Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

(1)

Basiskennis Boekhouden Antwoordenboek

Hoofdstuk 4

Open vragen Opgave 4.1

a. De eerste stap is het openen van de grootboekrekeningen vanaf de balans. Daarna werken we aan de hand van de financiële feiten de grootboekrekeningen bij.

Debet Inventaris Credit

Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag

1 apr Van balans € 25.000

Debet Auto Credit

Debet Voorraad goederen Credit

1 apr Van balans € 85.000 7 apr Verkoop op rekening € 20.000

4 apr Inkoop € 28.000 10 apr Verkoop per kas € 9.000

22 apr Verkoop per kas € 2.200 Debet Debiteuren Credit

1 apr Van balans € 19.000 18 apr Bank € 13.000

7 apr Verkoop € 35.000

Debet Kas Credit

1 apr Van balans € 3.000 13 apr Reparatie auto € 200

Debet Eigen vermogen Credit

Debet Crediteuren Credit

4 apr Inkoop € 28.000

Debet Bank Credit

(2)

Debet Opbrengst verkopen Credit

7 apr Verkoop op rekening € 35.000 10 apr Verkoop per kas € 18.000 22 apr Verkoop per kas € 1.700 Debet Inkoopprijs verkopen Credit

7 apr Verkoop op rekening € 20.000 10 apr Verkoop per kas € 9.000 22 apr Verkoop per kas € 2.200

Debet Huurkosten Credit

16 apr Betaald per bank € 1.500

Debet Autokosten Credit

13 apr Betaald per kas € 200

b.

Debet

Winst-en-verliesrekening over april Credit Inkoopprijs verkopen € 31.200 Opbrengst verkopen € 54.700

Huurkosten € 1.500

Autokosten € 200

Nettowinst € 21.800

Totaal € 54.700 Totaal € 54.700

c.

Debet Balans per 30 april Credit Inventaris € 25.000 Eigen vermogen € 119.800

Auto € 30.000 Crediteuren € 70.000

Voorraad goederen € 81.800 Bank € 10.500 Debiteuren € 41.000

Kas € 22.500

Totaal € 200.300 Totaal € 200.300

Opgave 4.2

a. De eerste stap is het openen van de grootboekrekeningen vanaf de balans. Daarna werken we aan de hand van de financiële feiten de grootboekrekeningen bij.

Debet Inventaris Credit

1 jul Van balans € 73.000

14 jul Aankoop € 13.300

(3)

1 jul Van balans € 127.000 7 jul Verkoop artikel A € 28.800 * 2 jul Inkoop artikel B € 31.920 27 jul Verkoop artikel C € 27.750 **

31 jul Verkoop artikel B € 21.000***

* 600 artikelen A × € 48 = € 28.800

** 750 artikelen C × € 37 = € 27.750

*** 500 artikelen B × € 42 = € 21.000

Debet Debiteuren Credit

1 jul Van balans € 50.000 21 jul Bank € 40.000

7 jul Verkoop artikel A € 48.000 30 jul Bank € 60.000

27 jul Verkoop artikel C € 48.750 31 jul Verkoop artikel B € 20.000

Debet Bank Credit

21 jul Debiteuren € 40.000 1 jul Van balans € 20.000

30 jul Debiteuren € 60.000 9 jul Crediteuren € 14.400

16 jul Huurkosten € 4.200 21 jul Crediteuren € 35.000 25 jul Loonkosten € 9.400 28 jul Bedrijfskosten € 6.600 Debet Kas Credit

1 jul Van balans € 1.000 29 jul Bedrijfskosten € 400

1 jul Van balans € 160.000

9 jul Bank € 14.400 1 jul Van balans € 71.000

20 jul Bank € 35.000 2 jul Inkoop artikel B € 31.920

14 jul Inventaris € 13.300

7 jul Verkoop artikel A € 48.000 27 jul Verkoop artikel C € 48.750 31 jul Verkoop artikel B € 20.000 Debet Inkoopprijs verkopen Credit

(4)

Debet Huurkosten Credit

16 jul Bank € 4.200

Debet Loonkosten Credit

25 jul Bank € 9.400

Debet Bedrijfskosten Credit

28 jul Bank € 6.600

29 jul Kas € 400

b.

