• No results found

HWF Logopedisten op de arbeidsmarkt 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "HWF Logopedisten op de arbeidsmarkt 2017"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2017

Eindrapport van de PlanKad gegevenskoppeling voor de beroepsgroep logopedisten

Publicatie van de cel Planning van het aanbod van de Gezondheidszorgberoepen

Logopedisten

op de arbeidsmarkt

12

79

24

7

4+11

9+17

.18.1992

.10.1992

.03.1969

3

8

09/09

2005

2006

28

2004

2003

2002 20*02=0 201*012=0 40-3=10 40-3=10+454126566-5256415/*7512335/*231645+2265421214654645 1011101010111010101111101011101010 1011101010111010101111101011101010 1011101010111010101111101011101010 1011101010111010101111101011101010 010101111101011101010 010101111101011101101011111000010 40-3=10+454126566-5256415/*7512335/*231645+226542121465464540-3=10+454126566-5256415/*751233 40-3=4545454126566-5228415/*751233 40-3=10+454126566-5256415/*7512335/*231645+2265421214654645 40-3=10+454126566-5256415/*751233 40-3=4545454126566-52 2 8 415/*751233 20/12/1985

(2)

Logopedisten

op de arbeidsmarkt, 2017

Resultaten van de PlanKAD Gegevenskoppeling

FOD VVVL - Datawarehouse AM&SB - RIZIV

een rapport van de

Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen

Dienst Gezondheidszorgberoepen en Beroepsuitoefening

DG Gezondheidszorg

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

uitgevoerd door

Peter Jouck

Anne Delvaux

Christelle Durand

Timothée Mahieu

Pieter-Jan Miermans

Pascale Steinberg

Veerle Vivet

begeleid door de

Werkgroep Logopedisten

van de Planningscommissie van het medisch aanbod

03-03-2020 – Gevalideerde versie

(3)

Colofon

Redactie van het rapport:

Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen:

Celhoofd: Pascale Steinberg

Medewerkers: Peter Jouck, Anne Delvaux, Christelle Durand, Timothée Mahieu, Pieter-Jan Miermans en Veerle Vivet

Begeleiding: Werkgroep Logopedisten van de Planningscommissie van het medisch aanbod

Voorzitter: Ronny Boey

Leden: Marie-Claire Coets, Pol De Meyere, Annabel Duval, Alain Ghilain, Stefaan Lefevere, Youri Maryn, Annick Piette en

Françoise Stegen

Organisatie:

Dienst Gezondheidszorgberoepen en Beroepsuitoefening

Diensthoofd: Aurélia Somer

Directoraat-generaal Gezondheidszorg

Directeur-generaal: Pedro Facon

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Voorzitter van de FOD VVVL: Tom Auwers

Verantwoordelijke uitgever:

Tom Auwers, Victor Hortaplein 40, bus 10, 1060 Brussel

Contactgegevens:

Directoraat-generaal Gezondheidszorg

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Eurostation II

Victor Hortaplein 40, bus 10 – 1060 Brussel

T. +32 (0)2 524 97 97

F. +32 (0)2 524 97 98

plan.team@health.belgium.be

www.health.belgium.be/hwf

Ce document est également disponible en français.

Gelieve het te citeren met de volgende referentie :

PlanKad Logopedisten 2017, Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen, Dienst

Gezondheidszorgberoepen en Beroepsuitoefening, Directoraat-generaal Gezondheidszorg, FOD Volksgezondheid, Veiligheid

van de Voedselketen en Leefmilieu, maart 2020

© 2020, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Elk gedeeltelijke reproductie van dit document is toegestaan mits bronvermelding.

Dit document is eveneens beschikbaar op de website van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de

Voedselketen en Leefmilieu:

www.health.belgium.be/hwf

(=> Publicaties).

(4)

Inhoudstafel - pag. 1

Inhoudstafel

1. VOORWOORD ... 2

2. SYNTHESE ... 3

3. INLEIDING & METHODOLOGIE ... 4

4. SCHEMATISCH OVERZICHT ... 10

5. RESULTATEN ... 11

SECTIE I. Aanwezigheid in de verschillende gegevensbanken ... 11

Tabel 1. Aanwezigheid in en verdeling van de logopedisten binnen de verschillende gegevensbanken, 31/12/2017 ... 11

SECTIE II. Analysegroepen ... 12

Tabel 2. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens woonplaats en contacttaal, 31/12/2017 ... 12

Tabel 3. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens gemeenschap en geslacht, 31/12/2017 ... 14

Tabel 4. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens gemeenschap en nationaliteit, 31/12/2017 ... 14

Tabel 5a. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens de nationaliteit en de woonplaats, voor België, 31/12/2017 ... 16

Tabel 5b. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens de nationaliteit en de woonplaats, voor de Vlaamse Gemeenschap, 31/12/2017 ... 17

Tabel 5c. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens de nationaliteit en de woonplaats, voor de Franse Gemeenschap, 31/12/2017 ... 18

Tabel 6a. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens leeftijd en geslacht, per gewest van tewerkstelling, 31/12/2017 . 20 Tabel 6b. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens leeftijd en geslacht, per gemeenschap, 31/12/2017 ... 22

Tabel 6c. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens leeftijd en geslacht, voor België, 31/12/2017 ... 23

SECTIE III. Activiteitssectoren ... 24

Tabel 7. Verdeling van de actieve logopedisten (PA) in het kader van de RSZ+ en de voltijdse equivalenten volgens gewest van tewerkstelling of gemeenschap, leeftijd en activiteitssector, 31/12/2017... 24

Tabel 8. Verdeling van de actieve logopedisten (PA) volgens professioneel statuut, geslacht en RIZIV-activiteit, 31/12/2017 ... 26

SECTIE IV. Professionals actief in de gezondheidszorg ... 27

Tabel 9. Kenmerken van de logopedisten actief in de gezondheidszorg (PR) volgens gewest van tewerkstelling, volgens gemeenschap en voor België, 31/12/2017 ... 27

Tabel 10. VTE-volume en gemiddeld VTE van de actieve logopedisten (PA - PR) volgens gemeenschap en geslacht, 31/12/2017 ... 29

Tabel 11. VTE-volume en gemiddeld VTE van de actieve logopedisten (PA - PR) volgens gemeenschap en nationaliteit, 31/12/2017 ... 29

Tabel 12. Verdeling van de actieve logopedisten (PA - PR) volgens plaats van tewerkstelling en volgens gemeenschap, 31/12/201731 Tabel 13a. Verdeling van het aantal VTE's en gemiddeld VTE van de logopedisten actief in de gezondheidszorg (PR) per leeftijdscategorie en professioneel statuut, volgens gewest van tewerkstelling, 31/12/2017 ... 33

Tabel 13b. Verdeling van het aantal VTE's en gemiddeld VTE van de logopedisten actief in de gezondheidszorg (PR) per leeftijdscategorie en professioneel statuut, volgens gemeenschap, 31/12/2017 ... 35

Tabel 13c. Verdeling van het aantal VTE's en gemiddeld VTE van de logopedisten actief in de gezondheidszorg (PR) per leeftijdscategorie en professioneel statuut, voor België, 31/12/2017 ... 36

SECTIE V. Duitstalige Gemeenschap ... 37

Tabel 14. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) in de Duitstalige Gemeenschap volgens professioneel statuut, 31/12/2017 ... 37

(5)

Voorwoord - pag. 2

1. VOORWOORD

Dit rapport is het eindproduct van het project PlanKad logopedisten, een koppeling van gegevens afkomstig van verschillende

overheidsinstellingen voor de jaar 2017.

We wensen dan ook vooreerst een dankwoord te richten tot onze contactpersonen bij deze instellingen die ons hielpen inzicht te

verwerven in de beschikbare gegevens en ons vervolgens de weerhouden variabelen bezorgden via het tussenstation van de

Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ).

In het bijzonder denken we aan Daniel Bodart, Mickael Daubie, Alain Ghilain, Greet Laga, Pascal Meeus, Gilda Wimmer,

Marie-Françoise Van Impe en Geert Verscuren op het RIZIV en Timothée Mahieu op de DG Gezondheidszorg van de FOD

Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (VVVL).

De gegevens werden klaargemaakt door Timothée Mahieu van de FOD VVVL, Dany Van Gucht van het RIZIV en Chris Brijs

van de KSZ. De processen van gegevenstransfer en anonimisering werden in goede banen geleid door Chris Brijs op de KSZ.

