• No results found

2. BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN RAAD VAN TOEZICHT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2. BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN RAAD VAN TOEZICHT"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT VAN STICHTING EILANDZORG

De Raad van Toezicht van de Stichting Eilandzorg, gevestigd te Zierikzee, gemeente Schouwen-Duiveland, besluit, met inachtneming van de statuten van de stichting het navolgende reglement voor de Raad van Toezicht vast te stellen:

1. POSITIONERING RAAD VAN TOEZICHT IN DE STICHTING

1.1 De statuten van de stichting voorzien in een Raad van Toezichtstructuur. De Raad van Bestuur bestuurt de stichting en de Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de stichting. De Raad van Toezicht staat de Raad van Bestuur met raad en advies terzijde.

1.2 Dit reglement is een aanvulling op de bepalingen omtrent de Raad van Toezicht en zijn leden zoals vervat in toepasselijke wet- en regelgeving en de statuten van Stichting Eilandzorg.

1.3 De Governancecode Zorg, laatstelijk vastgesteld per 1 januari 2017 is van toepassing.

1.4 Dit reglement wordt op de website van de Stichting geplaatst.

2. BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN RAAD VAN TOEZICHT

2.1 De Raad van Toezicht toetst of de Raad van Bestuur bij zijn beleidsvorming en de uitvoering van zijn bestuurstaken oog houdt op het belang van de organisatie van de stichting in relatie tot de maatschappelijke functie van de stichting en een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt van de belangen van allen die bij de stichting betrokken zijn. De zorgorganisatie biedt zorg van goede kwaliteit, die voldoet aan professionele standaarden en eigentijdse kwaliteits- en veiligheidseisen. De behoeftes, wensen ervaringen en belangen van de cliënt staan centraal en zijn richtinggevend voor de te bieden zorg

2.2 De Raad van Toezicht rekent de volgende taken en bevoegdheden in ieder geval tot zijn verantwoordelijkheid:

a) het zorg dragen voor een goed functionerende Raad van Bestuur (door benoeming, beoordeling en ontslag van de Raad van Bestuur);

b) het zorg dragen voor een goed functionerend intern toezicht (door benoeming, beoordeling en ontslag van (leden van) de Raad van Toezicht);

c) het functioneren als adviseur en klankbord voor de Raad van Bestuur;

d) het houden van integraal toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en de algemene gang van zaken in de instelling;

e) het beoordelen en goedkeuren van strategische beleidsplannen en daaraan verbonden risico’s voor de organisatie;

f) de vaststelling van de randvoorwaarden en waarborgen voor een adequate invloed van belanghebbenden

g) de vaststelling van de begroting, het jaarverslag, de jaarrekening en de resultaatbestemming h) het benoemen van de accountant en het verstrekken van de opdracht tot beoordeling van de

jaarrekening aan de accountant

i) het vervullen van de werkgeversfunctie voor de Raad van Bestuur.

2.3 De Raad van Toezicht ziet er in het bijzonder op toe dat de uitvoering van het bestuursbeleid strookt met de vastgestelde en goedgekeurde beleidsplannen en beleidsuitgangspunten. De Raad

(2)

van Toezicht en Raad van Bestuur maken daarbij afspraken over de ijkpunten van een toezichtvisie die door de Raad van Toezicht wordt gehanteerd.

2.4 Leden van de Raad van Toezicht verrichten nimmer taken van de Raad van Bestuur. Bij ontstentenis van de Raad van Bestuur wordt op een andere wijze en – naar bevind van zaken – voorzien.

3. INFORMATIEVOORZIENING BIJ VERANTWOORD TOEZICHT

3.1 De Raad van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor een adequaat functioneren benodigde informatie, zo mogelijk schriftelijk. In de regel zal dit geschieden als voorbereiding van dan wel tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Indien daarvoor aanleiding is zal de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht tussentijds van relevante informatie voorzien.

In ieder geval informeert de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht over:

a) ontwikkelingen op het gebied van de positionering en de strategie van de stichting;

b) de ontwikkeling van aangelegenheden, waarbij voor de formele besluitvorming de goedkeuring van de Raad van Toezicht benodigd is;

c) problemen en conflicten van enige betekenis in de organisatie;

d) problemen en conflicten van enige betekenis in de relatie met derden, zoals overheid, zorgverzekeraars, samenwerkingspartners;

e) calamiteiten, die gemeld zijn bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, Arbeidsinspectie dan wel Justitie;

f) gerechtelijke procedures;

g) kwesties, waarvan verwacht kan worden dat zij in de publiciteit komen.

