• No results found

EEN EIGEN ONDERNEMING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "EEN EIGEN ONDERNEMING"

Copied!
67
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

module H11

EEN EIGEN ONDERNEMING

BEDRIJFSECONOMIE VOOR DE BOVENBOUW

DOMEIN B

van persoon naar rechtspersoon

(2)

EIGENAREN KLANTEN

MEDEWERKERS AARDE

BEDRIJFSECONOMIE

& ONDERNEMERSCHAP

(3)

LEERDOELEN

Je kunt de voor- en nadelen van een arbeidsrelatie vs eigen onderneming uitleggen

Je kunt de rol van ondernemer bij creatieve proces voor de oprichting van een eenmanszaak uitleggen

Je kunt de verschillende onderdelen van een ondernemingsplan uitleggen

INHOUD

11.0. introductie: loondienst of ondernemerschap?

11.1 causation en effectuation 11.2 het persoonlijk plan

11.3 het marketingplan 11.4 het financieel plan 11.5 praktische zaken

DOMEIN B | EEN EIGEN ONDERNEMING

(4)

11.0 loondienst of ondernemerschap?

(5)

LOONDIENST OF ONDERNEMERSCHAP?

LOONDIENST ONDERNEMER

VOORDELEN Zekerheid: loon, werktijden, vakanties, sociale zekerheid, aanvullend pensioen

Vrijheid en flexibiliteit (tijd/wat doe je wanneer)

Winst is voor de ondernemer

Afwisseling

Wat je graag doet voelt vaak niet als werken

NADELEN Minder vrijheid, je werkgever bepaalt wat je moet doen en wanneer

Weinig vrije tijd

Onzekerheid: variabel inkomen, geen sociale zekerheid, geen aanvullend pensioen

Je moet alles zelf doen

Je bent voor alles zelf verantwoordelijk

Wat past bij jou?

(6)

ONDERNEMEN BEGINT MET EEN IDEE

EN DAAR VERVOLGENS IETS MEE DOEN!

(7)

ONDERNEMEN & ONDERNEMERSCHAP ONDERNEMEN BETEKENT:

• Je ideeën uitvoeren; niet blijven dagdromen maar gewoon DOEN

• Gedachten omzetten in actie

• Van je dromen werkelijkheid maken

• Van je hobby je beroep maken

• Kansen die je krijgt pakken

(8)

een droom hebben

er hard voor willen werken

niet bang zijn om te falen

risico’s durven nemen

leren van je fouten

kansen zien én kansen pakken

doorgaan waar anderen stoppen ONDERNEMERS VERTONEN ONDERNEMEND GEDRAG

(9)

EEN ONDERNEMEND KARAKTER

(10)
(11)

You don’t get chances.

You TAKE them.

Zlatan Ibrahimovíc

(12)

11.1 causation & effectuation

(13)

Een bedrijf starten kun je vanuit twee visies (zienswijzen, manieren) aanpakken, namelijk vanuit causation of vanuit effectuation.

CAUSATION

De visie causation ziet ondernemen als oorzakelijk proces gericht op plannen.

(oorzakelijk proces: als ik A doe is B het gevolg). Causation werkt als volgt:

1. Je begint met een specifiek doel.

2. Vervolgens ga je kijken welke middelen je hiervoor nodig hebt.

3. Je gaat uit van een zekere toekomst en maakt hiervoor een ondernemingsplan.

4. Als het plan af is voor je het uit.

STARTEN MET ONDERNEMEN

(14)

CAUSATION: STARTEN VANUIT EEN DOEL

CAUSATION

[oorzaak - gevolg]

ik ga uit van een zekere toekomst: ik volg mijn ondernemingsplan

starten vanuit DOEL

benodigde MIDDELEN

mensen machines kennis relaties etc.