We bedanken hen alle drie voor de inspanning die ze leverden om ons de brongegevens voor de koppeling te bezorgen.

We wensen ook de Werkgroep Logopedisten van de Planningscommissie Medisch Aanbod en de voorzitter van deze werkgroep

Ronny Boey te vermelden, die er over waakten dat we bij de interpretatie van de gegevens rekening hielden met de specifieke

kenmerken van het logopedist-beroep.

We hopen dat de gegevens die dit rapport ter hand stelt bijdragen aan de discussie over de toekomstige ontwikkelingen van het

logopedist-beroep en de realisatie van de planning van de gezondheidszorg in België.

Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen

Dienst Gezondheidszorgberoepen en Beroepsuitoefening

DG Gezondheidszorg

(6)

Synthese - pag. 3

2. SYNTHESE

Methodologie:

Om de effectieve activiteit van de logopedisten te evalueren, hun activiteitsgraad te ramen en hun activiteitssectoren te identificeren, werden eerst de gegevens van de logopedisten uit de Federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen geëxtraheerd (bevat de personen die het beroep mogen uitoefenen in België – ook “Kadaster” genoemd), en werden deze gegevens vervolgens gekoppeld met gegevens afkomstig van het RIZIV en van het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale bescherming (DWH AM&SB). Deze ‘beperkte’ koppeling heeft enkel betrekking op het recentste beschikbare jaar: 2017.

Er werden drie analysegroepen gedefinieerd: de beroepsbeoefenaars die gemachtigd zijn om het beroep van logopedist uit te oefenen (‘Licensed To Practice’ of LTP), de beroepsbeoefenaars met een activiteit op 31/12/2017 als loontrekkende of zelfstandige (‘Professionally Active’ of PA), en de beroepsbeoefenaars actief in de gezondheidszorg als logopedist (‘Practising’ of PR). In de analysegroep LTP wordt elk individu met een visum als logopedist opgenomen. Binnen deze populatie wordt als actief logopedist gedefinieerd, elke logopedist die is ingeschreven als zelfstandige bij de RSVZ op 31/12/2017 of die op 31/12/2017 is opgenomen in de databank RSZ+ ten belope van minstens 0,1 VTE in 2017. Wordt beschouwd als actief in de gezondheidszorg, elke zelfstandige actieve logopedist met een geboekt terugbetaald bedrag voor prestaties van minstens € 2.300 in de logopedie-nomenclatuur in 2017, en elke loontrekkende actieve logopedist met minstens één werkgever in de gezondheidszorgsector (onderwijs, menselijke gezondheid, welzijn, OCMW, gemeentelijke overheid of sociale zekerheid).

Naast het aantal beschikbare logopedisten, werd ook het verrichte arbeidsvolume of het voltijdsequivalent (VTE) geraamd en dit binnen elke beroepssector (loontrekkende of zelfstandige) en elke analysegroep. Het VTE gepresteerd door de loontrekkenden wordt verstrekt door het DWH AM&SB op basis van de jaarlijkse activiteitsgraad en de activiteitsgraad gepresteerd in de gezondheidszorgsector tijdens het laatste trimester 2017. Het VTE van de personen met een zelfstandige activiteit wordt berekend op basis van het terugbetaald bedrag voor de geboekte prestaties in de RIZIV-nomenclatuur van de logopedisten voor het jaar 2017. Een voltijdse zelfstandige activiteit binnen de nomenclatuur voor logopedisten wordt gelijkgesteld aan een bruto terugbetaald bedrag van €22.759 (= mediaan terugbetaald bedrag geobserveerd in de referentiegroep: logopedisten met een exclusief zelfstandigenstatuut in de leeftijdsgroep 35-54 jaar). Voor elke logopedist wordt het VTE bepaald door het jaarlijks terugbetaald bedrag voor de geboekte prestaties in de RIZIV-nomenclatuur van de logopedisten te delen door 22.759. Deze hoeveelheid weerspiegelt dus enkel het arbeidsvolume ‘patiëntencontacten’ voor alle prestaties die werden verricht door de logopedisten die deel uitmaken van het terugbetalingssysteem van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Resultaten:

Het aantal beroepsbeoefenaars dat gemachtigd was om het beroep van logopedist uit te oefenen in 2017 ligt op 15.797, waarvan respectievelijk 8.234 in de Vlaamse Gemeenschap en 7.563 in de Franse Gemeenschap (of Federatie Wallonië-Brussel). In de Franse Gemeenschap had 18% van hen een niet-Belgische nationaliteit (hoofdzakelijk afkomstig uit Frankrijk). Voor de Vlaamse Gemeenschap lag dat aandeel laag (1%). Het percentage vrouwen in België bedroeg 97%.

Van deze erkende logopedisten waren er 12.436 logopedisten actief in België op 31/12/2017 (zijnde 79% van de analysegroep LTP), respectievelijk 7.201 in de Vlaamse Gemeenschap (87% van de groep LTP) en 5.235 in de Franse Gemeenschap (69% van de groep LTP). Dit verschil tussen gemeenschappen is het resultaat van de grote aanwezigheid van niet-verblijfhoudenden aan Franstalige opleidingsinstroom. 46% van de actieve logopedisten werkte uitsluitend als loontrekkende, 31% werkte uitsluitend als zelfstandige en 23% combineerde een job als loontrekkende en als zelfstandige.

Het aantal logopedisten dat actief was in de gezondheidszorg bedraagt 10.627 (zijnde 67% van de analysegroep LTP), respectievelijk 6.188 in de Vlaamse Gemeenschap (75% van de groep LTP) en 4.439 in de Franse Gemeenschap (59% van de groep LTP). De verdeling van de logopedisten die actief waren als logopedist volgens het gewest van de activiteit is de volgende: 5.963 in het Vlaams Gewest (56%), 3.322 in het Waals Gewest (31%), 1.333 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (13%) en 9 ‘uitsluitend zelfstandigen’ met domicilie in het buitenland of niet gekend (<0,1%). De dichtheid, dat wil zeggen het aantal logopedisten actief in de gezondheidszorg per 10.000 inwoners, bedroeg 9,34 in België, 9,11 in de Vlaamse Gemeenschap en 9,69 in de Franse Gemeenschap. Deze dichtheid verschilde aanzienlijk tussen de gewesten: 9,10 in het Vlaams Gewest, 9,17 in het Waals Gewest en 11,12 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De dichtheid varieerde tussen 7,28 en 11,49 naargelang de provincie. Het totaal aantal VTE van de logopedisten die actief waren in de gezondheidszorg bedroeg 9.655 met een gemiddeld VTE van 0,91 dat stabiel blijft volgens de gemeenschap. De jonge generaties tussen 20 en 35 jaar vertegenwoordigden 47% van het totale volume VTE, 51% in het Vlaams Gewest, 40% in het Waals Gewest en 50% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Terwijl het gemiddeld VTE van de zelfstandige logopedisten of de logopedisten met een gecombineerd statuut rond 1 VTE ligt, is het gemiddeld VTE van de loontrekkende logopedisten aanzienlijk lager: 0,76 in de Vlaamse Gemeenschap, 0,77 in de Franse Gemeenschap en 0,76 in België. Het percentage van het VTE-volume vertegenwoordigd door de zelfstandige logopedisten of de logopedisten met een gecombineerd statuut nam af naarmate de leeftijdscategorie oploopt (25-30 jaar: 78,2% van het VTE-volume werd gepresteerd door de zelfstandige of gecombineerde logopedisten, 30-35 jaar: 67,0%, 40-45 jaar: 53,2%, 55-60 jaar: 45,7%).

(7)

Inleiding & methodologie - pag. 4

3. INLEIDING & METHODOLOGIE

3.1. De Planningscommissie Medisch Aanbod

De Planningscommissie Medisch Aanbod werd opgericht in 1996 en heeft als opdracht (conform WUG1, artikel 91 §2):

• de behoeften inzake medisch aanbod nagaan met betrekking tot de beroepen vermeld in artikelen 3, § 1, en 4 (artsen, tandartsen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen, vroedvrouwen en logopedisten). Bij het bepalen van deze behoeften dient rekening gehouden te worden met de evolutie van de behoeften inzake medische zorgen, de kwaliteit van de zorgverstrekking, en de demografische en de sociologische evolutie van de betrokken beroepen en van de bevolking. Bedoelde adviezen betreffen de behoeften van het Rijk; • op een continue wijze de weerslag evalueren die de bepaling van deze behoeften heeft op de toegang tot de studies voor de beroepen

bedoeld in de artikelen 3, § 1, en 42;

• jaarlijks een verslag opstellen ten behoeve van de ministers bevoegd voor Volksgezondheid en voor Sociale Zaken betreffende de relatie tussen de behoeften, studies, en de doorstroming tot de stages, met het oog op het verkrijgen van de bijzondere beroepstitels bedoeld in artikel 85 en de beroepstitel bedoeld in artikel 43, § 3.

