EM6505 - e-Domotica e-Centre 2 Bedieningspaneel
2| NEDERLANDS
EM6505 - e-Domotica e-Centre 2 Bedieningspaneel
Inhoudsopgave
1.0 Introductie ...3
1.1 Functies en kenmerken ...4
1.2 Inhoud van de verpakking...4
2.0 Het installeren van het e-Centre 2 ...4
3.0 Eerste installatie wizard ...5
3.1 Stap 1 – Kies uw taal ...6
3.2 Stap 2 – Stel een datum en tijd in ...6
3.3 Stap 3 – e-Domotica producten toevoegen ...6
3.4 Stap 4 – Scènes aanmaken...8
3.4.1 Voorbeelden ... 8
3.4.2 Een scène configureren... 9
3.4.3 Volgorde van de scènes op het scherm wijzigen...11
3.5 Stap 5 – Alarmgroepen instellen ...12
3.5.1 Rookalarm ...12
3.5.2 Wateralarm...14
3.5.3 Afwezigheidalarm ...16
3.5.4 Aangepast afwezigheidalarm A & B...18
3.5.5 Nachtalarm ...19
3.5.6 Aangepast nachtalarm C & D ...22
3.5.7 Het instellen van een PIN code om alarm uit te schakelen...22
3.6 Stap 6 – Speciale wizards...22
3.6.1 Tijdgestuurde scène ...23
3.6.2 Sensorgestuurde scène...24
3.6.3 Uitschakelvertraging ...25
3.7 Stap 7 – Camera’s instellen ...25
3.8 Stap 8 – Draadloos netwerk instellen...27
3.9 Stap 9 – e-Domotica netwerk optimaliseren...29
3.10 Stap 10 – Verbinding maken met de Portal...30
4.0 Het e-Centre 2 met de e-Domotica Portal verbinden...30
4.1 Een nieuw account aanmaken of een bestaand account gebruiken ...31
4.1.1 Een nieuw account aanmaken en activeren...31
4.1.2 Gebruik maken van een bestaand account ...31
4.2 Home pagina ...31
4.3 Persoonlijke gegevens invoeren ...32
4.3.1 e-Centre 2 status informatie...32
4.3.2 Wijzigen wachtwoord voor de portal...32
4.4 Beheer contactpersonen...32
4.5 Alarm meldingen...33
4.6 Camera’s bekijken ...33
4.7 Opnames beheren...33
3| NEDERLANDS
4.8 Op afstand het alarm inschakelen of uitschakelen ...33
4.9 Alarm instellen om een contactpersoon te notificeren en opnames te maken ..34
4.9.1 Contactpersonen selecteren voor een alarmgroep...34
4.9.2 Contactpersonen notificeren per telefoon, sms of e-mail...34
4.9.3 Camera toewijzen aan een alarmgroep ...34
4.10 Telefoon configuratie ...35
5.0 Gebruik van het e-Centre 2 bedieningspaneel ...35
5.1 Apparaten...36
5.1.1 Instellingen scherm...36
5.1.1.1 Wijzigen achtergrondverlichting ...37
5.1.1.2 Wijzigen volume ...37
5.1.1.3 Apparaat informatie en netwerk informatie...37
5.2 Informatie scherm...37
5.3 Camera’s ...38
5.4 Nachtalarm ...38
5.5 Afwezigheidalarm ...38
5.6 Thuis komen...39
5.7 Berichten en informatie balk ...39
5.8 Scènes ...39
6.0 Lokaal en op afstand bedienen van uw e-Centre 2 ...39
6.1 Bedien uw e-Centre 2 lokaal...39
6.2 Bedien uw e-Centre 2 op afstand...39
6.3 Maak een snelkoppeling op een Android smart phone of tablet ...40
6.4 Maak een snelkoppeling op een iPhone of iPad...40
7.0 Overige pagina’s op de webpagina van het e-Centre 2...41
7.1 Scenarios instellen ...41
7.1.1 Voorbeeld met gebeurtenissen – Instellen van hotelschakeling ...42
7.1.2 Voorbeeld met gebeurtenissen en condities – Schakelen op jaar, maand week, uur, dag of minuut. ...44
7.2 Instellingen pagina...46
7.2.1 Firmware update van de Portal ...46
7.2.2 Reservekopie maken van de instellingen...46
7.2.3 Reservekopie terugzetten ...47
8.0 Herstellen naar fabrieksinstellingen ...47
9.0 Veel gestelde vragen...48
10.0 Service en ondersteuning ...48
11.0 Waarschuwingen en aandachtspunten ...49
12.0 Garantievoorwaarden ...49
13.0 Verklaring van Overeenstemming...50
1.0 Introductie
Gefeliciteerd met de aankoop van dit hoogwaardige Eminent product! Dit product is door de technische experts van Eminent uitgebreid getest. Mocht dit product ondanks alle zorg problemen vertonen, dan kunt u een beroep doen op de vijf jaar Eminent
4| NEDERLANDS
garantie. Bewaar deze handleiding samen met het bewijs van aankoop daarom zorgvuldig.
1.1 Functies en kenmerken
Het EM6505 e-Domotica e-Centre 2 bedieningspaneel is een multifunctioneel apparaat waarmee Z-wave gecertificeerde apparaten en surveillance IP camera’s bediend kunnen worden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de EM6511
Afstandsbediening, EM6550 Aan/Uit Schakelaar, EM6551 Dimmer, EM6581 Bewegingssensor, de EM6590 Rookmelder en vele andere. Het is ook mogelijk om diverse Eminent IP Camera’s te verbinden, bijvoorbeeld de EM6561 PTZ IP Camera voor binnengebruik en de EM6564 IP Camera voor buitengebruik.
Door de producten binnen de e-Domotica familie te gebruiken kunt u op een eenvoudige manier lampen bedienen maar ook een eigen beveiligingssysteem maken.
1.2 Inhoud van de verpakking
De volgende onderdelen zijn aanwezig in het pakket:
• EM6505 e-Domotica e-Centre 2 Bedieningspaneel
• Montagebeugel (functioneert ook als voet)
• Stroomadapter (12V DC 2A)
• Snelle installatie gids
• Netwerkkabel
• Schroeven en pluggen
2.0 Het installeren van het e-Centre 2
De basis stappen om uw e-Centre 2 te installeren zijn beschreven in de bijgeleverde snelle installatie gids. De stappen worden hier nog even herhaald.
Hint! Maak het makkelijker voor uzelf door de e-Domotica producten op een tafel te leggen en te bekijken. Dit is tevens handig voor het aanmelden van de producten op het e-Centre 2 voordat deze producten op hun uiteindelijke plek worden gebruikt
1. Sluit de netwerkkabel aan op het e-Centre 2 en op uw netwerk (modem of router).
2. Sluit de stroomadapter aan op het e-Centre 2 en in een stopcontact.
3. Het e-Centre 2 zal automatisch opstarten. Als het e-Centre 2 eenmaal opgestart is verschijnen een aantal iconen op het scherm.
4. Start uw computer op.
5. Open een web browser zoals Firefox, Chrome of Internet Explorer.
6. Voer in de adresbalk http://ecentre/ om de locale webpagina van het e-Centre 2 te openen.
Indien u de webpagina niet kunt openen, gebruik dan het IP-adres van het e- Centre 2. Druk op het scherm op Apparaten daarna op Instellingen. Als hier
5| NEDERLANDS
bijvoorbeeld 192.168.1.30 staat kunt u http://192.168.1.30 invoeren in de adresbalk. De volgende pagina wordt getoond.
A fbeelding 1 – Login pagina van het e-Centre
7. Voer de standaard PIN code 1234 in om in te loggen.
8. De locale webpagina van het e-Centre 2 heeft een ingebouwde installatie wizard om u te helpen bij het installeren van de producten. Volg de instructies op de pagina om verder te gaan. In het volgende hoofdstuk worden de stappen verder uitgelegd.
Let op! Tijdens de installatie procedure is een bekabelde netwerkverbinding met het e- Centre 2 vereist. Nadat de installatie voltooid is kan de netwerkkabel losgekoppeld worden en kan het e-Centre 2 ook naar wens draadloos gebruikt worden.
3.0 Eerste installatie wizard
Nu de webpagina van het e-Centre 2 is geopend zoals beschreven in hoofdstuk 2.0 kunt u beginnen met de installatie wizard welke u door het proces heen zal leiden.
Let op! Alleen voor geavanceerde gebruikers: Indien u de wizard niet wilt gebruiken kunt u op ‘Verlaat wizard’ klikken onderaan de pagina.
Elke stap in de wizard wordt in dit hoofdstuk verder behandeld.
Omdat het e-Centre 2 veel mogelijkheden heeft is het wellicht nodig dat u in de wizard terug en vooruit dient te gaan. Alle informatie wordt opgeslagen zodra u op ‘Volgende’
of ‘Vorige’ op de pagina klikt, tenzij een aparte ‘Opslaan’ knop zichtbaar is.
6| NEDERLANDS
3.1 Stap 1 – Kies uw taal
Kies uw taal naar wens. Nadat een taal is gekozen, zal een bericht verschijnen om aan te geven dat de taal is omgezet. Zowel de taal van de webpagina als van het e- Centre 2 scherm worden omgezet.
Klik op ‘Volgende Stap’ om verder te gaan.
