ontwerp Inhoudsopgave Datum 20 juli 2018 Onderwerp Pagina 1 van 19

(1)

ontwerp

Datum 20 juli 2018

Onderwerp RWSZ2018-00004361

Ontwerpbeschikking Wet beheer rijkswaterstaatswerken ten behoeve van Windpark Neeltje Jans 2 B.V. voor het aanleggen, behouden, onderhouden en verwijderen van parkbekabeling aan de linker- en rechterzijde van rijksweg N57 en de Faelweg, tussen km 60,5 en km 60,7 in de gemeente Veere.

Inhoudsopgave

1. AANHEF... 2

2. BESLUIT ... 3

3. VOORSCHRIFTEN ... 4

3.1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ... 4

3.2 SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN ALGEMEEN ... 5

3.3 AANVULLENDE SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN VOOR HET LEGGEN VAN KABELS ... 6

4. OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN DE AANVRAAG ... 8

4.1 VEREISTE VAN VERGUNNING... 8

4.2 BETROKKEN BELANGEN ... 8

4.3 MOTIVERING ... 8

4.4 GELDIGHEID/TIJDELIJKHEID VAN DE VERGUNNING ... 10

5. PROCEDURE ... 11

6. CONCLUSIE ... 12

7. ONDERTEKENING ... 12

8. MEDEDELINGEN ... 13

(2)

Delta

Datum 20 juli 2018 Nummer

RWSZ2018-00004361

1. Aanhef

De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft op 8 maart 2018 een aanvraag ontvangen van Windpark Neeltje Jans 2 B.V. om een vergunning te verkrijgen op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (WBR).

De aanvraag betreft:

Het aanleggen, behouden, onderhouden en verwijderen van werken, te weten parkbekabeling ten behoeve van Windpark Neeltje Jans 2 aan de linker- en rechterzijde van rijksweg N57 en de Faelweg, tussen km 60,5 en km 60,7 in de gemeente Veere.

De aanvraag is geregistreerd onder nummer RWSZ2018-00004361.

De aanvraag omvat de volgende stukken:

 Formulier ‘Aanvraag WBR-beschikking’ (Vergunningaanvraag);

 Aanbiedingsbrief ‘aanvraag Wbr-vergunning’, met kenmerk OWO_NJ_Aanvr-Wbr, d.d. 08-03-2018;

 Tekening voorbeeld gestuurde boring t.b.v. kruising HK-OSK, met kenmerk B162030.VB24, d.d. 03-04-2017;

 Luchtfoto ‘OWO parkbekabeling werkeiland Neeltje Jans’, ongenummerd, ongedateerd;

 Luchtfoto ‘OWO Indicatief parkbekabeling NJ, ongenummerd, ongedateerd.

Een aanvulling op de aanvraag is op 1 juni 2018 ontvangen. De aanvullende informatie omvat de volgende stukken:

- Rapport ‘Oosterscheldekering; wegbelevingsonderzoek nieuwe windturbines’, met kenmerk 2017.18.85, d.d. 12-04-2018;

- luchtfoto tracé parkbekabeling NJ, versie 2.1, ongenummerd, ongedateerd.

Het onderhavige windmolenpark maakt onderdeel uit van het project Optimaliseren Windparken Oosterscheldekering. Op 7 juni 2018 heeft de gemeenteraad van de gemeente Veere het besluit genomen om de

gemeentelijke coördinatieregeling van toepassing te verklaren op de besluiten die nodig zijn voor dit project. Dit betekent dat medewerking is verleend aan de gecoördineerde voorbereiding en behandeling van deze vergunning door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere.

(3)

Delta

RWSZ2018-00004361

2. Besluit

Gelet op de bepalingen van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de in dit besluit opgenomen overwegingen besluit de minister van Infrastructuur en Waterstaat als volgt:

I. De vergunning op grond van artikel 2 WBR te verlenen aan Windpark Neeltje Jans 2 B.V., Regulierenring 12f, 3981 LB te Bunnik, voor het aanleggen, behouden, onderhouden en verwijderen van parkbekabeling aan de linker- en rechterzijde van rijksweg N57 en de Faelweg, tussen km 60,5 en km 60,7 in de gemeente Veere.