Indien de federale overheid de toegang tot een gezondheidsberoep van WUG wenst te beperken (de contingentering) dient ze het advies in te winnen van de Planningscommissie (artikel 92 §1, §3 en §4). Indien er beslist wordt tot een beperking dan moeten die aantallen, eventueel opgesplitst per gemeenschap, bekend zijn voor de duur van de opleiding (artikel 92 §2).

De Planningscommissie bestaat uit vertegenwoordigers van de universiteiten, de mutualiteiten, de beroepen van de gezondheidszorg, de bevoegde ministers, de gemeenschappen, het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) en de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (FOD VVVL). De commissie telt een plenaire vergadering en werkgroepen voor de afzonderlijke gezondheidsberoepen. Administratieve en wetenschappelijke ondersteuning wordt verleend door de Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidsberoepen binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Om haar opdracht van evaluatie van de behoeften op het gebied van het medisch aanbod te vervullen, baseert de Planningscommissie zich op de gegevens van het project PlanKad dat de recente situatie beschrijft van de verschillende gezondheidszorgberoepen (verdeling volgens leeftijd en geslacht van de actieve bevolking…) en werkt ze toekomstscenario’s uit voor bepaalde gezondheidszorgberoepen met behulp van een planningsmodel.

3.2. Het ‘Kadaster’ - functie en beperking

Het “Kadaster” is de gegevensbank van de gezondheidszorgberoepsbeoefenaars die het recht hebben een erkend gezondheidszorgberoep in België uit te oefenen, beheerd door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

De personen die een erkend gezondheidszorgberoep willen uitoefenen in België dienen een visum te ontvangen van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

De identificatiegegevens van de professionals die gemachtigd zijn het beroep uit te oefenen, worden geregistreerd in het "Kadaster". Deze databank functioneert als een mechanisme voor de registratie, de visumverlening, de erkenning en de controle van de beoefenaars van de verschillende gezondheidszorgberoepen. Ze wordt gedeeld met de gefedereerde entiteiten, die de informatie registreren voor het deel van het parcours van de gezondheidszorgberoepsbeoefenaar dat binnen hun competentie valt: diploma, erkenning, mogelijke stage, …

Het Kadaster van de gezondheidszorgberoepen biedt bijgevolg een overzicht van alle personen die een aanvraag deden om een erkende

1 Gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen

(8)

Inleiding & methodologie - pag. 5

professionele activiteit uit te oefenen. Er wordt onder meer informatie opgeslagen over het al dan niet bezitten van een geldige erkenning of visum, de behaalde diploma’s, adres- en persoonsgegevens en eventuele specialisaties.

Om echter ten volle de missie van de Planningscommissie Medisch Aanbod te ondersteunen schiet deze gegevensbank te kort. Cruciale gegevens ontbreken. Zo bevat het Kadaster geen informatie met betrekking tot de effectieve beroepsactiviteit van de erkende personen, in welke mate deze activiteit wordt uitgeoefend en in welke sectoren de erkende beroepspopulatie zich bevindt. Personen die bijvoorbeeld België verlaten na opname in het Kadaster, en dus geen deel uitmaken van de workforce van een gezondheidszorgberoep, blijven toch aanwezig in dit Kadaster. Met andere woorden, het Kadaster biedt een zicht op de personen die een gezondheidsberoep mogen uitoefenen, maar niet op de personen die dit ook werkelijk doen.

3.3. Wat is een PlanKad?

Om te kunnen bepalen of de in het kadaster geregistreerde, erkende beroepsbeoefenaars effectief actief zijn, om hun activiteitsgraad in te schatten en hun activiteitssector te identificeren, om met andere woorden de werkelijke positie van de erkende beoefenaars van een gezondheidszorgberoep op de arbeidsmarkt te kennen, worden gegevenskoppelingen uitgevoerd tussen het Kadaster, het Datawarehouse Arbeidsmarkt & Sociale Bescherming (DWH AM & SB) en de gegevens beschikbaar ter hoogte van het RIZIV.

Deze projecten kregen de naam “PlanKad” en maken deel uit van het meerjarenplan van de Planningscommissie. Er bestaan twee types gegevenskoppelingen:

• de “uitgebreide koppeling”, over meerdere jaren heen, laat toe de huidige en historische activiteit van het beroep gedetailleerd te analyseren en toekomstscenario’s voor de evolutie van de workforce met behulp van een planningsmodel te ontwikkelen.

Met dit type analyse kan de Planningscommissie de Minister gemotiveerde adviezen geven wat betreft het te voeren beleid om te beschikken over een voldoende aantal professionals zodat aan de behoeften van de bevolking kan worden voldaan, zonder in een situatie van overaanbod te belanden.

• de “beknopte koppeling”, voor het meest recent beschikbaar jaar, laat toe een samenvat overzicht van de beroepsactiviteit uit te werken (actief, niet actief of gepensioneerd, actief bij het RIZIV, in loondienst, loontrekkend, zelfstandig of gemengd statuut …). Met dit type analyse worden “verrijkte jaarstatistieken” geproduceerd en kan flexibeler op prioriteiten op het gebied van de volksgezondheid worden gereageerd. Aangezien er geen historische trends worden behandeld, omdat de gegevens slechts één jaar omvatten, worden er geen toekomstscenario’s voor de evolutie van de workforce ontwikkeld.

Het PlanKad waarvan de resultaten in dit document worden weergegeven, behoort tot het tweede type.

3.4. Datawarehouse Arbeidsmarkt & Sociale Bescherming

Het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming (DWH AM &SB) beoogt de koppeling van sociaal-economische gegevens afkomstig van de instellingen uit de Belgische sociale zekerheid. Het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming wilt op die manier op correctere, snellere en minder omslachtige wijze kunnen antwoorden op gegevensaanvragen afkomstig van onderzoeksinstellingen en de overheid. Het beheer van het DWH AM&SB is toevertrouwd aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ).

Het Datawarehouse Arbeidsmarkt & Sociale Bescherming verzamelt de administratieve gegevens van meerdere instellingen van de sociale zekerheid, met name het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO, daarna DIBISS en nu deel van de RSZ), de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), de FOD Sociale Zekerheid (FOD SZ), het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO, nu samen met FBZ Fedris geworden), het Fonds voor Beroepsziekten (FBZ, nu samen met FAO Fedris geworden), het Nationaal Intermutualistisch College (NIC), de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS, nu samen met RVP FPD geworden), de Rijksdienst

(9)

Inleiding & methodologie - pag. 6

voor Jaarlijkse Vakantie (RJV), de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP, nu samen met PDOS FPD geworden), de regionale arbeidsbemiddelingsdiensten VDAB/ACTIRIS/Forem/ADG en het Rijksregister.

3.5. De RIZIV-gegevens

Naast de reguliere arbeidsmarktgegevens, aanwezig in het DWH AM & SB, bestaat er voor de personen die terugbetaalde prestaties leveren in het kader van de ziekteverzekering nog een belangrijke bron van bijkomende informatie ter hoogte van het RIZIV: het totale aantal prestaties, het aantal prestaties per nomenclatuurcode en het totaal bedrag dat terugbetaald wordt door het RIZIV voor de verrichtingen van de nomenclatuur. Deze gegevens bieden relevante informatie in het kader van de analyse van actieve beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg.

3.6. Verkrijgen van de gegevens en uitvoeren van de koppeling

Een aanvraag betreffende een “periodieke koppeling” van de gegevens voor de verschillende gezondheidszorgberoepen, geldig voor meerdere jaren, werd ter goedkeuring voorgelegd aan het Sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de Gezondheid binnen de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (Privacycommissie), dewelke een positief advies uitsprak.

Dankzij deze goedkeuring kan, wanneer een koppeling voor een beroep wordt overwogen, de gegevensaanvraag rechtstreeks bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) worden ingediend.

De KSZ verzamelt voor de onderzochte beroepsgroep de aangevraagde gegevens van de verschillende bron-instanties en vervangt de rijksregisternummers door een anonieme gecodeerde sleutel die de identificatie van een persoon onmogelijk maakt, maar het wel mogelijk maakt de informatie van deze persoon, aanwezig in de verschillende bronnen, te koppelen.

