• No results found

Catalogus Basis Gebouwen Registratie (2006)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Catalogus Basis Gebouwen Registratie (2006)"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Projectbureau Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen (BAG)

Postbus 20951 2500 EZ Den Haag Interne postcode 866

bag.vrom.nl

Catalogus

Basis Gebouwen Registratie (2006)

Versie 4.0 (februari 2006)

(2)

Voorwoord

In de zomer van 2004 zijn de grondslagen voor de basisregistraties adressen en gebouwen (versie 3.0) vastgesteld. De uitgangspunten voor de inhoud en werking van de Basis Gebouwen Registratie waren daarmee bekend voor zowel de toekomstige beheerder van de registratie (gemeenten) als voor de toekomstige gebruikers van de registratie (afnemers). In de discussies met onder meer gemeenten, andere basisregistraties en enkele potentiële afnemers is gebleken dat de voorgestelde inhoud en werking van de basisregistratie door hen in grote lijnen worden onderschreven. In de periode tot begin 2006 hebben er echter een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die het noodzakelijk maakten de grondslagen op een aantal punten toch aan te passen. Het gaat daarbij niet om aanpassing van de eerder vastgestelde uitgangspunten, maar om het doorvoeren van enkele aanscherpingen en het aanbrengen van

verduidelijking.

In de eerste plaats zijn er vanuit met name het gemeentelijk werkveld een groot aantal detailopmerkingen op versie 3 van de grondslagen ontvangen. Het ging daarbij met name om kleine tekstuele omissies en enkele onduidelijkheden in onder meer toelichtingen. Ook heeft de verdere uitwerking van een aantal procedurele aspecten rondom het beheren van de registratie, geleid tot de wenselijkheid de grondslagen op een aantal punten aan te scherpen.

In dezelfde periode is ook de ontwikkeling van een samenhangend stelsel van basisregistraties in een stroomversnelling gekomen. Daarbij is ondermeer een eerste versie ontwikkeld van een standaard voor een gegevenscatalogus (één van de twee onderdelen van de grondslagen). Omdat de bestaande

grondslagen op een aantal punten afwijken van deze standaard, is het wenselijk de grondslagen hierop af te stemmen. In dat verband zijn enkele aanvullende technische beschrijvingen (zoals de wijze waarop zogenaamde XML tags worden gedefinieerd) en procedurele informatie (zoals de rol die gebeurtenissen spelen binnen de registratie) opgenomen.

Tenslotte is in de loop van 2005 een ontwerp opgesteld voor de Landelijke Voorziening die op centraal niveau zorg moet dragen voor de ontsluiting van de gegevens in de basisregistraties voor adressen en gebouwen. Dit heeft geresulteerd in de wenselijkheid om in de grondslagen een aantal

gegevenstechnische aanscherpingen door te voeren, die er op gericht zijn om de basisregistratie op een goede wijze te laten functioneren. Hiertoe zijn onder meer enkele ondersteunende gegevens voor een juiste opbouw van de historie toegevoegd.

(3)

Al de hiervoor genoemde aanscherpingen en verbeteringen zijn integraal verwerkt in deze versie (versie 4) van de grondslagen. Deze versie vormt de definitieve basis voor de invoering van de Basis Gebouwen Registratie in 2009. Alleen de in de bijlage beschreven gebeurtenissen worden in de eerste helft van 2006 nog enigszins aangescherpt en aangevuld met eventueel ontbrekende gebeurtenissen. Zowel vanuit het werkveld als in het besluitvormingstraject over deze versie van de grondslagen, is deze wens nadrukkelijk naar voren gebracht. De gebeurtenissen zullen dan ook pas in de zomer van 2006 definitief worden vastgesteld. Op dat moment vervalt de bijlage en komt hiervoor een definitief hoofdstuk 3 in de plaats. De in de bijlage beschreven gebeurtenissen kunnen nadrukkelijk wel als richtinggevend worden beschouwd.

Voor actuele en gedetailleerde informatie over de toepassing van deze grondslagen wordt verwezen naar de website van het project (bag.vrom.nl). Daar is ook een overzicht te vinden van de wijzigingen die hebben plaatsgevonden ten opzichte van versie 3 van de grondslagen.