II. De vergunning te verlenen voor een periode van 20 jaar, gerekend vanaf het begin van de bouwperiode, doch uiterlijk tot en met 1 januari 2042.

III. Aan de vergunning de voorschriften te verbinden opgenomen in hoofdstuk 3 van deze vergunning.

Voor een toelichting op de in deze vergunning gebruikte begrippen wordt verwezen naar bijlage 1, Begripsbepalingen van deze vergunning.

(4)

Delta

RWSZ2018-00004361

3. Voorschriften

3.1 Algemene voorschriften

Voorschrift 1 Plaatsbepaling werken

1. De werken dienen te worden gemaakt en behouden ter plaatse zoals is aangegeven op de bij deze beschikking behorende tekening:

- Bijlage 2: Luchtfoto tracé parkbekabeling NJ, versie 2.1, ongenummerd, ongedateerd.

2. Wijziging van de plaats van de werken behoeft de goedkeuring van de waterbeheerder.

Voorschrift 2

Aanvang en voltooiing van de werkzaamheden

1. Ten minste tien werkdagen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen moet de vergunninghouder dit melden.

2. Uiterlijk tien werkdagen na het begin van de bouwperiode moet de

vergunninghouder de datum van het begin van de werkzaamheden melden.

3. Alle krachtens deze vergunning te verrichten werkzaamheden moeten, eenmaal aangevangen, indien dit redelijkerwijs mogelijk is, onafgebroken en met spoed worden voortgezet.

4. Indien de werkzaamheden (tijdelijk) niet kunnen worden voortgezet, moet dit uiterlijk binnen vijf werkdagen worden gemeld.

5. Indien de werkzaamheden gereed zijn, moet dit uiterlijk binnen vijf werkdagen gemeld worden.

6. De meldingen, genoemd in dit voorschrift, moeten gemeld worden aan de afdeling handhaving, handhavingzeeland@rws.nl en aan de objectbeheerder.

7. Voor aanvang van de werkzaamheden dient u deze af te stemmen met de onderhoudsaannemer Firma de Jong Zuurmond.

Voorschrift 3

Calamiteit / ongewoon voorval

1. In het geval van een calamiteit of een ongewoon voorval dienen onmiddellijk alle noodzakelijke maatregelen te worden getroffen die in het belang van de instandhouding en de bescherming van het waterstaatswerk redelijkerwijs noodzakelijk zijn.

2. De vergunninghouder meldt een calamiteit of ongewoon voorval zo spoedig mogelijk bij de crisiscoördinator.

(5)

Delta

RWSZ2018-00004361

Voorschrift 4 Revisietekeningen

1. Binnen acht weken nadat de werkzaamheden zijn beëindigd dient een as built tekening ter goedkeuring te worden aangeleverd.

2. De as built tekening dient te voldoen aan de standaard NLCS/TOLGI, inclusief aanvullende Rijkswaterstaatspecificaties.

3. De as built tekening dient, binnen de in lid 1 genoemde termijn, digitaal aangeleverd te worden, zowel in pdf-formaat (inleesbaar in Adobe Reader 7.0.9 DUT) als in DWG-formaat, via e-mailadres: handhavingzeeland@rws.nl.

4. Alle objecten op een civieltechnische tekening die is gerelateerd aan een topografische ondergrond dienen ingemeten te worden in het

Rijksdriehoekstelsel (X, Y) en de (Z) in NAP. De nauwkeurigheid moet beter zijn dan 10 cm in x, y en z-coördinaat.

Voorschrift 5 Contactpersoon

1. De vergunninghouder is verplicht één of meer personen aan te wijzen die in het bijzonder belast is (zijn) met de naleving van het bij deze vergunning bepaalde, waarmee door of namens de beheerder in spoedgevallen overleg kan worden gevoerd.

2. De vergunninghouder deelt schriftelijk binnen veertien dagen nadat deze vergunning in werking is getreden de beheerder en de afdeling handhaving via e-mailadres: handhavingzeeland@rws.nl mee, wat de contactgegevens zijn (naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres) van degene(n) die door of vanwege hem is (zijn) aangewezen.