Na ontvangst van de verschillende bronbestanden, gaat de Cel Planning van het Aanbod van de Gezondheidszorgberoepen over tot de eigenlijke gegevenskoppeling, de gegevensanalyse en de ontwikkeling van het rapport.

3.7. Activiteitsgegevens

In de PlanKad-koppeling zijn de gegevens betreffende de activiteit afkomstig van: • De RSZ+ (cfr. § 3.4) voor de loontrekkenden;

• Het RSVZ voor de zelfstandigen;

• Het RIZIV voor de loontrekkenden of zelfstandigen die actief zijn in het systeem van de ziekte- en invaliditeitsverzekering

Voor de professionals met een statuut als loontrekkende in het kader van de RSZ+ worden VTE’s voor het laatste trimester van het jaar aangeleverd door het DWH AM & SB, verricht bij een werkgever waarvan eveneens de activiteitssector gekend is op basis van de NACE-nomenclatuur (Statistische naamgeving van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap). Daarnaast worden in het DWH AM & SB de totale VTE’s per jaar berekend op basis van de individuele VTE’s per kwartaal.

De RSVZ-gegevens geven enkel aan of een beroepsbeoefenaar een activiteit uitoefent onder het statuut van zelfstandige. Ze maken het niet mogelijk de arbeidsduur of het activiteitsniveau te bepalen in deze sector.

De RIZIV-gegevens geven informatie over het totaal aantal prestaties per nomenclatuurcode en het totaal terugbetaalde bedrag voor alle geleverde verstrekkingen. Deze zijn de enige gegevens aanwezig in PlanKad om de activiteit van de zelfstandigen in te schatten. De activiteit

(10)

Inleiding & methodologie - pag. 7

van de zelfstandige professionals buiten het RIZIV-terugbetalingssysteem ontsnapt immers aan onze analyse aangezien deze niet wordt geregistreerd in een administratieve gegevensbank.

3.8. Gemeenschap en gewest van tewerkstelling

Een individu behoort tot de Vlaamse of Franse Gemeenschap op basis van de taal van het behaalde diploma (NL of FR) of, indien deze informatie ontbreekt (bij voorbeeld in het geval van een buitenlands diploma), op basis van de contacttaal (NL, FR, of DE). Wanneer de contacttaal Duits is, wordt de beroepsbeoefenaar toegewezen aan de Franse Gemeenschap.

Voor de Duitstalige Gemeenschap is de toevoeging van de Duitse taal als contacttaal in het kadaster nog vrij recent. Het is voor ons daarom niet mogelijk om beroepsbeoefenaars die tot deze gemeenschap behoren, te identificeren aan de hand van dit criterium. Om deze reden wordt de woonplaats gebruikt als proxy: de Duitstalige professionals worden geïdentificeerd op basis van hun domiciliëring in één van de negen gemeente die onder de Duitstalige Gemeenschap valt.

Om het gewest van tewerkstelling voor de werknemers te bepalen, werd de vestigingsplaats (hoofdzetel of lokale vestiging) van de werkgever gebruikt, en dit tot op het niveau van het arrondissement. Het gewest van tewerkstelling voor de beroepsbeoefenaars met een werknemer- of gemengd statuut is het gewest van de plaatselijke inplanting (lokale vestiging) of, bij het ontbreken van deze informatie, het gewest van de maatschappelijk zetel (hoofdzetel) van de werkgever waarbij de beroepsbeoefenaar de meeste arbeidsprestaties levert.

Aangezien er geen informatie beschikbaar is over de vestigingsplaats van zelfstandigen, wordt het arrondissement van de woonplaats gehanteerd. Het gewest van tewerkstelling van de logopedisten met zelfstandig statuut is bijgevolg het gewest van de woonplaats.

3.9. Analysegroepen

Dit rapport beschrijft de resultaten van de gegevenskoppeling voor de beroepsgroep van de logopedisten. Deze resultaten zijn gevalideerd door de Planningscommissie van het medisch aanbod.

De individuen die gemachtigd zijn om het beroep van logopedist uit te oefenen, vormen een eerste analysegroep (‘Licensed To Practice’ of LTP). Dat wil zeggen dat deze individuen in het bezit zijn van een visum.

De tweede en derde analysegroep omvatten de individuen met een professionele activiteit:

De analysegroep ‘Professionally Active’ (PA) omvat de actieve logopedisten binnen de LTP-groep. Een logopedist met visum wordt als actief beschouwd wanneer hij of zij op 31 december 2017 ingeschreven is in RSVZ als zelfstandige of op 31 december 2017 aanwezig is in de gegevensbank van RSZ/RSZPPO met minstens 0,1 jaarlijks voltijds equivalent of VTE. Deze grens ter afbakening van de activiteit in het kader van de RSZ+ werd vastgelegd binnen de werkgroep Logopedisten van de Planningscommissie.

De analysegroep ‘Practising’ (PR) (of actief als logopedist) bestaat uit de actieve logopedisten van de analysegroep PA die een activiteit uitoefenen in de gezondheidszorg. Een individu wordt aan deze groep toegewezen indien hij of zij is ingeschreven in RSVZ op 31/12/2017 met een geboekt terugbetaald bedrag voor prestaties in de RIZIV-nomenclatuur van de logopedisten voor het jaar 2017 van minstens €2.300 of op 31 december 2017 aanwezig is in de gegevensbank van RSZ+ met minstens 0,1 jaarlijks VTE en een activiteit binnen een gezondheidszorgsector. De werkgroep Logopedisten van de Planningscommissie legde een drempelwaarde vast om de activiteit af te bakenen in het kader van het RIZIV-systeem.

Dit gebeurde op basis van het mediaan terugbetaald bedrag (= €22.759) geobserveerd in de referentiegroep, met name de logopedisten met een exclusief zelfstandigenstatuut in de leeftijdsgroep 35-54 jaar. Net zoals bij de drempelwaarde die wordt gebruikt ter afbakening van de activiteit in het kader van de RSZ+, werd 10% van dit mediaan terugbetaald bedrag (met name €2.276, afgerond op €2.300) gehanteerd als de drempelwaarde om tot de groep van de ‘actieven’ gerekend te worden.

(11)

Inleiding & methodologie - pag. 8

3.10. Berekening van voltijdse equivalenten (VTE) 3.10.1. Het concept ‘voltijds equivalent’

Een voltijds equivalent (VTE) drukt uit welke proportie van het arbeidsvolume van één normale voltijdse betrekking een persoon uitvoert. Dit equivalent wordt weergegeven in relatie tot een fictieve ‘Maatman’: een individu dat op jaarbasis in dezelfde functie een volledige arbeidsprestatie uitvoert. Een persoon die exact de helft van dit arbeidsvolume presteert wordt een VTE van 0,5 toegekend.

Het voordeel van een analyse in functie van VTE’s bestaat erin dat het gepresteerde arbeidsvolume kan worden gemeten en vergeleken, en niet enkel het aantal personen dat in een gegeven sector aanwezig is. Zo kan onder meer het effect van deeltijdse arbeid op de aanwezige arbeidsvolumes worden gemeten.

3.10.2. VTE voor logopedisten met werknemersstatuut

Het jaarlijks gepresteerde VTE voor ieder individu dat deel uitmaakt van de analysegroep wordt berekend ter hoogte van het DWH AM & SB op basis van de door de RSZ+ aangeleverde individuele VTE’s per kwartaal. Deze VTE-indicator komt overeen met de som van het werkelijk gepresteerde arbeidsvolume over de vier kwartalen, met andere woorden, zonder de periodes van afwezigheid waarvoor geen salaris wordt ontvangen zoals bijvoorbeeld betaalde feestdagen of ziekteverlof.

Afhankelijk van de analysegroep wordt het VTE op verschillende wijze berekend.

Voor de bezoldigde logopedisten met een activiteit (PA) wordt de jaarlijkse activiteitsgraad, zoals aangeleverd door het DWH AM & SB, gehanteerd als VTE. Onafhankelijk van de sector waarin de activiteit werd uitgeoefend, stelt dit VTE de som van het werkelijk gepresteerde arbeidsvolume over de vier kwartalen voor.