3.2 De Raad van Toezicht ziet er op toe dat de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht regelmatig rapporteert over:

a) de realisering van de maatschappelijke functie, de strategie inclusief de daaraan verbonden risico's en mechanismen tot beheersing ervan, de kwaliteit en veiligheid van de zorg en de omgang met ethische vraagstukken;

b) zijn beoordeling van de interne beheersystemen, waaronder de bestuurlijke informatievoorziening, in relatie tot de doelstelling van de stichting.

De hoofdzaken van deze rapportage en de bespreking ervan worden opgenomen in het jaarverslag.

3.3 Indien de stichting op enigerlei wijze in de publiciteit komt zal de Raad van Bestuur zo mogelijk tevoren de leden van de Raad van Toezicht daarvan in kennis stellen. Publicaties zal hij achteraf in kopie aan de Raad van Toezicht doen toekomen.

3.4 Ieder lid van de Raad van Toezicht zal alle informatie en documentatie die hij in het kader van de uitoefening van de toezichthoudende functie krijgt en die redelijkerwijs als vertrouwelijk zijn te beschouwen als strikt vertrouwelijk behandelen en niet buiten de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur openbaar maken, ook niet na zijn aftreden

4. SAMENSTELLING RAAD VAN TOEZICHT 4.1. Algemeen profiel Raad van Toezicht

4.1.1 De Raad van Toezicht stelt een profielschets voor het lidmaatschap van de Raad van Toezicht op en gaat tenminste op het moment dat een lid van de Raad van Toezicht al dan niet volgens rooster aftredend is dan wel bij gelegenheid van het anderszins ontstaan van een vacature in de Raad van Toezicht na of de profielschets nog voldoet. De Raad van Toezicht vraagt hierover een advies bij de Raad van Bestuur. Zo nodig stelt de Raad van Toezicht de profielschets bij.

4.1.2 De profielschets is openbaar en is voor eenieder opvraagbaar.

4.1.3 Het profiel voor de Raad van Toezicht dient er toe te leiden dat de Raad van Toezicht zodanig is samengesteld dat:

 er voldoende affiniteit met de zorg in de breedste zin van het woord en de doelstelling van de stichting in het bijzonder aanwezig is;

(3)

 een brede maatschappelijke binding en een functioneel netwerk wordt bereikt;

 een spreiding van maatschappelijke achtergronden, deskundigheden en disciplines aanwezig is, waarbij o.m. gedacht wordt aan zorginhoudelijke, financieel-economische, juridische, politieke, sociale en bedrijfskundige achtergronden;

 de leden van de Raad van Toezicht ten opzichte van elkaar en de Raad van Bestuur onafhankelijk en kritisch opereren;

 adequaat wordt voorzien in de advies- en klankbordfunctie ten behoeve van de Raad van Bestuur.

4.2. Specifiek profiel lid van de Raad van Toezicht

4.2.1 De Raad van Toezicht maakt een profielschets op, waarin de kwaliteiten en eigenschappen die van een nieuw te benoemen lid van de Raad van Toezicht worden verwacht, zijn opgenomen en vult deze per zetel aan met een specifieke detaillering naar achtergrond, discipline en deskundigheid.

4.2.2 Het profiel voor een lid van de Raad van Toezicht bevat tenminste de volgende aspecten:

 affiniteit met de doelstelling en zorgfunctie van de stichting;

 algemene bestuurlijke kwaliteiten en ervaring;

 een juist evenwicht in betrokkenheid en bestuurlijke afstand;

 het vermogen en de attitude om de Raad van Bestuur met raad en advies en als klankbord terzijde te staan;

 het vermogen om het beleid van de stichting en het functioneren van de Raad van Bestuur te toetsen;

 het vermogen om advies en toezicht in teamverband uit te kunnen oefenen;

 integriteit, verantwoordelijkheidsgevoel en een onafhankelijke opstelling;

 inzicht in de eisen die kwaliteit, doelmatigheid en continuïteit aan een organisatie als de stichting stellen;

 het vermogen om zich op hoofdlijnen een oordeel te vormen over door de Raad van Bestuur voorgelegde aangelegenheden;

 voldoende beschikbaarheid.