Debet

Winst-en-verliesrekening over juli Credit Inkoopprijs verkopen € 77.550 Opbrengst verkopen € 116.750

Huurkosten € 4.200

Loonkosten € 9.400

Bedrijfskosten € 7.000

Winst € 18.600

Totaal € 116.750 Totaal € 116.750

c.

Debet Balans per 31 juli Credit

Inventaris € 86.300 Eigen vermogen € 178.600

Voorraad goederen € 81.370 Crediteuren € 66.820

Debiteuren € 66.750

Bank € 10.400

Kas € 600

Totaal € 245.420 Totaal € 245.420

d.

Eigen vermogen op 31 juli € 178.600 Eigen vermogen op 1 juli € 160.000 -

Toename € 18.600

e.

Voorraad op 31 juli:

Artikel A: 1.000 - 600 = 400 à € 48 = € 19.200 Artikel B: 1.000 + 760 - 500 = 1.260 à € 42 = € 52.920 Artikel C: 1.000 - 750 = 250 à € 37 = € 9.250 +

Totaal € 81.370

(5)

Opgave 4.3

a. Debet Balans per 31 oktober Credit

Zaagmachine € 7.500 Eigen vermogen € 106.500

Auto € 40.000 Lening vader € 15.000

Voorraad hout € 1.000 Crediteuren € 7.500

Bank € 70.000

Kas € 10.500

Totaal € 129.000 Totaal € 129.000

b. Debet Privé Credit

10 okt Opname per bank € 5.000 25 okt Storting € 10.000

15 okt Voorraad € 250

Opgave 4.4

De eerste stap is het openen van de grootboekrekeningen vanaf de balans. Daarna werken we aan de hand van de financiële feiten de grootboekrekeningen bij.

Debet Gebouw Credit

1 sep Van balans € 250.000

Debet Auto Credit

1 sep Van balans € 75.000 5 sep Verkoop op rekening € 11.500 4 sep Crediteuren € 25.000 10 sep Verkocht per kas € 8.800 22 sep Verkocht op rekening € 19.500

25 sep Privé € 100

Debet Debiteuren Credit

1 sep Van balans € 29.000 1 sep Bank € 18.000

5 sep Verkocht € 17.000

22 sep Verkocht € 27.000

Debet Kas Credit

1 sep Van balans € 13.000 16 sep Privé € 2.500

10 sep Verkocht € 6.200 19 sep Autokosten € 200

(6)

4 sep Voorraad goederen € 25.000 Debet Bank Credit

1 sep Debiteuren € 18.000 1 sep Van balans € 22.000

13 sep Autokosten € 300 30 sep Energiekosten € 600 Debet Opbrengst verkopen Credit

5 sep Verkocht op rekening € 17.000 10 sep Verkocht per kas € 6.200 22 sep Verkocht op rekening € 27.000 Debet Inkoopprijs verkopen Credit

5 sep Verkocht op rekening € 11.500 10 sep Verkocht per kas € 8.800 22 sep Verkocht op rekening € 19.500

Debet Energiekosten Credit

30 sep Bank € 600

Debet Autokosten Credit

13 sep Bank € 300

19 sep Kas € 200

Debet Privé Credit

16 sep Kas € 2.500

25 sep Voorraad goederen € 100 Opgave 4.5

a Debet Winkel Credit

1 nov Van balans € 200.000

Debet Auto Credit

Debet Voorraad boeken Credit

1 nov Van balans € 10.000 5 nov Verkoop per kas € 1.650 24 nov Retourverkoop € 70 14 nov Privé € 25

