• No results found

Schoon beton criteria voor de specificatie en beoordeling van betonoppervlakken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Schoon beton criteria voor de specificatie en beoordeling van betonoppervlakken"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bepaling van de vlekkenindex

De vlelckenindex op beide filtreerpapieren moet door middel van een visuele dassifica- tie worden bepaald. Daartoe moet van elk fitreerpapier het vleldcenbeeld worden verge- leken met de grootte en intensiteit van de vlekken zoals aangegeven in de tabel en met de standaardvlekkenbeelden (zie bijlage A).

Tabel HI VZekkenindex (V.I.)

, , , - . . - . # . - - . .

.

-

leer sterke vlekvorming 100

steike vlekvorming 80

matiye vlekvorming 60

lichte vlekvarming 40

reer lichte vlekvorminy 20

geen vlelworming 0

Index 100 Index 40

Index 80 Index 20

Index 60

Civieitechnisch Centrum Uiivoering Research en Regelgeving

Aanbeveling 100

Schoon beton

criteria voor de specificatie en beoordeling van betonoppervlakken

Als aan het betonoppervlakesthetische eisen worden gesteld, is sprakevan 'schoon beton'.

De esthetische kwaliteit is afhankeliik van veel factoren. zowel in het ontwem als tiidens de uitvoering. Het is van belang vooraf afspraken te maken over het verlangde resultaat en de acceptabele toleranties. Dit vereist een duidelijk lader waarin de beoordelingscri- - teria, eisen en toleranties ondubbelzinnig zijn vastgelegd. Deze Aanbeveling geeft invul- ling aan dit kader.

In NEN 67222002 'Voorschriften Beton. Uitvoering (VBU 2002)' wordenvoor het beton- oppervlak drie beoordelingsklassen gegeven. Klasse A omvat de standaardeisen, waarbij doorgaans geen hoge esthetische eisen gelden. Klasse B omvat bijzondere eisen aan het niterlijk, die in NEN 6722 echterniet nader worden gespecificeerd. Voorldasse C ten slotte geldt dat er geen eisen zijn aan het uiterlijk van beton.

Deze CUR-Aanbeveling kan worden gebruikt voor het invullen van de bijzondere esthe- tische eisen als bedoeld bij klasse B.

In de projectspecificatie kan dus een keuze worden gemaala in het hanteren van:

.

de klassen A, B of C van de VBU;

.

een eigen i n d i n g ;

.

de Massen B1 of B2 van deze Aanbeveling.

Deze CUR-Aanbeveling geeft richtlijnen voor bet specificeren van het gewenste uiterlijk van schoon beton, zowel in het werk gestort als geprefabriceerd. De Aanbeveling bevat verder criteria om te kunnen beoordelen of het gerealiseerde uiterlijk voldoet aan hetgeen is overeengekomen.

Deze CUR-Aanbeveling is opgesteld door CUR-voorschriftencommissie 72 'Schoon beton'. Op moment van publicatie van deze Aanbeveling was deze commissie als volgt samengesteld: ing. 1.H.M. Oude Icempers (voorzitter), ir. C.A. van der Steen (secretaris en rapporteur), ing. W. de Beer, ir. A.M. Bots, ing. H.B. Burger, G. Drost, H. Hupperts, ing. J.H. Kohne, P. Meinen, B.J. Meulenkamp, ir. H. Ouwerkerk, H.A.F. Siefert, ir. Th.

Monnier (mentor), ir. J.M.H.1. Smit (coordinator).

Deze Aanbeveling is goedgekeurd door de Algemene Voorschriftencommissie 'Beton' en wordt ondersteund door CUR-voorschrifiencommissie 12 'Beton' en CUR-voorschrif- tencommissie 18 'Uitvoering'.

Redactionele bijlage bij cement 412004

(2)

inhoud

2 Toepassingsgebied 3 Termen en dehities

Classficatie

Typen schoon beton

Patroon van plaatnaden en centerpennen Samenstelling betonspecie

Cementkenze Toeslagmateriaal Vulstoffen Pigmenten

Afwerking centerpensparing 5 Eisen, beoordelingsklassen 5.1 Algemeen

5.2 Kleur en kleurafwijking gepigmenteerd beton 5.3 Tintverschillen niet-gepigmenteerd beton

Projectspeciiicatie schoon beton Algemeen

Uitwerken specificatie Gegevens

Beton

Betonoppervlak Bekisting Algemeen

Bekistingsmateriaal en -patroon Referentievlakken

7 Materialen 7.1 Beton 7.1.1 Fijne delen 7.1.2 Toeslagmateriaal 7.2 Pigmenten 7.3 Mortelvulling 7.4 Bekistingsmateriaal 7.5 Profiellatten 7.6 Ontkistingsmiddel 7.7 Afstandhouders

Uitvoering Algemeen

Opstellen werkplan Ontkistingsmiddel Bekisting

Wijze van bekisten Centerpensparingen Naden

Profiellatten Ontkisten Wapening Storten

Afwerking en bewerking Nabehandeling

Keuring en controle

Beoordelingsgrondslagen algemeen Vormen van beoordeling

-

vtbucic

..

wdairlrriling

Beoordeling visueel met referentievlak of tegels Toetsen door meten

Corrigerende maatregelen Beoordelingsaspecten Tint- en Meumerschil Kalk- en roeststrepen Aftelcening stortnaden