Het VTE van de logopedisten in loondienst met een activiteit in de gezondheidszorgsector (PR) komt overeen met de som van de gepresteerde activiteitsgraad in de gezondheidszorgsector tijdens het laatste trimester van het jaar. Dit VTE stelt dus het werkelijk gepresteerde arbeidsvolume van het laatste kwartaal voor, specifiek voor de gezondheidszorgsector.

Aangezien de methode ter ontwikkeling van het VTE verschilt voor beide analysegroepen, moeten ze met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.

3.10.3. VTE voor logopedisten met zelfstandig statuut

De berekening van een VTE voor de personen die actief zijn als zelfstandige ligt niet voor de hand. We beschikken hier niet, zoals het geval is voor de werknemers, over een eenduidige indicator van het gepresteerde arbeidsvolume. We baseren ons daarom op de prestaties op de RIZIV-nomenclatuur en moeten rekening houden met volgende beperkingen.

Allereerst mag men niet vergeten dat de bedragen voor de prestaties die worden terugbetaald door het RIZIV en die mee aan de basis liggen van de bepaling van het VTE niet overeenkomen met de uiteindelijke jaarlijkse verloning van de zorgverstrekkers. Bovendien kunnen de RIZIV-prestaties, geboekt in de loop van een jaar, verricht zijn in het desbetreffend jaar of in de voorgaande twee jaren (als gevolg van de termijn waarover patiënten beschikken voor het indienen van hun zorgattesten bij de verzekeraar).

Omwille van de hierboven aangehaalde methodologische beperkingen kan de gehanteerde RIZIV VTE-waarde in de PlanKad-rapporten ook niet normatief gebruikt worden. Ze dient enkel om een relatieve waarde van grootte voor een geleverde prestatie weer te geven, telkens in relatie tot de gekozen maatstaf op basis van de volgende berekeningswijze.

Het VTE, gebaseerd op de RIZIV-activiteiten binnen de logopedie-nomenclatuur, wordt als volgt berekend: aangezien het jaarlijks aantal geboekte prestaties sterk correleert met het totaal jaarlijks terugbetaald bedrag van de prestaties (r = 0,99), hebben de leden van werkgroep

(12)

Inleiding & methodologie - pag. 9

Logopedisten van de Planningscommissie beslist om zich enkel te baseren op het terugbetaald bedrag voor de geboekte prestaties binnen de logopedie-nomenclatuur in 2017.

De methodologische bepaling van het VTE voor een zelfstandige activiteit verschilt met deze gehanteerd in de vorige PlanKad logopedisten (2016). Dit om consistentie te bewaren met de andere gezondheidszorgberoepen, waar op een analoge wijze het VTE wordt vastgelegd. Een voltijdse zelfstandige activiteit binnen de nomenclatuur voor logopedisten wordt gelijkgesteld aan een bruto terugbetaald bedrag van €22.759 (= mediaan terugbetaald bedrag geobserveerd in de referentiegroep: logopedisten met een exclusief zelfstandigenstatuut in de leeftijdsgroep 35-54 jaar). Voor elke logopedist wordt het VTE bepaald door het jaarlijks terugbetaald bedrag voor de geboekte prestaties in de RIZIV-nomenclatuur van de logopedisten te delen door 22.759.

Het is belangrijk om aan te geven dat alle handelingen die worden verricht buiten het kader van het RIZIV, aangezien ze niet geregistreerd worden in een gegevensbank, niet weerspiegeld worden in de berekening van dat VTE. Hetzelfde geldt voor de administratieve taken. Dit VTE weerspiegelt dus enkel het arbeidsvolume ‘patiëntencontacten’ voor alle prestaties die werden verricht door de logopedisten die actief zijn binnen het terugbetalingssysteem van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. Deze methodologie is gelijkaardig aan degene die wordt gebruikt voor de andere beroepsgroepen.

(13)

Schematisch overzicht - pag. 10

4. SCHEMATISCH OVERZICHT

* Aantal actieve logopedisten met een geboekt terugbetaald bedrag voor prestaties in de RIZIV-nomenclatuur van de logopedisten voor het jaar 2017 van minstens of minder dan € 2.300

(14)

Sectie I. Aanwezigheid in de verschillende gegevensbanken - pag. 11

5. RESULTATEN

SECTIE I. Aanwezigheid in de verschillende gegevensbanken

Tabel 1. Aanwezigheid in en verdeling van de logopedisten binnen de verschillende gegevensbanken, 31/12/2017

Woonplaats of gemeenschap

FOD

RIZIV

RSZ+

RSVZ

Vlaams Gewest 8.223 7.632 5.300 3.785

Waals Gewest 5.239 4.847 2.965 2.442

Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1.039 876 560 435

Buitenland & onbekend 1.296 613 21 20

Vlaamse Gemeenschap 8.234 7.646 5.215 3.714

Franse Gemeenschap 7.563 6.322 3.631 2.968

Duitstalige Gemeenschap 84 76 44 29

Totaal 15.797 13.968 8.846 6.682

Richtlijnen ter interpretatie - Tabel 1

Deze tabel geeft de aanwezigheid weer van de individuen in de verschillende bronnen van de gegevenskoppeling op 31/12/2017. Alle individuen uit de analysegroep 'logopedisten' zijn aanwezig in de gegevensbank van de gezondheidszorgberoepen (FOD/kolom 2), aangezien deze bron aan de oorsprong ligt van de gegevenskoppeling. Eenzelfde beroepsbeoefenaar kan in verschillende kolommen voorkomen (3 tot 5) in functie van de statuten en/of activiteiten die hij of zij combineert of opeenvolgend uitoefent in de loop van een kalenderjaar.

Toelichting

Kolom 1: Woonplaats of gemeenschap:

- De woonplaatscategorie 'Buitenland & onbekend’ omvat de beroepsbeoefenaars van wie de woonplaats zich buiten België bevindt of niet gekend is.

- Een individu behoort tot de Vlaamse of Franse Gemeenschap op basis van de taal van het behaalde diploma (NL of FR) of, indien deze informatie ontbreekt, de contacttaal (NL of FR). Wanneer een individu gehuisvest is in een gemeente die onder de Duitstalige

Gemeenschap valt, wordt hij of zij in deze tabel eveneens ondergebracht in de categorie 'Duitstalige Gemeenschap'.

Kolommen 2 tot 5: Het gaat om de personen die aanwezig zijn in de verschillende gegevensbanken, ook al is hun activiteit er minimaal of onbestaande. Het volstaat om aanwezig te zijn in een gegevensbank om opgenomen te worden in de overeenkomstige kolom.

(15)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 12

SECTIE II. Analysegroepen

Tabel 2. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens woonplaats en contacttaal, 31/12/2017

LTP

PA

PR

Woonplaats

Contacttaal

N

% N

N

% N

N

% N

Vlaams Gewest Nederlands 7.952 96,70 0 7.098 96,95 0 6.109 97,09 Frans 271 3,30 0 223 3,05 0 183 2,91 8.223 100,00 0 7.321 100,00 0 6.292 100,00 Waals Gewest Nederlands 47 0,90 0 37 0,86 0 30 0,82 Frans 5.192 99,10 0 4.258 99,14 0 3.612 99,18 5.239 100,00 0 4.295 100,00 0 3.642 100,00 Brussels Hoofdstedelijk Gewest Nederlands 55 5,29 0 47 5,99 0 35 5,24 Frans 984 94,71 0 737 94,01 0 633 94,76 1.039 100,00 0 784 100,00 0 668 100,00

Buitenland & onbekend

Nederlands 176 13,58 0 16 44,44 0 11 44,00 Frans 1.120 86,42 0 20 55,56 0 14 56,00 1.296 100,00 0 36 100,00 0 25 100,00 Totaal Nederlands 8.230 52,10 0 7.198 57,88 0 6.185 58,20 Frans 7.567 47,90 0 5.238 42,12 0 4.442 41,80 15.797 100,00 0 12.436 100,00 0 10.627 100,00

(16)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 13

Richtlijnen ter interpretatie - Tabel 2

Tabel 2 toont de verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens woonplaats en contacttaal (op 31/12/2017). Tot 2014 was de Duitse taal niet beschikbaar als een mogelijke contacttaal in de kadasterapplicatie. Voor de kleine groep

beroepsbeoefenaars in de Duitstalige Gemeenschap werd een specifieke tabel opgenomen op het einde van dit document. De tabel in kwestie geeft een beeld van de beroepsbeoefenaars met een woonplaats in één van de negen gemeenten die tot de Duitstalige Gemeenschap worden gerekend.

