• No results found

Het succesvol kunnen counteren van voetbalvandalistische incidenten? Een onderzoek naar de oorzaken van acht voetbalvandalistische incidenten tijdens voetbalwedstrijden in de Eredivisie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het succesvol kunnen counteren van voetbalvandalistische incidenten? Een onderzoek naar de oorzaken van acht voetbalvandalistische incidenten tijdens voetbalwedstrijden in de Eredivisie"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het succesvol kunnen

counteren van

voetbalvandalistische

incidenten?

Een onderzoek naar de oorzaken van acht

voetbalvandalistische incidenten tijdens

voetbalwedstrijden in de Eredivisie

Willemijn Nolden

S4614216

Radboud Universiteit Nijmegen

Faculteit der Managementwetenschappen

Opleiding Bestuurskunde

Masterthesis

Februari 2021

Woordenaantal: 11478

Begeleidend docent: Bart Voorn, Ph.D.

(2)

Abstract

In dit masterartikel wordt het onderzoek beschreven naar welke factoren een significante invloed hebben op acht verschillende voetbalvandalistische incidenten die de afgelopen vijf jaar hebben plaatsgevonden tijdens voetbalwedstrijden in Nederland. Aan de hand van documentenanalyse en literatuuronderzoek zijn de incidenten en de factoren die van invloed zijn op geweld door de toeschouwers van een voetbalwedstrijd achterhaald. De acht soorten voetbalvandalistische incidenten zijn het afsteken van vuurwerk, een spreekkoor, een vechtpartij, brandstichting, vernieling, bedreiging, mishandeling en het gooien van voorwerpen. Aan de hand van acht lineaire meervoudige regressieanalyses is vastgesteld welke van de veertien factoren een significante invloed heeft op elk van de acht voetbalvandalistische incidenten.

Uit dit onderzoek is gebleken dat het aantal toeschouwers een positieve significante invloed heeft op vuurwerk en spreekkoor, de bezettingsgraad van het stadion een negatieve significante invloed heeft op brandstichting en het gooien van voorwerpen, een wedstrijd van een degradatiekandidaat een negatieve significante invloed heeft op vuurwerk, een top 5 wedstrijd een positieve significante invloed heeft op vuurwerk, vechtpartij, brandstichting en mishandeling, een derby een positieve significante invloed heeft op vuurwerk, spreekkoor, vernieling en het gooien van voorwerpen, een Klassieker een positieve significante invloed heeft op spreekkoor, vechtpartij, vernieling, bedreiging en het gooien van voorwerpen, de zomer een negatieve significante invloed heeft op vuurwerk en spreekkoor, het aantal gele kaarten een positieve significante invloed heeft op het gooien van voorwerpen en het aantal rode kaarten een positieve significante invloed heeft op spreekkoor. Een rivalenwedstrijd, een wedstrijd later op de dag, het aantal overtredingen en het aantal doelpunten bleken geen significante invloed te hebben op de incidenten. Een internationale competitiewedstrijd is met het oog op het voorkomen van multicollineariteit buiten de analyse gelaten.

(3)

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Voetbal is al jaren één van de populairste sporten om te kijken in Nederland. Zo domineren verschillende voetbalwedstrijden al jaren de kijkcijfers: in 2017 stonden er 23 wedstrijden in de top 100 best bekeken programma’s en zowel in 2018 als 2019 waren dit er 40 (Stichting KijkOnderzoek, 2017; 2018; 2019). Naast het feit dat voetbal een populaire sport is om op televisie te volgen, komen er ook veel mensen naar het stadion. Zo is de capaciteit tijdens thuiswedstrijden van Ajax 54.990 toeschouwers en 47.500 toeschouwers tijdens thuiswedstrijden van Feyenoord (www.Transfermarkt.com).

