• No results found

Stedenbouwkundige vergunningen - 21/05/1974: vergunning voor het verbouwen van een woonhuis. ( )

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Stedenbouwkundige vergunningen - 21/05/1974: vergunning voor het verbouwen van een woonhuis. ( )"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Referentienummer omgevingsloket:OMV_2020170907 Dossiernummer gemeente: 2020456

OMGEVINGSVERGUNNING

De aanvraag ingediend door Koen en Evelien Van Opstal - van Egeraat - Heieinde 29 - 2321 Meer werd per beveiligde zending verzonden op 17 december 2020 en vervolledigd op 14 januari 2021.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 26 januari 2021.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein, gelegen Heieinde 29 - 2321 Meer, kadastraal bekend: afdeling 3 sectie A nrs. 44W en 44V.

De aanvraag omvat volgende stedenbouwkundige handelingen:

- het slopen van een bijgebouw, het uitbreiden en regulariseren van het uitbreiden van een woning, het regulariseren van een zonevreemd bijgebouw, het aanleggen van een vijver en verhardingen

De gemeentelijke omgevingsambtenaar heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

Het college van burgemeester en schepenen heeft kennis genomen van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, uitgebracht op 17 maart 2021. Het college van burgemeester en schepenen volgt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

Stedenbouwkundige vergunningen

- 21/05/1974: vergunning voor het verbouwen van een woonhuis. (19746995) 2. Openbaar onderzoek / raadpleging aanpalende eigenaar

Niet van toepassing.

3. Adviezen 3.1. Pidpa - riolering

Er werd advies uitgebracht op 12 februari 2021. De eindconclusie van het advies is voorwaardelijk gunstig.

Het advies luidt als volgt:

1. Beschrijvend gedeelte:

1.a. Van toepassing zijnde regelgeving:

- Het reglement voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur in ontwikkelingen, goedgekeurd door de gemeenteraad en vermeld op de website van Pidpa:

www.pidpa.be bij 'afvalwater en riolering/ontwikkelingen'.

(2)

- De gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake

hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

- Het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM).

- De “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-Riolering (zie website www.pidpa.be).

- Het Algemeen waterverkoopreglement (zie website www.pidpa.be).

- Het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website www.pidpa.be).

- De code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

- Deze lijst is niet limitatief.

1.b. Ligging volgens het zoneringsplan:

- De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen);

1.c. Weerhouden bepalingen volgens het ontwikkelingsreglement:

- Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor een offerte over aan de ontwikkelaar.

- De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer.

Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde, geraamde kostprijs.

- Onvoorziene omstandigheden tijdens uitvoering van de werken die aanleiding geven tot een stijging van de kosten worden eveneens aangerekend aan de ontwikkelaar.

2. Voorwaarden: (onverminderd de bepalingen uit het ontwikkelingsreglement) 2.a. Specifieke voorwaarden:

- Voorlopig zijn er geen afvoermogelijkheden voor de afvoer van DWA en RWA naar het openbaar domein.

- De DWA-afvoer (overloop van de septische put) dient voorlopig aangesloten te worden op een sterfput (bezinkput/infiltratieput), dit dient ter plaatse te infiltreren, dit in afwachting van de aanleg van riolering in Heieinde. De sterfput dient verplicht buiten werking gesteld te worden na de aanleg van riolering, er dient dan verplicht aangesloten te worden op de nieuwe riolering, en mag er geen infiltratie meer zijn van vuilwater op privaat domein.

- De RWA dient ter plaatse te infiltreren.

- Wel dienen nu best reeds de nodige leidingen aangelegd te worden voor de afvoer van DWA op privaat terrein tot op de rooilijn. Zo kan er in de toekomst aangesloten worden op de nieuwe riolering zonder opnieuw ingrijpende werken te moeten uitvoeren op eigen terrein.

- De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer eengezinswoningen.

- De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater. Dit herbruik wordt voorzien door de aansluiting van toiletten en buitenkraantjes.

- De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 2.600 liter (effectief 3.140 liter) infiltratievolume en min. 4,16m² (effectief 6,28m²) infiltratie oppervlakte. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.

(3)

- Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed erkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van alle afvalwater is verplicht. De minimum inhoud dient 3.000 liter te bedragen.

- Zowel het fecale afvalwater als het overige sanitaire afvalwater dienen aangesloten te worden op de septische put, zo lang er nog geen riolering in de straat ligt.