(4)

1 Inleiding 5

1.1 Toelichting 5

1.2 Versiehistorie 7

1.3 Contactinformatie 7

2 Afbakening 8

2.1 Plaats van de basisregistratie in het stelsel 8

2.2 Beschrijving afbakening van de basisregistratie 9

2.2.1 Objecttypen in de registratie 9

2.2.2 De bijzondere plaats van adressen en geometrie in de registratie 10

2.2.3 Onderhouden relaties met andere basisregistraties 11

2.3 Levenscyclus 12

2.4 De soorten van objecten van registratie 15

2.4.1 Objecttype Ligplaats 15

2.4.2 Objecttype Pand 16

2.4.3 Objecttype Standplaats 17

2.4.4 Objecttype Verblijfsobject 18

3 Gebeurtenissen 19

4 Beschrijving van de attributen 20

4.1 Attributen van objecttype ligplaats 20

4.2 Attributen van objecttype pand 27

4.3 Attributen van objecttype standplaats 34

4.4 Attributen van objecttype verblijfsobject 41

5 Semantisch gegevensmodel 51

6 Domeinen 52

7 Diensten 59

Bijlage 1 Gebeurtenissen 60

(5)

1 Inleiding

1.1 Toelichting

In deze versie 4.0 van de catalogus Basis Gebouwen Registratie wordt de inhoud van de registratie beschreven, zoals deze zal gelden bij de wettelijk geregelde invoering in 2009. Als zodanig vormt de catalogus de basis voor de ontwikkeling van de benodigde regelgeving omtrent de inhoud van de registratie. De catalogus fungeert ook als inhoudelijke basis voor de verdere ontwikkeling van

(gemeentelijke en landelijke) systemen benodigd voor de invoering van de Basis Gebouwen Registratie.

Tenslotte kan deze catalogus ook worden beschouwd als onderdeel van de Nationale Catalogus van het stelsel van basisregistraties, voor zover het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de Basis

Gebouwen Registratie.

De Basis Gebouwen Registratie bestaat uit een registratie op gemeentelijk niveau (gemeenten zijn bronhouder van de gebouwgegevens van de betreffende gemeente) voor elke gemeente in Nederland en een Landelijke Voorziening. De bronhouders zijn verantwoordelijk voor de opname van gegevens in de registratie en voor de kwaliteit daarvan. De Landelijke Voorziening neemt deze gegevens af van de

gemeente, die de wettelijke verplichting krijgt om de gegevens aan te leveren. De Landelijke Voorziening is het landelijke distributiepunt waar afnemers deze gebouwgegevens kunnen verkrijgen (zie figuur 1).

(6)

voorzieningen. Omdat de uit de Landelijke Voorziening te verstrekken gegevens door gemeenten worden aangeleverd, beschrijft de catalogus tevens de semantiek en syntax van de gegevens zoals die door gemeenten moeten worden geregistreerd. De catalogus is daarmee ook een beschrijving van de wijze waarop gemeenten gebeurtenissen die in de werkelijkheid plaatsvinden ten aanzien van de geregistreerde objecten, in de registratie op gemeentelijk niveau dienen op te nemen in de vorm van gegevens. Deze gebeurtenissen worden in de catalogus eveneens beschreven.

De catalogus richt zich niet op de uitwisseling van gegevens tussen de decentrale registraties en de Landelijke Voorziening. De wijze waarop deze gegevensuitwisseling moet worden ingericht, is vastgelegd in het logisch ontwerp voor de gemeentelijke stekker. Deze beschrijving is slechts relevant voor het technisch aansluiten van de decentrale registraties op de Landelijke Voorziening en als zodanig niet van belang voor de afnemers van de registratie.

De catalogus is niet bedoeld als grondslag voor een databasestructuur, maar als een omschrijving van de in de registratie op te nemen objecttypen (hier verder niet onderscheiden van entiteiten of

gegevensgroepen), attributen en de tussen de objecttypen bestaande relaties. Tevens is omschreven welke domeinen ten aanzien van de verschillende attributen worden onderscheiden. Omdat er geen sprake is van een databasestructuur heeft geen volledige uitnormalisering plaatsgevonden. Dit betekent dat meervoudige relaties tussen objecttypen kunnen voorkomen. Ook meervoudig voorkomende gegevens zijn niet verder uitgenormaliseerd. Het ligt in de rede dat er ten behoeve van de opbouw van de database aanvullende (hulp)entiteiten (zoals relatie-entiteiten) worden gedefinieerd.

De catalogus is gebaseerd op een in het kader van een stelsel van basisregistraties ontwikkeld model.