Aftekening wapening en afstandhouders Luchtbellen

Zandlopers en zandstrepen Grindnesten

Onvolledige vulling, dichtheid Naden

Doorbuiging en vervorming (onder rei) Herstel van onvolkomenheden

Algemeen Repareren

Cosmetisch herstel, technieken Schuren

Sponsen Verzegelen

Titels van vermelde normen en CUR-Aanbevelingen Bijlage A: Grijsschaal

Bijlage B: Controlelijst inhoud projectspecificatie Bijlage C: Organisatie schoon-betonwerk Bijlage D: Effecten op grijstint oppervlak

Bijlage E: Enkele invloedsfactoren op het uiterlijk van beton Silage F: Betontriplex als bekisting voor schoon beton Bijlage G: V e d i

Bijlage H. Bepaling van de aanwezigheid van vlekkenveroorzakende ijzer- en vanadiumverbimdingen-

(3)

.p8a[a8+sen uaprom uolaq uooys ager,ypadspa!ord ap u! iaom uauuadraruar,jo/ua uapeuiee~d uen uooyed alsua~a8 ia~

.uauua&aiuas ua uapeqze~d uen uooyed praa3ypadsa8 uaa rapuoz

.

:uauua&aiua> ua uapewe~d uuen uoorled praaxpadsa8 uaa lam

.

:u! lyeema8 tpro~ p!ayr,srapuo uauuad~ajua~ ua uapoujoo/d uon uoo~jod

-uoiaq puapreyran lay uen rnwraduIa+ ua p!gs8uyp~eyran uassm agelax ap do praaseqa8 'uolaq lay uen aqrais ap-[a>plwuo ap rooh $*em uaa :p!aqdfi~ (uafioma~)

.uolaq pe!ra+em laq uen uaddecpsua8~a ap lam ua8ueyaames ap yepaddo lay uee ual~rpsra~ugs!u8 ap :fiu!~ayoq~ss~~~

Z'P

q1aMaq IPIOM iaru rapran

~ep 'mwr,nqs uaa iam lap uep @ 'ye~nraddo rrolsa8jo xsqaq uaa :yol~addo JyJaMaquO .ua@ys jo uarapreyJnoq uen fapp!m roop p[aaqroon!!q 'qramaqeu rpro~ rapran iep 'mnmr,ws uaa +am ia!u uep p 'ye~wo~sjo -xsq uaa :yolnraddo JyJaMag

'4yI)llaMaq u!!Z

uey rapIan Iaamuana jep ye~nraddo lay u! uooued ly~erqa8uee lsmaq uaa :JnnlJnJzs .uarapreTnoq ua ua@rlsl!r8 p~aaqroon!:q u!rz uayramaq uuen uaauo,j

6u!zq>!laol

.q!araq rprom >p1nraddouolaq lay uen qlkpalm ap8uepan lay lep ua81oq al pop sp lam yramuoiaq-uoorps uen Buuaoa!n

ap roan ue[d ppama8~:n ramauly~erpdo ap suameujo roop uaa :uojaq uooq~s uoldy~a~

.praar,~padsa8 uapro~ uoaaq uoorps a!ler,y!xdsr~a!o~d ap u~ laom yelnraddo lay uen Bup~ra~aqjo/ua rnwws a~suama8 aa 'qI1JaMaqUOjO lyraMaq

-

:mwr,ws rapuoz 30 lam

-

!>p[nraddo ispiaq xamjo lsqaq

-

:(I 'Rg) u! qm~a8 &prom p!ayxrapuo uojaq uooq~s uadAl

.pxaa%ueya8 uaprom pee.rp!a[ sp 8u![anaquev azap uq uolaq uooyx age2y!r,adspa!ord ap uen uanaxsdo lay .pnraoua8 yalsaq 1am yoo 'yra~ uaa uen ager,g>adsir,a!ord apuai -jenmo raam uaa uen pn [aaprapuo suee8roop qeem uoiaq uoorps ager,rjl~adspa!ord aa

6~!1q~!/aol .uo$aq uooy3s aisua~a8 lay urn uaraxpads lay roon wtuqa8

uaprom uauq ayp uozaq uoocps urn uau!hpjooy do ua8u![ap~ ienaq wspjooy pa

~ua>[a!urpa~s8~qao~m ua uanwsjaord ua8ypreenran a? 'uapualem uaqmqa8 a1 ap jo/ua uoiaq uoocps lay uen y!!lrai!n lay loon uapp8 a!p p8a-[a8lsen u!!z uasra ap ran

-a8zrperpdo ap suaureujo roop uuee~ 8u~!g3smo ap :uojaq uooq~s a!go~~!~ads~r,a/o~d

addo ad do

-uolaq laq uee ppqsa8 u!!z uasra arpsgaqsa yaypads !!qree~ uolaq uaa :uojaq uooq~s

.Buuaq-erpss!@ yoo a!Z .rrodsuey ua 8epdo suap!g Bu!~wan 30 8~gsqaq ap uen ~U!PW~A ~oop ueelswo uagap uee lyr,epa% UapIOM uq !!C~!H

fiu!~q~!faol

'8 assepl !!q pfaopaq sp uas!a ayxgayisa a~apuoz!!q ap uen uapu! lay roon wqa8 uaprom uey ~u![~A~~uEv azaa

.uas!a ays!layisa rapuoz assepl uaa :3 assepl

-

:uamoya8uaarano uaprom ualaom rapeu arp ye-[nraddouo)aq lay uee uasra ayr,sgaqsa arapuoz!!q Tam assepl uaa :E assem

-

:ueelsa8ao~ ST uapaquamoqonuo uen uararedar 'uapayuam -ononuo appedaq xoon saguera1ol areqieelaoi lam asseppreepws ap s!