Een keerzijde van de hoge populariteit van voetbal is dat sommige toeschouwers overlast veroorzaken rondom een voetbalwedstrijd. Zo gingen de fans van de Duitse club Arminia Bielefeld recent nog op de vuist met fans van FC Groningen voorafgaand aan een vriendschappelijke wedstrijd (Klomp, 2020) en werden bij het massaal nuttigen van alcohol de coronaregels overtreden tijdens de wedstrijd tussen Feyenoord en FC Twente (Graat, 2020). Tijdens de wedstrijden tussen Feyenoord en Ajax liepen de ongeregeldheden zo uit de hand dat er sinds 2009 geen uitsupporters meer aanwezig mogen zijn tijdens deze zogenoemde Klassiekers (Koops, 2019). Ook zorgt de overlast voor een negatieve impact op het plezier van de andere toeschouwers (Nicholson & Hoye, 2005).

Om deze voetbalvandalistische incidenten te beteugelen worden er stewards en politiemensen ingezet tijdens voetbalwedstrijden. De voetbalclub is verantwoordelijk voor het handhaven van de orde en veiligheid in het eigen stadion met behulp van clubstewards (politie, z.j.). De politie is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde in de publieke ruimte (politie, z.j.). Aangezien de misdragingen van fans niet beperkt blijven tot de voetbalstadions zijn er ook agenten nodig om de rust te bewaren.

Gezien de vele negatieve gevolgen van voetbalvandalisme voor de Nederlandse openbare orde en het feit dat de inzet van agenten betaald wordt uit belastinggeld is het waardevol om te achterhalen of de veiligheidsrisico’s rondom voetbalwedstrijden effectiever kunnen worden ingeschat. Door te onderzoeken welke factoren de kans op bepaalde voetbalvandalistische incidenten vergroten, kan de mate van benodigde inzet van politie (en stewards) voorafgaand aan een wedstrijd beter worden ingeschat. Op deze manier kan

(4)

belastinggeld efficiënter en effectiever worden ingezet rondom voetbalwedstrijden, omdat er voorafgaand aan een wedstrijd doelgerichte inschattingen kunnen worden gemaakt welke incidenten zullen plaatsvinden op basis van de aanwezigheid van bepaalde factoren. Zo kan dit onderzoek ook een bijdrage leveren aan het streven van de Nederlandse politie naar toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal (Politie, 2016). Door te achterhalen welke factoren bepaalde voetbalvandalistische incidenten veroorzaken, zal de veiligheid omtrent voetbal in de toekomst beter gewaarborgd kunnen worden.

1.2 Probleemstelling

De doelstelling van dit onderzoek luidt als volgt: ‘Inzicht verkrijgen in welke factoren een significante invloed hebben op het plaatsvinden van acht verschillende voetbalvandalistische incidenten door toeschouwers van voetbalwedstrijden in de Nederlandse Eredivisie in de afgelopen vijf jaar, teneinde de veiligheid rondom voetbalwedstrijden in Nederland beter te kunnen waarborgen, het Nederlands overheidsgeld effectiever en efficiënter in te kunnen zetten bij het betaald mannenvoetbal en overige negatieve gevolgen te kunnen voorkomen’.

De vraagstelling van dit onderzoek luidt daarom als volgt: 'In welke mate hebben voetbalwedstrijd gerelateerde factoren een significante invloed op het plaatsvinden van acht verschillende voetbalvandalistische incidenten door toeschouwers van voetbalwedstrijden in de Nederlandse Eredivisie in de afgelopen vijf jaar?’

Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zijn de volgende deelvragen geformuleerd:

1. Wat zegt de literatuur over factoren die mogelijk een rol spelen bij het veroorzaken van voetbalvandalistische incidenten?

2. Welke soorten voetbalvandalistische incidenten vinden plaats door toeschouwers van voetbalwedstrijden?

3. Welke van de in de literatuur gevonden factoren zijn terug te vinden in de praktijk in de Nederlandse Eredivisie in de afgelopen vijf jaar?