3. Wijzigingen moeten binnen veertien dagen schriftelijk worden gemeld.

3.2 Specifieke voorschriften algemeen

Voorschrift 6 Technische voorschriften

1. Er dient voldoende klei of gebiedseigen grond voorhanden te zijn om bij calamiteiten op eerste aanzegging door de beheerder gegraven gaten of sleuven direct af te dichten.

2. De uitgekomen grondlagen dienen gescheiden te worden gehouden en in oorspronkelijke staat terug worden aangebracht.

3. De in het begroeide oppervlak gemaakte sleuf dan wel sleuven dienen zodanig worden afgewerkt dat het oppervlak in de oorspronkelijke toestand wordt hersteld.

4. Het terrein waar de werkzaamheden zijn uitgevoerd dient zo spoedig mogelijk na afloop van de werkzaamheden in de oorspronkelijke toestand te worden hersteld.

5. Oneffenheden in het terrein of wegoppervlak, die het gevolg zijn van de werkzaamheden, dienen zo spoedig mogelijk te worden hersteld.

(6)

Delta

RWSZ2018-00004361

6. De waterafvoer, inclusief de afwatering van de toe- en afvoerwegen, dient ongehinderd te kunnen plaatsvinden.

7. Vervallen kabels dienen te worden verwijderd.

8. Het opbreken van asfaltbekledingen dient zoveel mogelijk te worden

voorkomen. Opgebroken bekleding dient in de oude staat te worden hersteld met gebruikmaking van geschikt waterbouwkundig materiaal.

3.3 Aanvullende specifieke voorschriften voor het leggen van kabels

Voorschrift 7 Parkbekabeling

Uitvoeringsplan parkbekabeling

1. Alvorens met de aanleg van de parkbekabeling kan worden gestart dient vergunninghouder te beschikken over een door de beheerder goedgekeurd Plan Parkbekabeling. Het plan dient te bestaan uit een detailplanning en een ontwerp- en werkplan van het gehele kabeltracé en alle bijkomende

werkzaamheden. Er staan rechtsmiddelen open tegen dit besluit.

2. Ten aanzien van uit te voeren boringen dient de aanvrager in het in lid 1 bedoelde Plan Parkbekabeling een boorplan inclusief sterkteberekeningen op te nemen.

3. Het in lid 1 en 2 genoemde plan dient tenminste acht weken voor aanvang van de werkzaamheden te worden voorgelegd aan de beheerder.

4. De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd conform het door de beheerder goedgekeurde plan.

Technische voorschriften - algemeen

5. De gronddekking boven de kabel dient ten minste 0,80 m te bedragen.

6. De aanvulling dient in lagen van ten hoogste 0,3 meter te worden aangebracht en verdicht.

7. De ontgraving onder het grondwaterpeil mag alleen worden aangevuld met uitgekomen grond, met dezelfde eigenschappen als de oorspronkelijke grondlagen, deze mogen niet vermengd worden.

8. Gegraven gaten of sleuven dienen aan het eind van de werkdag deugdelijk te worden afgedicht.

9. De voor het leggen, verleggen, opruimen of herstellen van de kabel te graven sleuven of gaten dienen tot een zo klein mogelijk profiel te worden beperkt.

Technische voorschriften - boringen

10. Tijdens het boren/persen mag de grondwaterstand niet hoger komen dan 0,50 meter onder de onderkant van de te boren buis. Ter plaatse moeten peilbuizen worden aangebracht ter controle van de grondwaterstand.

11. Bij het boren/persen mogen slechts die technieken worden toegepast, waarbij controleerbaar is of de inhoud van de hoeveelheid uitkomende grond ongeveer gelijk is aan de inhoud van de voorwaartse verplaatsing van de

boorbuis/persbuis, rekening houdend met de uitlevering van de grond. Ten behoeve van het verwijderen van de grond mag niet voor de voorzijde van de mantelbuis worden uitgeboord/uitgeperst.

12. Bij optredende problemen tijdens het boren/persen moet het werk

(7)

Delta

RWSZ2018-00004361

onmiddellijk worden gestaakt en de beheerder worden ingelicht. De dan noodzakelijke maatregelen dienen in overleg met en ter goedkeuring van de beheerder te worden opgenomen.