3.2 Stap 2 – Stel een datum en tijd in
Selecteer hier uw tijdzone uit de lijst. Klik op de ‘Set’ knop om de instellingen op te slaan. De tijd wordt weergegeven op het e-Centre 2 scherm en wordt gebruikt in de log bestanden.
Indien u de tijzone uit de lijst heeft gekozen hoeft u niet handmatig de datum en tijd in te stellen. Klik op ‘Volgende Stap’ om verder te gaan.
Indien u handmatig een datum en tijd wilt invoeren, kunt u gebruik maken van de tweede optie ‘Datum en Tijd’. Dit is niet nodig als de tijdzone al is ingesteld.
Klik op ‘Volgende Stap’ om verder te gaan.
3.3 Stap 3 – e-Domotica producten toevoegen
Afbeelding 2 – e-Domotica producten pagina
Op deze pagina kunt u producten toevoegen (include) en verwijderen (exclude) van het e-Centre 2.
Tips:
• Het standaard bereik van het e-Centre 2 om Z-wave producten te vinden, is ongeveer 1 tot 5 meter. Mogelijk dient u de optie ‘Hoog vermogen’ aan te vinken om apparaten op grotere afstand aan te melden. Bijvoorbeeld als u
inbouwmodules (zoals EM6514 Wandschakelaar Sensor of EM6556 Mini
7| NEDERLANDS
Schakelaar) in een plafond of achter een wand heeft geïnstalleerd op een grotere afstand van het e-Centre 2.
• Om het draadloze netwerk tussen de Z-wave apparaten stabieler te maken is het aanbevolen om eerst de 230V gevoede apparaten aan te melden en als laatste de batterijgevoede apparaten. 230V gevoede apparaten werken namelijk als versterker, bijvoorbeeld de EM6550 en EM6551.
• Het is zelfs mogelijk om direct na het toevoegen van 230V gevoede apparaten deze in de kamers op de uiteindelijke plek te monteren/plaatsen. Hierdoor kunnen eventuele batterij gevoede apparaten ook in de kamers toegevoegd worden. Het voordeel hiervan is dat voor het Z-wave netwerk gelijk duidelijk is waar het apparaat zich bevindt en welke apparaten in de buurt zijn.
1. Klik op de knop ‘Toevoegen’.
2. Het e-Centre 2 zal nu zoeken naar apparaten.
3. Druk drie keer binnen 1,5 seconden op de knop van het Z-wave apparaat om deze aan te melden.
Elk Z-wave apparaat heeft een eigen knop om deze aan te melden of af te melden. Raadpleeg hiervoor de handleiding van het apparaat dat u wilt toevoegen.
4. Indien het e-Centre 2 het apparaat heeft herkend wordt het type weergegeven op de pagina.
5. Vul een naam naar wens in. Bijvoorbeeld als u een EM65550 voor een lamp gebruikt in uw woonkamer, kunt u de naam ‘Lamp’ invullen. Indien u een apparaat wilt schakelen kunt u de naam van het apparaat invullen, bijvoorbeeld
‘Televisie’.
6. Selecteer een locatie uit de lijst. Bijvoorbeeld ‘Woonkamer’.
7. Klik op de ‘Selecteren’ knop om een icoon voor dit apparaat in te stellen. Dit icoon wordt op het e-Centre 2 scherm weergegeven bij Apparaten. Hierdoor kunt u het apparaat in- of uitschakelen.
8. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan.
9. U komt nu terug op de ‘e-Domotica Producten toevoegen’ pagina.
U kunt de bovenstaande stappen herhalen om andere apparaten toe te voegen. Klik op ‘Volgende Stap’ om verder te gaan.
8| NEDERLANDS
3.4 Stap 4 – Scènes aanmaken
Afbeelding 3 – Scènes aanmaken
Nu diverse apparaten zijn aangemeld kunnen scènes aangemaakt worden. In een scène kunnen één of meerdere apparaten van status veranderd worden.
3.4.1 Voorbeelden
Een aantal voorbeeld scènes om u op weg te helpen.
Voorbeeld 1 – TV Kijken
In deze scène kunt u de lampen rond uw TV inschakelen. Indien u gebruik maakt van een dimmer, kunt u zelfs de juiste sfeer instellen door de dimmer op 30% te zetten (bijvoorbeeld).
Voorbeeld 2 – Avondeten
In deze scène kunt u de lampen boven en rond uw eettafel inschakelen. Indien u hiervoor ook een dimmer gebruikt kunt u bijvoorbeeld het licht op 90% of zelfs 100%
zetten.
Voorbeeld 3 – Alles aan
In deze scène kunt u alle verlichting in uw woning inschakelen. Deze scène kunt u vervolgens gebruiken bij het gebruik van een rookalarm bijvoorbeeld. Als dit alarm eenmaal afgaat gaan alle lampen aan en kunt u uw weg uit uw huis vinden.
Voorbeeld 4 – Alles uit
In deze scène kunt u alle verlichting in uw woning uitschakelen. Deze scène kan bijvoorbeeld gebruikt worden in het Afwezigheidalarm, bij het verlaten van de woning.
9| NEDERLANDS
U kunt naar eigen wens diverse scènes aanmaken en gebruiken. Het is ook mogelijk om de status van verschillende producten te combineren. Bijvoorbeeld, de verlichting rond uw TV wordt ingeschakeld en de verlichting rond uw eettafel worden
uitgeschakeld in één scène.
3.4.2 Een scène configureren
Afbeelding 4 – Een scène aanmaken
Volg de onderstaande stappen om een scène toe te voegen aan uw e-Centre 2.
1. Klik op ‘Toevoegen’.
2. Geef een naam aan de scène, bijvoorbeeld ‘TV Kijken’.
3. U kunt een knop voor deze scène op het e-Centre 2 scherm weergeven door een vinkje te plaatsen bij ‘Toon een knop voor deze scène op het e-Centre 2 scherm.’
Indien dit voor de betreffende scène niet nodig is kunt u naar stap 6 gaan.
4. Geef een tekst in de velden ‘Tekst regel 1’ en ‘Tekst regel 2’, wat wordt weergeven onder de knop op het scherm. Vanwege de matrix waarin de iconen worden weergeven wordt de tekst opgedeeld in twee regels (onder elkaar).
5. Selecteer een bijpassend icoon via de ‘Selecteren knop’. In dit voorbeeld kan dat het TV icoon zijn.
6. Klik op ‘Toevoegen’ om een of meerdere e-Domotica producten toe te voegen aan deze scène.
10| NEDERLANDS
7. Een nieuwe pagina zal verschijnen met diverse opties.
Afbeelding 5 – Voeg een product toe aan een scène
De volgende stappen zijn opgedeeld in twee situaties, één met een Schakelaar, de andere met een Dimmer.
Let op! Indien u meer ervaring heeft met Z-wave apparaten, kunt u de optie Expert mode op de pagina inschakelen. De expert mode wordt niet verder beschreven in dit hoofdstuk.
8. Instellen van de pagina voor een Schakelaar (EM6550 bijvoorbeeld) a. Apparaat: Selecteer een van de op het e-Centre 2 aangemelde
apparaten. Bijvoorbeeld ‘Lamp’.
b. Eigenschap: In dit geval kunt u alleen voor ‘Schakelen’ (Switch) kiezen.
c. Actie: U kunt hier ‘Instellen op’ en ‘Inverteren’ kiezen. ‘Instellen op’
geeft u de mogelijkheid een apparaat in ieder geval ‘aan’ of ‘uit’ te zetten. Bij ‘inverteren’ wordt de status van het apparaat veranderd.
Stond het apparaat aan dan wordt het hiermee uit gezet en andersom (tegenovergestelde stand).
d. Waarde: Selecteer ‘Aan’ om het apparaat in te schakelen en selecteer
‘Uit’ om het apparaat uit te schakelen.
9. Instellen van de pagina voor een Dimmer (EM6551 bijvoorbeeld)
a. Apparaat: Selecteer de dimbare lamp van de lijst, bijvoorbeeld ‘Lamp’
b. Eigenschap: U kunt hier kiezen tussen ‘Niveau’ (Level) of ‘Schakelen’
(Switch). De optie ‘Niveau’ biedt u de mogelijkheid de dimmer op een bepaald percentage in te stellen. De optie ‘Schakelen’ biedt u de mogelijkheid een dimbare lamp volledig aan of uit te zetten.
c. Actie: U kunt hier kiezen uit ‘Instellen op’, ‘Verhogen met’, ‘Verlagen met’. ‘Instellen op’ geeft u de mogelijkheid de dimbare lamp aan of uit
11| NEDERLANDS
te zetten. ‘Verhogen met’ en ‘Verlagen met’ geven u de mogelijkheid de lamp met een percentage te verhogen of te verlagen.
d. Waarde: Vul de gewenste waarde in, bijvoorbeeld een percentage tussen 1 en 99 of een bepaalde verhoging (bijvoorbeeld 10). Mogelijk dient u dit eerst te proberen en later bij te stellen.
10. Klik op ‘Opslaan’ om terug te gaan naar de vorige pagina.
11. Op deze manier kunt u meerdere apparaten aan deze scène toevoegen. Gebruik daarbij de stappen 6 tot en met 10.
12. Wanneer u klaar bent, klikt u op ‘Opslaan’ om alle instellingen op te slaan voor deze scène. Indien u ervoor gekozen hebt een icoon op het e-Centre 2 scherm weer te geven, dan komt deze direct na het opslaan op het scherm in beeld.
U kunt op dezelfde manier meerdere scènes toevoegen, door deze 12 stappen te volgen.