1.3 Wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie

In het verleden zijn er verschillende onderzoeken uitgevoerd om de factoren in kaart te brengen die leiden tot geweld door het aanwezige publiek bij sportevenementen (Spaaij,

(5)

2014; Russell, 2003). Dankzij deze onderzoeken is er een arsenaal aan factoren achterhaald die leden uit het publiek ertoe zetten om geweld te gebruiken tijdens sportevenementen, waaronder ook voetbalwedstrijden. Dit onderzoek zal voor het eerst kijken of deze reeds gevonden factoren een significante invloed hebben op acht verschillende voetbalvandalistische incidenten. Zo kan er achterhaald worden of de factoren die in het verleden een significante invloed bleken uit te oefenen ook een significantie invloed hebben op specifieke geweldsincidenten. Daarnaast blijken er tegenstrijdige resultaten gevonden te zijn over het feit of een hoge significantie van een voetbalwedstrijd leidt tot meer geweld door het publiek (Russell, 2003), waardoor deze dimensie een grote rol inneemt in dit onderzoek om de ambiguïteit in te perken. De dimensie ‘significantie van een voetbalwedstrijd’ zal gemeten worden aan de hand van eerder gebruikte factoren om te achterhalen welke van deze een significante invloed uitoefent op geweld rondom een voetbalwedstrijd. Daarnaast worden er twee nieuwe factoren onderzocht om te kijken of deze bijdragen aan de significatie van de voetbalwedstrijden; een wedstrijd waarbij twee directe concurrenten, oftewel rivalen, tegen elkaar spelen en een wedstrijd waarbij een degradatiekandidaat betrokken is. Naast de significantie van een voetbalwedstrijd zullen er ook factoren gebruikt worden behorende tot de dimensies ‘aanwezigheid toeschouwers’, ‘context voetbalwedstrijd’ en ‘wedstrijdverloop’. Het wedstrijdverloop zal in dit onderzoek voor het eerst gemeten worden aan de hand van het aantal gele kaarten, aantal rode kaarten, aantal overtredingen en aantal doelpunten tijdens een wedstrijd. Het geweld door toeschouwers kan volgens Spaaij (2014) beter verklaard worden door een dynamische wisselwerking tussen verschillende factoren. In dit onderzoek is voor het eerst gekeken naar de dynamische wisselwerking tussen de verschillende dimensies.

Vervolgens zal dit onderzoek in de Eredivisie in Nederland worden uitgevoerd. Doordat er internationale verschillen bestaan in de factoren die leiden tot geweld door het publiek bij een sportevenement is het van belang om een soortgelijk onderzoek ook in de Nederlandse Eredivisie uit te voeren (Roberts & Benjamin, 2000; Roadburg, 1980). In totaal zijn er slechts twee onderzoeken in Nederland uitgevoerd naar oorzaken van voetbalvandalisme. Dit onderzoek is daarom waardevol voor de Nederlandse voetbalwereld, omdat het een bijdrage zal leveren aan de wetenschappelijke kennis over welke factoren leiden tot voetbalvandalistische incidenten. Daarnaast zijn de gevonden onderzoeken gedateerd en is het van belang om zo een onderzoek na jaren weer uit te voeren om de

(6)

gegevens up-to-date te brengen. Zo zal er vastgesteld kunnen worden of de reeds gevonden factoren nog steeds een significantie invloed hebben op geweld door het publiek of dat er in de toekomst gekeken moet worden of andere factoren een significante bijdrage leveren.