13. Als een boring/persing mislukt, mag de buis nimmer worden teruggetrokken, maar moet een nieuwe kruising op een andere plaats worden gemaakt. De achtergebleven buis moet zorgvuldig geheel worden opgevuld met dämmer en aan beide zijden waterdicht worden gestopt.

14. Bij gestuurde boringen waarbij het in- of uittredepunt in een havendam ligt en dus het bekleding moet worden opengebroken, dient de bekleding in de oude staat te worden hersteld met gebruikmaking van geschikt waterbouwkundig materiaal.

(8)

Delta

RWSZ2018-00004361

4. Overwegingen ten aanzien van de aanvraag 4.1 Vereiste van vergunning

Op grond van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, van de Wet beheer

rijkswaterstaatswerken is het verboden zonder vergunning van de minister van Infrastructuur en Waterstaat gebruik te maken van een waterstaatswerk in beheer bij het Rijk door anders dan waartoe het is bestemd, daarin, daarop, daaronder of daarover werken te maken of te behouden of daarin, daaronder of daarop vaste stoffen of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen of te laten staan of liggen.

De onderhavige vergunning heeft betrekking op de waterstaatswerken - Rijksweg N57;

- Faelweg.

Het waterstaatswerk zoals bedoeld in de Wet beheer rijkswaterstaatswerken betreft de weg én hetgeen verder naar zijn aard daartoe behoort omdat het daaraan is verbonden in fysieke of althans functionele zin. Voorbeelden zijn

bermen en duikers. Het gaat bij dit alles om werken die als object bestanddeel zijn van de infrastructuur en die een functie hebben voor de instandhouding van de bruikbaarheid van de weg.

Windpark Neeltje Jans 2 B.V., Regulierenring 12f, 3981 LB te Bunnik is

voornemens om parkbekabeling aan te leggen aan de linker- en rechterzijde van rijksweg N57 en de Faelweg, tussen km 60,5 en km 60,7 in de gemeente Veere.

Deze handeling is vergunningplichtig op grond van art. 2 WBR.

Dezelfde handeling is tevens vergunningplichtig op grond van de Waterwet. De inhoud van de beide vergunningen zijn op elkaar afgestemd.

4.2 Betrokken belangen

Bij het maken van de werken waarvoor vergunning wordt aangevraagd, spelen in dit verband de volgende belangen een rol:

 de belangen van Rijkswaterstaat, te weten het beschermen van het waterstaatswerk en het verzekeren van een veilig en doelmatig gebruik daarvan;

 het belang van de aanvrager, te weten het aanleggen van bekabeling voor het windmolenpark;

 belangen van derden.

4.3 Motivering

Algemeen

Al snel na de afronding van de bouw in 1986 is de Oosterscheldekering in beeld gekomen als een locatie die bij uitstek geschikt is voor het plaatsen van

(9)

Delta

RWSZ2018-00004361

windturbines. Vanaf het begin van de jaren ‘90 zijn windturbines geplaatst op de voormalige werkeilanden. De Provincie Zeeland heeft de Oosterscheldekering in 2006 aangewezen als zogenaamde concentratielocatie voor windenergie. Dit houdt in dat de Oosterscheldekering bij uitstek geschikt is voor het opwekken van windenergie.

De initiatiefnemer E-Connection heeft gezocht naar mogelijkheden om nieuwe windturbines te bouwen en om de bestaande windturbines te vervangen door nieuwere. Deze mogelijkheden zijn gevonden in een aantal deelprojecten die tezamen het project Optimalisatie Windparken Oosterscheldekering (OWO) vormen.

Doel van dit project is om de beschikbare ruimte op de Oosterscheldekering zo optimaal mogelijk te benutten. Het streven is om de bestaande

opwekkingscapaciteit van de windparken op de Oosterscheldekering te vergoten. Eerst van 80 MW in de bestaande situatie naar 130 MW in 2020 en door verdere optimalisatie van de bestaande windturbines in de jaren

daarna tot circa 140 MW in 2027. Voor enkele nieuwe windturbines (Poolvoet, de Binnenhaven en Roggeplaat) geldt dat deze in de directe nabijheid liggen van de rijksweg N57.