3.4.3 Volgorde van de scènes op het scherm wijzigen
De scènes kunnen op het e-Centre 2 van positie veranderd worden door de pijl omhoog knop en de pijl omlaag knop te gebruiken in deze lijst.
Afbeelding 6 – Scene scherm met pijlknoppen om positie te wijzigen.
Klik op ‘Volgende Stap’ om verder te gaan.
12| NEDERLANDS
3.5 Stap 5 – Alarmgroepen instellen
Afbeelding 7 – Alarm groepen
Deze stap geeft u de mogelijkheid om diverse alarmgroepen naar eigen wens op te zetten. Dit is alleen relevant als u bijvoorbeeld een bewegingsmelder of rookmelder gebruikt.
De volgende alarmgroepen zijn aanwezig in het e-Centre 2:
• Rookalarm
• Wateralarm
• Afwezigheidalarm
• Aangepast afwezigheidalarm A & B
• Nachtalarm
• Aangepast nachtalarm C & D
Elke alarmgroep heeft eigen instellingen welke in de volgende hoofdstukken worden uitgelegd.
3.5.1 Rookalarm
Indien u een of meerdere EM6590 Rookmelders heeft kunt u een Rookalarm opzetten.
De EM6590 Rookmelder kan rook detecteren en zelf veel geluid maken, maar bovendien op hetzelfde moment ook een signaal naar het e-Centre 2 sturen. Als een Rookalarm is ingesteld kan het e-Centre 2 een luid geluid produceren en een signaal naar de e-Domotica Portal versturen om contactpersonen te notificeren van dit alarm.
13| NEDERLANDS
Indien u ook een EM6575 Sirene voor Binnen heeft aangeschaft zal deze sirene ook afgaan op het moment dat het Rookalarm afgaat.
Bovendien kunt u een scène afspelen als het Rookalarm afgaat. Bijvoorbeeld een speciale scène om alle verlichting in te schakelen zodat u de weg naar buiten kunt vinden.
1. Klik op ‘Bewerken’ om het alarm in te stellen of de instellingen te wijzigen. U ziet daarna de volgende pagina.
Afbeelding 8 – Rookalarm groep
2. Alarmsensoren: Selecteer één of meerdere sensoren voor dit alarm.
3. Alarmgebeurtenissen: U kunt hier een scène gebruiken om te laten uitvoeren op verschillende gebeurtenissen.
a. Alarm niet beschikbaar: Indien het alarm niet beschikbaar is zal deze scène worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld als de batterij voor een langere tijd helemaal leeg is.
b. Alarm ingeschakeld: Zodra het alarm wordt ingeschakeld wordt de geselecteerde scène uitgevoerd. Let op, het Rookalarm wordt na het opstarten van het e-Centre 2 automatisch opgestart.
c. Alarm gaat af: Zodra rook gedetecteerd wordt, wordt tevens deze scène uitgevoerd. Bijvoorbeeld de scène ‘Alles aan’ om alle verlichting
14| NEDERLANDS
in uw huis in te schakelen. Hierdoor kunt u de weg naar buiten eenvoudiger vinden.
4. Sirene instellingen: Het e-Centre 2 kan bij een alarm ook als sirene functioneren met verschillende geluiden en instellingen.
a. Sirene geluid: Selecteer één van de vijf geluiden om af te spelen als het alarm afgaat.
b. Duur sirene: Wijzig deze instelling indien u de sirene korter of juist langer wilt laten afspelen (in minuten).
c. Alarm gaat af: Het aantal keren dat de sirene dient af te gaan.
5. Portal instellingen: Schakel deze functie in als u een signaal naar de e-Domotica Portal wilt versturen zodra het alarm afgaat. Hierdoor kunnen u en uw
contactpersonen geïnformeerd worden over het rookalarm.
6. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan. U wordt automatisch naar de vorige pagina geleid.
3.5.2 Wateralarm
Indien u een of meerdere EM6592 Water sensoren gebruikt kunt u een Wateralarm systeem opzetten.
De EM6592 Water sensor kan water overstromingen detecteren en een signaal naar het e-Centre 2 versturen. U kunt deze watersensor in de kelder gebruiken of in de buurt van een wasmachine. Het e-Centre 2 kan zodra dit alarm afgaat een luid geluid produceren en een signaal naar de e-Domotica Portal verzenden om contactpersonen te notificeren over dit alarm.
Indien u ook een EM6575 Sirene voor Binnen heeft aangeschaft zal deze sirene ook afgaan op het moment dat het Wateralarm afgaat.
1. Klik op ‘Bewerken’ om het alarm in te stellen of de instellingen te wijzigen. U ziet daarna de volgende pagina.
15| NEDERLANDS
Afbeelding 9 – Wateralarm pagina
2. Alarmsensoren: Selecteer één of meerdere sensoren voor dit alarm
3. Alarmgebeurtenissen: U kunt hier een scène gebruiken om te laten uitvoeren op verschillende gebeurtenissen.
a. Alarm niet beschikbaar: Indien het alarm niet beschikbaar is zal deze scène worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld als de batterij voor een langere tijd helemaal leeg is.
b. Alarm ingeschakeld: Zodra het alarm wordt ingeschakeld, wordt de geselecteerde scène uitgevoerd. Let op, het Wateralarm wordt na het opstarten van het e-Centre 2 automatisch opgestart.
c. Alarm gaat af: Zodra water gedetecteerd wordt, wordt tevens deze scène uitgevoerd. Bijvoorbeeld de scène ‘Alles aan’ om alle verlichting in uw huis in te schakelen.
4. Sirene instellingen: Het e-Centre 2 kan bij een alarm ook als sirene functioneren met verschillende geluiden en instellingen.
d. Sirene geluid: Selecteer één van de vijf geluiden om af te spelen als het alarm afgaat.
e. Duur sirene: Wijzig deze instelling indien u de sirene korter of juist langer wilt laten afspelen (in minuten).
f. Alarm gaat af: Het aantal keren dat de sirene dient af te gaan.
5. Portal instellingen: Schakel deze functie in als u een signaal naar de e-Domotica Portal wilt versturen zodra het alarm afgaat. Hierdoor kunnen contactpersonen geïnformeerd worden over het wateralarm.
6. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan. U wordt automatisch naar de vorige pagina geleid.
16| NEDERLANDS
3.5.3 Afwezigheidalarm
Indien u gebruik maakt van één of meerdere EM6580 of EM6581 Bewegingssensoren of EM6570 Raam/Deursensoren, kunt u een afwezigheidalarm instellen.
U kunt een afwezigheidalarm gebruiken als u uw huis voor een bepaalde periode verlaat, bijvoorbeeld als u naar het werk gaat. Zodra het alarm wordt ingeschakeld met de ingestelde PIN code, worden de sensoren geactiveerd. Zodra een sensor beweging ziet of merkt dat een raam of deur open gaat zal een signaal naar het e- Centre 2 verzonden worden. Nadat de inlooptijd is verlopen zal het e-Centre 2 het alarm laten afgaan en eventueel een signaal naar de e-Domotica Portal sturen om contactpersonen te informeren over dit alarm.
Let op! Nadat het afwezigheidalarm is ingeschakeld, wordt op het e-Centre 2 scherm alleen een PIN code invoerscherm weergeven. De verlichting en apparatuur kunnen niet bediend worden via het scherm totdat het alarm wordt uitgeschakeld middels de juiste PIN code.
1. Klik op ‘Bewerken’ om dit alarm in te stellen of te bewerken. U ziet daarna de volgende pagina:
17| NEDERLANDS
Afbeelding 10 – Afwezigheidalarm instellen 2. Stel eerst een PIN code in voor dit alarm.
a. Standaard is de PIN code 1234 actief om het alarm in- en uit te schakelen. In sommige situaties wilt u mogelijk geen PIN code gebruiken, daarom kunt u de PIN code uitschakelen door het vinkje te gebruiken. Voor de meeste situaties is dit niet aanbevolen.
b. Het wijzigen van de PIN code kan via de knop ‘Wijzig PIN code’. Een nieuwe pagina verschijnt. Vul eerst de oude PIN code in, vervolgens de nieuwe PIN code en herhaal deze nieuwe PIN code. Klik daarna op
‘Opslaan’. Hierna wordt u automatisch terug gebracht naar de vorige pagina.
3. Selecteer de sensoren welke u wilt gebruiken voor dit alarm. Dit kunnen meerdere sensoren zijn.
4. Stel één of meerdere Alarmgebeurtenissen in. U kunt het e-Centre 2 een scène laten uitvoeren op een of meerdere gebeurtenissen. Hieronder een lijst met gebeurtenissen en voorbeelden:
a. Alarm niet beschikbaar: Indien u het e-Centre 2 een scène wilt laten uitvoeren als dit alarm niet beschikbaar is, kunt u deze hier selecteren uit de lijst.
b. Alarm ingeschakeld: Nadat het alarm is ingeschakeld kan het e-Centre 2 deze scène uitvoeren. Bijvoorbeeld ‘Alles uit’, om alle verlichting uit te schakelen als u uw huis verlaat.
c. Alarm gaat af: Zodra het alarm afgaat wordt de geselecteerde scène uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld ‘Alles aan’ zijn om alle verlichting in te schakelen en de inbreker af te schrikken.
d. Alarm uitgeschakeld: Zodra u het alarm uitschakelt (door de juiste PIN code in te voeren) kan het e-Centre 2 deze scène uitvoeren.