:v

assepl

:uap!aTsrapuo uaprom uassepla~[nraddo aup uueem 'ZOOZ:ZZL~ N ~ N do Bu~nmuee s@ pmnorpsaq uaprom uey 8u!pnaquev azaa

4 fiu!~q~!~aol

.uolaq uen uaddecpsua8!a ap lam uapnoy pueqran uaa8 ayp uar

-opej roop qeezrooran '>pluaddo lay uee mapl u! TIyJslan isuama8uo uaa :6u!w~onyal/( P I 'E

EL'E xaranrsuaiur

a$ rnapt ap mo p[aaqroon!!q 'iuauBrd uen ua!uoonjo u!!z uq iueredsm.~ ~ep peu -alem uapuoqa8sreqsmq uaa lam qe~uaddouoiaq lay uen 8ugapueyaq uaa :ua/afiaz~a~

'uaranan!u a$ uamsran -rugs!u8 ua -maMjo uaIp a% uaqoy ua uanaqayr,n[ mo uamoua8je pro^ raam sua8 -[onran ua lrperqa8uee $prom rapaodonv ua iuama:, uen srseq do a!dedlarrom yxq -amso2 uaa suods uaa lam !!qreem '~~nraddouoiaq lay uen Bqapueyaq uaa :uasuod~

'>~!!~axm iay uen uarzuee uaq pfa~sa8 uaprok uaqa arpsgaqsa arapuoz!:q ueereem uolaq praar, -uqejarda8 ua uoiaq rrolsa8 yram lay u! do 8u!ssedaol uen s! 8u!fanaquet.-~n-~ azaa Z L ' E

LL'E .uaFrpsramapI uen 8muagaran rai $em jolslsuny lam

amyr,eaunncpsyeIn uaa lam ye~nraddouolaq apreyran lay uen Bu!lapueyaq uaa :uaJnqq

",">" 'T"nT"q

uen Bu!laprooaq ap roon uasra ua sager,y!ssep 'saggap yaa8 8u!lanaquev-~n3 azaa .iugs!u8 jo/ua rnapl uen ua!zuee uai sagueraIo1 uamoy

-a8uaarano ap uee uaoplon ai pop s1e lam 'uasuods uen auon ap u! ppaqroon!!q '8uu -edsuadraiua> uaa uen Bu!pjo ageredar uaa uen Buqra~aqeu uaa :uay~aMJo qJs!$aqjs;l

(4)

Toelichting

Indien geen patroon van plaatnaden is gespecificeerd, wordt deze 'opgelegd' door de bekisting. Het patroon van plaatnaden en centerpennen dat bijvoorbeeld volgt uit het

iut.pd>>nl "ark CCIL ay~irrrr;uckisiir~g worir &an graccrpreerri.

Het niet wensen van centerpensparingen geldt als een gespeciiiceerd patroon.

Bij een gespedficeerd patroon van naden en centerpenneh is het aan te bevelen rekening te houden met de beperlangen van een systeembelzisting.

4.3 Somenstelling betonspecie

4.3.7 Cementkeuze

Onderscheid wordt gemaakt in:

.

beton vervaardigd met gebruilielijke cementen;

beton vervaardigd met bijzondere cementen, zoals witte of terra-achtige cementen Toelichting

Het te gebruilien cement is van invloed op de liostprijs van het beton en hepaalt, teza- men met het toeslagmateriaal, eventuele vulstoffen of pigmenten en de water-cement- factor, de grijstint van het beton.

4.3.2 Toeslogrnaterioal

Onderscheid wordt gemaakt in beton met:

.

niet-voorgeschreven toeslagmateriaal;

voorgeschreven toeslagmateriaal.

4.3.3 Vulstoffen

Onderscheid wordt gemaakt in beton met:

-

uiet-voorgeschreven vulstoffen;

.

voorgeschreven vulstoffen.

Toelichting

Vulstoffen zijn bijvoorbeeld steenmeel, vliegas of silica-fume.

4.3.4 Pigmenten

Onderscheid wordt gemaakt in:

.

beton zonder pigmenttoevoeging;

-

beton met pigmenttoevoeging.

Toelichting

De combinatie van cement en pigment maakt een grote varieteit in ldeur mogelijk.

Geadviseerd wordt aan de hand van proeven of referentieprojecten de juiste combinatie van cement, toeslagmateriaal, eventuele vulstoffen en pigment te selecteren. Gewezen wordt op verschillen in kleurstabiliteit van beschilcbare pigmenten, waardoor ldeuren op termijn vervagen. Pigmenten worden geleverd in poeder- of slurryvorm.

4.4 Afwerking centerpensporing

Onderscheid wordt gemaakt in de in figuur 2 genoemde afwerkingen van centerpen- sparingen.

In de projectspecificatie moet zijn aangegeven welke afwerking moet worden gehan- teerd.