(15)

Een ondernemingsplan [business plan] bestaat uit:

1. Persoonlijk plan motieven, kwaliteiten, verdienmodel, missie, visie, strategie?

2. Marketingplan Wat willen mijn klanten? Hoe ga ik concurreren? 4P?

3. Organisatieplan Taakverdeling, personeel, vergunningen, verzekeringen etc.

4. Financieel plan investerings-, financierings-, exploitatie- en liquiditeitsbegroting CAUSATION: STARTEN VANUIT EEN ONDERNEMINGSPLAN

(16)

EFFECTUATION

De visie effectuation ziet ondernemen als creatief proces gericht op doen:

Effectuation werkt als volgt:

1. Je begint NIET vanuit een specifiek doel, maar vanuit de middelen die je op dat moment ter beschikking hebt: kennis, ervaring, netwerk, een schuur, auto etc.

2. Je leert meteen van je eerste klanten: wat is hun behoefte en wat willen ze ervoor betalen?

3. Je gaat uit van een ONzekere toekomst en past je plannen hier doorlopend op aan.

EFFECTUATION: STARTEN VANUIT DE MIDDELEN DIE JE AL HEBT

(17)

EFFECTUATION: STARTEN VANUIT DE MIDDELEN DIE JE AL HEBT

EFFECTUATION

ik ga uit van een onzekere toekomst: ik volg wat op mijn pad komt en werk voortdurend vanuit de 5 effectuation principes.

starten vanuit MIDDELEN

ik zoek hierbij DOELEN

wie ben ik wat kan ik wat heb ik wie ken ik

(18)

DE VIJF PRINCIPES VAN EFFECTUATION

(19)

TYPISCHE ‘CRAZY QUILT’ VOORBEELDEN

Philips & Sara Lee Senseo koffiezetapparaat

Van Dobben & Beemster kaas Kaaskroket

Swatch & Mercedes SMART stadsauto’s

CO-CREATIE

(20)

CO-CREATIE IN DE MODE INDUSTRIE

Lewis Hamilton X

Tommy Hilfiger Comme des Garçons

x Converse

Patta x Nike

(21)

SAMENGEVAT

EFFECTUATION CAUSATION

DOEL(EN) MIDDEL MIDDEL MIDDEL

MIDDELEN DOEL DOEL DOEL

M

Wat wil ik bereiken, wat heb ik daarvoor nodig?

vooral logisch denken vooral creatief denken

Wat heb ik,

wat kan ik daarmee bereiken?

(22)

Effectuation is niet beter dan causation of omgekeerd. Het gaat erom welke manier het beste bij jou als ondernemer past.

In het algemeen is wel zo dat causation beter past bij een stabiele, zekere omgeving (markt) en effectuation meer bij een omgeving (markt) met veel onzekerheden.

Soms begint een ondernemer vanuit effectuation en schakelt later (bij groei) over op causation. De reden hiervoor is dat banken of investeerders meestal een goed

onderbouwd ondernemingsplan eisen alvorens ze geld verstrekken.

CAUSATION OF EFFECTUATION?

(23)

1. Persoonlijk plan motieven, kwaliteiten, verdienmodel, missie, visie, strategie?

2. Marketingplan Wat willen mijn klanten? Hoe ga ik concurreren? 4P?

3. Organisatieplan Taakverdeling, personeel, vergunningen, verzekeringen etc.

4. Financieel plan investerings-, financierings-, exploitatie- en liquiditeitsbegroting BEDRIJFSECONOMIE GAAT VOORAL OVER CAUSATION

(24)

11.2 het persoonlijk plan

(25)

PERSOONSGEGEVENS

• Naam, adresgegevens, geboortedatum, opleiding ervaring (soort C.V. dus)

MOTIEVEN

• Hierin leg je uit waarom je ondernemer wil worden, wat je drijfveren zijn,

bijvoorbeeld vrijheid, met je idee iets voor de maatschappij willen betekenen etc.