Bijvoorbeeld een scène om de verlichting in de woonkamer in te schakelen.
e. Inlooptijd: Tijdens de inlooptijd kan de geselecteerde scène uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld een scène om de verlichting in de hal in te schakelen, zodat u de weg naar binnen kunt vinden.
f. Uitlooptijd: Tijdens de uitlooptijd kan de geselecteerde scène uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld een scène om de verlichting in de hal in te schakelen, zodat u de weg naar buiten kunt vinden.
5. Stel de Tijdsinstellingen in:
a. Inlooptijd: Dit is de tijd in seconden wat u nodig heeft om uw huis binnen te lopen vanaf de (voor)deur tot aan het e-Centre 2 en om het alarm uit te schakelen. Het is aanbevolen om dit te controleren nadat dit ingesteld. Indien gewenst kunnen de instellingen dan aangepast worden.
b. Inloop geluid: Het e-Centre 2 zal het gekozen geluid afspelen zodra u uw huis binnenloopt.
c. Inloop geluid interval: Dit is een interval wat ingesteld kan worden bij het afspelen van het inloopgeluid.
18| NEDERLANDS
d. Uitlooptijd: Dit is de tijd in seconden wat u nodig heeft om uw huis te verlaten, vanaf het e-Centre 2 na het invoeren van de PIN code tot aan de (voor)deur. Het is aanbevolen om dit te controleren nadat dit ingesteld. Indien gewenst kunnen de instellingen dan aangepast worden.
e. Uitlooptijd geluid: Het e-Centre 2 zal het gekozen geluid afspelen zodra u uw huis verlaat.
f. Uitlooptijd geluid interval: Dit is een interval wat ingesteld kan worden bij het afspelen van het uitloopgeluid.
6. Stel de Sirene Instellingen in.
a. Sirene geluid: Het e-Centre 2 zal het gekozen geluid afspelen wanneer het alarm afgaat.
b. Duur sirene: De tijd in minuten om de sirene af te spelen.
c. Max aantal meldingen: Het aantal keren dat de sirene dient af te gaan.
7. Stel de Portal Instellingen in. Indien uw e-Centre 2 is verbonden of verbonden gaat worden met de e-Domotica Portal. Dit geeft u de mogelijkheid om uzelf en andere contactpersonen te notificeren zodra het alarm afgaat.
8. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan. U komt automatisch weer terug bij de vorige pagina.
3.5.4 Aangepast afwezigheidalarm A & B
U kunt twee aangepaste afwezigheids alarmen instellen, bijvoorbeeld ‘Kort afwezig’ en
‘Lang afwezig’. Deze opties zijn tot uw beschikking om te kunnen kiezen tussen verschillende afwezigheids opties. Indien u uw verwarming via het e-Centre 2 regelt kunt u bij deze alarmgroepen ervoor kiezen om aparte instellingen te gebruiken.
Bijvoorbeeld de verwarming ingeschakeld te laten indien u kort afwezig bent, en de verwarming uitschakelen indien u langer afwezig bent.
Klik op de knop ‘Bewerken’ om dit alarm verder in te stellen. De Instellingen zijn hetzelfde als vermeld in het vorige hoofdstuk. Het enige verschil is dat u een omschrijving kunt geven van dit alarm in ‘ Tekst regel 1’ en ‘ Tekst regel 2’ . Deze tekstregels worden vermeld op het e-Centre 2 scherm zodra u het afwezigheidalarm inschakelt.
19| NEDERLANDS
Afbeelding 11. Scherm voor het inschakelen Afwezigheidalarm met twee aangepaste alarm knoppen.
3.5.5 Nachtalarm
Indien u gebruik maakt van één of meerdere EM6580 of EM6581
Bewegingssensoren of EM6570 Raam/Deursensoren, kunt u een nachtalarm instellen.
Het verschil tussen een afwezigheidalarm en nachtalarm is dat u bij een nachtalarm nog steeds uw scènes kunt bedienen op het hoofdscherm van het e-Centre 2.
Hierdoor heeft u de mogelijkheid om de verlichting in uw huis ’s nachts in te schakelen terwijl het alarm geactiveerd blijft.
Het is aanbevolen om bij het nachtalarm alleen sensoren te selecteren welke u niet kunnen detecteren mocht u ’s nachts door uw huis lopen. Bijvoorbeeld, als uw toilet in de buurt van de voordeur is en u gebruikt daar tevens een bewegingssensor, kan het zijn dat deze beweging in de nacht ziet als u naar het toilet gaat. In dat geval kunt u ervoor kiezen de sensor niet op te nemen in dit alarm of om de sensor ergens anders in de ruimte op te hangen of anders te richten voor zover dit mogelijk is.
1. Klik op ‘Bewerken’ om dit alarm in te stellen of te bewerken. U ziet daarna de volgende pagina:
20| NEDERLANDS
Afbeelding 12 - Nachtalarm instellen
2. Standaard is geen PIN code voor dit alarm actief. Middels de optie ‘Gebruik PIC code om deze alarm groep in te schakelen’ kunt u het gebruik van een PIN code voor dit alarm activeren.
3. U kunt daarna naar wens een PIN code instellen. Het wijzigen van de PIN code kan via de knop ‘Wijzig PIN code’. Een nieuwe pagina verschijnt. Vul eerst de oude PIN code in (standaard is dit 1234) , vervolgens de nieuwe PIN code en herhaal deze nieuwe PIN code. Klik daarna op ‘Opslaan’. Hierna wordt u automatisch terug gebracht naar de vorige pagina.
4. Selecteer de sensoren welke u wilt gebruiken voor dit alarm. Dit kunnen meerdere sensoren zijn.
5. Stel één of meerdere Alarmgebeurtenissen in. U kunt het e-Centre 2 een scène laten uitvoeren op een of meerdere gebeurtenissen. Hieronder een lijst met gebeurtenissen en voorbeelden:
a. Alarm niet beschikbaar: Indien u het e-Centre 2 een scène wilt laten uitvoeren als dit alarm niet beschikbaar is kunt u deze hier selecteren in de lijst.
21| NEDERLANDS
b. Alarm ingeschakeld: Nadat het alarm is ingeschakeld kan het e-Centre 2 deze scène uitvoeren. Bijvoorbeeld ‘Alles uit’, om alle verlichting uit te schakelen als u naar bed gaat.
c. Alarm gaat af: Zodra het alarm afgaat wordt de geselecteerde scène uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld ‘Alles Aan’ zijn om alle verlichting in te schakelen en eventuele inbrekers af te schrikken.
d. Alarm uitgeschakeld: Zodra u het alarm uitschakelt (door de juiste PIN code in te voeren) kan het e-Centre 2 deze scène uitvoeren.
Bijvoorbeeld een scène om de verlichting in de woonkamer in te schakelen.
e. Inlooptijd: Tijdens de inlooptijd kan de geselecteerde scène uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld een scène om de verlichting in de hal in te schakelen, zodat u de weg naar het e-Centre 2 kunt vinden.
f. Uitlooptijd: Tijdens de uitlooptijd kan de geselecteerde scène uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld een scène om de verlichting in de hal in te schakelen, zodat u de weg naar uw e-Centre 2 kunt vinden.
6. Stel de Tijdsinstellingen in:
a. Inlooptijd: Dit is de tijd in seconden wat u nodig heeft om naar het e- Centre 2 te komen en om het alarm uit te schakelen. Het is aanbevolen om dit te controleren nadat dit ingesteld. Indien gewenst kunnen de instellingen dan aangepast worden.
b. Inloop geluid: Het e-Centre 2 zal het gekozen geluid afspelen zodra u naar uw e-Centre 2 loopt.
c. Inloop geluid interval: Dit is een interval wat ingesteld kan worden bij het afspelen van het inloopgeluid.
d. Uitlooptijd: Dit is de tijd in seconden wat u nodig heeft van uw e-Centre 2 naar uw slaapkamer te komen. Het is aanbevolen om dit te
controleren nadat dit ingesteld. Indien gewenst kunnen de instellingen dan aangepast worden.
e. Uitlooptijd geluid: Het e-Centre 2 zal het gekozen geluid afspelen zodra u naar bed gaat.
f. Uitlooptijd geluid interval: Dit is een interval wat ingesteld kan worden bij het afspelen van het uitloopgeluid.
7. Stel de Sirene Instellingen in.
g. Sirene geluid: Het e-Centre 2 zal het gekozen geluid afspelen wanneer het alarm afgaat.
h. Duur sirene: De tijd in minuten om de sirene af te spelen.
i. Max aantal meldingen: Het aantal keren dat de sirene dient af te gaan.
8. Stel de Portal Instellingen in. Indien uw e-Centre 2 is verbonden of verbonden gaat worden met de e-Domotica Portal. Dit geeft u de mogelijkheid om uzelf en andere contactpersonen te notificeren zodra het alarm afgaat.
9. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan. U komt automatisch weer terug bij de vorige pagina.
22| NEDERLANDS
3.5.6 Aangepast nachtalarm C & D
U kunt twee aangepaste afwezigheids alarmen instellen, bijvoorbeeld ‘Korte nacht’ en
‘Lange nacht’. Deze opties zijn tot uw beschikking om te kunnen kiezen tussen verschillende afwezigheids opties. Indien u uw verwarming via het e-Centre 2 regelt kunt u bij deze alarmgroepen ervoor kiezen om aparte instellingen te gebruiken.