4.2.3 Van de leden van de Raad van Toezicht wordt verwacht dat zij zich blijven verdiepen in

de ontwikkelingen op het gebied van de (gezondheids)-zorg en ouderenzorg in het algemeen en de zorgfunctie van de stichting in het bijzonder.

4.2.4 De profielschets wordt verstrekt aan de Raad van Bestuur, de ondernemingsraad en de Cliëntenraad.

4.3. De voorzitter

4.3.1 De voorzitter van de Raad van Toezicht wordt door de Raad van Toezicht uit haar midden benoemd, evenals een vice-voorzitter. Laatstgenoemde vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid.

4.3.2 Van de voorzitter van de Raad van Toezicht worden, onverminderd de profielschets, specifieke eigenschappen en kwaliteiten verwacht, die door de Raad van Toezicht nader worden vastgesteld.

In het bijzonder dient hij:

 het vermogen te hebben om met autoriteit en een natuurlijk gezag de voorzittersfunctie in de Raad van Toezicht te vervullen;

 over de persoonlijkheid en achtergrond te beschikken om een leidende rol te vervullen bij de mening- en besluitvorming van de Raad van Toezicht;

 over inzicht en overzicht te beschikken ten aanzien van de taken en functie van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur;

 over zodanige eigenschappen en uitstraling te beschikken dat hij zo nodig extern een rol in het belang van de stichting kan vervullen.

(4)

4.3.3 De voorzitter leidt de vergaderingen van de Raad van Toezicht en is voor de Raad van Bestuur en andere betrokkenen het eerste aanspreekpunt van de Raad van Toezicht.

4.3.4 Indien de Raad van Toezicht naar buiten treedt geschiedt dit bij monde van de voorzitter of in bijzondere gevallen door een daartoe aangewezen lid van de Raad van Toezicht

4.4. Onverenigbaarheid en belangentegenstellingen.

In aanvulling op de statuten wordt het volgende vastgelegd:

4.4.1 Het functioneren van een lid van de Raad van Toezicht wordt gekenmerkt door integriteit en een onafhankelijke en kritische opstelling. Dit betekent dat hij of zij in de uitoefening van de functie op geen enkele wijze belang heeft bij de stichting.

4.4.2 De Raad van Toezicht stelt zo nodig ter aanvulling op het bepaalde in de statuten vast met welke betrokkenheid, achtergrond of functie het lidmaatschap van de Raad van Toezicht onverenigbaar is. In ieder geval kunnen niet tot lid van de Raad van Toezicht worden benoemd personen, die lid zijn geweest van de Raad van Bestuur van de stichting en personen, die ingevolge een arbeids- en toelatingsovereenkomst aan de stichting verbonden zijn of zijn geweest tot drie jaar na het einde van hun arbeidscontract of toelatingsovereenkomst.

4.4.3 Elke vorm van persoonlijke bevoordeling dan wel belangenverstrengeling van enige lid van de Raad van Toezicht wordt voorkomen en de schijn hiervan wordt vermeden. Indien zich een dergelijke situatie mocht voordoen wordt dit besproken in de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht zal het betreffende lid in de gelegenheid stellen hierover een verklaring te geven. De Raad van Toezicht zal hierna een besluit nemen hoe verder te handelen.

5. INSPRAAK, SAMENSPRAAK EN TEGENSPRAAK.

5.1. Tenminste eenmaal per jaar wordt door de Raad van Bestuur een overlegvergadering met de cliëntenraad gehouden over de algemene gang van zaken binnen de stichting. Hierbij is een afvaardiging van de Raad van Toezicht aanwezig.

5.1.1. Tenminste eenmaal per jaar wordt door de Raad van Bestuur een overlegvergadering met de ondernemingsraad gehouden over de algemene gang van zaken binnen de stichting. Hierbij is een afvaardiging van de Raad van Toezicht aanwezig.

5.2. De Raad van Toezicht en Raad van Bestuur kunnen nadere afspraken maken over het bijwonen door de Raad van Toezicht van een vergadering tussen de Raad van Bestuur en een ander intern adviesorgaan van de stichting.

5.3. De leden van de Raad van Toezicht stellen zich terughoudend op, indien zij persoonlijk benaderd worden door externen over aangelegenheden betreffende de organisatie en/of door haar werknemers, behoudens het melden van(vermoedens van) misstanden. Het betreffende lid zal zich wenden tot de voorzitter van de raad van toezicht. Afhankelijk van de situatie zal dit besproken worden met de Raad van Bestuur en zal naar een oplossing gezocht worden.