Daarbij worden objecttypen, attributen en domeinen afzonderlijk van elkaar beschreven. Een aantal binnen meerdere basisregistraties opgenomen begrippen, zullen in een later stadium worden vastgelegd in een zogenaamde semantische kern. In deze catalogus wordt hier op verschillende plaatsen reeds naar verwezen. De in de catalogus gebruikte codering is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnen deze catalogus. Bij de attributen wordt de zogenaamde XML-tag genoemd. Deze is van belang voor het berichtenverkeer dat is gedefinieerd in het kader van het gebruik van de basisregistratie. De indicatie materiële historie geeft aan of de basisregistratie op verzoek al of niet de materiële historie (wanneer is een verandering opgetreden in de werkelijkheid) kan leveren. De indicatie formele historie geeft aan of de basisregistratie op verzoek al of niet de formele historie (wanneer is in de administratie een verandering bekend en verwerkt) kan leveren. Door middel van het begrip kardinaliteit wordt bij elk attribuut vastgelegd of het betreffende attribuut al dan niet verplicht een waarde dient te bevatten. Hierbij betekent een

aanduiding 1-1 dat een waarde verplicht is. Een aanduiding 0-1 betekent dat niet altijd een waarde hoeft te worden opgenomen.

(7)

1.2 Versiehistorie

De catalogus voor de Basis Gebouwen Registratie is ontwikkeld in de periode tussen 2003 en 2006. De catalogus heeft achtereenvolgens de volgende versies gekend:

Versie Datum en document Omschrijving verandering

1.0 Grondslagen Basis Gebouwen Registratie, M. Rietdijk, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Den Haag, januari 2003

Initiële versie catalogus

2.0 De steigers weg; het ontwerp van een Basis Gebouwen Registratie, M. Rietdijk, Ministerie van VROM, Den Haag, februari 2004

Catalogus aangepast naar aanleiding van de resultaten van een aantal proefprojecten 3.0 Catalogus Basis Gebouwen Registratie (BGR), M. Rietdijk,

Ministerie van VROM, Grondslagen voor Adressen en Gebouwen, Den Haag, augustus 2004

Catalogus aangepast in verband met harmonisering van begrippen in de Basis Registratie Adressen 3.1 Notitie Inhoudelijke wijzigingen grondslagen

basisregistraties voor adressen en gebouwen (2005), M.

Rietdijk, Ministerie van VROM, Den Haag, november 2005

Vaststelling inhoudelijke wijzigingen catalogus (niet integrale versie)

4.0 Catalogus Basis Gebouwen Registratie (BGR), M. Rietdijk, Ministerie van VROM, Grondslagen voor Adressen en Gebouwen, Den Haag, februari 2006

Catalogus ten behoeve van de initiële invoering van de Basis Gebouwen Registratie in 2009

1.3 Contactinformatie

Voor vragen, suggesties of opmerkingen kunt u contact opnemen met:

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Projectbureau Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen (BAG) Interne postcode 866

Postbus 20951 2500 EZ Den Haag

Telefoon : 070 – 339 4660

E-mail : basisregistraties@minvrom.nl Website : bag.vrom.nl

(8)

2 Afbakening

2.1 Plaats van de basisregistratie in het stelsel

De Basis Gebouwen Registratie is een registratie van alle panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen in Nederland. De genoemde objecten representeren als zodanig een ruimtelijke locatie. Deze locatie kan het onderwerp vormen van zowel (publiekrechtelijke) rechtshandelingen als van feitelijk gebruik. Met name vanuit deze laatste hoedanigheid kent de Basis Gebouwen Registratie relaties met basisregistraties waarin de locatie van het feitelijk gebruik wordt geregistreerd. In het geval van bewoning door natuurlijke personen betreft dit een relatie met de basisregistratie waarin personen worden

geregistreerd (GBA). In het geval van bedrijfsmatig gebruik betreft dit een relatie met de basisregistratie waarin niet natuurlijke personen, maatschappelijke activiteiten (waaronder ondernemingen) en de vestigingen van waaruit die activiteiten worden uitgevoerd worden geregistreerd (Handelsregister).