Bijvoorbeeld de verwarming eerder of later inschakelen naar wens.
Klik op de knop ‘Bewerken’ om dit alarm verder in te stellen. De Instellingen zijn hetzelfde als vermeld in het vorige hoofdstuk. Het enige verschil is dat u een omschrijving kunt geven van dit alarm in ‘ Tekst regel 1’ en ‘ Tekst regel 2’ . Deze tekstregels worden vermeld op het e-Centre 2 scherm zodra u het nachtalarm inschakelt.
3.5.7 Het instellen van een PIN code om alarm uit te schakelen
Afbeelding 13 – PIN instellingen om alle alarmgroepen uit te schakelen
Het laatste onderwerp van deze stap 5 in de wizard is de mogelijkheid om de PIN code voor het uitschakelen van alle alarmen in te stellen. Standaard kunnen alle alarmen uitgeschakeld worden met de PIN 1234.
1. Klik op ‘Wijzig PIN voor uitschakelen’ om deze PIN code te wijzigen.
2. Vul de oude PIN code in bij ‘Oude PIN code’. Dit is standaard 1234.
3. Vul een nieuwe PIN code in bij ‘Nieuwe PIN code’.
4. Herhaal de PIN code in het veld ‘Herhaal nieuwe PIN code’.
5. Klik op Opslaan om de gegevens op te slaan.
Klik op ‘Volgende Stap’ om verder te gaan.
3.6 Stap 6 – Speciale wizards
Afbeelding 14 – Speciale wizards
Op deze pagina kunt u met behulp van een drie tal wizards, gangbare
geautomatiseerde scènes aanmaken (ook wel macro’s genoemd). Bijvoorbeeld het
23| NEDERLANDS
uitvoeren van een scène op een tijdstip of op bewegingsdetectie. Deze wizards begeleiden u door alle mogelijkheden heen.
Klik op de knop ‘Toevoegen’ om een geautomatiseerde scène toe te voegen aan uw systeem.
3.6.1 Tijdgestuurde scène
Indien u een scène wilt uitvoeren op een vooraf gedefinieerde tijd, kunt u gebruik maken van deze wizard. Bijvoorbeeld als u de verlichting in uw tuin op een bepaalde tijd wilt in- en uitschakelen.
1. Klik ‘Kies’ om de speciale wizard op te starten. U ziet de volgende pagina.
Afbeelding 15 – Instellen van een tijdgestuurde scène
2. Voer een omschrijving in.
3. Selecteer een scène uit de lijst welke uitgevoerd dient te worden.
4. Selecteer de gewenste tijd uit de lijst, of vul een specifieke tijd in het veld (waar standaard 00:00 staat).
5. Selecteer een of meerdere dagen om deze scène te laten uitvoeren.
6. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan. De vorige pagina wordt daarna automatisch geladen.
Indien u een scène wilt bewerken of toevoegen kan dit via de ‘Scène Editor’ knop.
Deze knop opent een nieuw scherm voor de huidige pagina waarin een bestaande scène bewerkt kan worden of een nieuwe scène aangemaakt kan worden. Dit venster kan gesloten worden door op het kruisje te drukken.
24| NEDERLANDS
Afbeelding 16. Klik op het kruisje om dit venster te sluiten. (Zie rode cirkel)
3.6.2 Sensorgestuurde scène
Indien u op beweging een scène wilt uitvoeren kan dit met een Sensorgestuurde scène. Bijvoorbeeld met een EM6581 Bewegingssensor waarmee de verlichting in een kamer kan worden in- en uitgeschakeld.
1. Klik op ‘Kies’ om de speciale wizard te starten. U ziet daarna de volgende pagina.
Afbeelding 17. Instellen van een sensor gestuurde scène
2. Voer een omschrijving in.
3. Selecteer een sensor welke gebruikt kan worden voor deze situatie.
4. Zet een vinkje bij ‘Activeer een scène bij sensor AAN’ als het e-Centre 2 een scène dient uit te voeren zodra beweging gedetecteerd wordt.
5. Selecteer een scène uit de lijst welke uitgevoerd dient te worden.
6. Zet een vinkje bij ‘Activeer een scène bij sensor UIT’ als het e-Centre 2 een scène dient uit te voeren zodra geen beweging meer gedetecteerd wordt.
7. Selecteer een scène uit de lijst welke uitgevoerd dient te worden.
8. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan. De vorige pagina wordt daarna automatisch geladen.
Indien u een scène wilt bewerken of toevoegen kan dit via de ‘Scène Editor’ knop.
Deze knop opent een nieuw scherm voor de huidige pagina waarin een bestaande
25| NEDERLANDS
scène bewerkt kan worden of een nieuwe scène aangemaakt kan worden. Dit venster kan gesloten worden door op het kruisje te drukken.
3.6.3 Uitschakelvertraging
Met deze speciale wizard kunt u een product inschakelen en weer uitschakelen na een door u ingestelde vertraging. Bijvoorbeeld als u de EM6581 Bewegingssensor gebruikt om de verlichting in een ruimte in- en weer uit te schakelen.
1. Klik op ‘Kies’ om de speciale wizard te starten. U ziet daarna de volgende pagina.
Afbeelding 18 - Uitschakelvertraging 2. Voer een omschrijving in.
3. Selecteer een sensor welke gebruikt kan worden voor deze situatie.
4. Stel een vertraging in, in seconden. Bijvoorbeeld 60 voor een vertraging van één minuut.
5. Selecteer een of meerdere apparaten welke in- en uitgeschakeld dienen te worden.
6. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan. De vorige pagina wordt daarna automatisch geladen.
Klik op ‘Volgende Stap’ om verder te gaan.
3.7 Stap 7 – Camera’s instellen
Op deze pagina kunnen een of meerdere e-Domotica IP Camera’s toegevoegd worden aan het e-Centre 2. De voordelen hiervan zijn o.a.:
• Creëer uw eigen surveillance systeem
• Opnames maken zodra een alarm afgaat
• Bekijk uw huis en bezittingen overal waar u bent
26| NEDERLANDS
Het e-Centre 2 kan alleen camera’s van de e-Domotica familie herkennen. De volgende modellen worden ondersteund:
• EM6560 eCam Camera
• EM6561 PTZ IP Camera
• EM6564 Outdoor IP Camera
Indien u geen e-Domotica IP camera’s heeft aangeschaft, kunt u dit hoofdstuk overslaan.
Afbeelding 19 – Stap 7 - Instellen van e-Domotica IP Camera’s
Het e-Centre 2 kan de camera vinden als deze verbonden is met hetzelfde netwerk (bekabeld of draadloos). Bovenaan de pagina ziet u een lijst met ‘Aangemelde camera’s’. Daaronder ziet u een lijst met ‘Gevonden camera’s’. Dit zijn de e-Domotica camera’s die gevonden zijn in uw netwerk.
Let op! De e-Domotica IP Camera’s dienen verbonden te worden met uw thuisnetwerk (LAN/WLAN) en maken geen gebruik van Z-wave. Zorg er eerst voor dat elke camera volledig geïnstalleerd is volgens de instructies in de handleiding van de camera.
Indien u de camera uiteindelijk draadloos wilt gebruiken, zorg er dan voor dat de camera draadloos werkt voordat u deze koppelt met het e-Centre 2.
1. Klik op de knop achter de gevonden camera (diskette afbeelding) om deze toe te voegen aan uw e-Centre 2. U ziet daarna de volgende pagina.
27| NEDERLANDS
Afbeelding 20 – Toevoegen van een e-Domotica IP Camera aan een e-Centre
2. Het IP-adres, MAC adres en camera type zijn al ingevuld.
3. Voeg een beschrijving toe aan deze camera.
4. Selecteer een locatie uit de lijst.
5. Vul de gebruikersnaam van de camera in. Dit is standaard ‘admin’ voor alle camera’s. Indien dit in de camera zelf is aangepast dient u hier de op de camera ingestelde gebruikersnaam te gebruiken.
6. Vul het wachtwoord van de camera in. Dit is standaard ‘admin’ voor alle camera’s. Indien dit in de camera zelf is aangepast dient u hier het op de camera ingestelde wachtwoord te gebruiken.
7. Klik op de ‘Test connectie’ knop om de verbinding te testen.
8. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan. De vorige pagina wordt daarna automatisch geladen.
Gebruik de bovenstaande stappen indien u meerdere camera’s wilt aanmelden. Klik op ‘Volgende Stap’ om verder te gaan.
3.8 Stap 8 – Draadloos netwerk instellen
Tijdens de eerste installatie van uw e-Centre 2 is deze eerst bekabeld verbonden. Het is nu mogelijk om de verbinding draadloos te maken. Volg daarvoor deze instructies.
Mocht u uw e-Centre liever niet draadloos aansluiten, dan kunt u dit hoofdstuk overslaan en naar de volgende pagina gaan.
Let op! Indien u uw e-Centre 2 met uw draadloze netwerk gaat verbinden is het sterk aanbevolen om een WPA2 met AES beveiligingssleutel te gebruiken. Het gaat namelijk om een surveillancesysteem en alarmsysteem. Indien u een lagere
beveiligingssleutel gebruikt, of zelfs geen beveiligingssleutel, is het systeem niet veilig om te gebruiken.
28| NEDERLANDS
Raadpleeg de handleiding van uw draadloze router eerst voor het controleren/wijzigen van de draadloze instellingen in uw netwerk voordat u verder gaat.