- Dossierkost

o Er dient door de ontwikkelaar een éénmalige dossierkost betaald te worden van 125,00 euro (excl. BTW), zoals vermeld in punt 2.b. en conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement (deze dossierkost dient betaald te worden nadat de vergunning werd afgeleverd).

2.b. Algemene voorwaarden:

- De dossierkost, conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement, dient betaald te worden nadat Pidpa in kennis werd gesteld van het afleveren van de vergunning.

Deze dossierkost wordt door Pidpa rechtstreeks aan de ontwikkelaar gefactureerd.

Deze dossierkost staat volledig los van een eventuele offerte voor het uitvoeren van werken door Pidpa.

- Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa- Riolering.

- De keuring van de afvoer van de privéwaterafvoer is verplicht:

o bij nieuwbouw of herbouw

o bij het realiseren van een bijkomende aansluiting of het plaatsen van een IBA o bij de aanleg van een gescheiden riolering op het openbaar domein tenzij er

een conform keuringsattest kan voorgelegd worden van nieuw- of herbouw dat niet ouder is dan 5 jaar

3. Beoordeling:

Het advies is voorwaardelijk gunstig, er dient voldaan te worden aan de bovenstaande te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.

3.2. Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)

Er werd advies uitgebracht op 25 februari 2021. De eindconclusie van het advies is geen advies.

Het advies luidt als volgt:

De voorliggende adviesvraag is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied.

Volgens de voor ons beschikbare gegevens was hier in het verleden geen

landbouwbedrijfszetel gevestigd, het betreft dus een zonevreemde woning. Deze adviesvraag valt niet onder de adviesbevoegdheid van het Departement Landbouw en Visserij. Wij zullen voor deze aanvraag dan ook geen advies vanuit landbouwkundig standpunt formuleren.

Door het besluit van 12 juli 2013 werd de adviesverplichting van het Departement Landbouw en Visserij beperkt tot die vergunningsaanvragen waarbij er een impact op de agrarische structuur kan verwacht worden.

a) aanvragen die verband houden met landbouw, ongeacht de bestemming van het gebied;

b) aanvragen waarbij toepassing wordt gemaakt van de bepalingen van artikel 4.4.3 tot en met 4.4.9, artikel 4.4.23 en artikel 4.4.26, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in gebieden die een agrarische bestemming hebben;

(4)

We verwijzen enkel naar de normen van de wetgeving m.b.t. zonevreemde woningen en gebouwen.

4. Project-MER

Niet van toepassing.

5. Stedenbouwkundige basisgegevens Planningscontext

Het goed ligt in het gewestplan Turnhout vastgesteld bij Koninklijk besluit van 30 september 1977. Het goed ligt in agrarisch gebied.

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

Verordeningen

- Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening Hoogstraten van 31 juli 2014.

- Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband van 9 juli 2017.

- Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013.

- Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid van 5 juni 2009.

- Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven van 8 juli 2005.

- Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer van 29 april 1997.

6. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag 6.1. Beschrijving van de plaats

De omgeving wordt gekenmerkt door akkers, een boomkwekerij, verschillende zonevreemde woningen en een rij vrijstaande woningen langs het woonlint van Heieinde. Het perceel van de aanvraag is gelegen langs een zijstraat van deze hoofdstraat, eveneens Heieinde geheten.

6.2. Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het regulariseren van een achterbouw aan een woning, het uitbreiden van de woning op de eerste verdieping, het slopen van een bijgebouw achteraan in de tuin en het regulariseren van het aanleggen van een vijver en verharding.

Woning:

(5)

De bestaande voorbouw van de woning wordt op de bovenverdieping uitbereid tot 12,35 meter breedte en 8,30 meter diepte zodat er een extra slaapkamer en badkamer bij komt. De nieuwe kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 6,10 meter.

De te regulariseren achterbouw betreft een uitbreiding langs de straatzijde die dienst doet als bureau en bergruimte. De totale lengte van deze uitbreiding bedraagt 16,15 meter.

Aan de achterbouw zullen geen nieuwe wijzigingen gebeuren.

Bijgebouw:

Het bestaande houten bijgebouw achteraan in de tuin met een oppervlakte van 25m² zal gesloopt worden.

Vijver:

De bestaande vijver met een oppervlakte van 31,5m² dient geregulariseerd te worden, deze wordt niet gewijzigd.