Daarnaast kent de Basis Gebouwen Registratie een relatie met de Basis Registratie Adressen, waarin de adressen worden geregistreerd die aan de in de Basis Gebouwen Registratie opgenomen adresseerbare objecttypen (verblijfsobject, standplaats en ligplaats) kunnen worden toegekend. De beschrijving van de inhoud van de Basis Registratie Adressen is opgenomen in versie 4.0 van de Catalogus Basis Registratie Adressen. Bij de relatie met de basisregistratie Kadaster wordt vooralsnog uitgegaan van een (niet nader geëxpliciteerde) ruimtelijke relatie. Soms gaat het daarbij om meervoudige relaties. Hierbij kunnen gebouwde objecten zijn gelegen op meerdere kadastrale percelen of meerdere appartementsrechten omvatten. Ook kunnen zich op één kadastraal perceel meerdere gebouwde objecten bevinden.

De hierboven beschreven plaats binnen het stelsel (zie ook figuur 2) beschrijft de gewenste relatie met andere basisregistraties. Hierbij is geen rekening gehouden met eventueel noodzakelijke (tijdelijke) andere relaties tussen de basisregistraties die voortvloeien uit de wijze waarop en de snelheid waarmee de verschillende basisregistraties zullen worden ingevoerd. Zo kunnen de relaties met de GBA en het Handelsregister pas daadwerkelijk worden geëffectueerd, op het moment dat de Basis Gebouwen Registratie volledig operationeel is. Bij de beschrijving is evenmin rekening gehouden met de mogelijke komst van basisregistraties waarover nu nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden. Zo zal de Basis Gebouwen Registratie in de toekomst mogelijk als leverancier gaan fungeren voor een basisregistratie waarin grootschalige geometrie zal worden opgenomen.

(9)

figuur 2 De plaats van de Basis Gebouwen Registratie in het stelsel (bron: SBG)

2.2 Beschrijving afbakening van de basisregistratie

De Basis Gebouwen Registratie is één van de basisregistraties die de kern zullen gaan vormen van de gegevenshuishouding van de overheid. Binnen een dergelijke (verplicht te gebruiken) basisregistratie wordt het fundament gelegd voor de eenduidige benoeming van een aantal binnen veel

overheidsprocessen gebruikte objecten. Hierdoor worden de binnen deze verschillende processen gebruikte objecten onderling consistent gemaakt en kunnen gegevens uit verschillende processen zo nodig aan elkaar gekoppeld worden. Het eenduidig benoemen van de te registreren objecten is dan ook de belangrijkste functie van een basisregistratie. Daarnaast wordt in een basisregistratie ook een aantal gegevens vastgelegd, die binnen meerdere processen gebruikt worden en waarvan de enkelvoudige inwinning dus belangrijke voordelen kan opleveren.

2.2.1 Objecttypen in de registratie

In de Basis Gebouwen Registratie zullen de vier met “gebouwen” samenhangende objecten worden geregistreerd. De registratie is dus een zogenaamde objectenregistratie. Dit betekent dat in de registratie bepaalde objecten concreet worden afgebakend en van een unieke aanduiding voorzien. Het zijn deze objecten waaraan vervolgens de te registreren gegevens worden “opgehangen”. In de Basis Gebouwen Registratie worden daarbij vier objecten onderscheiden:

(10)

In tegenstelling tot hetgeen de naam van de registratie suggereert, komt er binnen de registratie dus geen object “gebouw” voor. Het definiëren van een dergelijk object bleek in de praktijk te leiden tot een

onvoldoende aansluiting op de gewenste toepassing van een gebouwenregistratie. Om die reden is ervoor gekozen in plaats daarvan het object pand te definiëren. Ongeacht de gebruikte benaming (pand of gebouw) blijken er zowel in het dagelijks spraakgebruik als binnen processen verschillende betekenissen aan deze benamingen te worden toegekend. Iedereen heeft een intuïtief beeld bij een gebouw of een pand, maar niet iedereen heeft daarbij hetzelfde beeld. Het is daarom belangrijk de verschillende objecten op een goede wijze te definiëren. De in deze catalogus beschreven definities zijn zonder veel problemen toepasbaar voor een groot aantal objecten. Vanwege de complexiteit van verschillende “gebouwen” is het echter onmogelijk om voor de hierboven genoemde objecten volledig sluitende definities te ontwikkelen. Er doen zich dan ook tal van situaties voor waarin de definities minder eenvoudig toepasbaar zijn. In een afzonderlijk beschikbaar objectenhandboek wordt daarom een aantal uitgangspunten beschreven voor het op een juiste wijze interpreteren van de definities. Een goede interpretatie van de definities maakt het mogelijk tot een consistente objectafbakening te komen. Met “afbakening” wordt daarbij bedoeld “af te bakenen” wat wel en wat niet een pand, verblijfsobject, standplaats of ligplaats is.