Figuur 2 Mogelijke afwerkingen van centerpensparingen

5 Eisen, beoordelingsklassen 5.1 Algemeen

In tabel 1 zijn de beoordelingsaspecten en toelaatbare toleranties opgenomen voor schoon beton zonder structuur en zonder bewerking. Indien voor een spedfiek project niet alle aspecten relevant zijn en/of juist andere aspecten of toleranties zijn gewenst, moet dit in de projectspecificatie worden vermeld.

Voor betonoppervlakken met een structuur of bewerlang moet worden nagegaan weke aspecten in tabel 1 nog bruikbaar zijn.

Indien andere beoordelingsaspecten dan genoemd in deze Aanbeveling in de project- spedficatie worden opgenomen, moet dit vergezeld gaan van de toelaatbare tolerantie en een omschrijving van de wijze van beoordelen.

Toelichting

In NEN 6722 wordt &en standaardklasse benoemd (klasse A) waarin meer aspecten tege- lijk zijn geregeld. Deze ldasse kan worden beschouwd als het eindresultaat dat mag wor- den venvacht bij een zorgvuldige uitvoering. De in deze Aanbeveling opgenomen klas- sen B1 en B2 kunnen worden beschouwd als inrmlling van de specifieke eisen die gel- den voor het uiterlijk als bedoeld in NEN 6722 voor klasse B. Klasse B1 kan worden beschouwd als realiseerbaar voor in het werk gestort beton en klasse B2 voor geprefa- briceerd beton. Zie verder ook de toelichting bij tabel 1.

5.2 Kleur en kleurafwijking gepigmenteerd beton

Indien sprake is van gepigmenteerd beton moeten de toleranties in kleur worden vast- gelegd aan de hand van proeftegels. Het aantal proeftegels moet in de projectspecifica- tie worden vermeld, maar moet ten minste drie bedragen:

.

ken tegel met de gewenste ldeur;

.

+en tegel met de 'lichtste' kleur die is toegestaan;

.

Pen tegel met de 'donkerste' kleur die is toegestaan.

Tenzij in de projectspecificatie een andere maat is vastgelegd, moet eke tegel het A4-for- maat bezitten.

De tegels moeten worden bewaard onder condities die zo veel mogelijk gelijkwaardig zijn met het beton in het werk, tot het moment dat overeenstemming is bereikt over het verkregen resultaat in het werk.

Toelichting

Voor het kunnen vastleggen van de 'uiterste' grenzen kan het noodzakelijk zijn diverse proefstukken te vemaardigen, waaruit de ten rninste benodigde drie tegels worden gese- lecteerd.

Om 'oneindig' veel proeftegels te voorkomen, is opgenomen dat in de projectspeciika- tie het aantal tegels moet worden vastgelegd.

(5)
(6)

6 Projectspecificatie schoon beton 6.1 Algemeen

T ; ~5+nny ~ ~hatey .!n!geyC k~~~~~ 9 Trly 6712 in deie ~.Lc~e.iP~nn m n.l,ipra --- eisen opgenomen. De van toepassing zijnde ldasse B 1 of B2 met eventuele afwijkingen daarop, alsmede eventuele aanvullende aspecten moeten, inclusief de daarbij behorende beoordelingssystematiek en toleranties, vooraf in de projectspecificatie schoon beton worden overeengekomen.

Toelichting

In bijlage B is een tabel opgenomen die als controlelijst kan worden gebruikt bij het opstellen van een projectspecificatie, bijlage C behandelt de organisatie van schoonwerk, bijlage D de effecten op de grijstint van het oppervlak.

6.2 Uitwerlken specificotie

De projectspecificatie moet door of namens de opdrachtgever worden opgesteld 6.3 Gegevens

In de projectspecificatie moeten ten minste de volgende basisgegevens zijn opgenomen:

.

de onderdelen van de construde die in schoon beton moeten worden uitgevoerd;

.

de beoordelingsaspecten en de daarbij horende toleranties en beoordelingsmethode.

Voor beton zonder structuur en bewerking kan dit door het verwijzen naar een klasse als bedoeld in tabel 1;

het aantal te vervaardigen proeftegels;

het aantal uit te werken tekeningen en het soort tekening, bijvoorbeeld beldstingste- keningen bij in het werk gestort beton.

6.4 Beton

Indien een beton op kleur moet worden geleverd, moet in de projectspecificatie worden opgenomen met welke grondstoffen deze kleur is te bereiken.

Voorafgaand aan of na het aangaan van de overeenkomst, moet op basis van proeftegels (zie 5.2) de uiteindelijke kleur worden overeengelcomen, alsmede de toelaatbare ldeuraf- wijking.

In de projectspedficatie moet ten minste worden vermeld:

.

of een gebruikelijk of bijzonder cement moet worden toegepast;

.

of pigmenten moeten worden toegevoegd en zo ja, welke;

of toeslagmaterialen of vulstoffen zijn voorgeschreven en zo ja, welke.

6.5 Betonoppervlak

Ten aanzien van het oppervlak en de shctuur van het oppervlalc moeten ten minste wor- den vastgelegd:

het type schoon beton volgens 4.1 (bekist/niet beldst, met/zonder structuur, be- werkt/onbewerkt);

.

de gewenste structuur;

.

de gewenste bewerking;

de plaats van stohaden, centerpennen en dergelijke (zie 6.6.2);

.

de afwerking van centerpensparingen (zie 4.4);

-

de profilering van hoeken (haaks, afgerond, velliigkant);

het al dan niet toelaatbaar zijn van aftekeningen van schroef- en spijkergaten.