Windpark Neeltje Jans 2 B.V., Regulierenring 12f, 3981 LB te Bunnik is

voornemens om parkbekabeling aan te leggen aan de linker- en rechterzijde van rijksweg N57 en de Faelweg, tussen km 60,5 en km 60,7 in de gemeente Veere.

Deze werken worden aangelegd ten behoeve van Windpark Neeltje Jans 2.

Windpark Neeltje Jans 2 B.V. is voornemens om drie turbines te bouwen en in werking te nemen op de Oosterscheldekering op het werkeiland Neeltje Jans. In deze vergunning wordt een klein deel van de parkbekabeling geregeld. Het grootste deel van de parkbekabeling is gesitueerd buiten het gebied waar de WBR van toepassing is.

Op onderhavige vergunning zijn de volgende beleidskaders van toepassing:

- Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over rijkswaterstaatswerken;

- Richtlijn Boortechnieken, januari 2004.

Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over rijkswaterstaatswerken

De bekabeling maakt onderdeel uit van het windmolenpark. De windturbines zelf zijn echter gesitueerd buiten het gebied waar de WBR van toepassing is.

Desalniettemin kan geconcludeerd worden dat de plaatsing van de windturbines voldoet aan artikel 3 van de Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over rijkswaterstaatswerken. De windturbines staan op voldoende afstand van de weg en er is geen onaanvaardbaar verhoogd risico voor de verkeersveiligheid.

Voor de onderbouwing van het aspect verkeersveiligheid is in opdracht van

(10)

Delta

RWSZ2018-00004361

vergunninghouder een wegbeeldanalyse opgesteld. De resultaten van het

onderzoek zijn vastgelegd in het rapport ‘Oosterscheldekering, Wegbeeldanalyse, Wegbelevingsonderzoek nieuwe windturbines’ d.d. 12 april 2018. De conclusie van het rapport is dat de nieuwe windturbines niet of nauwelijks nadelig gevolg

hebben op de rijtaakbelasting van de bestuurders op de N57. Van de in het rapport gegeven aanbevelingen is kennisgenomen door de wegbeheerder.

Voorschriften

Ter bescherming van de belangen van Rijkswaterstaat zijn aan deze vergunning nadere voorschriften verbonden. Gelet op het door mij gehanteerde beleid is de aangevraagde activiteit toegestaan mits volgens de voorschriften wordt gewerkt.

De voorschriften zijn inhoudelijk afgestemd met de voorschriften die in de watervergunning zijn opgenomen.

Er zijn geen bezwaren tegen het voorgestelde tracé voor de parkbekabeling.

Wanneer de vergunninghouder de bekabeling verder heeft uitgewerkt, kan om goedkeuring aan de beheerder worden gevraagd. In het uitvoeringsplan wordt het tracé verder uitgewerkt en worden alle technische details vastgelegd. Op dit moment is nog niet bekend waar er boringen nodig zijn. Dit zal dan ook een onderdeel zijn van het uitvoeringsplan.

4.4 Geldigheid/tijdelijkheid van de vergunning

Voor windparken wordt op grond van de Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over rijkswaterstaatswerken een vergunning verleend voor een bepaalde termijn. Deze termijn is gesteld op 20 jaar gerekend vanaf het begin van bouwperiode doch uiterlijk tot en met 1 januari 2042.

De termijn van 20 jaar is gebaseerd op een verwachte gebruiksduur van de windturbines van circa 15 jaar. Dit is ook de subsidietermijn op grond van de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie+ 2018 van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Naast de gebruikstermijn is rekening gehouden met de bouwperiode en de verwijderingsfase. Hiervoor is een ruime periode van 5 jaar gerekend. De geldigheidstermijn van 20 jaar is in overeenstemming met de beleidsregel die onder meer de mogelijkheden voor toekomstig gebruik niet teveel wil beperken.

Het begin van de bouwperiode is de dag waarop de eerste grondroering

plaatsvindt ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden van het werk.

Bij de einddatum 1 januari 2042 is rekening gehouden met het gegeven dat na het verlenen van de vergunning mogelijk 3 jaar wordt gewacht met het starten van de bouwperiode.