KWALITEITEN

• Hierin leg je uit wat jouw eigenschappen zijn die passen bij ondernemerschap, bijvoorbeeld creativiteit, doorzettingsvermogen, zelfdiscipline, netwerken, sociaal sterk etc.

PERSOONLIJK PLAN: DE ONDERNEMERS

(26)

IDEE

Hierin leg je uit WAT je precies gaat doen (activiteit) en HOE je hiermee je geld gaat verdienen (rechtsvorm, verdienmodel).

MISSIE

WAAR STAAN WE VOOR, wat is ons BESTAANSRECHT, wat zijn onze NORMEN &

WAARDEN? bijvoorbeeld: Philips: ‘Let’s make things better’ of Apple: We want to make work easier’.

VISIE

TOEKOMSTSBEELD, wat willen we bereiken, WAAR GAAN WE VOOR?

bijv.: ‘ons restaurant wil bijdragen aan een volledig veganistische generatie’

PERSOONLIJK PLAN: DE ONDERNEMING

(27)

Het verdienmodel van een onderneming is de manier waarop je als ondernemer geld verdient:

Handelsmodel: verkopen op markt, winkel of internet Abonnement of lidmaatschap: abonnement op b.v. krant, netflix, spotify

Verhuur en leasemodel: Verhuur of lease van auto’s, fietsen, gereedschap etc.

Lokaasmodel: Goedkoop basisproduct waar je dure verbruiksmaterialen bij nodig hebt, b.v. koffiecups, opzetstukken voor tandenborstel, inktcartridges

Fremium model: Gratis basisproduct, premium tegen betaling, b.v. YouTube Servicemodel: Verkoop van product tegen lage marges, winst wordt gemaakt

op onderhoud, bijv. auto’s en verwarmingsketels

Advertentiemodel: Geld verdienen door advertenties bijv. Google, Youtube etc.

Verbruiksmodel: Je betaalt voor wat je gebruikt, bijv. elektriciteit, gas

PERSOONLIJK PLAN: BEDRIJFSIDEE & VERDIENMODEL

(28)

11.3 het marketingplan

(29)

Marketing is alles wat je doet om maximaal in te spelen op de behoeften van je (potentiële) afnemers, met als doel om hun (koop)gedrag te beïnvloeden.

Met andere woorden:

Potentiële klanten verleiden om bij JOU te kopen en niet bij de concurrent.

Een andere benaming voor marketing is verkoopbevordering WAT IS MARKETING?

(30)

Belangrijke vragen die een onderneming zich bij marketing moet stellen zijn:

Wat willen mijn klanten (welke behoeften)

Hoe kan ik mij onderscheiden van mijn concurrenten?

Hoe creëer ik een onderscheidend imago (beeld)

Hoe beter je erin slaagt om je te onderscheiden > hoe minder concurrentie je hebt

> hoe hoger de prijs die je kunt vragen (of veel kopers), > hoe hoger je winst 3 BELANGRIJKE MARKETINGVRAGEN VOOR EEN ONDERNEMER

(31)

MARKETING GAAT OM ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN

fabrikanten van luxe producten onderscheiden zich vaak met DESIGN

(32)

ALDI

onderscheidt zich met lage prijzen

MARKETING GAAT OM ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN

(33)

Soms gebruikt een merk een BIJZONDERE KLEUR

om zich duidelijk te onderscheiden van de concurrenten

MARKETING GAAT OM ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN

(34)

COOL BLUE

onderscheidt zich door supersnel leveren

en

sublieme service

MARKETING GAAT OM ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN

(35)

ook een duidelijk herkenbaar logo helpt een merk om zich te onderscheiden MARKETING GAAT OM ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN

(36)

Bij marketing denken veel mensen vooral aan reclame.

Reclame is inderdaad een belangrijk onderdeel van marketing.

Maar maar marketing is veel meer dan alleen reclame.

Ook marktonderzoek en afzetanalyses behoren tot het marketingvak

Net als productontwikkeling, ontwerp van verpakking en het bepalen van de prijs.