Algemeen

"? de tee te T2EEPC ?,ekj5*n" m n n t n n ...

_

. . _. . 7

_.,

;;.-.rr"c+nnln"a . _. .m_.

_

_.

Toelichting

Voor algemene eisen kan worden venvezen naar 7.4 van deze Aanbeveling.

Meer informatie over belastingen is te vinden in de bijlagen E en F bij deze Aanbeveling Bekistingsmoteriool en -patroon

In bet geval van een opgelegd plaatnadenpatroon moet in de projectspedficatie een t e l e ning zijn opgenomen waarin het gewenste patroon en de profilering van de naden dui- delijk zijn vastgelegd. Verder moeten ten minste zijn opgenomen:

-

het te gebruiken beldstingsmateriaal, in het bijzonder:

- soort materiaal (hout, staal, lmststof);

- plaatafmetingen en minimale afmetingen passtuklcen;

-

afwerking van plaatnaden en gaten, zoals stralc gezaagd, geschuurd of gecoat;

.

het te gebruiken materiaal voor hoeklatten en dergelijke;

het patroon van schroeven of spijkeren, alsmede of dit blind of in het zicht moet plaatshebben;

of centerpendoorvoeringen toelaatbaar zijn en zo ja, de plaats daarvan;

-

de voorgenomen stortnaden (stortonderbrekingen) en afwerking daarvan.

Indien centerpennen worden toegepast moet de plaats daarvan zijn afgestemd op de eisen ten aanzien van sterkte en stijfieid van de bekisting.

Verder moet zijn aangegeven of bekistingsmateriaal mag worden hergebruikt en zo ja, onder welke voonvaarden (zie ook 8.4).

Referentievlokken

In de projectspecificatie moet worden vastgelegd of referentievlakken of -elementen moeten worden gemaakt of geselecteerd, of dat voor de beoordeling enkel wordt volstaan met de tegels volgens 5.2. Indien referentievlakken of -elementen worden gewenst, moet in de projectspecificatie het volgende zijn vastgelegd:

het aantal referentievlaldien en de grootte daarvan;

-

de locatie van het referentievlalc (bij in het werk gestort beton);

de conditionering van het referentievlak.

Indien op grond van een referentievlak wordt besloten andere criteria aan te houden dan gespecificeerd in de projectspecificatie of vastgelegd aan de hand van vervaardigde tegels, moeten deze criteria schriftelijk worden vastgelegd.

Toelichting

Referentievlakken kunnen worden verkregen door afzonderlijke proefstukken of proef- storten, dan we1 door het aanwijzen van vlal&en op reeds uitgevoerd werk of eerder uit- gevoerde projecten.

Materialen

Fijne delen

Het gehalte aan delen I 0,250 mm moet ten minste 180 l/m3 bedragen, waarbij geldt dat bij het samenstellen van het mengsel rekening moet worden gehouden met de effecten van een hoger gehalte fijn materiaal op de veiwerkbaarheid.

Toeslogmoteriool

De vlekkenindex van toeslagmateriaal, bepaald volgens bijlage H, mag ten hoogste 20 bedragen.

Beton-, metselwerk- of menggranulaat mag niet worden toegepast.

(7)

7.2 Pigmenten

Pigmenten moeten voldoen aan NEN-EN 12878.

7"-1;&+;"" ."

De kleurechtheid van een pigment is een belangrijk aandachtspunt. In verband hiermee kan het wenselijlc zijn nadere afspralcen te maken over de ldeur op langere termijn.

7.3 Mortelvulling

Een mortelwlling voor het dichten van een centerpensparing moet zijn vervaardigd van een cementgebonden materiaal dat voldoet aan CUR-Aanbeveling 54, milieuklasse 3, toepassingsklasse Rc2. Aan de mortel mogen eventueel pigmenten worden toegevoegd.

Indien de ldeur of grijstint van de reparatiemortel meer dan de overeengekomen tole- rantie afwijla van het omringende beton, moet de vulling esthetisch worden afgewerkt.

7.4 Bekistingsmateriaal

Triplex voor belustingsmateriaal moet voldoen aan CUR-Aanbeveling 47 en ten minste enkelzijdig zijn voorzien van een coating van ten minste 200 g/m2.

De toe te passen bekistingsmaterialen moeten een nagenoeg gelijke vochtabsorptie bezitten. De vochtzwelling van belustingsdelen ten opzichte van de situatie direct voor het storten mag niet meer bedragen dan 5%, gemeten in het plaatvlak.

Scheuren in het contactbekistingsmateriaal mogen niet voorlcomen.

De toe te passen bekisting moet voldoende sterk, stabiel en stijf zijn, zodat kan worden voldaan aan de overeengekomen klasse volgens tabel 1. De sterkte en stijfheid van de bekisting moeten door middel van een berekening zijn aangetoond.

Hergebruik van bekistingsmateriaal is toegestaan, tenzij anders is overeengekomen. Bij hergebruik van platen moet steeds blijven worden voldaan aan de opgegeven specifics- ties ten aanzien van het uiterlijk van het beton. De aflceurgrenzen die gelden voor het plaatmateriaal moeten zijn vastgelegd, voor zover deze niet logisch volgen uit de opge- geven specificaties voor het uiterlijk van het beton.

7.5 Profiellotten

Profiellatten moeten voldoen aan de projectspedficatie en in elk geval een zodanige vorm bezitten dat ontlusten eenvoudig en zonder beschadiging kan plaatshebben.

