Lesbrief: De toekomst van Sinterklaas. Dialoog en rollenspel
Groep 7/8
Docentenhandleiding Introductie:
Ieder jaar vieren we Sinterklaas. Dat doen we al heel lang. Veel dingen blijven al jarenlang hetzelfde, zoals de schoencadeautjes en de pepernoten. Maar sommige dingen veranderen met de tijd mee. Je wordt gelukkig niet meer geslagen met de roe als je stout bent geweest!
Nu is er discussie over de rol van Piet. Hoe zie jij de toekomst van Sinterklaas voor je?
Benodigdheden:
- Powerpoint met vragen over het Sinterklaasfeest - Zeven werkbladen met perspectieven.
In de kort:
Aan de hand van het Keuzekompas bespreken leerlingen vragen over de toekomst van het Sinterklaasfeest. Daarna leven ze zich in in het perspectief van een ander.
Leerdoelen:
- Leerlingen leren kritisch reflecteren op cultureel erfgoed.
- Leerlingen leren een mening vormen en zich inleven in het standpunt van een ander.
- Leerlingen krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Gespreksleiding:
Bij een grote groep leerlingen of sterk verdeelde meningen is het belangrijk dat de docent een gespreksleider is. De gespreksleider verdeelt de groepen, is verantwoordelijk voor een veilige sfeer en laat leerlingen aan het woord.
Spelregels:
Erfgoed waar discussie over bestaat, zoals het Sinterklaasfeest, kan soms gevoelig liggen. Om tot een goed gesprek te komen is het daarom belangrijk dat iedereen zich veilig voelen om zijn mening te delen. De docent deelt dan ook van tevoren de volgende spelregels en let erop dat iedereen zich er aan houdt.
1. Alle ideeën, ervaringen en gevoelens mogen geuit worden.
2. Blijf respectvol naar elkaar. Lach elkaar niet uit en val elkaar niet persoonlijk aan.
3. Iedereen mag iets zeggen, maar niemand hoeft verplicht iets te zeggen.
4. Laat elkaar uitspreken.
Opbouw:
Ronde 1. Wat vind jij?
Stap 1. Introduceer het Sinterklaasfeest als immaterieel erfgoed aan de hand van de eerste slides op de powerpoint en de tekst bij ‘introductie’. Immaterieel erfgoed verandert door de tijd heen, het Sinterklaasfeest dus ook.
Tip: Introduceer ook de discussie over de rol van ‘Piet’ aan de hand van nieuwsfragmenten.
Stap 2. Bespreek de spelregels met de groep.
Stap 3. Ga klassikaal in gesprek over het Sinterklaasfeest aan de hand van de vragen op de Powerpoint. De volgende vragen kunnen je helpen om verschillende ervaringen en
meningen te horen:
- Wie denkt daar anders over?
- Wie heeft een heel andere ervaring?
Ronde 2. Leef je in!
Stap 4. Deel de leerlingen op in groepjes van 4 of 5 leerlingen.
Stap 5. Verdeel de werkbladen met perspectieven over de groepjes. Waar mogelijk ontvangt ieder groepje een perspectief dat niet overeenkomt met de eigen ervaring van de leerlingen.
Stap 6. De groepjes lezen hun nieuwe perspectief voor aan de klas.
Stap 7. De groepjes gaan nu vanuit hun nieuwe perspectief in gesprek over de vragen.
Stap 8. Ga opnieuw klassikaal in gesprek over het Sinterklaasfeest met de vragen op de Powerpoint, maar nu antwoorden de leerlingen vanuit hun nieuwe perspectief. Ze mogen vanuit die rol op elkaar reageren en in debat gaan.
Ronde 3. Samen een oplossing verzinnen
Stap 9. Tenslotte reflecteer je met de klas op de volgende vragen:
- Hoe verschillen de antwoorden die je nu geeft van het antwoord dat je eerst gaf?
- Bestaat er een oplossing waarin iedereen zich kan vinden?
- Hoe zal het Sinterklaasfeest er over tien jaar uitzien?
Perspectieven:
1. Het leukste aan Sinterklaas vind jij de cadeautjes! Daarom wil je dat we het nog heel lang blijven vieren. Al zou de Sint een groene baard krijgen, of rijden in een raceauto.
Jij vindt het niet erg, zolang je maar cadeautjes krijgt.
2. Je kijkt ieder jaar uit naar Sinterklaas en mag nu ook Piet spelen! Je vindt het belangrijk dat de kinderen je niet herkennen. Dat vind je belangrijkrijker dan dat anderen de zwarte schmink en pruik misschien kwetsend vinden.
3. Je hebt ieder jaar zin in Sinterklaas en wil dit jaar Piet spelen. Je vindt het belangrijk dat de kinderen je niet herkennen. Maar nu je er over nadenkt, maakt het je eigenlijk niet uit hoe je je verkleedt.
4. Wat de geschiedenis van Piet ook is, jij kunt best snappen dat sommige mensen bij een zwartgeschminkt hulpje moeten denken aan het slavernijverleden. Landen zoals Suriname en Curaçao zijn lang Nederlandse koloniën geweest. Vroeger handelden Nederlandse kooplieden daar in zwarte mensen, die onvrijwillig moesten werken. Je vindt het daarom vreemd als mensen Piet kroeshaar en een zwart gezicht geven en
‘kom maar binnen met je knecht’ zingen. Je wil dat Sinterklaas een feest is waar iedereen zich fijn bij voelt.
5. Je weet dat Sinterklaas altijd zal blijven veranderen. Kinderen worden niet meer geslagen met de roe en de Sint weet ook huizen zonder schoorsteen te vinden. Jij vindt het logisch dat het feest met de tijd mee verandert.