Verharding:

De bestaande verharding, van 190m², is een klinkerverharding die bestaat uit vijf

parkeerplaatsen tegen de straatzijde, een verharding naar de vijver, het bijgebouw en de achterbouw van de woning. Deze dient geregulariseerd te worden en zal enkel achteraan bij het bijgebouw gedeeltelijk afgebroken worden.

6.3. Beschrijving van de inrichting/bedrijf Niet van toepassing.

7. Inhoudelijke beoordeling 7.1. Planologische toets

a) Gewestplan

De aanvraag is niet in overeenstemming met de gewestplanbestemming.

Een constructie is zonevreemd als het volgens het geldende plan niet in de juiste bestemming ligt. Een zonevreemde constructie is legaal als ze vergund is of 'vergund geacht wordt'. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt volgende basisrechten voor zonevreemde constructies:

Artikel 4.4.10. §1. Deze afdeling is van toepassing op vergunningsaanvragen die betrekking hebben op hoofdzakelijk vergunde en niet verkrotte zonevreemde constructies, met uitzondering van publiciteitsinrichtingen of uithangborden.

Het voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, wordt beoordeeld op het ogenblik van de eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen, herbouwen of uitbreiden, of, in de gevallen, vermeld in onderafdeling 3 en 4, op de vooravond van de afbraak, de vernietiging of de beschadiging.

§2. De basisrechten van deze afdeling zijn van toepassing in gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan of een plan van aanleg.

Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan de basisrechten van deze afdeling aanvullen en uitbreiden. Dergelijk plan kan evenwel ook strengere voorwaarden bepalen op het vlak van de maximaal toegelaten volumes bij herbouw.

 De bestaande woning is niet hoofdzakelijk vergund aangezien de achterbouw een onvergunde constructie betreft. Artikel 4.4.1. van de VCRO stelt dat een constructie maar hoofdzakelijk vergund is indien ten minste 90% van het

(6)

bruto-bouwvolume van de constructie vergund of vergund geacht is. Bij de woning in de aanvraag is dat maar 72%.

De achterbouw komt omwille van de goede ruimtelijke ordening ook niet voor regularisatie in aanmerking (zie 7.11).

 De basisrechten zijn hier niet van toepassing: de aanvraag voldoet niet aan de voorwaarden.

Artikel 4.4.11. Bij de afgifte van een vergunning op grond van deze afdeling geldt de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening, vermeld in artikel 4.3.1, § 1, eerste lid, 1°, onverkort.

Artikel 4.4.15. Het uitbreiden van een bestaande zonevreemde woning is vergunbaar, voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1 000 m3 en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal.

De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.1.1, 18°, is wel toegelaten.

De mogelijkheden, vermeld in het eerste lid, gelden niet in :

1° ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;

2° recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van gebiedsaanduiding recreatie sorteren.

 De bestaande woning wordt uitgebreid tot een volume van 970m³.

 De basisrechten zijn hier niet van toepassing: de aanvraag voldoet niet aan de voorwaarden.

b) Gemeentelijke Stedenbouwkundige verordening

De aanvraag is niet in overeenstemming met de gemeentelijke stedenbouwkundige voorschriften.

Volgens Artikel 17 van de verordening kan er maar maximaal een verharde toegang tot het openbaar domein toegelaten worden met een breedte van een dubbele garage, dus 6 meter. Er worden echter maar liefst 5 parkeerplaatsen voorzien die rechtstreeks aansluiten op het openbaar domein. De totale verharde breedte aan parkeerplaatsen en paden tegen de straatzijde bedraagt maar liefst 24 meter. Er ligt in werkelijkheid ook veel meer verharding voor de woning dan er op het

inplantingsplan ingetekend staat. Verschillende groenelementen die ingetekend staan zijn in werkelijkheid kleiner of zelfs niet aanwezig. Een verharde berm van 24 meter en het voorzien van 5 parkeerplaatsen is niet in verhouding met de bestemming als ééngezinswoning en kan dan ook niet worden toegestaan.

7.2. Decretale beoordelingscriteria

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Heieinde een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

7.3. Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

De aanvraag werd onderworpen aan de watertoets, overeenkomstig het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen, betreffende het integraal waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8.

Er wordt een regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter, een infiltratieput met een inhoud van 3.140 liter en een septische put voorzien. Het opgevangen hemelwater zal gebruikt worden door de aansluiting van wc’s, wasmachine en buitenkranen.