5.4. De leden van de Raad van toezicht kunnen intern contacten leggen en zich vrijelijk bewegen in de organisatie om zich door functionarissen op de hoogte te doen stellen. De Raad van Bestuur wordt zo nodig achteraf geïnformeerd.

5.5. Voor het geval de Raad van Bestuur dan wel de Raad van Toezicht vindt dat er sprake is van een conflict tussen de beide raden, niet zijnde een arbeidsconflict tussen één of meer leden van de Raad van Bestuur en de stichting, roept de voorzitter van de Raad van Toezicht een vergadering van de Raad van Toezicht bijeen, hoort daarin zo mogelijk de Raad van Bestuur over het conflict en neemt alsdan ter zake een besluit met een meerderheid van tenminste tweederde van het aantal stemmen dat de Raad van Toezicht telt op het moment van het besluit.

6. BENOEMING LEDEN RAAD VAN TOEZICHT

6.1 De Raad van Toezicht stelt vast dat er een vacature is en stelt tevens de profielschets voor de betreffende zetel vast overeenkomstig het bepaalde sub 4.2.

(5)

6.2 Van de vacature alsmede de vastgestelde profielschets wordt kennisgegeven aan de Raad van Bestuur, de ondernemingsraad en, in het geval het de zetel betreft waarvoor de cliëntenraad het recht van bindende voordracht toekomt, de Cliëntenraad.

6.3 Werving van leden van Raad van Toezicht vindt zo open en breed mogelijk plaats met inachtneming van de statuten. Elk lid van de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur en de Ondernemingsraad kan, met inachtneming van de profielschets een of meer kandidaten voordragen

6.4 Over de bindende voordracht door de cliëntenraad plegen de Raad van Bestuur en de voorzitter van de cliëntenraad zo nodig overleg.

6.5 Bij de voorgedragen persoon wordt tevoren geen enkele verwachting ten aanzien van een eventuele benoeming gewekt door de voordragende partij. De Raad van Bestuur zal dit in voorkomend geval aan de ondernemingsraad respectievelijk de cliëntenraad mededelen.

6.6 Voor zover het niet de bindende voordracht door de cliëntenraad betreft, maakt de Raad van Toezicht in beginsel een keuze uit de voorgedragen personen.

6.7 In het geval het de bindende voordracht door de cliëntenraad betreft, draagt de Raad van Toezicht de betreffende persoon voor tot benoeming, tenzij deze niet past in het door de Raad van Toezicht vastgestelde profiel dan wel anderszins ernstige bezwaren tegen de benoeming van de

betreffende persoon bestaan. In dat geval wordt de cliëntenraad verzocht een bindende voordracht voor een andere persoon te doen.

6.8 Wanneer de betreffende persoon bereid is toe te treden tot de Raad van Toezicht zal hij worden uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur.

6.9 Indien het kennismakingsgesprek naar wederzijdse tevredenheid is verlopen, neemt de Raad van Toezicht in de eerstvolgende vergadering het voorgenomen besluit om de betreffende persoon ter benoeming voor te dragen; bespreekt dit voornemen met de Raad van Bestuur en brengt het besluit er kennisneming aan de ondernemingsraad.

6.10 In geval van een herbenoeming van een volgens rooster aftredend lid wordt mededeling gedaan aan de Ondernemingsraad en de Clientenraad, die aan de Raad van Toezicht hun zienswijze kenbaar kunnen maken over de herbenoeming van het betreffende lid. De Raad van Toezicht zal bij haar besluitvorming rekening houden met de ingebrachte zienswijzen.

6.11 Na het besluit tot benoeming deelt de Raad van Toezicht dit schriftelijk mee aan de benoemde persoon, en die bevestigt het aanvaarden van het lidmaatschap van de Raad van Toezicht door de ondertekening van een brief, waarin de aanvaarding staat vermeld evenals het instemmen met statuten en reglementen en het instemmen bij voorbaat met een statutair correct genomen besluit van de Raad van Toezicht tot voortijdige beëindiging van de functie op een ontslaggrond genoemd in artikel 7.3.