Naast het feit dat dit onderzoek wetenschappelijk relevant is, is het ook maatschappelijk relevant. Dit onderzoek zal een bijdrage leveren aan een betrouwbaardere en gedetailleerdere risicoanalyse die de Nederlandse politie al jaren voorafgaand aan een voetbalwedstrijd opstelt (Politie, 2016). Bij deze analyse blijkt de politie al minstens tien jaar dezelfde factoren te gebruiken waaronder het tijdstip van de wedstrijd, een derby en een internationale competitiewedstrijd (Politie, 2011). Het is daarom van waarde om te onderzoeken of deze factoren nog steeds een significante rol spelen bij het veroorzaken van verschillende voetbalvandalistische incidenten in Nederland en of misschien andere factoren in de toekomst meer aandacht verdienen. Daarnaast blijkt uit cijfers dat het aantal incidenten in de afgelopen vijf jaar niet is afgenomen (Politie, 2019). In het voetbalseizoen 2016/2017 werd er meer vuurwerk afgestoken zonder dat daar de precieze reden voor is achterhaald. Er valt dus nog winst te behalen bij het achterhalen van welke factoren nu precies leiden tot het plaatsvinden van bepaalde geweldsincidenten in Nederland. De risicoanalyse voorafgaand aan een wedstrijd kan hierdoor gedetailleerder van aard zijn, zodat de incidenten efficiënter en effectiever aangepakt kunnen worden. De factoren in dit onderzoek zijn zo gekozen dat deze, uitgezonderd van het wedstrijdverloop, voorafgaand aan een wedstrijd bekend zijn, waardoor de politie zich zo optimaal mogelijk kan voorbereiden op de incidenten.

Ook kan de Nederlandse politie op basis van een betrouwbaardere analyse een betere inschatting maken van de veiligheidsrisico’s tijdens een voetbalwedstrijd om vervolgens een betere inschatting te kunnen maken van de benodigde politie-inzet. Bovendien kunnen de politie en de stewards zich beter voorbereiden op het voetbalvandalisme, doordat ze op basis van de in dit onderzoek gevonden factoren kunnen inschatten welke soorten incidenten zullen plaatsvinden. Hierdoor kan het overheidsgeld efficiënter en effectiever worden ingezet bij het bewaren van de openbare orde in en rondom het stadion. Dit zal ook kunnen bijdragen aan het creëren van draagvlak onder de Nederlandse samenleving om belastinggeld te besteden aan voetbalwedstrijden. In Nederland is er een maatschappelijk debat gaande of het politieoptreden tijdens voetbalwedstrijden niet door de voetbalclubs zelf betaald moet worden in plaats van door

(7)

de belastingbetaler (Bos-Coenraad, 2012). Doordat het belastinggeld gerichter en efficiënter kan worden ingezet, kan er meer begrip worden gekweekt bij de Nederlandse bevolking betreffende de politie-inzet bij voetbalwedstrijden.

Daarnaast kan door de betere inschatting van de benodigde politie-inzet tijdens een wedstrijd het politiepersoneel dat in eerste instantie bedoeld zou zijn voor een voetbalwedstrijd ook elders worden ingezet. Door de beschikbaarheid van deze politiemensen kan de veiligheid in heel Nederland beter gewaarborgd worden waardoor de hele Nederlandse samenleving indirect baat heeft bij dit onderzoek.

1.4 Methoden

In dit onderzoek zal er gebruik worden gemaakt van de methoden documentenanalyse, literatuuronderzoek en lineaire meervoudige regressieanalyse. Aan de hand van de documentenanalyse zullen de verschillende voetbalvandalistische incidenten die door de toeschouwers van een voetbalwedstrijd plaatsvinden in de Eredivisie worden achterhaald. De hiervoor gebruikte documenten zijn ‘soorten incidenten voetbalvandalisme’ en ‘incidenten per voetbalwedstrijd 2005-2019’. Deze documenten zijn voor dit onderzoek beschikbaar gesteld door het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV). Vervolgens zal het literatuuronderzoek de factoren achterhalen die mogelijk een significant effect hebben op het plaatsvinden van de voetbalvandalistische incidenten. Daarna zullen de factoren en de soorten incidenten in kaart worden gebracht per gespeelde wedstrijd in de afgelopen vijf Eredivisie seizoenen. De gegevens behorende tot de factoren zijn afkomstig van de volgende websites: www.tranfermarkt.com, www.eredivisiestats.nl, www.voetbal.com en www.vi.nl. Nadat deze gegevens verwerkt zijn zal er aan de hand van acht lineaire meervoudige regressieanalyses worden gekeken welke van de factoren een significante invloed heeft op elk van de voetbalvandalistische incidenten in de Nederlandse Eredivisie.