U ziet de volgende pagina, maar dan met andere draadloze netwerken en andere beveiligingstype en signaal sterkte.
Afbeelding 21 – Stap 8 – Instellen van een draadloze verbinding
Tip! Verborgen SSID’s worden zonder naam weergeven, maar wel met een
beveiligingstype en signaal sterkte. Om hiermee verbinding te kunnen maken dient de exacte SSID naam van het netwerk ingevoerd te worden bij stap 4 (zie hieronder)
1. Het e-Centre 2 zal automatisch zoeken naar draadloze netwerken in de omgeving. Indien de lijst leeg is, klik dan op ‘Draadloze Netwerken zoeken’.
2. Als uw draadloze netwerk gevonden is kunt u de kwaliteit van het signaal controleren. Als deze laag is, kunnen verbindingsproblemen ontstaan met uw e- Centre 2, waardoor alarmmeldingen niet goed door kunnen komen. Dit kan een aantal oorzaken hebben:
a. Het e-Centre 2 is te ver van uw draadloze router verwijderd. Plaats de apparatuur dichter bij elkaar, of gebruik een draadloze versterker (Access Point).
b. Het draadloze signaal wordt verstoord (door objecten of andere draadloze signalen). Raadpleeg de handleiding van uw draadloze router om dit probleem op te lossen.
3. Klik op het draadloze icoon ( ) om verbinding te maken met uw netwerk. U ziet daarna de volgende pagina.
29| NEDERLANDS
Afbeelding 22 – Instellen draadloos netwerk
4. Het SSID (naam van het signaal) wordt automatisch ingevuld. Indien het netwerk verborgen is dient u de exacte SSID naam in het SSID veld in te vullen.
5. Als uw draadloze netwerk beveiligd is wordt het type beveiliging weergeven op de pagina.
6. Vul de beveiligingssleutel van uw draadloze netwerk in het veld ‘Sleutel’ in.
7. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan.
8. U krijgt een melding in het scherm dat aangeeft of de sleutel correct is of niet.
Indien de sleutel niet klopt kunt u opnieuw de sleutel invoeren en wederom op
‘Opslaan’ klikken.
Klik op ‘Volgende Stap’ om verder te gaan.
3.9 Stap 9 – e-Domotica netwerk optimaliseren
Afbeelding 23 – Optimalisatie van het Z-wave netwerk
Nu kunt u de e-Domotica producten op hun uiteindelijke plek aansluiten. Nadat alle producten op de plek aangesloten zijn kan het netwerk geoptimaliseerd worden. Dit is nodig omdat de afstand tussen het e-Centre 2 en alle producten gewijzigd is. Het optimaliseren zorgt ervoor dat het Z-wave netwerk optimaal kan functioneren.
Klik op ‘Optimaliseren’ om dit proces te starten. Dit kan enkele minuten duren wat afhankelijk is van het aantal producten en de afstand van alle producten tot het e- Centre 2. Het systeem heeft tijd nodig om het netwerk opnieuw op te bouwen.
Klik op ‘Volgende Stap’ om verder te gaan.
30| NEDERLANDS
3.10 Stap 10 – Verbinding maken met de Portal
Afbeelding 24 – Verbinding maken met e-Domotica Portal
Gefeliciteerd! U bent nu bij de laatste stap van de installatie wizard van de locale webpagina van het e-Centre 2.
Indien uw e-Centre 2 met het internet verbonden is kunt u uw e-Centre 2 nu registreren op de e-Domotica Portal. Het registratieproces wordt in het volgende hoofdstuk omschreven. Indien u geen internet verbinding heeft kunt u de wizard verlaten via de knop ‘Wizard Afronden’ en uw e-Centre 2 gebruiken.
4.0 Het e-Centre 2 met de e-Domotica Portal verbinden
Indien uw e-Centre 2 verbonden is met een internet verbinding (via modem en/of router), kunt u het e-Centre 2 registreren via de e-Domotica Portal. De e-Domotica Portal biedt u diverse extra functies om een volledig zelf beheerde surveillance en alarm systeem te maken.
Een aantal voordelen van de registratie:
• Invullen van eigen contactgegevens om uzelf te informeren als een alarm afgaat via telefoon, sms of e-mail.
• Beheer van contactpersonen welke ook genotificeerd dienen te worden van een alarmmelding.
• Beheer en opslag van camera opnames gemaakt als een alarm afgaat
• Het extern bekijken van de camerabeelden.
• Extern bedienen van uw e-Centre 2 met een smartphone of tablet.
31| NEDERLANDS
4.1 Een nieuw account aanmaken of een bestaand account gebruiken
Indien u nog geen account heeft op de e-Domotica Portal, kunt u nu een account aanmaken met de instructies in hoofdstuk 4.1.1. Indien u al een account heeft, kunt u de instructies volgen in hoofdstuk 4.1.2.
4.1.1 Een nieuw account aanmaken en activeren
Indien u uw e-Centre 2 voor het eerst installeert, bent u nu bij stap 10 van de installatie wizard op de webpagina van het e-Centre 2. Indien u de wizard verlaten heeft kunt u de Registratie knop vinden onderaan op de Instellingen pagina.
1. Klik op de ‘Registratie’ knop om de registratieprocedure te starten.
2. Lees en accepteer de gebruiksovereenkomst om verder te gaan.
3. Vul een bestaand e-mailadres in.
4. Vul uw voornaam in.
5. Vul uw achternaam in.
6. Voer een wachtwoord in. Dit wachtwoord dient te bestaan uit minimaal 6 karakters, maximaal 20 karakters, één hoofdletter, één kleine letter en één nummer.
7. Bevestig het wachtwoord.
8. Klik op ‘Aanmaken’ om het account aan te maken.
9. U ontvangt op het opgegeven e-mailadres een activatie bericht. Indien u deze niet ontvangt, controleer dan de ‘spam’ map of ‘ongewenste e-mails’ map.
10. Klik op de link in de e-mail of knip en plak de link in de adresbalk van uw internet browser.
11. Uw e-Centre 2 is nu geactiveerd. U kunt nu verder gaan door in te loggen met uw gebruikersnaam (e-mailadres) en wachtwoord.
Nadat u ingelogd bent, kunt u starten met een korte installatie wizard om de basisinstellingen op de e-Domotica Portal in te stellen. De mogelijkheden van de e- Domotica Portal worden vanaf hoofdstuk 4.2 omschreven.
4.1.2 Gebruik maken van een bestaand account
Indien u al beschikt over een account op de e-Domotica Portal, kunt u inloggen met uw gebruikersnaam en wachtwoord, om vervolgens uw nieuwe e-Centre 2 te registreren.
4.2 Home pagina
De homepagina geeft informatie over uw account, belstatus en sms-status. Tevens wordt hier een opwaardeermogelijkheid voor uw account geboden.
32| NEDERLANDS
4.3 Persoonlijke gegevens invoeren
Op de pagina ‘Mijn gegevens’ kunt u uw eigen gegevens invoeren. Het is sterk aanbevolen om al uw eigen gegevens in te voeren. Deze informatie wordt namelijk gebruikt om contactpersonen te notificeren indien het alarm afgaat.
4.3.1 e-Centre 2 status informatie
Op de pagina wordt tevens de status van uw e-Centre 2 weergeven. De pagina zal aangeven of uw e-Centre 2 ‘online’ of ‘offline’ is, direct achter het serienummer. Dit geeft aan of uw e-Centre 2 met de e-Domotica Portal verbonden is of niet.
4.3.2 Wijzigen wachtwoord voor de portal
Indien u het wachtwoord van uw portal account wilt aanpassen kan dat door het nieuwe wachtwoord in te vullen en dit nieuwe wachtwoord te herhalen in het andere veld. Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan.
Let op! Het wachtwoord dient te bestaan uit minimaal 6 karakters, maximaal 20 karakters, één hoofdletter, één kleine letter en één nummer.
4.4 Beheer contactpersonen
Op de pagina ‘Contactpersonen’ kunt u zelf diverse contactpersonen toevoegen en beheren die genotificeerd dienen te worden zodra een alarm afgaat. Het is
aanbevolen om deze personen hierover te informeren voordat u hen toevoegt aan de pagina.
U kunt ervoor kiezen op welke manier u ieder contactpersoon wilt notificeren van een alarm. Dit kan op een aparte pagina later ingesteld worden. De huidige pagina functioneert als een adresboek.
1. Klik op de knop ‘Toevoegen’ om een nieuw contactpersoon toe te voegen.
2. Selecteer een aanhef.
3. Vul de voornaam van de contactpersoon in.
4. Vul de achternaam van de contactpersoon in.
5. Vul een werkend e-mailadres van de contactpersoon in.
6. Vul een werkend telefoonnummer van de contactpersoon in, indien gewenst.
7. Vul een werkend mobiel nummer/SMS nummer van de contactpersoon in, indien gewenst.
8. Klik op ‘Opslaan’ om de gegevens op te slaan.
Herhaal de bovenstaande stappen indien u meerdere contactpersonen wilt toevoegen.
33| NEDERLANDS
4.5 Alarm meldingen
De pagina ‘Alarm meldingen’ zal ontvangen meldingen weergeven welke door uw e- Centre 2 zijn verzonden. Dit gebeurt alleen als bij één of meerdere alarmgroepen de optie ‘Verbinden met portal’ is ingeschakeld.