Op het aanvraagformulier heeft Windpark Neeltje Jans 2 B.V. aangegeven dat vergunning wordt gevraagd tot 1 september 2044. Gelet op het vorenstaande, is deze datum aangepast.

(11)

Delta

RWSZ2018-00004361

5. Procedure

Gemeentelijke coördinatieregeling

Dit besluit is onderdeel van de coördinatieregeling ex artikel 3.30 eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Dit betekent dat een aantal besluiten, die nodig zijn voor de realisatie van de windmolenparken op en rondom de Oosterscheldekering, gezamenlijk worden voorbereid, waarbij de procedure wordt gecoördineerd door de gemeente Veere. Daarbij doorlopen de besluiten, op grond van artikel 3.31, derde lid, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht met toepassing van de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid, van de Wro.

Het coördinatiebesluit omvat de toekomstige besluitvorming over het

bestemmingsplan met plannummer NL.IMRO.0717.0121CBWindmNja-OW01 en de omgevingsvergunningen voor de activiteiten bouwen en het verrichten van andere activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving voor zover de

gemeente het bevoegd gezag is. Hieronder vallen ook de

vergunningen/ontheffingen op grond van de Waterwet, Wet beheer rijkswaterstaatswerken en de Wet natuurbescherming.

Het coördinatiebesluit is op 20 juni 2018 gepubliceerd in de Staatscourant (nr.

34580) en het Gemeenteblad (nr. 129111).

(12)

Delta

RWSZ2018-00004361

6. Conclusie

De in de vergunning opgenomen voorschriften waarborgen dat de doelstellingen van het wegbeheer voldoende worden beschermd. Op grond van de in dit besluit opgenomen overwegingen bestaan er daarom geen bezwaren tegen het verlenen van de gevraagde vergunning.

7. Ondertekening

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze,

hoofdingenieur-directeur Rijkswaterstaat Zee en Delta

T.F.J. van de Gazelle

(13)

Delta

RWSZ2018-00004361

8. Mededelingen

8.1 Informatie en zienswijze

Voor meer informatie over dit ontwerpbesluit kunt u terecht bij mevrouw P.C.

Brandwijk van de afdeling Vergunningverlening van Rijkswaterstaat (telefoonnummer: 088 - 797 46 00). Deze contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen.

Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen:

- Is de inhoud van het ontwerpbesluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent?

- Kunt u beoordelen of het ontwerpbesluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting?

- Kloppen de gegevens over u in het ontwerpbesluit en heeft u alle gegevens verstrekt?

Ook wanneer u andere vragen heeft over het ontwerpbesluit of de procedure kunt u contact opnemen.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een ieder, gedurende een periode van zes weken vanaf de dag waarop de ontwerpvergunning ter inzage is gelegd, schriftelijk of mondeling zijn zienswijze over de ontwerpvergunning naar voren brengen bij het college van burgemeester en wethouders van Veere, Postbus 1000, 4357 ZV Domburg. Die zienswijze moet worden gericht aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat.

8.2 Inspanningsverplichting i.v.m. mogelijke schade

De verlening van deze vergunning ontslaat de vergunninghouder niet van de plicht om de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen, teneinde te voorkomen dat het vergunningverlenende orgaan, dan wel derden, ten gevolge van het

gebruikmaken van de vergunning schade lijden.

8.3 Aanwijzingen

Door of namens de beheerder kunnen met betrekking tot de werkzaamheden aanwijzingen worden gegeven ter bescherming van betrokken belangen.

Aanwijzingen dienen onmiddellijk te worden opgevolgd.

8.4 Overige vergunningen

Naast de in deze beschikking verleende vergunning kan, voor de handelingen, waarop de vergunning betrekking heeft, tevens vergunning en/of ontheffing vereist zijn op grond van andere wetten en/of verordeningen dan waarop deze beschikking steunt.

8.5 Privaatrechtelijke toestemming

Naast de vergunning heeft u voor het gebruik van Staatsgrond en –water nog toestemming nodig van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Ik wijs u er op dat het

(14)

Delta

RWSZ2018-00004361

RVB aan een dergelijke privaatrechtelijke regeling nog nadere voorwaarden kan stellen, waaronder het betalen van een (marktconforme) gebruiksvergoeding. In verband hiermee is een afschrift van deze vergunning gezonden aan het RVB, Postbus 16700, 2500 BS te Den Haag, die zich met betrekking tot het gebruik van het betrokken staatseigendom schriftelijk tot u kan wenden.