7. EINDE LIDMAATSCHAP 7.1 Rooster van aftreden

7.1.1 De Raad van Toezicht stelt een zodanig rooster van aftreden vast dat een lid van de Raad van Toezicht na benoeming ingevolge de statuten zitting heeft voor een periode van vier jaar.

7.1.2 Het rooster van aftreden wordt zodanig ingericht dat de continuïteit in de samenstelling van de Raad van Toezicht gewaarborgd is. Er wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de voorzitter en de vice-voorzitter gelijktijdig volgens rooster aftredend zijn.

7.1.3 Een volgens rooster aftredend lid is ingevolge de statuten eenmaal terstond herbenoembaar. Bij een voorgenomen besluit tot herbenoeming beraadt de Raad van Toezicht zich op het profiel voor de betreffende zetel en voegt haar bevindingen bij het verzoek om advies aan de Raad van Bestuur en brengt het voorgenomen besluit ter kennisneming aan de ondernemingsraad en cliëntenraad.

Aan de cliëntenraad wordt in geval advies gevraagd indien het betreffende lid benoemd is op voordracht van de cliëntenraad.

(6)

7.2 Aftreden

Een lid van de Raad van Toezicht treedt af in geval van:

 een door de Raad van Toezicht bij herhaling geconstateerd onvoldoende functioneren van het betreffende lid;

 een structurele onenigheid van inzicht tussen het betreffende lid en de overige leden van de Raad van Toezicht;

 een door de Raad van Toezicht vastgestelde onverenigbaarheid van belangen van het betreffende lid en de belangen van de stichting;

 een door de Raad van Toezicht vastgestelde onverenigbaarheid van functie(s) van het betreffende lid en het lidmaatschap van de Raad van Toezicht;

 enige andere objectiveerbare reden.

7.3 Schorsing en ontslag

7.3.1 Indien de Raad van Toezicht van oordeel is dat een van de redenen als genoemd sub 7.2 aanwezig is en het betreffende lid van de Raad van Toezicht niet eigener beweging aftreedt neemt de Raad van Toezicht een daartoe strekkend besluit overeenkomstig het bepaalde in de statuten.

7.3.2 Alvorens de Raad van Toezicht het besluit neemt om een lid van de Raad van Toezicht te schorsen of te ontslaan, zal het betreffende lid tevoren in de gelegenheid worden gesteld kennis te nemen van de voornemens van de Raad van Toezicht en zijn zienswijze te dien aanzien kenbaar te maken.

7.3.3 De voorzitter consulteert ieder afzonderlijk lid van de Raad van Toezicht over schorsing/ontslag, buiten aanwezigheid van het lid over wiens schorsing/ontslag wordt gesproken.

7.3.4 Over een eventueel naar buiten treden over de schorsing of het ontslag zal tevoren door de Raad van Toezicht, het betreffende lid van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur een gedragslijn worden overeengekomen.

8. WERKWIJZE

8.1 Aandachtsgebieden

De Raad van Toezicht kan desgewenst een onderlinge verdeling van aandachtsgebieden afspreken.

De aandachtsgebieden zullen in de regel worden bepaald door de achtergrond, discipline en deskundigheid van de leden van de Raad van Toezicht. Een eventuele verdeling laat echter de verantwoordelijkheid voor het integrale toezicht door de Raad van Toezicht en de

verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur op dat aandachtsgebied onverlet.

8.2 Vergaderingen

8.2.1 De besluitvorming van de Raad van Toezicht vindt behoudens in bijzondere gevallen plaats tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht, die worden geconvoceerd overeenkomstig het bepaalde in de statuten.

8.2.2 De Raad van Bestuur is aanwezig bij de vergaderingen van de Raad van Toezicht tenzij de Raad van Toezicht aangeeft zonder Raad van Bestuur te willen vergaderen. De voorzitter zal de Raad van Bestuur alsdan na afloop van de vergadering in grote lijnen op de hoogte stellen van het besprokene.

8.2.3 De Raad van Bestuur bereidt de vergaderingen van de Raad van Toezicht, in overleg met de voorzitter, voor. Besluiten van de Raad van Bestuur, die ingevolge de statuten of, de goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeven, worden schriftelijk en met redenen omkleed geagendeerd.

8.2.4 Door of vanwege de Raad van Bestuur wordt zorg gedragen voor de notulering van de

vergaderingen van de Raad van Toezicht. Indien het een vergadering buiten aanwezigheid van de Raad van Bestuur betreft, bepaalt de voorzitter voorafgaand aan de vergadering op welke wijze de notulering daarvan zal plaatsvinden.