Een onderscheid wordt gemaakt tussen de prestatiegerechtigde logopedisten met visum (LTP), de actieve logopedisten (PA) en de logopedisten actief in de gezondheidszorg (PR). De verschillende analysegroepen worden hieronder gedetailleerd beschreven.

Toelichting

Kolom 1: Woonplaats: De woonplaatscategorie 'Buitenland & onbekend’ omvat de beroepsbeoefenaars van wie de woonplaats zich buiten België bevindt of niet gekend is.

Kolom 2: Contacttaal: De taal waarin de correspondentie tussen de beroepsbeoefenaar en de administratie plaatsvindt.

Kolommen 3 en 4: LTP N en %N: Aantallen en percentages van de logopedisten die over een visum beschikken, gemachtigd om het beroep van logopedist te mogen uitoefenen (LTP = Licensed to Practice).

Kolommen 5 en 6: PA N en %N: Aantallen en percentages van de actieve logopedisten (PA = Professionally Active). Een logopedist met visum (LTP) wordt als actief beschouwd wanneer hij of zij op 31 december 2017 ingeschreven is in RSVZ als zelfstandige of op 31 december 2017 aanwezig is in de gegevensbank van RSZ+ met minstens 0.1 VTE in 2017.

Kolommen 7 en 8: PR N en %N: Aantallen en percentages van logopedisten actief in de gezondheidszorg (PR = Practising). Tot deze analysegroep behoren de actieve logopedisten uit PA met een activiteit in de gezondheidszorg. Een individu wordt aan de groep

'practising' toegewezen indien hij of zij is ingeschreven in RSVZ op 31/12/2017 met een geboekt terugbetaald bedrag voor prestaties in de RIZIV-nomenclatuur van de logopedisten voor het jaar 2017 van minstens € 2.300 of indien hij of zij op 31 december 2017 aanwezig is in de gegevensbank van RSZ+ met minstens 0.1 VTE in 2017 en een activiteit binnen een gezondheidszorgsector.

De percentages zijn berekend per kolom en woonplaats en geven de proportie weer van elke contacttaal binnen de desbetreffende woonplaats.

(17)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 14

Tabel 3. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens gemeenschap en geslacht, 31/12/2017

LTP

PA

PR

Gemeenschap

Geslacht

N

% N

N

% N

N

% N

Vlaamse Gemeenschap Man 298 3,62 0 193 2,68 0 121 1,96 Vrouw 7.936 96,38 0 7.008 97,32 0 6.067 98,04 8.234 100,00 0 7.201 100,00 0 6.188 100,00 Franse Gemeenschap Man 242 3,20 0 147 2,81 0 118 2,66 Vrouw 7.321 96,80 0 5.088 97,19 0 4.321 97,34 7.563 100,00 0 5.235 100,00 0 4.439 100,00 Totaal Man 540 3,42 0 340 2,73 0 239 2,25 Vrouw 15.257 96,58 0 12.096 97,27 0 10.388 97,75 15.797 100,00 0 12.436 100,00 0 10.627 100,00

Tabel 4. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens gemeenschap en nationaliteit, 31/12/2017

LTP

PA

PR

Gemeenschap

Nationaliteit

N

% N

N

% N

N

% N

Vlaamse Gemeenschap Belg 8.134 98,79 0 7.163 99,47 0 6.157 99,50 Niet-Belg 100 1,21 0 38 0,53 0 31 0,50 8.234 100,00 0 7.201 100,00 0 6.188 100,00 Franse Gemeenschap Belg 6.200 81,98 0 4.930 94,17 0 4.178 94,12 Niet-Belg 1.363 18,02 0 305 5,83 0 261 5,88 7.563 100,00 0 5.235 100,00 0 4.439 100,00 Totaal Belg 14.334 90,74 0 12.093 97,24 0 10.335 97,25 Niet-Belg 1.463 9,26 0 343 2,76 0 292 2,75 15.797 100,00 0 12.436 100,00 0 10.627 100,00

(18)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 15

Richtlijnen ter interpretatie - Tabellen 3 en 4

De tabellen 3 en 4 tonen de verdeling van de logopedisten (LTP = Licensed To Practice ; PA = Professionally Active ; PR = Practising) volgens gemeenschap (op 31/12/2017). Per gemeenschap worden subtotalen weergegeven om zo een vergelijking binnen elke gemeenschap mogelijk te maken.

Tabel 3 deelt de resultaten op naar geslacht, terwijl tabel 4 deze presenteert naar de nationaliteit.

Toelichting

Kolom 1: Gemeenschap: De gemeenschap waartoe een individu behoort werd bepaald op basis van de taal van het behaalde diploma of, indien deze informatie ontbreekt, de contacttaal.

Kolom 2: Geslacht of Nationaliteit van het individu.

Kolommen 3 en 4: LTP N en %N: Aantallen en percentages van de logopedisten die over een visum beschikken (LTP). Kolommen 5 en 6: PA N en %N: Aantallen en percentages van de actieve logopedisten (PA).

Kolommen 7 en 8: PR N en %N: Aantallen en percentages van de logopedisten actief in de gezondheidszorg (PR).

De percentages zijn berekend per kolom en per gemeenschap. Ze drukken het aandeel van elke geslacht of nationaliteit uit binnen elke gemeenschap.

(19)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 16

Tabel 5a. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens de nationaliteit en de woonplaats, voor België,

31/12/2017

LTP

Woonplaats

PA

PR

Nationaliteit

N

% N

VG

WG

BHG

N-Bel

% Dom.

België

N

% N

N

% N

België 14.334 90,74 8.163 4.993 762 416 97,10 12.093 97,24 10.335 97,25 Frankrijk 1.277 8,08 7 223 244 803 37,12 262 2,11 224 2,11 Nederland 84 0,53 42 1 1 40 52,38 36 0,29 30 0,28 Duitsland 11 0,07 1 2 3 5 54,55 4 0,03 2 0,02 Luxemburg 9 0,06 1 0 1 7 22,22 1 0,01 1 0,01

Andere landen van de Europese Unie:

Zuid-Europa 46 0,29 6 15 22 3 93,48 36 0,29 31 0,29

West-Europa 8 0,05 2 0 2 4 50,00 1 0,01 1 0,01

Noord-Europa 2 0,01 0 0 0 2 0,00 0 0,00 0 0,00

Oost-Europa 1 0,01 0 0 1 0 100,00 0 0,00 0 0,00

Tot. Europ. Unie * 1.438 9,10 59 241 274 864 39,92 340 2,73 289 2,72

Afrika 6 0,04 1 1 2 2 66,67 2 0,02 2 0,02 Amerika 4 0,03 0 0 1 3 25,00 1 0,01 1 0,01 Azië 1 0,01 0 1 0 0 100,00 0 0,00 0 0,00 Europa - niet EU 1 0,01 0 0 0 1 0,00 0 0,00 0 0,00 Onbekend 13 0,08 0 3 0 10 23,08 0 0,00 0 0,00 Algemeen totaal 15.797 100,00 8.223 5.239 1.039 1.296 91,80 12.436 100,00 10.627 100,00

(20)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 17

Tabel 5b. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens de nationaliteit en de woonplaats, voor de Vlaamse

Gemeenschap, 31/12/2017

LTP

Woonplaats

PA

PR

Nationaliteit

N

% N

VG

WG

BHG

N-Bel

% Dom.

België

N

% N

N

% N

België 8.134 98,79 7.909 47 54 124 98,48 7.163 99,47 6.157 99,50

Nederland 84 1,02 42 1 1 40 52,38 36 0,50 30 0,48

Duitsland 5 0,06 1 0 0 4 20,00 0 0 0 0

Luxemburg 1 0,01 1 0 0 0 100,00 1 0,01 1 0,02

Andere landen van de Europese Unie:

Zuid-Europa 2 0,02 1 0 0 1 50,00 1 0,01 0 0

West-Europa 1 0,01 1 0 0 0 100,00 0 0 0 0

Tot. Europ. Unie * 93 1,13 46 1 1 45 51,61 38 0,53 31 0,50

Onbekend 7 0,09 0 0 0 7 0,00 0 0 0 0

(21)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 18

Tabel 5c. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens de nationaliteit en de woonplaats, voor de Franse

Gemeenschap, 31/12/2017

LTP

Woonplaats

PA

PR

Nationaliteit

N

% N

VG

WG

BHG

N-Bel

% Dom.