Marketing is een vak apart…

MARKETING IS EEN VAK APART…

(37)

Zeker in grote bedrijven wordt marketing zorgvuldig gepland en is er vaak een aparte marketing manager die voor de marketing van een bedrijf of merk verantwoordelijk is.

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING

FASEN STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING

1. Marktdefinitie WAAR ga ik concurreren (markt) 2. Marktonderzoek welke ontwikkelingen/trends?

3. SWOT-analyse sterktes-zwaktes-kansen-bedreigingen

4. Marketingstrategie HOE ga ik concurreren?

5. Marketingtactiek invullen van de 4 P’s

(38)

1. MARKTDEFINITIE

Hierin baken je de markt af waarin je gaat opereren, bijvoorbeeld dranken: warme dranken? koude dranken? frisdranken? alcoholische dranken? zuiveldranken? etc.

2. MARKTONDERZOEK

Hierin onderzoek je behoeften van afnemers, trends en ontwikkelingen in je markt en hoe je concurrenten hier goed of minder goed (kans voor jou!) op inspelen.

Twee manieren van marktonderzoek:

DESK RESEARCH: onderzoeken van bestaande informatie, bijv. websites CBS, KvK

FIELD RESEARCH: zelf nieuwe informatie verzamelen, bijv. door enquêtes.

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING

(39)

3. SWOT-ANALYSE

Hierin vertaal je de belangrijkste conclusies uit je marktonderzoek naar Strenghts (sterktes), Weaknesses (zwaktes), Opportunities (kansen) en Threats (bedreigingen).

LET OP:

Sterktes en Zwaktes (Strengths en Weaknesses) hebben betrekking op de organisatie zelf. Deze kun je beïnvloeden.

Kansen en Bedreigingen (Opportunities en Threats) hebben betrekking op de

omgeving van je organisatie (maatschappij, concurrenten, afnemers, leveranciers etc.) Hier kun je GEEN invloed op uitoefenen, maar zijn wel belangrijk om in je achterhoofd te houden bij het maken van strategische keuzes!

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING

(40)

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING VOORBEELD SWOT MATRIX

INTERN (organisatie zelf)

S W

O T

(41)

4. MARKETINGSTRATEGIE

De SWOT-matrix ga je gebruiken om je marketingstrategie te bepalen. Deze bestaat uit drie onderdelen:

1. Waardestrategie hoe ga ik me als bedrijf onderscheiden (product/prijs/relatie)?

2. Segmentatie welke doelgroepen zijn te onderscheiden, welke interessant?

3. Merkpositionering welke associaties moet het merk bij de doelgroep oproepen?

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING

Een doelgroep is een specifieke groep afnemers die een organisatie wil bereiken met een bepaald aanbod. Bijvoorbeeld: de doelgroep van Suit Supply is hoger opgeleide mannen tussen 18 en 40 jaar met een sales- of managementfunctie.

(42)

Positionering betekent: welk imago (beeld) moet je in het brein van je doelgroep(en) creëren om optimaal op hun behoeften in te spelen (en hierdoor dus het kopen van jouw product of merk te stimuleren.

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING

(43)

5. MARKETINGTACTIEK

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING

Hieronder verstaan we het invullen van de 4 marketinginstrumenten die we

kunnen gebruiken om ons product of merk mee te te onderscheiden en daardoor koopgedrag te beïnvloeden:

De 4 marketinginstrumenten samen noemen we de marketingmix.

Hiermee proberen merkvoorkeur te bereiken en zoveel mogelijk klanten te trekken

(44)

11.4 het financieel plan

(45)

Het financieel plan van een startende onderneming bestaat uit de volgende onderdelen:

1. Investeringsbegroting hierop staan alle bedrijfsmiddelen die we nodig hebben

2. Financieringsbegroting hierop staat hoe deze middelen zijn/worden betaald

3. Resultatenbegroting hierop staan verwachte omzet, kosten en winst [in een periode]

4. Liquiditeitsbegroting hierop staan verwachte inkomsten en uitgaven [in een periode]

De investeringsbegroting en de financieringsbegroting vormen samen de openingsbalans.