(7)

8.2.5 De Raad van Toezicht vergadert tenminste zesmaal per jaar, waarvan tenminste één vergadering wordt gehouden ter bespreking van het jaarplan en de daarbij behorende begroting voor het komend jaar.

8.3 Secretariaat

In het secretariaat van de Raad van Toezicht wordt voorzien door of vanwege de Raad van

Bestuur, die tevens zorg draagt voor een adequate archivering van de bescheiden van de Raad van Toezicht. Het archief van de Raad van Toezicht is te allen tijde toegankelijk voor de leden van de Raad van Toezicht.

8.4 Commissies

8.4.1 De Raad van Toezicht kan uit zijn midden vaste en/of ad hoc commissies benoemen en deze belasten met nader door de Raad omschreven taken. De samenstelling van een commissie wordt bepaald door de Raad van Toezicht.

8.4.2 De Raad van Toezicht kent in elk geval een auditcommissie ten behoeve van de financiële toetsing.

Verder een remuneratiecommissie ten behoeve van de jaarlijkse beoordeling en beloning van het bestuur.

8.4.3 De Raad van Toezicht blijft als geheel verantwoordelijk voor besluiten die zijn voorbereid door commissies uit zijn midden. Een commissie kan slechts die bevoegdheden uitoefenen die de Raad van Toezicht uitdrukkelijk aan haar heeft toegekend of gedelegeerd.

8.4.4 Elke commissie dient de Raad van Toezicht duidelijk en tijdig te informeren omtrent de wijze waarop zij van bevoegdheden gebruik heeft gemaakt en belangrijke ontwikkelingen op het gebied dat valt onder haar verantwoordelijkheid. Alle leden van de Raad van Toezicht hebben vrije toegang tot alle vergaderingen en gegevens van de commissies. De Raad van Toezicht ontvangt van elke commissie een schriftelijk en/of mondeling verslag van de beraadslagingen en

bevindingen, binnen de termijn gesteld in het reglement van de desbetreffende commissie.

8.4.5 De Raad van Toezicht heeft voor elke commissie een reglement opgesteld en kan dit te allen tijde wijzigen. Het reglement geeft aan wat de rol en de verantwoordelijkheid van de betreffende commissie is, haar samenstelling en op welke wijze zij haar taken uitoefent.

8.4.6 De reglementen en de samenstelling van de commissies worden op de website geplaatst.

9. EVALUATIE

9.1 Evaluatie functioneren Raad van Toezicht

9.1.1 Eenmaal per jaar wordt een vergadering van de Raad van Toezicht gehouden, in welke vergadering het functioneren van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur wordt geëvalueerd. In de evaluatie wordt tevens de relatie tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur betrokken.

Deze evaluatie wordt schriftelijk vastgelegd.

9.1.2 De Raad van Bestuur is bij deze vergadering (of bij het eerste deel van de vergadering) niet aanwezig. De voorzitter van de Raad van Toezicht verzoekt de Raad van Bestuur tevoren of er zijnerzijds aandachtspunten in de evaluatie zowel ten aanzien van zijn eigen functioneren als ten aanzien van het functioneren van de Raad van Toezicht zijn die in de evaluatie betrokken dienen te worden.

9.2 Evaluatie functioneren Raad van Bestuur

De voorzitter en een daartoe aangewezen lid van de Raad van Toezicht voeren ieder jaar

tenminste voortgangsgesprekken en eenmaal per jaar een beoordelingsgesprek met de Raad van Bestuur en betrekken daarbij de resultaten van de vastgelegde voortgangsgesprekken , alsmede eventueel door de overige leden van de Raad van Toezicht ingebrachte aandachtspunten en de uit de jaarlijkse evaluatie van de Raad van Toezicht voortkomende aandachtspunten.

(8)

10. HONORERING EN/OF ONKOSTENVERGOEDING

10.1 Honorering van de voorzitter en de leden van de Raad van Toezicht is conform de NVTZ-code.

11. VERANTWOORDING

De Raad van Toezicht legt extern verantwoording af over zijn handelen door verslag te doen van zijn werkzaamheden in het jaarverslag van de stichting.