(7)

Debet Bank Credit

1 nov Van balans € 3.000 9 nov Privé € 5.000

19 nov Privé erfenis € 10.000 30 nov Energiekosten € 300 Debet Kas Credit

1 nov Van balans € 1.000 16 nov Privé benzine € 50

5 nov Verkoop € 2.500 24 nov Retourverkoop € 100

28 nov Benzine € 60

1 nov Van balans € 126.500 Debet Hypotheek Credit

1 nov Van balans € 120.000 Debet Crediteuren Credit

24 nov Retourverkoop € 100 5 nov Verkocht per kas € 2.500 Debet Inkoopprijs verkopen Credit

5 nov Verkocht per kas € 1.650 24 nov Retourverkoop € 70 Debet Autokosten Credit

28 nov Kas benzine € 60

Debet Huisvestingskosten Credit

30 nov Bank energiekosten € 300

Debet Privé Credit

9 nov Bank € 5.000 19 nov Bank erfenis € 10.000

14 nov Uit voorraad € 25 16 nov Kas benzine € 50

(8)

b. Debet Winst-en verliesrekening over november Credit Inkoopprijs verkopen € 1.580 Opbrengst verkopen € 2.400

Autokosten € 60

Huisvestingskosten € 300

Nettowinst € 460

Totaal € 2.400 Totaal € 2.400

c. Debet Balans per 30 november Credit

Winkel € 200.000 Eigen vermogen € 131.885

Auto € 40.000 Hypotheek € 120.000

Voorraad boeken € 8.395 Crediteuren € 7.500

Bank € 7.700

Kas € 3.290

Totaal € 259.385 Totaal € 259.385

Meerkeuzevragen Opgave 4.6 D

Feedback:

I is onjuist, want hulprekeningen van het eigen vermogen staan niet op de balans en worden dus ook niet geopend.

II is onjuist, want hulprekeningen van het eigen vermogen worden afgesloten met de omschrijving

‘Naar winst-en-verliesrekening’.

Opgave 4.7 B

Feedback:

I is onjuist, want als het eigen vermogen toeneemt, wordt de hulprekening gecrediteerd.

II is juist.

Opgave 4.8 B

Feedback:

De schuld Bank wordt kleiner, dus Bank wordt gedebiteerd.

Het bezit Debiteuren wordt kleiner, dus Debiteuren wordt gecrediteerd.

Opgave 4.9 B

Feedback:

Het bezit Debiteuren wordt groter, dus Debiteuren wordt gedebiteerd voor € 8.000.

Opbrengst verkopen wordt gecrediteerd voor € 8.000, want het eigen vermogen neemt toe.

Inkoopprijs verkopen wordt gedebiteerd voor € 5.000, want het eigen vermogen neemt af.

Het bezit Voorraad goederen wordt kleiner, dus Voorraad goederen wordt gecrediteerd voor € 5.000.

(9)

Opgave 4.10 D

Feedback:

Het bezit Bank wordt kleiner, dus Bank wordt gecrediteerd voor € 750.

Interestkosten wordt gedebiteerd voor € 750, want het eigen vermogen neemt af.

De hoogte van de lening verandert niet door de betaling van de interestkosten.

Opgave 4.11 C

Feedback:

I is juist.

II is juist.

Opgave 4.12 C

Feedback:

I is juist.

II is juist.

Opgave 4.13 B

Feedback:

I is onjuist, want een retourinkoop heeft geen invloed op de opbrengst verkopen. Bij een retourinkoop neemt de voorraad af en daalt de schuld aan crediteuren.

II is juist.

Opgave 4.14 C

Feedback:

I is juist.

II is juist.

Opgave 4.15 B

Feedback:

De lening is een schuld. De lening neemt af door de aflossing en wordt dus gedebiteerd.

Het bezit Bank neemt af en wordt gecrediteerd.

Interestkosten worden niet geboekt niet bij een aflossing.