EEN FINANCIEEL PLAN MAKEN

(46)

INVESTERINGSBEGROTING

Hierop staan alle bezittingen die nodig zijn om het bedrijf te starten. Deze komen later debet op de balans en worden onderverdeeld in:

VASTE ACTIVA

Investeringen, bezittingen die langer dan 1 jaar meegaan

VLOTTENDE ACTIVA

Investeringen, bezittingen die korter dan 1 jaar meegaan LIQUIDE MIDDELEN

Geld in je kas of op de bank

(47)

VOORBEELD INVESTERINGSBEGROTING

DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVA Pand

Bedrijfsauto Inventaris

VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren

Te vorderen BTW

LIQUIDE MIDDELEN Kas

Bank

200.000 15.000 35.000

75.000 26.250

1.500 7.500

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]

- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]

- Rekening courant krediet

- Crediteuren [leverancierskrediet]

- Af te dragen BTW

73.000

210.000 60.000

5.000 12.250

TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250

DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVA Pand

Bedrijfsauto Inventaris

VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren

Te vorderen BTW

LIQUIDE MIDDELEN Kas

Bank

200.000 15.000 35.000

75.000 26.250

1.500 7.500

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]

- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]

- Rekening courant krediet

- Crediteuren [leverancierskrediet]

- Af te dragen BTW

73.000

210.000 60.000

5.000 12.250

TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250

DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..

[debetzijde = INVESTERINGSPLAN] [creditzijde = FINANCIERINGSPLAN]

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVA Pand

Bedrijfsauto Inventaris

VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren

Te vorderen BTW

LIQUIDE MIDDELEN Kas

Bank

200.000 15.000 35.000

75.000 26.250

1.500 7.500

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]

- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]

- Rekening courant krediet

- Crediteuren [leverancierskrediet]

- Af te dragen BTW

73.000

210.000 60.000

5.000 12.250

TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250

(48)

FINANCIERINGSBEGROTING

Na het opstellen van je investeringsbegroting weet je hoeveel geld je nodig hebt om je geplande bezittingen te betalen (financieren). Dit geld kan bestaan uit:

EIGEN VERMOGEN

Geld dat de ondernemer ZELF in de onderneming steekt.

VREEMD VERMOGEN [KORT & LANG]

Dit is geld dat de ondernemer leent van anderen. Lang Vreemd Vermogen [VVL] is het totaal aan leningen dat langer dan 1 jaar in de onderneming blijft. Tot het Kort Vreemd Vermogen [VVK] behoren leningen die korter dan 1 jaar in de onderneming blijven.

(49)

BEDRIJFSECONOMIE HAVO | DOMEIN B | © EA

49

VOORBEELD FINANCIERINGSBEGROTING

DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVA Pand

Bedrijfsauto Inventaris

VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren

Te vorderen BTW

LIQUIDE MIDDELEN Kas

Bank

200.000 15.000 35.000

75.000 26.250

1.500 7.500

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]

- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]

- Rekening courant krediet

- Crediteuren [leverancierskrediet]

- Af te dragen BTW

73.000

210.000 60.000

5.000 12.250

TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250

DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..

[debetzijde = INVESTERINGSPLAN] [creditzijde = FINANCIERINGSPLAN]

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVA Pand

Bedrijfsauto Inventaris

VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren

Te vorderen BTW

LIQUIDE MIDDELEN Kas

Bank

200.000 15.000 35.000

75.000 26.250

1.500 7.500

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]

- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]

- Rekening courant krediet

- Crediteuren [leverancierskrediet]

- Af te dragen BTW

73.000

210.000 60.000

5.000 12.250

TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250

Uit mijn investeringsbegroting blijkt dat ik in totaal € 360.250 nodig heb.