12. WIJZIGING REGLEMENT

12.1 De Raad van Toezicht gaat in de jaarlijkse evaluatie van haar functioneren tevens na of dit

reglement nog aan de daaraan te stellen criteria voldoet. De voorzitter vraagt daarover tevoren de mening van de Raad van Bestuur.

12.2 Dit reglement kan worden gewijzigd door een besluit van de Raad van Toezicht. Over een voorgenomen wijziging wordt tevoren het advies van de Raad van Bestuur ingewonnen.

Aldus vastgesteld door de Raad van Toezicht in de vergadering van

De voorzitter, Drs. J.H. Mulder

Aangehecht:

- Profielschets Raad van Toezicht als bedoeld in artikel 4.1.1. van het Reglement van de Raad van Toezicht.

(9)

Profiel Raad van Toezicht Stichting Eilandzorg Omvang van de Raad van Toezicht

 Volgens de Statuten bestaat de Raad van Toezicht uit ten minste drie en ten hoogste zeven natuurlijke personen.

De Taken van de Raad van Toezicht

 Het uitoefenen van het toezicht waarbij de Raad zijn toezicht zodanig inricht dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid daarin tot uiting komt.

Onderwerpen van toezicht zijn:

o ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van strategie;

o de organisatie en haar performance;

o het arbeidsklimaat en de kwaliteit van het vertegenwoordigend overleg;

o de Raad van Bestuur, haar functioneren en handelen, alsmede de continuïteit ervan;

o belangrijke externe ontwikkelingen;

o het relatiepatroon met de belangrijkste stakeholders en de externe reputatie;

o de statutair voorgeschreven taken inzake toezicht houden.

 Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Raad van Bestuur en optreden als klankbord.

 Het nemen van statutair toegewezen beslissingen, zoals belangrijke strategische, organisatie, investerings- en performancebeslissingen.

 Het functioneren als werkgever voor de Raad van Bestuur.

De besturings- en toezichtfilosofie

 De Raad van Bestuur bestuurt de stichting; de Raad van Toezicht ziet erop toe dat de Raad van Bestuur dit doet conform de missie van de stichting en daarbij een excellente performance levert.

 De Raad van Toezicht houdt afstand en beperkt zich tot strategisch essentiële onderwerpen, tot hoofdlijnen van beleid en tot key performance-indicatoren.

 De Raad van Toezicht toont een voor medewerkers, Raad van Bestuur en buitenwereld zichtbare sterke betrokkenheid bij de organisatie.

 De Raad van Toezicht kiest een pro-actieve instelling: bepaalt zijn eigen agenda en prioriteiten, rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de Raad van Bestuur.

 De Raad van Toezicht levert door zijn niveau, kennis, ervaring, contacten en optreden daadwerkelijk meerwaarde ten opzichte van de Raad van Bestuur.

Algemene eisen aan de Raad van Toezicht als geheel

 Maatschappelijk heterogene samenstelling.

 Herkenbaarheid en geloofwaardigheid in de ogen van de belangrijkste stakeholders.

 De leden hebben binding met de regio waarin de stichting werkzaam is.

 Leden zijn complementair qua kennis, ervaring en netwerken.

 Team is evenwichtig samengesteld in termen van teamrollen.

Algemene eisen aan individuele leden (geldend voor alle leden)

 Affiniteit met de doelstelling en zorgfunctie van de stichting;

 Algemene bestuurlijke kwaliteiten en ervaring;

 Een juist evenwicht in betrokkenheid en bestuurlijke afstand;

 Het vermogen en de attitude om de Raad van Bestuur met raad en als klankbord terzijde te staan;

 Het vermogen om het beleid van de stichting en het functioneren van de Raad van Bestuur te toetsen;

 Het vermogen om advies en toezicht in teamverband uit te kunnen oefenen;

 Integriteit, verantwoordelijkheidsgevoel en een onafhankelijke opstelling (zonder zakelijk belang, vrij van last en ruggespraak en als persoon) en derhalve eventuele nevenfuncties inzichtelijk maken.

(10)

 Inzicht in de eisen die kwaliteit, doelmatigheid en continuïteit aan een organisatie als de stichting stellen;

 Het vermogen om zich op hoofdlijnen een oordeel te vormen over door de Raad van Bestuur voorgelegde aangelegenheden;

 Bereid en in staat vrijwel alle vergaderingen bij te wonen en zich daar terdege op voor te bereiden.

Een minimale beschikbaarheid van circa zes werkdagen per jaar.