7.6 Ontkistingsmiddel

Het ontkistingsmiddel moet zijn afgestemd op het absorptievermogen van de contact- bekisting. Bij een stalen bekisting mag het ontkistingsmiddel niet leiden tot corrosie van de belcistingsplaat.

7.7 Afstandhouders

Afstandhouders ten behoeve van de wapening moeten zodanig van samenstelling zijn dat deze zich na bet ontkisten niet aftekenen. De kleur van cementgebonden afstand- houders moet zijn afgestemd op de ldeu van het betonoppervlak.

Toelichting

Geadviseerd wordt cementgebonden afstandhouders toe te passen met een ronde kop en voorzien van een dubbele kunststof wapeningsklem.

8 Uitvoering

8.1 Algemeen

Indien in de projectspedficatie schoon beton eisen zijn opgenomen die afwijken van hetgeen in deze Aanbeveling is bepaald, moet vooraf overleg plaatshebben tussen betrokken partijen, waarbij wordt vastgesteld welke eis prevaleert.

8.2 Opstellen werkplan

Alvorens met de uitvoering van het werk wordt begonnen, moet de opdrachinemer een werltplan opstellen, waarin ten minste moet zijn aangegeven:

2. :..

..,

... 7

....- ...,...,., -

Y C Y' DU."".. Y C L V i l U l l L L " Y L L L I I "LlYCLUCiC.',

-

de betrokken partijen en de wijze waarop de onderlinge communicatie en afstemming zijn geregeld;

-

procedures en werkomschrijvingen voor de versdiiuende fasen van de bouw zoals tekenwerk, bekisten en wapenen, storten, afwerken en nabehandelen:

-

keuringsplannen hoe en op welke wijze wordt vastgesteld of wordt voldaan aan de eisen in de projectspedficatie.

Toelichting

Een voorbeeld van een werkplan is te vinden op www.schoonbeton.nl 8.3 Ontkistingsmiddel

Vloeibare ontkistingsmiddelen moeten door besproeien gelijlanatig en in d u n e lagen worden aangebracht.

8.4 Bekisting 8.4.1 Wijze van bekisten

Bij verticale vlakken moet de zichtzijde worden uitgevoerd als stelbekisting en de ande- re zijde als sluitbekisting. Bij tweezijdig schoon werk moet de belangrijlute zichtzijde worden uitgevoerd als stelbekisting en de andere zijde als sluitbekisting. Welke zijde het belangrijkste is, moet worden overeengekomen.

Bij rechthoekige kolombeldsting moet vooraf worden overeengekomen op wellce hoek de sluitnaad wordt geplaatst.

Bij ronde kolombekisting moet vooraf worden overeengekomen waar de sluitnaad zich moet bevinden.

8.4.2 Centerpensparingen

Indien aftekening van centerpensparingen niet zijn toegestaan, moeten de horizontale bekistingsdden door schoren of afstempeling worden opgevangen.

Centerpennen moeten zodanig zijn aangedraaid dat geen lekkage van cementlijm ter plaatse van de centerpenverbinding kan optreden.

8.4.3 Naden

Naden tussen bekistingselementen moeten goed aansluiten opdat lel&age wordt voor- komen. Ter plaatse van naden tussen bekistingsschotten moeten voorzieningen zijn aangebracht om lekkage van cementwater te voorkomen.

Het plaainadenpatroon moet zijn uitgevoerd conform de projeaspecificatie.

8.4.4 Profiellatten

Indien op uitwendige hoeken geen profiellat wordt toegepast, moeten de aansluitende bekistingsdelen plaatsvast aan elkaar worden bevestigd.

8.4.5 Ontkisten

Ontkisten moet op een gelijke gewogen rijpheid van het beton plaatshebben. Indien sprake is van gelijke dike van de constructie en gelijke omstandigheden voor wat betreft de verhardingscondities (bijvoorbeeld temperatuur), mag ontkisten ook plaatshebben op eenzelfde ouderdom.

8.5 Wapening

Om aftekening van wapening op de bekisting te voorkomen moet wapening tegen regenbelasting worden beschermd zodra deze wordt omgeven door bekisting, of er moe- ten andere maatregelen worden genomen om aftekening van roest op het oppervlak van het beton te voorlcomen, zoals het reinigen van de bekisting voor het storten.

(8)

8.6 Storten

Met het betonstorten mag niet eerder worden begonnen dan nadat de bekisting is goed- gelceurd door of namens de opdrachtgever.

8.7 Afwerking en bewerlking

Naden in beton moeten zodanig worden dgewerkt dat wordt voldaan aan de projectspe- dficatie.

Bij het bewerlcen van het beton mogen geen gebreken ontstaan die van invloed zijn op het uiterlijk van het beton, zoals scheuren of vlekvorming door bijvoorbeeld olievleldcen.

8.8 Nabehondeling

Nabehandeling mag uitsluitend plaatshebben door de bekisting te laten staan of, bij geprefabriceerd beton, door opslag in een van weersinvloeden afgeschermde ruimte met een temperaturn van ten minste 18 'C en een relatieve luchtvochtigheid van circa 70%.

Toelichting

Voor schoon beton is nabehandelen met een curing compound of het afdekken met folie niet wenselijk vanwege mogelijke vlelworming.