8.6 Kosten van maatregelen

De kosten, voortvloeiende uit voorzieningen en maatregelen, die het

vergunningverlenende orgaan zelf ten behoeve van de vergunninghouder en/of in verband met het beheer van het waterstaatswerk dient te treffen en die

veroorzaakt worden door de werkzaamheden en het gebruik van het waterstaatswerk door de vergunninghouder, komen voor rekening van de vergunninghouder. Hieronder vallen onder meer de kosten, verbonden aan de door het vergunningverlenende orgaan te treffen verkeersmaatregelen en voorzieningen in het kader van opgetreden calamiteiten.

Kosten die voortvloeien uit het gebruik van deze vergunning zijn voor rekening en verantwoordelijkheid van de vergunninghouder.

8.7 Overige verplichtingen

Richtlijn Boortechnieken

Op het werk is de Richtlijn Boortechnieken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (ISBN 90-369-5542-4, laatste versie januari 2004) van toepassing.

Beheer en onderhoud

Het werk dient in goede staat te worden onderhouden.

Verzakkingen dan wel zettingen, die in de loop van de tijd als gevolg van de werkzaamheden optreden, dienen op kosten van de vergunninghouder te worden hersteld.

Het werk, beheer of onderhoud mag geen gevaar of hinder voor het verkeer veroorzaken.

Bouwstoffen, materialen en materieel dienen zodanig te worden opgeslagen en geplaatst, dat geen gevaar en hinder voor het verkeer ontstaat.

Voor de aan- en afvoer van materiaal en materieel mag geen gebruik worden gemaakt van de vluchtstroken of aangrenzende (weg)bermen van de rijksweg.

Stremming van het verkeer in verband met de aanleg of het onderhoud van het werk wordt alleen toegestaan indien dit onvermijdelijk is.

Verkeersmaatregelen dienen door en op kosten van de vergunninghouder te worden getroffen.

(15)

Delta

RWSZ2018-00004361

De eventueel nodige stremming behoeft de voorafgaande toestemming van het verkeersloket, bereikbaar via het e-mailadres:

verkeersloket.wegendistrict.zeeland@rws.nl.

Verkeersmaatregelen aanvragen via SPIN

Voor het plannen van wegwerkzaamheden dient u gebruik te maken van het Systeem Planning en Informatie Nederland (SPIN).

Deze kunt u via www.rws.nl/spin aanvragen.

Op de werkzaamheden is de volgende richtlijn van toepassing: Beleid en proces veilig werken aan wegen (2014).

De werkzaamheden vinden plaats op of nabij een rijksweg die geen autosnelweg is. Daarom is de volgende CROW richtlijn van toepassing: Maatregelen op niet autosnelwegen (2014)

De RWS richtlijnen zijn toegankelijk via:

http://www.verkeersmaatregelen.nl/Info/Literatuur/Werkinuitvoering/Autosnelweg en/RWSrichtlijnvoorverkeersmaatregelenbijwegwerk.aspx

Verkeersmaatregelen mogen alleen worden getroffen door een geautoriseerd persoon. Deze persoon dient in het bezit te zijn van een certificaat

Verkeersmaatregelen BRL 9101.

Veiligheidskleding

Degenen die zich wegens het maken en het onderhouden van het werk buiten enig voertuig op of langs de rijksweg bevinden dienen veiligheidskleding te dragen die voldoet aan:

 NEN-EN 471:2003+A1:2008, en

 de Richtlijnen en Specificaties voor Veiligheidskleding bij Wegwerkzaamheden (http://www.crow.nl/downloads/pdf/werk-en-veiligheid/werk-in-

uitvoering/richtlijnen-en-specificaties-voor-veiligheidskledi.aspx).

8.8 Rechtsopvolging

Van de wens tot overgang van deze vergunning naar rechtsopvolgers dient binnen 4 weken mededeling worden gedaan aan het bevoegd gezag. Overgang van deze vergunning kan pas bij besluit worden geeffectueerd.