 Brede maatschappelijke belangstelling.

 Inzicht in maatschappelijke en politieke verhoudingen.

 Beschikken voor een breed netwerk: regionaal, eventueel landelijk, bereidheid tot inzet van dit netwerk.

 Goed in staat hoofd- en bijzaken te onderscheiden.

Specifieke eisen aan de voorzitter

 het vermogen te hebben om met autoriteit en een natuurlijk gezag de voorzittersfunctie in de Raad van Toezicht te vervullen;

 over de persoonlijkheid en achtergrond te beschikken om een leidende rol te vervullen bij de mening- en besluitvorming van de Raad van Toezicht;

 over inzicht en overzicht te beschikken ten aanzien van de taken en functie van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur;

 over zodanige eigenschappen en uitstraling te beschikken dat hij zo nodig extern een rol in het belang van de stichting kan vervullen.

 Voldoende mate van beschikbaarheid (circa dubbele van gewoon lid).

 Bewust van zijn specifieke rol als regisseur van het toezichtproces, als eerstverantwoordelijke voor de samenstelling van de Raad van Toezicht en voor het functioneren van de Raad en zijn leden en als bewaker van de collegialiteit.

 Goede vergader technische voorzitter.

 Ervaring met en kennis van relevante soortgelijke zaken elders.

 Integrerende kwaliteiten.

 Kwaliteiten op het gebied van conflicthantering.

 Diplomatieke en onderhandelingskwaliteiten.

 In staat zich te verplaatsen in de belevingswereld Raad van Bestuur in crisissituaties in relatie tot positie van andere betrokkenen.

 ‘Personal fit’ met de voorzitter van de Raad van Bestuur (wederzijds vertrouwen en respect, geen rivaliteit).

Specifieke eisen aan individuele leden

(alle leden dienen te beschikken over minstens een element; gestreefd wordt dat alle leden tezamen alle elementen afdekken)

 Bestuurlijke kennis en ervaring in de branche en/of in andere grotere of marktleidende organisaties: overheid of maatschappelijke of commerciële onderneming.

 Kennis van ervaring met een of meer voor de gezondheidszorg relevante aandachtsgebieden c.q.

perspectieven, zoals de volgende elementen:

o ondernemerschap/marketing;

o zorginhoudelijk;

o bestuurskunde (openbaar bestuur);

o cliëntenperspectief;

o sociaal perspectief (sociale wetgeving, arbeidsmarkt);

o financiën;

o juridisch;

o fusie/overname en integratie;

o organisatie- en managementontwikkeling.

(11)

Recht van voordracht

Zowel de Ondernemingsraad als de Cliëntenraad dienen te allen tijde rekening te houden met onderhavige profielschets ten aanzien van de door hun (al dan niet bindend) voorgedragen kandida(a)t(ten).

Herziening

Conform het Reglement Raad van Toezicht zal elk jaar worden bezien in hoeverre onderhavige profielschets actualisatie behoeft.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inzicht hebben in wet- en regelgeving met betrekking tot het onderwijs en de toekomstige ontwikkelingen, in het bijzonder de bestuurlijke aspecten om een adequate ondersteuning

Ons sociale hart bloedt bij de gedachte alleen al dat we onze inwoners in de toekomst niet meer het perspectief kunnen bieden waar we als sociale gemeente voor staan: een sociaal

Elk lid van de Raad van Toezicht beschikt over de specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn of haar/haar taak, binnen zijn/haar rol in het kader van de

• Frequentie en inhoud van diverse documenten die ‘vast’ aan de RvT ter hand worden gesteld (zoals management rapportages, kritische reflecties, voorstel

Ze zijn van oordeel dat van beklaagde als makelaar had mogen worden verwacht dat hij van zijn verantwoordelijkheid voor de fout zou hebben blijk gegeven, hen

 Regionale binding: wil de raad zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het werkgebied goed vervullen dan is in de raad veel kennis over dat gebied nodig; tevens

De Raad van Toezicht heeft voor een efficiënte uitoefening van haar taken de volgende aandachtsgebieden verdeeld in commissies: Commissie Audit Zorg (en Kwaliteit), Commissie

De voorzitter van de Raad van Bestuur is samen met de voorzitter van de Raad van Toezicht ook in het bijzonder verantwoordelijk voor een goed overleg tussen de Raad van Bestuur en