inclusief BTW) noemen we de
consumentenprijs. Dit is dus de prijs die de consument in de winkel moet betalen:
VERKOOPPRIJS + BTW = CONSUMENTENPRIJS BTW = BELASTING TOEGEVOEGDE WAARDE
Nederland kent 3 BTW tarieven:
21% voor de meeste (luxe) goederen en diensten
9% voor levensmiddelen, boeken en sommige diensten (kapper, fietsenmaker) 0% voor medicijnen en onderwijs
BTW TARIEVEN
VERKOOPPRIJS IS ALTIJD EXLCUSIEF (ZONDER) BTW = 100%
CONSUMENTENPRIJS IS ALTIJD INCLUSIEF (MET) BTW = 121% of 109%
DUS:
VERKOOPPRIJS + BTW = CONSUMENTENPRIJS OF ANDERS GENOTEERD:
VERKOOPPRIJS [exclusief BTW] € ……… 100%
BTW + = € ………. + 21% +
CONSUMENTENPRIJS [inclusief BTW] € ……… 121%
TIP: BEGIN BIJ BTW OPGAVEN ALTIJD MET DEZE REKENTABEL!!
REKENEN MET BTW
Voorbeeld
De verkoopprijs van een televisie is € 600. De BTW bedraagt 21%.
Gevraagd:
a. bereken de consumentenprijs.
b. bereken de BTW in €.
REKENEN MET BTW
We weten dat in de verkoopprijs nog geen BTW zit en overeenkomt met 100%. Het bedrag van € 600 kunnen we nu dus invullen:
VERKOOPPRIJS € 600 100%
BTW + = 21% +
CONSUMENTENPRIJS 121%
Als we weten dat 100% overeenkomt met € 600 kunnen we de bij a. gevraagde consumentenprijs (121%) uitrekenen. Je kunt een verhoudingstabel gebruiken of eerst 1% uitrekenen. Dit is € 600 : 100 = € 6.
De consumentenprijs is 121% dus: 121 x € 6 = € 726.
REKENEN MET BTW - UITWERKING
• BTW die een ondernemer bij VERKOOP ontvangt moet hij afdragen aan de fiscus
• Door BTW wordt de prijs voor de consument hoger
• BTW wordt uiteindelijk dus door de consument betaald
• Ondernemer krijgt betaalde BTW over zijn INKOPEN terug van de fiscus
• Verschil moet hij betalen aan de belastingdienst
• Ondernemer maakt geen winst op BTW!
• Berekenen van winst (resultatenbegroting) doen we daarom altijd exclusief BTW BTW = BELASTING TOEGEVOEGDE WAARDE
EXTRA UITLEG: Juf Janssen | BTW | 08:04 https://www.youtube.com/watch?v=VA9j39k1M9E
Belastingdienst Belasting Toegevoegde Waarde
ONDERNEMING verkoop van goederen of diensten inkoop van goederen
of diensten
VERKOOPFACTUUR
Verkoopprijs excl. BTW 100% € ...,..
BTW (luxe goederen) 21% € ...,.. +
CONSUMENTENPRIJS 121% € ...,..
ONDERNEMER MOET BTW VAN VERKOPEN AFDRAGEN!
INKOOPFACTUUR
Inkoopprijs excl. BTW 100% € ...,..
BTW (luxe goederen) 21% € ...,.. +
Inkoopprijs incl. BTW 121% € ...,..
ONDERNEMER KRIJGT BTW VAN ZAKELIJKE INKOPEN TERUG!
EINDE KWARTAAL:
TE VORDEREN BTW EINDE KWARTAAL
AF TE DRAGEN BTW
VERSCHIL TE VERREKENEN BTW= [te betalen of terug te krijgen]
BTW IN EEN ONDERNEMING (BEDRIJF): TE VERREKENEN BTW
Big Doron verkoopt tosti’s op de markt. Zijn omzet in het 1e kwartaal van dit jaar was € 5.350. De inkoopwaarde van de tosti’s en sauzen was € 1.335 (exclusief BTW). Alle ingrediënten voor de tosti’s vallen onder levensmiddelen (6% BTW).
In het 1e kwartaal heeft Doron een kassa gekocht voor € 485 exclusief 21% BTW.
Gevraagd:
a. De verschuldigde BTW b. De te vorderen BTW
c. De te verrekenen BTW die Big Doron terugkrijgt van de Belastingdienst.
VOORBEELD VERREKENING BTW
Let op: omzet en inkoopwaarde zijn altijd exclusief (zonder) BTW, dus:
a. Verschuldigde BTW (te betalen) is 6% van de omzet = (6:100) x € 5.350 = € 321
b. Te vorderen BTW over de inkoop van tosti’s en sauzen: 6% van € 1.335 = € 80,10 Te vorderen BTW over de inkoop van de kassa: 21% van € 485 = € 101,85
Te vorderen BTW (terug te krijgen) TOTAAL = € 80,10 + € 101,85 = € 181,95
c. Te verrekenen BTW = verschuldigde BTW – te vorderen (terug te krijgen) BTW
= € 321 - € 181,95 = € 139,05.
N.B.: De verschuldigde BTW is hoger dan de te vorderen BTW, dus Doron moet betalen. Wanneer de te
VOORBEELD VERREKENING BTW - UITWERKING
EXTRA UITLEG
Het belang van een ondernemingsplan KvK [02:30]
https://www.youtube.com/watch?v=dXi45a5uyd4
Causation vs. effectuation [02:58]
https://www.youtube.com/watch?v=FCOQUbWJPB8
Causation vs. effectuation [06:30]
https://www.youtube.com/watch?v=VX7La45rBnU
EcoFlash – BTW [01:42]
https://www.youtube.com/watch?v=3wkQQEL17Yo
Juf Janssen – BTW [08:30]
https://www.youtube.com/watch?v=VA9j39k1M9E