Dit kan ik betalen (financieren) met eigen vermogen en vreemd vermogen:

(50)

DE OPENINGSBALANS

De investeringsbegroting (debet) en de financieringsbegroting vormen samen de openingsbalans, een overzicht van bezittingen en schulden op een bepaald moment.

[in dit geval bij het starten van de onderneming]

De balans:

• Moet altijd in evenwicht zijn

Op de debetzijde van de BalanS staan de Bezittingen

Op de creditzijde van de BalanS staan de Schulden en het Eigen Vermogen

• Bezittingen – Schulden = Eigen Vermogen

(51)

DEBET (bezittingen) in € OPENINGSBALANS1 januari 20..

[debetzijde = INVESTERINGSPLAN] [creditzijde = FINANCIERINGSPLAN]

CREDIT (financiering) in €

VASTE ACTIVA Pand

Bedrijfsauto Inventaris

VLOTTENDE ACTIVA Voorraad goederen Debiteuren

Te vorderen BTW

LIQUIDE MIDDELEN Kas

Bank

200.000 15.000 35.000

75.000 26.250

1.500 7.500

EIGEN VERMOGEN

VREEMD VERMOGEN LANG [VVL]

- 6% lening ABN AMRO - 2% lening ouders

VREEMD VERMOGEN KORT [VVK]

- Rekening courant krediet

- Crediteuren [leverancierskrediet]

- Af te dragen BTW

73.000

210.000 60.000

5.000 12.250

TOTAAL [debet] 360.250 TOTAAL [credit] 360.250

(52)

RESULTATENBEGROTING

De resultatenbegroting (=exploitatiebegroting) is de verwachte versie (begroting) van de winst-en-verliesrekening zoals je die al kent. Hierop staan dus de te

verwachten Kosten en Opbrengsten [K.O.] en het verwachte resultaat van een periode.

(53)

PRIVÉBEGROTING

Om een inschatting te maken van de winst de je minimaal moet maken om te kunnen leven, is het handig om een privébegroting te maken: een overzicht van kosten van je levensonderhoud.

Een ondernemer die geen (partner met) andere inkomsten heeft moet zijn/haar privé-uitgaven volledig betalen uit de winst van de onderneming (na belasting)

(54)

LIQUIDITEITSBEGROTING

Op de liquiditeitsbegroting maak je een overzicht van de de te verwachten inkomsten en uitgaven [dus van de toe- en afname van je liquide middelen kas en bank.

Let op: inkomsten en uitgaven hoeven niet perse in dezelfde periode te vallen dan je kosten en opbrengsten!!!

(55)

11.5 praktische zaken

(56)

ORGANISATIE & PERSONEEL: ENKELE PRAKTISCHE ZAKEN

Bij het starten van een onderneming moet je met een aantal praktische zaken rekening houden, zoals:

PRAKTISCHE ZAKEN WAAR JE ALS STARTER MEE TE MAKEN KRIJGT

1. Vestigingsplaats kopen of huren, bestemmingsplan

2. Vergunningen inschrijving Kamer van Koophandel, speciale regels en vergunningen voor een bepaalde branche, bijv. horeca 3. Verzekeringen bedrijfsverzekeringen, bijv. brand, aansprakelijkheid 4. Belastingen BTW, inkomstenbelasting (vennootschapsbelasting) etc.

5. Personeel Wel of geen personeel, regels en wetgeving, kosten 6. Franchise wel of geen franchise, voordelen vs. nadelen

(57)

[BELASTING TOEGEVOEGDE WAARDE] BTW

(58)

BTW is een (indirecte) belasting die de overheid heft op de verkoop van goederen en diensten aan consumenten. Een ander woord voor BTW is omzetbelasting.