(7)

Het eigendom is niet in een risicozone of in een mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied gelegen. Er wordt voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. In het kader van de watertoets dienden geen specifieke adviezen te worden ingewonnen. Bijgevolg dient in alle redelijk geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

7.4. Mer-screening

De aanvraag heeft geen betrekking op een project dat opgenomen is in bijlage III van het besluit van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage.

7.5. Natuurtoets Niet van toepassing.

7.6. Erfgoed-/archeologietoets

De aanvraag heeft geen betrekking op een beschermd monument, dorpsgezicht of landschap, noch op een gebouw opgenomen in de vastgestelde Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed.

De werken gebeuren niet in een beschermde archeologische site, vastgestelde archeologische zone en evenmin in een zone waar archeologisch erfgoed te verwachten valt.

Volgens de criteria van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en het bijhorende Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 moet de aanvraag geen archeologienota bevatten.

7.7. Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid) Niet van toepassing.

7.8. Decreet grond- en pandenbeleid Niet van toepassing.

7.9. Scheidingsmuren Niet van toepassing.

7.10. Toetsing milieuaspecten Niet van toepassing.

7.11. Toetsing goede ruimtelijke ordening - Functionele inpasbaarheid

Functioneel past het gevraagde in de omgeving.

- Mobiliteitsimpact

Het gevraagde heeft een onaanvaardbare mobiliteitsimpact. Maar liefst 5 parkeerplaatsen sluiten rechtstreeks aan op de straat. Dit is zowel strijdig met de bepaling dat er slechts één toegang tot het openbaar domein kan worden voorzien als een buitenproportioneel groot aantal plaatsen voor de vergunde functie als ééngezinswoning.

Gezien de locatie van de zonevreemde woning in het agrarisch gebied dient de verharding zoveel mogelijk beperkt te blijven tot de strikt noodzakelijke toegangen. De noodzaak van 5 parkeerplaatsen werd niet aangetoond in de aanvraag en is dan ook excessief te noemen.

Bovendien werden deze 5 parkeerplaatsen telkens voor de helft, bij enkele zelfs bijna volledig, voor de rooilijn aangelegd wat een onrechtmatige private inname van het

(8)

openbaar domein betekent. Een parkeerplaats voor privaat gebruik, gelegen op het openbaar domein, kan nooit worden vergund.

- Schaal

Het gevraagde overtreft de normale schaal van dergelijke werken niet.

- Ruimtegebruik en bouwdichtheid

Het gevraagde heeft een onaanvaardbare invloed op het ruimtegebruik en bouwdichtheid.

Met name de te regulariseren achterbouw van de woning overschrijdt op verschillende vlakken de maximaal te hanteren bouwstrook. Zo bedraagt de maximale bouwdiepte van een woning in Hoogstraten 17 meter. De te regulariseren bouwdiepte zou in dit geval, gemeten vanaf de voorgevel, maar liefst 27 meter bedragen. Een zonevreemde woning in het agrarisch gebied moet een compact ruimtebeslag nastreven om op die manier niet bijkomend onnodig veel open landschap in te nemen. Een bouwdiepte van 27 meter betekent daarentegen een onaanvaardbare inname van het achter de woning gelegen openruimtegebied.

De gebruikelijke achteruitbouwlijn bedraagt in het agrarisch gebied minstens 14 meter uit de as van de weg en/of 6 meter uit de rooilijn. De achterbouw van de woning is bijna volledig opgericht in deze bouwvrije tuinstrook. De afstand van de achterbouw tot de straat evolueert van 9,40 meter uit de as van de weg en 3,30 meter uit de rooilijn tot 6,50 meter uit de as van de weg en maar 0,50 meter (!) uit de rooilijn. De achterbouw kan in deze bouwvrije achteruitbouwstrook vlak tegen het openbaar domein dan ook niet geregulariseerd worden.

De aangevraagde uitbreiding van de woning op de 1e verdieping overschrijdt de minimale bouwvrije afstand in de zijtuinstrook van 3 meter (zie verder bij Hinderaspecten)

Bij een uitbreiding van een zonevreemde woning dient men rekening te houden met het maximale volume van 1000m³, maar eveneens dient de uitbreiding te gebeuren binnen de bouwstrook.

- Visueel-vormelijke elementen

Visueel-vormelijk hebben de elementen een normaal en hedendaags uitzicht.

- Cultuurhistorische aspecten

Er zijn geen cultuurhistorische aspecten van toepassing op deze locatie.

- Bodemreliëf

Het bodemreliëf wordt niet gewijzigd.

- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

De aanvraag heeft een onaanvaardbare impact op het gebruiksgenot van de aanpalende woning Heieinde nr. 27.

De uitbreiding van de woning op de 1e verdieping houdt namelijk geen rekening met de minimale bouwvrije afstand in de zijtuinstrook van 3 meter en wordt opgericht tot op 1,92 meter van de perceelgrens. Hoewel 1,90 meter strikt genomen net genoeg is volgens het Burgerlijk Wetboek wordt 3 meter in heel Hoogstraten en daarbuiten gehanteerd als minimumnorm. Met de bouwvrije afstand aangehouden in het ontwerp kan een ongewenste beperking verwacht worden van het gebruiksgenot van de tuin van nr. 27, omwille van de bijkomende inkijk die gecreëerd wordt vanop de 1e verdieping.

8. Conclusie

(9)

De bestaande woning betreft geen hoofdzakelijk vergunde constructie. De basisrechten voor zonevreemde constructies zoals bepaald in artikel 4.4.15. van de VCRO zijn dan ook niet van toepassing. Er kan van uitbreiding dus geen sprake zijn.

Bovendien komt het onvergunde deel van de woning (achterbouw) niet voor regularisatie in aanmerking.

Zowel de achterbouw als de uitbreiding op de 1e verdieping overschrijden de maximale te bebouwen bouwstrook op het perceel.

Daarnaast wordt momenteel ook een aanzienlijk deel van het openbaar domein voor de woning ingenomen door onrechtmatig aangelegde parkeerplaatsen.

De aanvraag is dan ook onaanvaardbaar.

Advies en voorstel van voorwaarden

De aanvraag wordt ongunstig geadviseerd.

Voorgesteld wordt vergunning te weigeren voor de volgende stedenbouwkundige handelingen:

het slopen van een bijgebouw, het uitbreiden en regulariseren van het uitbreiden van een zonevreemde woning en het aanleggen van een vijver en verhardingen;

Besluit Artikel 1:

Vergunning te weigeren aan Koen en Evelien Van Opstal - van Egeraat - Heieinde 29 - 2321 Meer voor de volgende stedenbouwkundige handelingen:

- het slopen van een bijgebouw, het uitbreiden en regulariseren van het uitbreiden van een zonevreemde woning en het aanleggen van een vijver en verhardingen

gelegen Heieinde 29 - 2321 Meer, kadastraal bekend: afdeling 3 sectie A nrs. 44W en 44V.

Namens het college

Hoogstraten 25 maart 2021

#SIG01_70_112# #SIG02_70_112#

Joke Verschueren algemeen directeur

Marc Van Aperen burgemeester

Digitaal ondertekend door Marcus Van Aperen (Signature) Datum: 29-03-2021 10:23:20

Digitaal ondertekend door Joke Verschueren (Signature)

Datum: 29-03-2021 10:32:56

(10)

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. (…)

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;

4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;

5° ...;

6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;

7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;

8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

(11)

De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.

Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.

De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:

1° de beroepsindiener;

2° de vergunningsaanvrager;

3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

4° het college van burgemeester en schepenen.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

(12)

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het College van Bestuur kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling nadat deze, en indien de leerling nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, ook diens ouders,

De coffeeshophouder ontdoet zich van de hennep of hasjiesj die op grond van artikel 7, tweede lid, ten behoeve van de beoordeling door klanten onverzegeld in de coffeeshop

Indien de leidingexploitant een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een kabel/leiding na vijftien jaar, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van de zijn vergunning of

4.6a Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om voor bedrijventerrein Voorbancken (Plankaart blad 2) per bedrijf ontheffing te verlenen voor de realisatie van ten hoogste

U kunt de overeenkomst kosteloos ontbinden binnen de bedenktijd en ook als u de bestelling nog niet heeft ontvangen (zie artikel 6 voor producten, artikel 7 voor diensten en/of

8.1 Het bestuur neemt met minimaal twee bestuursleden (onder wie minstens de voorzitter of de penningmeester) besluiten die geen uitstel kunnen velen. Deze bestuursleden stellen

De kerndoelen ter voorbereiding op dagbesteding zijn erop gericht dat leerlingen hun competenties voor de praktijk van hun dagelijkse activiteiten optimaal kunnen

Gemeentewet 229 Grafrechten Kern Vlist: Opgenomen in de ‘Tarieventabel behorend bij de verordening lijkbezorgingsrechten’ – hoofdstuk 4, artikelen 4.2.1, 4.2.2 en 4.2.3