België

N

% N

N

% N

België 6.200 81,98 254 4.946 708 292 95,29 4.930 94,17 4.178 94,12

Frankrijk 1.277 16,88 7 223 244 803 37,12 262 5,00 224 5,05

Luxemburg 8 0,11 0 0 1 7 12,50 0 0 0 0

Duitsland 6 0,08 0 2 3 1 83,33 4 0,08 2 0,05

Andere landen van de Europese Unie:

Zuid-Europa 44 0,58 5 15 22 2 95,45 35 0,67 31 0,70

West-Europa 7 0,09 1 0 2 4 42,86 1 0,02 1 0,02

Noord-Europa 2 0,03 0 0 0 2 0,00 0 0 0 0

Oost-Europa 1 0,01 0 0 1 0 100,00 0 0 0 0

Tot. Europ. Unie * 1.345 17,78 13 240 273 819 39,11 302 5,77 258 5,81

Afrika 6 0,08 1 1 2 2 66,67 2 0,04 2 0,05 Amerika 4 0,05 0 0 1 3 25,00 1 0,02 1 0,02 Azië 1 0,01 0 1 0 0 100,00 0 0 0 0 Europa - niet EU 1 0,01 0 0 0 1 0,00 0 0 0 0 Onbekend 6 0,08 0 3 0 3 50,00 0 0 0 0 Algemeen totaal 7.563 100,00 268 5.191 984 1.120 85,19 5.235 100,00 4.439 100,00

(22)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 19

Richtlijnen ter interpretatie - Tabellen 5a, 5b en 5c

In tabellen 5a, 5b en 5c wordt een verdeling gemaakt van de logopedisten (LTP = Licensed To Practice ; PA = Professionally Active ; PR = Practising) volgens de nationaliteit, voor België, voor de Vlaamse Gemeenschap en voor de Franse Gemeenschap (op 31/12/2017).

Toelichting

Kolom 1: Omwille van privacyredenen worden de nationaliteiten gegroepeerd in grote categorieën wanneer slechts een klein aantal individuen van een specifiek land aanwezig is. Wanneer een land niet afzonderlijk wordt vermeld, dan wordt de volgende indeling gehanteerd:

- Oost-Europa: Bulgarije, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowakije, Slovenië en Tsjechië; - Zuid-Europa: Cyprus, Griekenland, Italië, Malta, Portugal, Spanje;

- West-Europa: Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Ierland, Liechtenstein, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Zwitserland; - Noord-Europa: Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden;

* Totaal Europese Unie: Deze groep omvat de landen van de Europese Unie, met uitzondering van België. Behalve de lidstaten van de EU werden ook de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) opgenomen.

Kolommen 2 en 3: LTP N en %N: Aantal en percentage van de logopedisten met visa (LTP).

Kolommen 4 tot 7: Woonplaats: Aantal logopedisten op basis van hun woonplaats (VG = Vlaams Gewest, WG = Waals Gewest, BHG = Brussels Hoofdstedelijk Gewest, N-Bel = Woonplaats buiten België).

Kolom 8: % Dom. België: Percentage van de logopedisten met visum (LTP) dat in België gedomicilieerd is (som van kolommen 4 tot 6 over kolom 2)

Kolommen 9 en 10: PA N en %N: Aantal en percentage van de actieve logopedisten (PA).

Kolommen 11 en 12: PR N en %N: Aantal en percentage van de logopedisten actief in de gezondheidszorg (PR).

(23)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 20

Tabel 6a. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens leeftijd en geslacht, per gewest van tewerkstelling,

31/12/2017

Vlaams Gewest

Mannen

Vrouwen

Leeftijdspiramide

LTP PA PR % van totaal LTP LTP PR LTP PR % van totaal LTP

<25 814 685 566 1 1 813 565 25<30 1.586 1.518 1.335 12 9 1.574 1.326 30<35 1.121 1.076 966 7 6 1.114 960 35<40 960 929 833 11 10 949 823 40<45 932 875 757 20 14 912 743 45<50 520 488 422 9 5 511 417 50<55 609 564 475 32 16 577 459 55<60 562 497 427 44 27 518 400 60<65 411 222 171 63 26 348 145 65+ 276 35 11 80 4 196 7 Tot. 7.791 6.889 5.963 279 118 7.512 5.845

Waals Gewest

Mannen

Vrouwen

Leeftijdspiramide

LTP PA PR % van totaal LTP LTP PR LTP PR % van totaal LTP

<25 386 244 186 6 2 380 184 25<30 803 699 647 6 5 797 642 30<35 578 523 484 6 5 572 479 35<40 567 519 465 10 9 557 456 40<45 513 461 377 7 5 506 372 45<50 405 361 303 13 9 392 294 50<55 481 417 330 23 17 458 313 55<60 508 405 319 21 10 487 309 60<65 350 224 168 32 19 318 149 65+ 285 79 43 34 5 251 38 Tot. 4.876 3.932 3.322 158 86 4.718 3.236

(24)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 21

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Mannen

Vrouwen

Leeftijdspiramide

LTP PA PR % van totaal LTP LTP PR LTP PR % van totaal LTP

<25 114 73 61 0 0 114 61 25<30 432 351 313 11 8 421 305 30<35 334 310 269 7 5 327 264 35<40 217 205 172 5 4 212 168 40<45 209 202 168 5 3 204 165 45<50 130 123 105 6 4 124 101 50<55 131 123 90 9 5 122 85 55<60 144 130 93 11 3 133 90 60<65 86 68 53 4 3 82 50 65+ 57 14 9 4 0 53 9 Tot. 1.854 1.599 1.333 62 35 1.792 1.298

(25)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 22

Tabel 6b. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens leeftijd en geslacht, per gemeenschap, 31/12/2017

Vlaamse Gemeenschap

Mannen

Vrouwen

Leeftijdspiramide

LTP PA PR % van totaal LTP LTP PR LTP PR % van totaal LTP

<25 832 702 576 1 1 831 575 25<30 1.682 1.594 1.390 13 9 1.669 1.381 30<35 1.233 1.160 1.036 7 5 1.226 1.031 35<40 1.033 977 864 14 12 1.019 852 40<45 993 915 784 23 15 970 769 45<50 553 506 434 11 5 542 429 50<55 641 585 487 33 16 608 471 55<60 585 506 431 50 28 535 403 60<65 419 228 178 66 27 353 151 65+ 263 28 8 80 3 183 5 Tot. 8.234 7.201 6.188 298 121 7.936 6.067

Franse Gemeenschap

Mannen

Vrouwen

Leeftijdspiramide

LTP PA PR % van totaal LTP LTP PR LTP PR % van totaal LTP

<25 780 303 239 8 2 772 237 25<30 1.563 978 909 21 13 1.542 896 30<35 959 755 686 20 11 939 675 35<40 813 678 606 13 11 800 595 40<45 734 623 518 15 7 719 511 45<50 554 466 396 19 13 535 383 50<55 642 519 408 32 22 610 386 55<60 689 526 408 37 12 652 396 60<65 455 287 214 39 21 416 193 65+ 374 100 55 38 6 336 49 Tot. 7.563 5.235 4.439 242 118 7.321 4.321

(26)

Sectie II. Analysegroepen - pag. 23

Tabel 6c. Verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens leeftijd en geslacht, voor België, 31/12/2017

België

Mannen

Vrouwen

Leeftijdspiramide

LTP PA PR % van totaal LTP LTP PR LTP PR % van totaal LTP

<25 1.612 1.005 815 9 3 1.603 812 25<30 3.245 2.572 2.299 34 22 3.211 2.277 30<35 2.192 1.915 1.722 27 16 2.165 1.706 35<40 1.846 1.655 1.470 27 23 1.819 1.447 40<45 1.727 1.538 1.302 38 22 1.689 1.280 45<50 1.107 972 830 30 18 1.077 812 50<55 1.283 1.104 895 65 38 1.218 857 55<60 1.274 1.032 839 87 40 1.187 799 60<65 874 515 392 105 48 769 344 65+ 637 128 63 118 9 519 54 Tot. 15.797 12.436 10.627 540 239 15.257 10.388

Richtlijnen ter interpretatie - Tabellen 6a, 6b en 6c

Tabellen 6a, 6b en 6c tonen de verdeling van de logopedisten (LTP - PA - PR) volgens leeftijd en geslacht voor elk gewest van tewerkstelling, voor elke gemeenschap en voor België (op 31/12/2017).

Het groene staafdiagram aan de linkerkant geeft het percentage individuen per analysegroep (LTP, PA of PR) ten opzichte van het totale aantal gemachtigde individuen (Totaal LTP) weer dat elke leeftijdscategorie vertegenwoordigt.