Bijvoorbeeld, als u een afwezigheidalarm heeft ingesteld en dit alarm gaat af, zal het e-Centre 2 een signaal naar de portal sturen. De portal zal de opgegeven
contactpersonen notificeren per telefoon, sms of e-mail en al deze activiteiten registreren op deze pagina.
Klik op het icoon met de vergrootglas om de details van de melding te bekijken. Deze melding kan u informeren over het feit of contactpersonen genotificeerd zijn en of de contactpersonen wel of niet hebben gereageerd.
4.6 Camera’s bekijken
Op de ‘Camera’s’ pagina kunt u de live camerabeelden van uw camera’s bekijken, als u van huis bent bijvoorbeeld. De portal kan de verbinding met de camera opzetten en de live video stream op de pagina weergeven. Klik op een cameranaam in de lijst om de stream te starten.
Let op, na 10 minuten zal de portal een bericht tonen met de vraag of u door wilt gaan met het bekijken van de video. Indien dit niet binnen één minuut beantwoord wordt, wordt de stream verbroken, om het internetverkeer naar uw internetaansluiting thuis te beperken.
Op de Alarm Instellingen pagina kunt u een camera aan een alarmgroep koppelen. Dit wordt later in de handleiding uitgelegd.
4.7 Opnames beheren
Op de pagina ‘Opnames’ kunt u de gemaakte opnames downloaden en eventueel verwijderen. Deze opnames zijn gemaakt en opgeslagen op het moment dat een alarm afgaat. De opnames zijn 180 seconden lang.
Het is mogelijk om maar liefst 10 opnames op te slaan op de portal. De meeste video software heeft MPEG4 ondersteuning. Indien uw computer het bestand niet kan afspelen raden we aan om VLC Player te gebruiken. U kunt dit programma op de volgende pagina downloaden en installeren: www.videolan.org.
4.8 Op afstand het alarm inschakelen of uitschakelen
Op de pagina ‘Alarm Bediening’ kunt u - alsnog - het alarm inschakelen of uitschakelen. Bijvoorbeeld als u op vakantie bent gegaan, maar vergeten bent het alarm in te schakelen.
34| NEDERLANDS
4.9 Alarm instellen om een contactpersoon te notificeren en opnames te maken
De pagina ’Alarm instellingen’ biedt u de mogelijkheid om contactpersonen te notificeren en om een camera toe te wijzen aan een alarmgroep zodra deze afgaat.
Deze pagina is uitgerust met een korte wizard om u door de mogelijkheden heen te leiden.
Klik op het penceel icoon om de wizard te starten voor de gekozen alarmgroep.
4.9.1 Contactpersonen selecteren voor een alarmgroep
Op deze pagina kunt u selecteren welke contactpersonen genotificeerd dienen te worden indien dit alarm afgaat. In de linker kolom ‘Beschikbare contactpersonen’ ziet u de lijst met uw contactpersonen. Selecteer een contactpersoon en klik op de knop
‘Toevoegen’ om deze te verplaatsen naar de rechter kolom ‘Genotificeerde contactpersonen’. Het is ook mogelijk om een contactpersoon heen en weer te verslepen.
Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan en op deze pagina te blijven. Klik op
‘Opslaan en verder’ om de instellingen op te slaan en verder te gaan naar de volgende pagina.
4.9.2 Contactpersonen notificeren per telefoon, sms of e-mail
Deze pagina geeft u de mogelijkheid om per contactpersoon te bepalen of deze genotificeerd dient te worden per telefoon, SMS of e-mail.
Indien een van de functies uitgeschakeld is bij een contactpersoon (lichtgrijs), betekent dit dat er geen informatie beschikbaar is (geen e-mailadres, telefoonnummer of SMS nummer).
Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan en op deze pagina te blijven. Klik op
‘Opslaan en verder’ om de instellingen op te slaan en verder te gaan naar de volgende pagina.
4.9.3 Camera toewijzen aan een alarmgroep
Op deze pagina kunt u een van uw IP camera’s toewijzen aan deze alarmgroep.
Selecteer een camera uit de lijst welke u wilt toewijzen. Van deze camera worden opnames op de portal opgeslagen zodra het alarm afgaat.
Klik op ‘Opslaan’ om de instellingen op te slaan en op deze pagina te blijven. Klik op
‘Opslaan naar overzicht’ om de instellingen op te slaan en verder te gaan naar de overzichtspagina.
35| NEDERLANDS
4.10 Telefoon configuratie
Het is mogelijk om een persoonlijk telefoon bericht in te spreken wat na het afgaan van het alarm afgespeeld wordt zodra een contactpersoon gebeld wordt. Klik op de telefoon afbeelding om dit in te stellen. U wordt gebeld door het systeem, volg de instructies die u hoort op de telefoon.
5.0 Gebruik van het e-Centre 2 bedieningspaneel
Nu u de installatie van uw e-Centre 2 en het e-Domotica portaal heeft voltooid kunt u gebruik maken van uw e-Centre 2 bedieningspaneel. De functies van het scherm worden uitgelegd in dit hoofdstuk.
36| NEDERLANDS
Figuur 4. Hoofdscherm e-Centre 2 bedieningspaneel
5.1 Apparaten
Druk op de knop ‘Apparaten’ om de aangesloten apparaten per stuk te bekijken en te bedienen. Bijvoorbeeld als u alleen één lamp wilt inschakelen in plaats van een complete scène. Druk dan op de ruimte waar de lamp zich bevindt en druk op de lamp om deze in of uit te schakelen.
5.1.1 Instellingen scherm
Op het scherm Apparaten ziet u tevens een knop genaamd ‘Inst.’ (Instellingen). Druk op deze knop om het licht van het e-Centre 2 scherm zelf, het volume van het e- Centre 2 in te stellen en specifieke informatie over het netwerk en het apparaat te zien.
1 2 3
4
7
8
5 6
9
Uitleg van de verschillende iconen:
1. Apparaten 2. Informatie 3. Camera’s 4. Nacht alarm 5. Afwezigheid alarm 6. Thuis komen
7. Informatiebalk (berichten, energie grafiek).
8. Scènes
9. Tijd en datum balk
37| NEDERLANDS
5.1.1.1 Wijzigen achtergrondverlichting
Indien u de achtergrondverlichting van het e-Centre 2 scherm wilt wijzigen kunt u op de balk bij ‘Achtergrond verlichting ’ drukken. Druk op de linkerzijde van de balk om het niveau te verlagen, druk op de rechterzijde van de balk om het niveau te verhogen.
5.1.1.2 Wijzigen volume
Indien u het volume van het e-Centre 2 wilt wijzigen kunt u op de balk bij ‘Volume’
drukken. Druk op de linkerzijde van de balk om het niveau te verlagen, druk op de rechterzijde van de balk om het niveau te verhogen.
5.1.1.3 Apparaat informatie en netwerk informatie De volgende informatie wordt op dit scherm weergegeven:
• Host naam: Dit is de benaming waarmee het e-Centre 2 benaderbaar is. Dit wordt gebruikt in het adres http://ecentre/.
• Status: Dit geeft aan of uw e-Centre 2 verbonden is met de e-Domotica Portal
• IP adres: Dit is het lokale IP adres van het e-Centre 2 voor de bekabelde netwerkverbinding.
• MAC adres: Dit is het MAC adres van de bekabelde netwerkverbinding.
• IP adres draadloos: Dit is het lokale IP adres van het e-Centre 2 voor de draadloze netwerkverbinding.
• MAC adres draadloos: Dit is het MAC adres van de draadloze netwerkverbinding
• Hardwareversie: Dit geeft de versie van de hardware aan.
• Serienummer: Dit is een uniek serienummer van uw e-Centre 2
• Software versie: Dit geeft een datum en versie van de software welke nu actief is in uw e-Centre 2.
• Z-wave versie: Dit geeft de huidige Z-wave versie aan welke gebruikt wordt in uw e-Centre 2.
5.2 Informatie scherm
Het informatie scherm van het e-Centre kan knoppen weergeven voor de energie metende apparaten, bijvoorbeeld de EM6601 e-Domotica Energy Reader of de EM6552 e-Domotica Aan/Uit Schakelaar met Energie Meting. Druk op de knop
‘Informatie’ op het scherm om het volgende scherm te zien.
38| NEDERLANDS
Afbeelding 26 – Informatie scherm
Druk op een van de beschikbare knoppen om de grafiek van het apparaat te zien.
5.3 Camera’s
Druk op de knop ‘Camera’s’ om de live beelden van aangesloten IP camera’s te bekijken. Indien u één IP camera gebruikt wordt de live weergave gelijk gestart. Indien u meerdere IP camera’s gebruikt, wordt eerst een matrix van de camera’s
weergegeven. Druk vervolgens op de camera welke u op het volledige scherm wilt weergeven. Vervolgens krijgt u, indien het een camera met bediening betreft, meer knoppen te zien om de camera te besturen (EM6561 PTZ IP Camera bijvoorbeeld).
5.4 Nachtalarm
Indien u in een eerder stadium een nachtalarm heeft ingesteld, kunt u op de knop Nacht alarm drukken om deze in te schakelen. U ziet vervolgens een numeriek paneel waar u uw ingestelde PIN code kunt invoeren om het alarm in te schakelen.
5.5 Afwezigheidalarm
Indien u in een eerder stadium een afwezigheidalarm heeft ingesteld, kunt u op de knop Afwezigheidalarm drukken om deze in te schakelen. U ziet vervolgens een numeriek paneel waar u uw ingestelde PIN code kunt invoeren om het alarm in te schakelen.