Binnen het gegevensmodel van de Basis Gebouwen Registratie wordt onderscheid gemaakt tussen drie hoofdlijnen van objecten. De meest voorkomende hoofdlijn betreft de daadwerkelijk als gebouwen te kwalificeren objecten. Binnen deze hoofdlijn wordt een expliciet onderscheid gemaakt tussen (kleinste) bouwkundige eenheden en (kleinste) gebruikseenheden. Panden zijn gedefinieerd als de (kleinste) bouwkundige eenheden; verblijfsobjecten als de (kleinste) gebruikseenheden. Bij de afbakening van panden en verblijfsobjecten wordt aan dit onderscheid vastgehouden: de afbakening van een pand vindt plaats onafhankelijk van de afbakening van verblijfsobjecten. Daarbij bestaan er uiteraard wel relaties tussen beide objecttypen. Verblijfsobjecten maken altijd deel uit van een pand (of van meerdere panden).

Panden hoeven geen verblijfsobjecten te bevatten. De andere twee hoofdlijnen betreffen de registratie van standplaatsen en de registratie van ligplaatsen. Deze beide objecten hebben geen directe relatie met de feitelijke werkelijkheid, maar worden gevormd op basis van benoemingsbesluiten die daartoe door gemeenten worden genomen.

2.2.2 De bijzondere plaats van adressen en geometrie in de registratie

De Basis Gebouwen Registratie is een van de registraties binnen het stelsel van basisregistraties waarin bepaalde concrete objecten worden afgebakend en van een unieke aanduiding voorzien. De registratie verschilt daarmee van karakter ten opzichte van een tweetal andere basisregistraties binnen het stelsel. In de Basis Registratie Adressen en de Basis Registratie Topografie worden namelijk geen echte fysieke objecten benoemd. Deze registraties zijn vooral ondersteunend voor het onderling kunnen relateren van verschillende (basis)registraties. Een adres wordt daarbij gezien als een eenvoudige benaming die aan

‘iets’ is toegekend om het communiceren erover te vereenvoudigen. Het object is in dit geval dus het ‘iets’

en een adres is een eigenschap van dat iets (net zoals uw voornaam en achternaam eigenschappen zijn die bij u horen). Hetzelfde geldt ook voor topografie (meestal aangeduid met het begrip geometrie).

Geometrie is feitelijk niets meer en niets minder dan de afbeelding van het fysieke object in een model van lijnen en vlakken (de kaart). Ook geometrie is daarmee een van de eigenschappen van het feitelijke object.

Geometrie heeft echter nog wel een belangrijke andere component. Omdat geometrie wordt afgebeeld op basis van dezelfde referentie (‘getekend op hetzelfde ruitjespapier’) kunt u de geometrie van twee objecten met elkaar in verband brengen. Zonder dat met administratieve gegevens wordt vastgelegd hoe twee objecten zich tot elkaar verhouden kan dan toch de samenhang tussen deze objecten worden gezien (zie figuur 3).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gegevens in de NKR worden gebruikt voor wetenschap- pelijk onderzoek en statistiek naar kanker en de behandeling ervan.. Zo komen we meer over de ziekte

De beslissing tot opname van de woning of het gebouw in het leegstandregister wordt, per beveiligde zending door de gemeente ter kennis gebracht aan de zakelijk gerechtigde(n) die

8° Registerbeheerder: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register

Overeenkomstig artikel 35 van het KB van 4 april 2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden, mag dit product enkel op de markt worden aangeboden door

‘Indicatie EU-burger’ of ‘Indicatie 2e nationaliteit naast Nederlandse’. Afnemers van de BRP kunnen deze SSI-principes ook inbedden in hun eigen processen, maar de praktijk is

Veranderingen in uw hartritme worden direct herkend en worden geregistreerd.. Zo kan de cardioloog een goed beeld krijgen van het functioneren van uw hartritme over

Meldingen over een voorval in de gemeente kunnen gedaan zijn door een inwoner, maar ook door een niet- inwoner.. Er kan een overlap tussen deze twee

Komt er een registratie van alle sedaties, zegt Distelmans, dan zullen artsen er vaker aan denken patiënten in te lichten over de optie van euthanasie. Moeten artsen ook