In de staafdiagrammen aan de rechterkant worden deze populaties verdeeld volgens leeftijd en geslacht: de blauwe staafjes geven het aandeel mannen weer per leeftijdscategorie en de rode staafjes tonen het aandeel vrouwen per leeftijdscategorie.

In de tabellen komen de kleurencodes tussen staafjes en analysegroep overeen.

Het gewest van tewerkstelling voor de logopedisten met een werknemer -of gemengd statuut op 31/12/2017 is het gewest van de plaatselijke inplanting (lokale vestiging) of, bij het ontbreken van deze informatie, het gewest van de maatschappelijk zetel (hoofdzetel) van de

werkgever waarbij de logopedist de meeste arbeidsprestaties levert. Het gewest van tewerkstelling voor logopedisten met een zelfstandig statuut of voor niet-actieve gemachtigde logopedisten is het gewest van de woonplaats.

De gemeenschap waartoe een individu behoort, wordt bepaald op basis van de taal van het behaalde diploma of, indien deze informatie ontbreekt, de contacttaal.

Toelichting

Kolommen 2, 6 en 8: LTP: Aantal personen in de analysegroep Licensed to Practice, volgens hun leeftijdscategorie, voor beide geslachten samen (kolom 2), voor de mannen (kolom 6) en voor de vrouwen (kolom 8).

Kolom 3: PA: Aantal actieve logopedisten volgens hun leeftijdscategorie.

Kolommen 4, 7 en 9: PR: Aantal logopedisten actief in de gezondheidszorg volgens hun leeftijdscategorie, voor beide geslachten samen (kolom 4), voor de mannen (kolom 7) en voor de vrouwen (kolom 9).

(27)

Sectie III. Activiteitssectoren - pag. 24

SECTIE III. Activiteitssectoren

Tabel 7. Verdeling van de actieve logopedisten (PA) in het kader van de RSZ+ en de voltijdse equivalenten volgens gewest

van tewerkstelling of gemeenschap, leeftijd en activiteitssector, 31/12/2017

RSZ+

Gezondheidssectoren Andere sectoren Totaal Onderwijs Menselijke

gezondh. Welzijn OCMW+

Totaal GZ Andere welzijn & gezondh. Overheid Andere Leeftijd N Gem VTE N Gem VTE N Gem VTE N Gem VTE N Gem VTE N Gem VTE N Gem VTE N Gem VTE N Gem VTE

Gewest van tewerkstelling

Vlaams Gewest <30 580 0,71 257 0,68 167 0,63 37 0,72 1.009 0,71 5 0,67 5 0,90 275 0,82 1.268 0,75 30<45 1.212 0,73 319 0,64 266 0,65 69 0,71 1.824 0,72 8 0,67 13 0,77 251 0,77 2.076 0,73 45<60 605 0,77 281 0,65 197 0,67 51 0,72 1.112 0,73 1 0,34 8 0,63 135 0,77 1.244 0,74 60+ 44 0,73 70 0,65 27 0,64 6 0,52 143 0,68 0 0 5 0,86 24 0,75 172 0,70 Tot 2.441 0,73 927 0,66 657 0,65 163 0,71 4.088 0,72 14 0,65 31 0,77 685 0,79 4.760 0,74 Waals Gewest <30 224 0,68 96 0,62 120 0,57 28 0,57 442 0,67 1 0,53 20 0,60 34 0,66 486 0,68 30<45 482 0,74 182 0,66 183 0,63 67 0,70 890 0,72 4 0,78 53 0,74 86 0,76 1.015 0,74 45<60 256 0,80 201 0,76 165 0,72 78 0,77 685 0,78 4 0,75 56 0,79 106 0,79 839 0,80 60+ 36 0,71 44 0,63 38 0,65 5 0,91 120 0,69 0 0 13 0,77 19 0,77 150 0,72 Tot 998 0,74 523 0,69 506 0,65 178 0,71 2.137 0,73 9 0,74 142 0,74 245 0,76 2.490 0,75 Brussels Hoofdstedelijk Gewest <30 158 0,67 46 0,62 68 0,64 24 0,55 278 0,69 0 0 17 0,76 29 0,84 314 0,73 30<45 343 0,71 84 0,65 100 0,64 34 0,68 531 0,73 1 0,85 42 0,82 66 0,82 635 0,75 45<60 119 0,77 45 0,66 92 0,75 17 0,63 262 0,77 0 0 39 0,82 51 0,84 347 0,79 60+ 25 0,71 13 0,55 20 0,67 1 1,00 54 0,73 0 0 4 0,88 8 0,78 65 0,76 Tot 645 0,71 188 0,64 280 0,68 76 0,63 1.125 0,73 1 0,85 102 0,81 154 0,83 1.361 0,76 Gemeenschap Vlaamse Gemeenschap <30 628 0,71 270 0,68 171 0,63 38 0,72 1.074 0,71 5 0,67 17 0,89 298 0,83 1.363 0,76 30<45 1.333 0,73 330 0,65 266 0,65 75 0,73 1.960 0,72 8 0,67 40 0,76 275 0,78 2.261 0,74 45<60 632 0,77 283 0,65 202 0,67 55 0,72 1.150 0,74 1 0,34 24 0,77 146 0,78 1.307 0,75 60+ 50 0,74 71 0,65 27 0,64 6 0,52 149 0,69 0 0 6 0,80 22 0,77 177 0,71 Tot 2.643 0,74 954 0,66 666 0,65 174 0,72 4.333 0,72 14 0,65 87 0,79 741 0,80 5.108 0,74 Franse Gemeenschap <30 334 0,67 129 0,63 184 0,60 51 0,55 655 0,68 1 0,53 25 0,58 40 0,65 705 0,69 30<45 704 0,72 255 0,65 283 0,63 95 0,68 1.285 0,72 5 0,79 68 0,78 128 0,76 1.465 0,73 45<60 348 0,78 244 0,74 252 0,73 91 0,74 909 0,77 4 0,75 79 0,80 146 0,80 1.123 0,79 60+ 55 0,70 56 0,61 58 0,66 6 0,92 168 0,69 0 0 16 0,81 29 0,76 210 0,72 Tot 1.441 0,72 684 0,67 777 0,66 243 0,68 3.017 0,72 10 0,75 188 0,76 343 0,77 3.503 0,74 Totaal België <30 962 0,70 399 0,66 355 0,61 89 0,63 1.729 0,70 6 0,65 42 0,70 338 0,81 2.068 0,73 30<45 2.037 0,73 585 0,65 549 0,64 170 0,70 3.245 0,72 13 0,71 108 0,77 403 0,77 3.726 0,73 45<60 980 0,78 527 0,69 454 0,71 146 0,74 2.059 0,75 5 0,67 103 0,79 292 0,79 2.430 0,77 60+ 105 0,72 127 0,63 85 0,65 12 0,72 317 0,69 0 0 22 0,81 51 0,76 387 0,71 Tot 4.084 0,73 1.638 0,66 1.443 0,65 417 0,70 7.350 0,72 24 0,69 275 0,77 1.084 0,79 8.611 0,74

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Overijsselse platteland en de kleine steden, met uitzondering van Hasselt, Steenwijk en Oldenzaal, werden sinds het einde van de zestiende eeuw gecontroleerd door de

In het derde deel doet de auteur een poging de gereconstrueerde stad op te vullen met haar bewoners.. Het legt meteen de zwakke schakel in dit

Door de kennis van de samenhangen tussen aarde, plant, dier, mens en kosmos, zal het biologisch dynamische- bedrijf geholpen worden om zich verder te

In 2017 werd de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) grondig hervormd (omschakeling naar roterend panel, verschillende data- verzamelingsmodi en herziene weegmethode). Dit zorgt

De cijfers en analyses met betrekking tot het trendni- veau van de werkzaam- en werkloosheidsgraad (berekend op basis van de EAK) werden in dit kwartaal- bericht

Even though a small sub-sample (25 g) was used in this study, the high percentage of fumonisin levels in the 75% and 100% spiked samples with increasing replicates

Volgens Kamps en Haugen (2000) funksioneer vrouetydskrifte as 'n vorm van informatiewe vermaak en word dit deur lesers gebruik as vermaak; die tydskrifte (en

Stichting Economic Board Arnhem Nijmegen heeft ten doel het verster- ken van de samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden op de groeisectoren Health, Energy