1.5 Leeswijzer

Het net gelezen hoofdstuk omvatte de inleiding van dit onderzoeksverslag. Het volgende hoofdstuk beschrijft het theoretisch kader. Hierin zullen de factoren behorende bij de vier dimensies ‘aanwezigheid toeschouwers’, ‘significantie voetbalwedstrijd’, ‘context

(8)

voetbalwedstrijd’ en ‘wedstrijdverloop’ worden uitgelegd aan de hand van verschillende wetenschappelijke theorieën en veronderstellingen. In het derde hoofdstuk zal de methodologische verantwoording worden beschreven, waarin zal worden ingegaan op de vorm van het onderzoek, de dataverzameling, de casus, de operationalisatie en de betrouwbaarheid en validiteit van dit onderzoek. In het vierde hoofdstuk zullen de resultaten beschreven worden, in het vijfde hoofdstuk komen de conclusie en discussie aan bod en het zesde hoofdstuk omvat de literatuurlijst. De bijlage is aan het einde van dit onderzoeksverslag opgenomen.

(9)

2. Theoretisch kader

2.1 De groepsdynamiek en voetbalvandalisme

Het plaatsvinden van voetbalvandalistische incidenten tijdens voetbalwedstrijden in Nederland kan verklaard worden door de groepsemoties die loskomen bij de toeschouwers. In dit onderzoek zullen toeschouwers opgevat worden als de leden van het publiek die fysiek aanwezig zijn bij een sportevenement (Ward, 2002). Volgens Frijda (1986, in Shteynberg, Hirsh, Apfelbaum, Larsen, Galinsky & Roese, 2014) volgen acties uit emoties die de mens op een bepaald moment voelt. Deze emoties van individuen blijken in groepen te worden versterkt (Freud, 1992, in Shteynberg et al., 2014). Uit onderzoek blijkt dat groepsaandacht, oftewel het samen beleven van een gebeurtenis, de emotionele intensiteit van de gebeurtenis laat toenemen (Shteynberg et al., 2014). Door de toename van de emotionele intensiteit neemt de kans op emotie-gebaseerd gedrag toe. De groepsemoties leiden vervolgens tot collectieve mobilisatie binnen de groep, waardoor de kans op verstoring van de openbare orde toeneemt. Door de invloed van de groep maken mensen zich sneller schuldig aan geweld dan wanneer ze alleen waren geweest. Ook blijkt de aanwezigheid van rivaliserende fans bij een voetbalwedstrijd al voldoende te zijn om geweld uit te lokken bij de toeschouwers (Spaaij, 2014).

Deze veronderstellingen leiden ertoe dat hoe meer toeschouwers er aanwezig zijn tijdens een wedstrijd, hoe groter de rol van groepsemoties is die leidt tot gewelddadige acties. De misdragingen van de toeschouwers zijn dan ook vaak het gevolg van de omvang van het publiek (Spaaij, 2014). Daarnaast blijkt dat het publiek zich sneller misdraagt wanneer de toeschouwers dichter op elkaar zitten (Branscombe & Wann, 1992). De toeschouwers zitten dichter op elkaar als er meer stoelen in het stadion gevuld zijn. Dit leidt tot de formulering van de volgende twee hypothesen:

Hypothese 1: ‘Er vinden meer incidentsoorten plaats naarmate er meer toeschouwers in het stadion aanwezig zijn tijdens een voetbalwedstrijd’.

Hypothese 2: ‘Er vinden meer incidentsoorten plaats wanneer de bezettingsgraad van het stadion hoog is’.