39| NEDERLANDS
5.6 Thuis komen
Om het eerder ingestelde alarm uit te schakelen drukt u op de ‘Thuis komen’ knop.
Vervolgens ziet u wederom een numeriek paneel waar u de ingestelde PIN code voor het uitschakelen van het alarm kunt invoeren.
5.7 Berichten en informatie balk
Druk op het envelop icoon om de laatste berichten van uw e-Centre 2 te zien. Druk op de gloeilamp om een grafiek van het energie verbruik te zien, van het primaire energie apparaat.
5.8 Scènes
Het middelste gedeelte van het scherm geeft de door u aangemaakte scènes weer.
Druk op een scène om deze uit te voeren. Indien het aantal scènes meer is dan wat het scherm kan weergeven worden pagina nummers onderaan dit scherm
weergegeven. Druk op een ander nummer om de overige scènes te zien.
6.0 Lokaal en op afstand bedienen van uw e- Centre 2
U kunt uw huis lokaal en extern bedienen en de camera’s bekijken via een speciale pagina op het e-Centre 2. Het is mogelijk om deze pagina op een computer, smartphone (iPhone of Android telefoon) of tablet (iPad of Android tablet) bekijken.
De mobile weergave is nagenoeg hetzelfde als het e-Centre scherm.
6.1 Bedien uw e-Centre 2 lokaal
Smartphones en tablets welke met uw lokale netwerk in huis zijn verbonden kunnen de bedieningspagina openen via:
http://ecentre/mweb/
Indien u de bedieningspagina niet kunt openen, gebruik dan het IP-adres van het e- Centre 2. Druk op het scherm op Apparaten daarna op Instellingen. Als hier bijvoorbeeld 192.168.1.30 staat kunt u http://192.168.1.30/mweb invoeren in de adresbalk van de browser op uw smartphone of tablet. De volgende pagina wordt getoond.
6.2 Bedien uw e-Centre 2 op afstand
Indien u uw e-Centre 2 op afstand wilt bedienen, kunt u gebruik maken van het volgende adres. Open dit adres in een browser op uw smartphone of tablet:
http://m.e-domotica.com
40| NEDERLANDS
U ziet eerst een inlogscherm waar u uw gebruikersnaam en wachtwoord van de e- Domotica Portal kunt invoeren. Pas daarna kunt u op afstand uw e-Centre 2 benaderen. De sessie met uw e-Centre 2 start en zal na een half uur aflopen.
De voordelen hiervan zijn:
• U kunt als enige op afstand uw e-Centre 2 benaderen met uw portal login gegevens.
• U hoeft geen poorten te openen of andere instellingen in uw modem/router te wijzigen.
• Het is een streng beveiligde verbinding.
Let op, Alleen één gebruiker kan op afstand het e-Centre 2 benaderen. Indien meerdere mensen in uw huishouden op afstand gebruik mogen maken van deze functie, kan het zijn dat u of zij uitgelogd worden.
6.3 Maak een snelkoppeling op een Android smart phone of tablet
U kunt een snelkoppeling en/of favoriet maken van het locale of externe adres op uw smartphone of tablet.
Als favoriet toevoegen
1. Open de pagina (lokaal of extern) in een browser (standaard is dit de Webkit browser voor Android).
2. Druk op de menu knop van uw smart phone of tablet.
3. Voeg de pagina als favoriet toe aan uw favorieten.
Als snelkoppeling toevoegen aan uw bureaublad/hoofdscherm
1. Druk met uw vinger op een lege plek op het scherm van uw telefoon totdat een menu verschijnt.
2. Kies ‘Snelkoppeling’.
3. Kies ‘Favorieten’.
4. Selecteer de eerder gemaakte favoriet door erop te drukken.
5. De snelkoppeling is nu gemaakt.
6.4 Maak een snelkoppeling op een iPhone of iPad
U kunt een snelkoppeling en/of favoriet maken van het locale of externe adres op uw smartphone of tablet.
Als favoriet toevoegen
1. Open de pagina (lokaal of extern) in een browser (standaard is dit de Safari browser voor iPhone en iPad).
2. Druk op de menu knop van uw smartphone of tablet.
3. Voeg de pagina als favoriet toe aan uw favorieten.
41| NEDERLANDS
Als snelkoppeling toevoegen aan uw bureaublad/hoofdscherm
1. Open de pagina (lokaal of extern) in een browser (standaard is dit de Safari browser voor iPhone en iPad).
2. Druk op de middelste knop in de toolbalk.
3. Druk op ‘Zet op beginscherm’.
4. Geef een naam op en sla deze instelling op.
7.0 Overige pagina’s op de webpagina van het e-Centre 2
In dit hoofdstuk worden de diverse overige pagina’s van het e-Centre 2 behandeld.
Deze pagina’s zijn beschikbaar zodra de wizard is afgesloten.
7.1 Scenarios instellen
Afbeelding 27 - Scenario’s
Scenario’s zijn geautomatiseerde scènes. Met andere woorden: U kunt gebeurtenissen of voorwaarden opgeven om een scène automatisch te laten uitvoeren.
Voordat u een scène kunt toevoegen, dient u eerst een scène aan te maken welke uitgevoerd dient te worden door de scenario.
Klik op de knop ’Toevoegen’ om een nieuwe Scenario toe te voegen. De volgende webpagina komt daarna in beeld.
42| NEDERLANDS
Afbeelding 29 – Een nieuw Scenario toevoegen.
Vul een naam in voor dit scenario en selecteer een scène welke u eerder heeft gemaakt om te gebruiken in dit scenario. U kunt een of meerdere gebeurtenissen en een of meerdere condities toevoegen om de geselecteerde scène te kunnen uitvoeren.
Omdat het scenario systeem erg uitgebreid is, zullen diverse FAQ’s en workshops op onze website worden toevoegt om meer voorbeelden te geven over het gebruik van alle functies. De volgende hoofdstukken geven een voorbeeld in twee situaties om u op weg te helpen.
7.1.1 Voorbeeld met gebeurtenissen – Instellen van hotelschakeling
U kunt een scenario toevoegen om een hotelschakeling in te stellen zonder dat een zwart schakeldraad hoeft te worden gebruikt. Met andere woorden, het schakelen van één of meerder lampen via twee bestaande wandschakelaars.
In dit voorbeeld heeft u het volgende nodig:
• 1x EM6556 e-Domotica Mini Schakelaar om achter een plafondlamp te plaatsen
• 1x EM6514 e-Domotica Wandschakelaar Sensor om te gebruiken achter wandschakelaar 1 (begane grond bijvoorbeeld)
• 1x EM6514 e-Domotica Wandschakelaar Sensor om te gebruiken achter wandschakelaar 2 (1e etage bijvoorbeeld)
Nadat deze producten op een correcte manier zijn geïnstalleerd en zijn aangemeld op het e-Centre, dient u eerst een scène aan te maken om de EM6556 Mini Schakelaar te inverteren.
43| NEDERLANDS
Aanmaken ‘Inverteren’ scène
1. Ga naar de Scène pagina, door op ‘Scènes’ te klikken in het linker menu.
2. Klik ‘Toevoegen’.
3. Geef de scène een naam, in dit voorbeeld ‘Inverteren’.
4. Deze scène heeft geen knop op het e-Centre scherm nodig, dus hoeft er geen vinkje geplaatst te worden bij deze optie.
5. Klik op ‘Toevoegen’ om een actie voor deze scène in te stellen.
6. Selecteer het apparaat wat u wilt inverteren van de ‘Apparaten’ lijst. (Een lamp bijvoorbeeld.)
7. Selecteer ‘Switch’ (schakelen) uit de ‘Eigenschappen’ lijst.
8. Selecteer ‘Inverteren’ uit de ‘Actie’ lijst.
9. Klik ‘Opslaan’ om de actie voor deze scène op te slaan. U komt automatisch terug bij de scène bewerkpagina.
10. Klik ‘Opslaan’ om de scène op te slaan. U komt automatisch uit bij de ‘Scènes’
pagina.
Maak een Scenario aan
Nu de speciale scène is aangemaakt, kan ook een scenario aangemaakt worden om deze scène uit te voeren.
1. Ga naar de scenario’s pagina, door op ‘Scenario’s’ te klikken in het linker menu.
2. Klik ‘Toevoegen’ om een scenario toe te voegen.
3. Vul een naam in voor deze scenario, bijvoorbeeld ‘Hotelschakeling’.
4. Selecteer de scène welke u eerder heeft aangemaakt. In dit voorbeeld
‘Inverteren’ genaamd.
5. U kunt nu een gebeurtenis toevoegen. Klik op ‘Toevoegen’.
6. Selecteer ‘Z-wave apparaten’ uit de ‘Groep’ lijst.
7. Selecteer een van de EM6514 Wandschakelaar Sensors uit de ‘Apparaten’ lijst.
8. Selecteer ‘Switch’ (schakelen) van de ‘Eigenschappen’ lijst.
9. Klik ‘Opslaan’ om de gebeurtenis op te slaan. U komt automatisch terug bij de bewerkpagina voor dit scenario.
10. Herhaal stappen 5 – 9 voor de tweede EM6514 Wandschakelaar sensor.
11. U ziet het volgende scherm (met andere apparaatnamen)
![Spatial variatbility [sic] of selected soil properties in and between map units](data:image/gif;base64,R0lGODlhAQABAIAAAP///wAAACH5BAEAAAAALAAAAAABAAEAAAICRAEAOw==)