6. Jij vond Sinterklaas superleuk toen je er nog in geloofde. Dat gevoel wil je doorgeven aan andere kinderen. Daarom vind je het heel belangrijk dat het feest op dezelfde manier gevierd blijft worden.
7. Jij gaat veel om met mensen die dezelfde tradities hebben als jij. Jullie vieren
dezelfde feestjes, spreken dezelfde taal en eten dezelfde gerechten. Je bent bang dat mensen die andere ideeën hebben, jouw feesten veranderen.
Reageren:
Reacties naar aanleiding van deze lesbrief? Wij zijn benieuwd naar ervaringen en tips. Neem gerust contact op via k.bruggeman@immaterieelerfgoed.nl
Werkblad groepje 1
Leef je in!
Jouw rol:
Het leukste aan Sinterklaas vind jij de cadeautjes! Daarom wil je dat we het nog heel lang blijven vieren. Al zou de Sint een groene baard krijgen, of rijden in een raceauto.
Jij vindt het niet erg, zolang je maar cadeautjes krijgt.
1. Vind je het belangrijk om Sinterklaas te vieren? Waarom?
………
……….………..
.……….……….
………
2. Welke onderdelen van het feest vind je het belangrijkst?
………
……….………..
.……….……….
………
3. Feesten veranderen altijd een beetje. Welke onderdelen mogen van jou veranderen?
………
……….………..
.……….……….
………
Werkblad groepje 2
Leef je in!
Jouw rol:
Je kijkt ieder jaar uit naar Sinterklaas en wil ook Piet spelen! Je vindt het belangrijk dat de kinderen je niet herkennen. Dat vind je belangrijkrijker dan dat anderen de zwarte schmink en pruik misschien kwetsend vinden.
1. Vind je het belangrijk om Sinterklaas te vieren? Waarom?
………
……….………..
.……….……….
………
2. Welke onderdelen van het feest vind je het belangrijkst?
………
……….………..
.……….……….
………
3. Feesten veranderen altijd een beetje. Welke onderdelen mogen van jou veranderen?
………
……….………..
.……….……….
………
Werkblad groepje 3
Leef je in!
Jouw rol:
Je hebt ieder jaar zin in Sinterklaas en wil dit jaar Piet spelen. Je vindt het belangrijk dat de kinderen je niet herkennen. Maar nu je er over nadenkt, maakt het je eigenlijk niet uit hoe je je verkleedt.
1. Vind je het belangrijk om Sinterklaas te vieren? Waarom?
………
……….………..
.……….……….
………
2. Welke onderdelen van het feest vind je het belangrijkst?
………
……….………..
.……….……….
………
3. Feesten veranderen altijd een beetje. Welke onderdelen mogen van jou veranderen?
………
……….………..
.……….……….
………
Werkblad groepje 4
Leef je in!
Jouw rol:
Wat de geschiedenis van Piet ook is, jij kunt best snappen dat sommige mensen bij een zwartgeschminkt hulpje moeten denken aan het slavernijverleden. Landen zoals Suriname en Curaçao zijn lang Nederlandse koloniën geweest. Vroeger handelden Nederlandse kooplieden daar in zwarte mensen, die onvrijwillig moesten werken. Je vindt het daarom vreemd als mensen Piet kroeshaar en een zwart gezicht geven en
‘kom maar binnen met je knecht’ zingen. Je wil dat Sinterklaas een feest is waar iedereen zich fijn bij voelt.
1. Vind je het belangrijk om Sinterklaas te vieren? Waarom?
………
……….………..
.……….……….
………
2. Welke onderdelen van het feest vind je het belangrijkst?
………
……….………..
.……….……….
………
3. Feesten veranderen altijd een beetje. Welke onderdelen mogen van jou veranderen?
………
……….………..
.……….……….
………
Werkblad groepje 5
Leef je in!
Jouw rol:
Je weet dat Sinterklaas altijd zal blijven veranderen. Kinderen worden gelukkig niet meer geslagen met de roe en de Sint weet ook huizen zonder schoorsteen te vinden. Jij vindt het logisch dat het feest met de tijd mee verandert.
1. Vind je het belangrijk om Sinterklaas te vieren? Waarom?
………
……….………..
.……….……….
………
2. Welke onderdelen van het feest vind je het belangrijkst?
………
……….………..
.……….……….
………
3. Feesten veranderen altijd een beetje. Welke onderdelen mogen van jou veranderen?
………
……….………..
.……….……….
………
Werkblad groepje 6
Leef je in!
Jouw rol:
Jij vond Sinterklaas superleuk toen je er nog in geloofde. Dat gevoel wil je doorgeven aan andere kinderen. Daarom vind je het heel belangrijk dat het feest op dezelfde manier gevierd blijft worden.
1. Vind je het belangrijk om Sinterklaas te vieren? Waarom?
………
……….………..
.……….……….
………
2. Welke onderdelen van het feest vind je het belangrijkst?
………
……….………..
.……….……….
………
3. Feesten veranderen altijd een beetje. Welke onderdelen mogen van jou veranderen?
………
……….………..
.……….……….
………
Werkblad groepje 7
Leef je in!
Jouw rol:
Jij gaat veel om met mensen die dezelfde tradities hebben als jij. Jullie vieren dezelfde feestjes, spreken dezelfde taal en eten dezelfde gerechten. Je bent bang dat mensen die andere ideeën hebben, jouw feesten veranderen.
1. Vind je het belangrijk om Sinterklaas te vieren? Waarom?
………
……….………..
.……….……….
………
2. Welke onderdelen van het feest vind je het belangrijkst?
………
……….………..
.……….……….
………
3. Feesten veranderen altijd een beetje. Welke onderdelen mogen van jou veranderen?
………
……….………..
.……….……….
………