(10)

2.2 De significantie van de voetbalwedstrijd en voetbalvandalisme

De aanwezigheid van groepen in de context van voetbal kan op basis van de ‘Realistic Group Conflict Theory’ ook leiden tot een conflict. Deze theorie stelt dat een conflict tussen twee (of meer) groepen voortkomt uit de incompatibiliteit van hun doelen (Crandall & Schaller, 2004). De verhouding tussen de twee groepen is positiever van aard wanneer de doelen verenigbaar zijn en is negatiever van aard wanneer de doelen dit niet zijn. De mate van verenigbaarheid van de doelen hangt ervan af of de groepen dezelfde grondstoffen willen bemachtigen en of deze grondstoffen schaars zijn. De negativiteit tussen de groepen als gevolg van de botsende doelen kan volgens deze theorie ontstaan op basis van drie veronderstellingen. Ten eerste zal het conflict tussen de groepen toenemen wanneer de strijd om grondstoffen toeneemt en wanneer de ene groep meer kan profiteren wanneer deze wint. Ten tweede zal een toename van het conflict leiden tot een negatievere relatie tussen de groepen. Hierdoor zal ook de vijandelijkheid tussen de groepen toenemen. Als laatste zal het conflict groter worden als de groepen dicht bij elkaar in de buurt zijn wanneer er sprake is van schaarste.

De uitgangspunten van deze theorie zijn ook toe te passen op de situatie in voetbal in Nederland (Vergeer & Mulder, 2019). Het conflict dat ontstaat tussen groepen is te herleiden naar het puntensysteem dat gebruikt wordt in de Nederlandse Eredivisie. De punten die te verdienen zijn tijdens een voetbalwedstrijd kunnen namelijk gezien worden als de schaarse grondstoffen waar het conflict op is gebaseerd. De club die de wedstrijd wint, verdient drie punten en de club die verliest krijgt nul punten. Wanneer de wedstrijd eindigt in een gelijkspel verdienen beide clubs één punt. De te behalen punten tijdens een wedstrijd zijn dus gelimiteerd, waardoor er sprake is van schaarste (Esses, Dovidio, Jackson & Armstrong, 2001; Esses, Jackson & Armstrong, 1998). Vervolgens bepaalt het aantal behaalde punten de positie van de voetbalclub in het klassement; hoe meer punten er verdiend zijn, hoe hoger de club staat op de ranglijst. Daarnaast bestaat de algemene opvatting dat hoe hoger een club staat in het klassement, hoe meer macht en prestige deze heeft. Dit zijn de minder-tastbare grondstoffen die een groep kan verdienen.

Op basis van de punten wordt het klassement vormgegeven dat aan het einde van het voetbalseizoen de eindstand bepaalt. In de Eredivisie wordt er gestreden om de eerste plek, het vermijden van de degradatiezone, het plaatsen voor de ‘UEFA Champions League’

(11)

en het plaatsen voor de ‘Europa League’. De Nederlandse voetbalclub die de afgelopen vijf seizoenen op de laatste plek is geëindigd, degradeert naar de Eerste Divisie. De clubs die op de zeventiende en zestiende plek zijn geëindigd, zijn gekwalificeerd voor de zogenoemde ‘play-offs’ tegen degradatie naar de Eerste Divisie. Deze worden gespeeld tegen de clubs die dat seizoen goed hebben gepresteerd in de Eerste Divisie. De twee winnaars van de ‘play-offs’ zullen het volgende seizoen in de Eredivisie spelen en de overige clubs zullen in de Eerste Divisie spelen. De voetbalclub die op de eerste positie is geëindigd in de Eerste Divisie zal direct promoveren naar de Eredivisie.