Een ondernemer moet BTW bij zijn verkoopprijs optellen en deze later weer

afdragen aan de Belastingdienst. Een ondernemer verdient dus zelf niets aan BTW.

De prijs waar de BTW reeds is bijgeteld (=inclusief BTW) noemen we de

consumentenprijs. Dit is dus de prijs die de consument in de winkel moet betalen:

VERKOOPPRIJS + BTW = CONSUMENTENPRIJS BTW = BELASTING TOEGEVOEGDE WAARDE

(59)

Nederland kent 3 BTW tarieven:

21% voor de meeste (luxe) goederen en diensten

9% voor levensmiddelen, boeken en sommige diensten (kapper, fietsenmaker) 0% voor medicijnen en onderwijs

BTW TARIEVEN

(60)

VERKOOPPRIJS IS ALTIJD EXLCUSIEF (ZONDER) BTW = 100%

CONSUMENTENPRIJS IS ALTIJD INCLUSIEF (MET) BTW = 121% of 109%

DUS:

VERKOOPPRIJS + BTW = CONSUMENTENPRIJS OF ANDERS GENOTEERD:

VERKOOPPRIJS [exclusief BTW] € ……… 100%

BTW + = € ………. + 21% +

CONSUMENTENPRIJS [inclusief BTW] € ……… 121%

TIP: BEGIN BIJ BTW OPGAVEN ALTIJD MET DEZE REKENTABEL!!

REKENEN MET BTW

(61)

Voorbeeld

De verkoopprijs van een televisie is € 600. De BTW bedraagt 21%.

Gevraagd:

a. bereken de consumentenprijs.

b. bereken de BTW in €.

REKENEN MET BTW

(62)

We weten dat in de verkoopprijs nog geen BTW zit en overeenkomt met 100%. Het bedrag van € 600 kunnen we nu dus invullen:

VERKOOPPRIJS € 600 100%

BTW + = 21% +

CONSUMENTENPRIJS 121%

Als we weten dat 100% overeenkomt met € 600 kunnen we de bij a. gevraagde consumentenprijs (121%) uitrekenen. Je kunt een verhoudingstabel gebruiken of eerst 1% uitrekenen. Dit is € 600 : 100 = € 6.

De consumentenprijs is 121% dus: 121 x € 6 = € 726.

REKENEN MET BTW - UITWERKING

(63)

BTW die een ondernemer bij VERKOOP ontvangt moet hij afdragen aan de fiscus

• Door BTW wordt de prijs voor de consument hoger

• BTW wordt uiteindelijk dus door de consument betaald

Ondernemer krijgt betaalde BTW over zijn INKOPEN terug van de fiscus

• Verschil moet hij betalen aan de belastingdienst

• Ondernemer maakt geen winst op BTW!

• Berekenen van winst (resultatenbegroting) doen we daarom altijd exclusief BTW BTW = BELASTING TOEGEVOEGDE WAARDE

EXTRA UITLEG: Juf Janssen | BTW | 08:04 https://www.youtube.com/watch?v=VA9j39k1M9E

(64)

Belastingdienst Belasting Toegevoegde Waarde

ONDERNEMING verkoop van goederen of diensten inkoop van goederen

of diensten

VERKOOPFACTUUR

Verkoopprijs excl. BTW 100% € ...,..

BTW (luxe goederen) 21% € ...,.. +

CONSUMENTENPRIJS 121% € ...,..

ONDERNEMER MOET BTW VAN VERKOPEN AFDRAGEN!

INKOOPFACTUUR

Inkoopprijs excl. BTW 100% € ...,..

BTW (luxe goederen) 21% € ...,.. +

Inkoopprijs incl. BTW 121% € ...,..

ONDERNEMER KRIJGT BTW VAN ZAKELIJKE INKOPEN TERUG!