9 Keuring en controle

9.1 Beoordelingsgrondslogen olgemeen 9.1.1 Vormen von beoordeling

De volgende beoordelingsgrondslagen worden onderscheiden:

.

beoordeling van het oppervlak door visuele waarneming zonder referentievlalc;

.

beoordeling van het oppervlak door visuele waarneming met gebrnik van referentie- vlak;

.

beoordeling door toetsing van meetresultaten aan gestelde toleranties.

9.1.2 Visuele waarneming

De beoordeling moet worden uitgevoerd bij diffuus licht (geen directe zonbelasting of strijklicht) op een winddroog oppervlak, direct voor de oplevering of zoveel eerder als tussen pariijen is overeengekomen.

9.1.3 Visuele beoordeling met referentievlok of tegels

De beoordeling moet plaatshebben volgens 9.1.2, waarbij het geleverde werk wordt ver- gelelcen met het referentievlak of met de vervaardigde tegels.

9.1.4 Toetsen door meten

De afwijkingen in het vlak van het te beoordelen betonopppervldc moeten worden geme- ten met een schuifmaat, met een meemauwkeurigheid van ten minste 0,l mm.

De maatafwijlungen uit het vlak moeten met behulp van een schuifmaat, a1 dan niet gebruilauakend van een rei, worden gemeten met een meetnauwlceurigheid van ten minste 0.1 mm.

Voor het beoordelen van de hoeveelheid onvolkomenheden mag gebruik worden gemaakt van een rolmaat voor het tellen van bijvoorbeeld luchtbellen.

9.2 Corrigerende mootregelen

In het geval dat overeengekomen toleranties worden overschreden, moeten door of namens de opdrachtnemer comgerende maatregelen worden getroffen, zodat alsnog aan de projectspeciiicatie schoon beton wordt voldaan. Corrigerende maatregelen zijn omschreven in hoofdstulc 10 van deze Aanbeveling.

9.3 Beoordelingsospecten 9.3.1 Tint- en kleurverschil

,-~:"L-L.--"?,.:,,--

I . . . .

*-".YCI'

.-..

..:..+-"..:--A- 6.r.6

.-...-.

&""-a

--.-

h"*...I .-.-l. - *,.-..,,..I.--.--.

...--

I a"-

-..

h,,,.,."A--lA I-"-

.---

""- 11.1 A"

--

hand van de grijsschaal zoals opgenomen in bijlage A.

IUeurverschil van gepigmenteerd beton moet worden beoordeeld door een visuele ver- gelijlang op basis van de gemaalae tegels (zie 5.2) of referentievlakken (zie 6.7) met een beoordelingsdstand van ten minste 5 m.

De beoordeling moet plaatshebben direct voor oplevering van het werlc of zoveel eerder als tussen partijen is overeengekomen.

Kleur- of tintverschil van reparaties en vullingen van centerpensparingen moet worden bepaald op een ouderdom van de reparatie of vulling van ten minste 28 dagen.

Aantal bepalingen

Het tint- en/of Weumerschil moet op ten minste drie plaatsen per project of tussen ten minste drie elementen worden bepaald.

Keuringscriterium

Het tintverschil van niet-gepigmenteerd beton mag per beoordeling niet meer bedragen dan de overeengekomen klasse volgens tabel 1.

De kleur mag niet vallen buiten het gebied begreusd door de 'lichtste' en 'dodcerste' tegel (zie 5.2) of de lichtste en donkerste kleur van een referentievak (zie 6.7).

Toelichting

Door v e n d i n g en vochthelasting zal het beton na verloop van tijd een verandering van uiterlijk ondergaan, zie bijlage G.

9.3.2 Kolk- en roeststrepen

De aanwezigheid van kdc- en roeststrepen moet visueel worden beoordeeld. De beoor- delingsafstand moet ten minste 5 m bedragen.

De beoordeling moet plaatshebben direct voor oplevering van het werk of zoveel eerder als tussen partijen is overeengekomen.

Aantal bepalingen

Het gehele schoon-betonwerk moet visueel worden beoordeeld.

Keuringsuiterium

Het zichtbaar zijn van kdc- en roeststrepen moet voldoen aan de overeengekomen eis volgens tabel 1.

9.3.3 Aftekening stortnaden

Het aanwezig zijn van stortnaden, stortonderbrelcingen en stortfronten moet visueel worden beoordeeld.

Aantal bepalingen

Het gehele schoon-betonwerk moet visueel worden beoordeeld.

Keuringsuiteriurn

Stortnaden moeten voldoen aan de overeengekomen eis volgens tabel 1.

Stortnaden die niet in de projectspecificatie zijn aangegeven of die niet nader zijn over- eengekomen, zijn niet toegestaan.

9.3.4 Aftekening wopening en ofstondhouders

Het aanwezig zijn van een aftekening van de wapening en het zichtbaar zijn van afstand- houders moet visueel worden beoordeeld. Het aantal voorkomende aftekeningen moet door tellen worden vastgesteld.

(9)
(10)

Toelichting

Schuren heeft als nadeel dat het vrijgekomen stof hinderlijk kan zijn. Het stof kan even- tueel gemakkelijk worden gebonden. O m stofvorming te voorkomen kan het oppervlak ..er.zi h..~,~,-htiga r.inr<eII -et "'3ter T?!??:?Zn $$% &r--rri- r--I.-

-- "=

I.-";" ll"A"

..-- ---,.--.