8.9 Ontheffing Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels

Voor het gebruik van de vluchtstrook en aangrenzende (weg)bermen van de rijksweg is een door Rijkswaterstaat afgegeven ontheffing op grond van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 vereist.

8.10 Nadeelcompensatie kabels en leidingen

Op de vergoeding van schade, die het gevolg is van wijziging, intrekking of opzegging van deze vergunning, is de Beleidsregel nadeelcompensatie

(16)

Delta

RWSZ2018-00004361

Infrastructuur en Waterstaat 2014 – gepubliceerd in de Staatscourant van 16 juni 2014, nr. 16584 – van toepassing.

(17)

Delta

RWSZ2018-00004361

Bijlage 1, Begripsbepalingen

Behorende bij de vergunning van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat In deze vergunning wordt verstaan onder:

1. Aanvraag: De aan deze vergunning ten grondslag liggende aanvraag.

2. Afdeling handhaving: de afdeling handhaving van Rijkswaterstaat Zee en Delta, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht, e-mailadres

handhavingzeeland@rws.nl, telefoonnummer 06 52 58 18 30.

3. As built tekening: Tekening waarop de wijzigingen van het werk ten opzichte van het ontwerp zijn aangegeven.

4. AutoCAD (Autodesk computer-aided design): programma voor het maken van technische tekeningen.

5. Bevoegd gezag: de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de functionarissen die gemandateerd en gemachtigd zijn de bevoegdheden onder haar verantwoordelijkheid uit te oefenen.

6. Beheerder: het hoofd van het district Zee en Delta Noord, Bezoekadres:

Evertsenstraat 98, 4461 XS Goes, Postadres: Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

7. Bouwperiode: de periode die aanvangt vanaf het eerste moment dat de grond in beroering wordt gebracht en waarmee de aanlegwerkzaamheden beginnen, en eindigt wanneer de werken voltooid zijn.

8. BRL 9101: Beoordelingsrichtlijn 9101; richtlijn voor de toepassing van verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering.

9. Calamiteit: ongewoon voorval of bijzondere omstandigheid waardoor schade aan het waterstaatswerk is ontstaan of dreigt te ontstaan.

10. Civieltechnische tekening: tekening op schaal van objecten die vastzitten in de grond.

11. Dämmer: een dik-vloeibare stof die kan worden benut om leidingen met een relatief kleine diameter over de hele lengte vol te zetten en zo (blijvend flexibel) af te dichten.

12. DWG of DRWG: DraWinG, het vectorgeoriënteerde bestandsformaat van AutoCAD-tekeningen. Bestandstype waarin gegevens digitaal aan Rijkswaterstaat aangeleverd kunnen worden.

13. NLCS/TOLGI: Nederlandse CAD Standaard / Tekenvoorschriften Object- en lijninfrastructuur gebonden installaties. Informatie over de NLCS/TOLGI en de aanvullende Rijkswaterstaat bepalingen zijn te vinden op

www.rws.nl/datacontracteisen, tabblad “CAD bestanden en –tekeningen Rijkswaterstaat.

14. Pdf-formaat (pdf, portable document format): bestandstype inleesbaar in Adobe Reader 7.0.9 DUT.

15. Richtlijnen en Specificaties voor Veiligheidskleding bij Wegwerkzaamheden:

richtlijn voor veiligheidskleding, conform de Europese norm EN/471, van Rijkswaterstaat, Adviesdienst Verkeer en Vervoer, oktober 1995.

16. Vergunninghouder: diegene die krachtens deze vergunning handelingen verricht.

(18)

Delta

RWSZ2018-00004361

17. Werk(en): bouwwerk, weg- of waterbouwkundig werk of anderszins functionele toepassing van een bouwstof.

18. Werkzaamheden: het maken, aanleggen, behouden, onderhouden en verwijderen van het op grond van de vergunning te behouden werk, te weten:

- parkbekabeling ten behoeve van een windpark.

(19)

Delta

RWSZ2018-00004361

Bijlage 2: Luchtfoto tracé parkbekabeling NJ, versie 2.1, ongenummerd, ongedateerd.