EINDE KWARTAAL:

TE VORDEREN BTW EINDE KWARTAAL

AF TE DRAGEN BTW

VERSCHIL TE VERREKENEN BTW= [te betalen of terug te krijgen]

BTW IN EEN ONDERNEMING (BEDRIJF): TE VERREKENEN BTW

(65)

Big Doron verkoopt tosti’s op de markt. Zijn omzet in het 1e kwartaal van dit jaar was € 5.350. De inkoopwaarde van de tosti’s en sauzen was € 1.335 (exclusief BTW). Alle ingrediënten voor de tosti’s vallen onder levensmiddelen (6% BTW).

In het 1e kwartaal heeft Doron een kassa gekocht voor € 485 exclusief 21% BTW.

Gevraagd:

a. De verschuldigde BTW b. De te vorderen BTW

c. De te verrekenen BTW die Big Doron terugkrijgt van de Belastingdienst.

VOORBEELD VERREKENING BTW

(66)

Let op: omzet en inkoopwaarde zijn altijd exclusief (zonder) BTW, dus:

a. Verschuldigde BTW (te betalen) is 6% van de omzet = (6:100) x € 5.350 = € 321

b. Te vorderen BTW over de inkoop van tosti’s en sauzen: 6% van € 1.335 = € 80,10 Te vorderen BTW over de inkoop van de kassa: 21% van € 485 = € 101,85

Te vorderen BTW (terug te krijgen) TOTAAL = € 80,10 + € 101,85 = € 181,95

c. Te verrekenen BTW = verschuldigde BTW – te vorderen (terug te krijgen) BTW

= € 321 - € 181,95 = € 139,05.

N.B.: De verschuldigde BTW is hoger dan de te vorderen BTW, dus Doron moet betalen. Wanneer de te

VOORBEELD VERREKENING BTW - UITWERKING

(67)

EXTRA UITLEG

Het belang van een ondernemingsplan KvK [02:30]

https://www.youtube.com/watch?v=dXi45a5uyd4

Causation vs. effectuation [02:58]

https://www.youtube.com/watch?v=FCOQUbWJPB8

Causation vs. effectuation [06:30]

https://www.youtube.com/watch?v=VX7La45rBnU

EcoFlash – BTW [01:42]

https://www.youtube.com/watch?v=3wkQQEL17Yo

Juf Janssen – BTW [08:30]

https://www.youtube.com/watch?v=VA9j39k1M9E

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1p 21 † Bereken met behulp van informatiebron 8, de jaarlijkse omzet exclusief BTW voor Van Diggelen VOF van de 1.000 reparatieopdrachten die door WIGO gegarandeerd zijn.. 2p 22 †

Rosa Lambrechts van Simenon: „We willen de ge- broken samenhang tussen de jon- gere en zijn omgeving herstellen, zijn vaardigheden vergroten en zijn zelfbeeld opkrikken.. Bedoe- ling

STUDIE 2: DE WETTELIJKE SCHULDREGELING In de tweede studie is er vergeleken of in Amsterdam het aantal mensen dat, gedurende de wettelijke schuldsanering (Wsnp), vanwege

b) Het eigen vermogen geeft aan welke bezittingen overblijven nadat alle schulden zijn betaald. 2) Schulden op lange termijn (lang vreemd vermogen) 3) Schulden op korte

Leeftijd, ziekte, een andere (persoonlijke) koers willen varen: iedere ondernemer heeft zijn eigen redenen om zijn (of haar) bedrijf te verkopen.. Het is dan ook van groot belang

Veel vluchtelingen vinden momenteel een woning met steun van de ‘buren’: lokale vrijwilligers, vzw’s, huiseigenaars en besturen die een netwerk rond hen opbouwen en mee op zoek

b) 2 Thessalonicenzen 3:10-12: “Want ook toen wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen: als ie- mand niet wil werken, zal hij ook niet eten. 4 Want wij horen dat sommigen onder

Maar wat gebeurt er met jouw bedrijf als jij door ziekte of een ongeval een lange tijd niet kunt werken.. En wat voor gevolgen heeft dat voor