"rn.l""+ :^ .-1 m---

."-

6-

voegd. Deze behandeling kan we1 leiden tot een flauwe glans. Opzetten van een proef- vlak wordt geadviseerd.

10.3.2 Sponsen

Afsponsen moet plaatshebben met een specie, afgestemd op de kleur van het oppervlak.

De specie moet bestaan uit cement e n een fijne wlstof, bijvoorbeeld steenmeel of vlieg- as. Het papje moet met een spons op het oppervlak worden aangebracht. Na droging moet het overtollige materiaal worden afgewist.

Toelichting

Een samenstelling kan zijn: 12 delen miuopoeder (soort vliegas), 3 delen wit cement en 1,s deel hoogovencement. Gewezen wordt op het bestaan van kant-en-klaar producten.

10.3.3 Verzegelen

Indien een verzegeling wordt toegepast, mag het materiaal niet leiden tot vlelworming.

Toelichting

Een nat oppervlak is veelal donkerder van kleur. Ook wordt een gekleurd oppervlak intensiever van kleur als het vochtig is. Dit effect kan worden gesimuleerd door het aan- brengen van een verzegeling, waaraan eventueel pigment is toegevoegd o m ldeurver- schillen te reduceren.

Titels van vermelde normen en CUR-Aanbevelingen

NEN 6722: 2002 Voorschriften beton. Uitvoering. (VBU).

.--.. *.-

.--a

I y ~ ~ y - ~ I Y I ~ ~1777 i ~ .F ; g ~ ~ ~ ~ l i i ~ ~ ~ YVUI ;~ci I&LUC.II vall b u u ~ ~ ~ l d i r r i d i e r ~ , gcbaseerd op cement enlof l d k . Eisen e n beproevingsmethoden.

CUR-Aanbeveling 47 Plaatmaterialen voor bekistingsdoeleinden (triplex/multi- plex).

CUR-Aanbeveling 54 Betonreparatie met handmatig aangebrachte of gegoten cementgebonden mortels.

Nederlandse normen zijn uitgaven van de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut, Vlindemeg 6, Postbus 5059,2600 GB Delft. Bestellingen bij NEN, verkoop- en informa tielijn, tel. 015-2690391.

Met nadruk wordt erop gewezen dat deze CURAanbeveling de stand van techniek en kennis weer- geeft op moment van uit&e. De CUR houdt zich dan oolc aanhevolen te worden geinformeerd over ervaringen die met het gebruik van deze Aanbeveling wotden opgedaan.

CUR-Aanbevelingen worden drie jaar na publicatie geevalueerd en, indien daar aanleiding toe bestaat, geabualiseerd. Hieman wordt melding gemaaki in de vakpers.

Auteursrechten

Alle rechten voorbehouden. Nies uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elelaronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen of op enig andere manier, zonder vooraf- gaande schriftelijke toestemming van CUR.

Het is toegestaan overeenkomstig &el 15a Auteurswet 1912 gegevens uit deze uitgave te citeren in amkelen, suipties en boeken, mits de bron op duidelijke wijze wordt vermeld, alsmede de aan- duidingen van de maker, indien deze in de bron voorkomt. "CUR-Aanbeveling 100 "Schoon beton", juni 2004, Stichting CUR, Gouda".

Aansprakelijkheid

De CUR en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze uitgave. Nochtans moet de mogelijkheidniet worden uitgesloten dat er toch fouten en onvolledigheden in deze uitgave voorkomen. Ieder gebruik van deze uitgave en gegevens daamit is geheel voor eigen risico van de gebruiker en de CUR sluit, mede ten behoeve van al degenen die aan deze uitgave hebben meegewerkt, iedere aan- sprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van deze uitgave en de daar- in opgenomen gegevens, tenzij de schade mocht voorbloeien uit opzet of grove schuld zijdens CUR enlof degenen die aan deze uitgave hebben meegewerla.

Gouda, juni 2004 Het bestuur van CUR

Stichting CUR, Biichnerweg 1, Postbus 420,2800 AI< GOUDA, tel0182-540600

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij hebben vooraf de behandeling met onze EATC, en voor het ophangen van de ledlamp met de 405nm ledstrip de gehele heren toiletgroep gereinigd met een innovatief

Niet alleen de materiaalkeuze, maar ook de detaillering van de naden en de wijze van bevestiging van het bekisting- materiaal zijn bepalend voor de esthetische kwaliteit van het

Door de speciale behandeling met Resist Plus zijn alle klinkers uit de reeks Solid en Granu.. voorzien van een hoogwaardige coating waardoor zij extra water-

Het filiaal, gebouwd op een oude steenberg, wil een museum voor de eenentwintigste eeuw zijn. © Louvre

De vaststelling van beleid (binnen kaders van de wet) is allereerst de verantwoordelijkheid van de gemeente, waarbij het college van B&amp;W beleid ter vaststelling voorlegt aan

Hanteert de gemeente een basisnorm, dan moet uit het onderzoek duidelijk worden waarom deze uren voor iemand passend

Figuur 5.16 Nat beton heeft een hogere kleurintensiteit waardoor de kleur van het materiaal minder wordt vervaagd, daarnaast wordt er licht gevangen in een nat

Jullie gaan met een teamgenoot zelf een betonnen voorwerp maken dat je kan afgeven als cadeau. De belangrijkste eis is dat het geen geld