Bij het mogen deelnemen aan de ‘Europa League’ en de ‘Champions League’ zijn het aantal beschikbare plaatsen voor de Nederlandse clubs afhankelijk van de plek van Nederland op de ‘UEFA Coëfficiënten ranglijst’ en het verloop van de Nederlandse voetbalcompetitie ‘TOTO KNVB Beker’. De plaats van Nederland op de ranglijst wordt bepaald door de prestaties van de Nederlandse clubs in Europa (‘UEFA coëfficiënten’, z.j.). Wanneer een land hoger op deze ranglijst staat, zijn er meer beschikbare plaatsen voor de ‘Europa League’ en de ‘Champions League’. In de afgelopen vijf jaar zijn de twee voetbalclubs die op de eerste twee plekken in het klassement zijn geëindigd, geplaatst voor de (voorrondes van de) ‘Champions League’. De voetbalclubs die de afgelopen vijf jaar tussen de tweede en tiende plek zijn geëindigd, hebben zich geplaatst voor de (voorrondes van de) ‘Europa League’. De precieze plekken waren afhankelijk van het verloop van de ‘KNVB Beker’, de plek van Nederland op de ‘UEFA Coëfficiënten ranglijst’ en er waren twee uitzonderingen in de afgelopen vijf jaar. De winnaar van de bekercompetitie plaatst zich namelijk voor (de voorrondes van) de groepsfase van de ‘Europa League’. Op deze manier kan een Nederlandse voetbalclub actief zijn in de ‘Europa League’ zonder dat deze één van de daarvoor officiële plaatsen heeft ingenomen in het Eredivisieklassement. Daarnaast plaatste Go Ahead Eagles zich voor de voorrondes van de groepsfase van de ‘Europa League’ in het seizoen 2015/2016 doordat deze het ‘UEFA Fair Playklassement’ had gewonnen (‘Go Ahead Eagles pakt Europees ticket dankzij Fair Play’, 2015) en FC Twente degradeerde door wanbeleid ondanks dat deze in het seizoen 2016/2017 als 7e was geëindigd in de Eredivisie

(‘Tijdlijn: hoe het volledig misging met FC Twente’, 2016).

De punten, macht en prestige waar om gestreden wordt tijdens een voetbalwedstrijd zorgt voor een toename in intensiteit van de emoties bij de toeschouwers. Deze ‘grondstoffen’ bepalen namelijk de significantie die aan een wedstrijd wordt toegekend.

(12)

Hierdoor is de kans op onrust rondom een voetbalwedstrijd in Nederland groter wanneer de significantie van een wedstrijd groot is (Rookwood & Spaaij, 2017). Doordat er tegenstrijdige resultaten zijn gevonden over het feit of de hoge significantie van een wedstrijd leidt tot meer voetbalvandalistische incidenten, zal deze dimensie in dit onderzoek een groot gedeelte innemen om deze ambiguïteit mogelijk in te perken.

De toename van de emotionele intensiteit treedt voornamelijk op bij een wedstrijd waar degradatie op het spel staat en een wedstrijd waar goed presterende voetbalclubs tegen elkaar spelen (Russell, 2003; Semyonov & Farbstein, 1989). Er zal in dit onderzoek voor het eerst gekeken worden of een wedstrijd van een degradatiekandidaat invloed heeft op het plaatsvinden van voetbalvandalistische incidenten. Degradatiekandidaten zijn clubs die de ‘play-offs’ tegen degradatie naar de Eerste Divisie hebben gewonnen en de club die als eerste is geëindigd in de Eerste Divisie. Deze clubs zijn als ‘laatsten’ geëindigd in de Eredivisie, waardoor deze de grootste kans op degradatie hebben. Om degradatie te voorkomen zijn voor deze clubs alle te behalen punten belangrijk, waardoor er zal worden gekeken of een wedstrijd van een degradatiekandidaat ook beschouwd kan worden als een wedstrijd waarvan de significantie hoog is. Daarnaast zal er onderzocht worden of een wedstrijd tussen voetbalclubs die in het voorgaande seizoen in de top 5 zijn geëindigd invloed heeft op het plaatsvinden van voetbalvandalistische incidenten. Vervolgens zal er gekeken worden of een wedstrijd waar twee directe concurrenten, oftewel rivalen, tegen elkaar spelen opgevat kan worden als een wedstrijd waarvan de significantie groot is. Bij zo een rivalenwedstrijd spelen de twee clubs om dezelfde positie in het Eredivisieklassement. Deze bevindingen leiden tot de formulering van de volgende drie hypothesen:

Hypothese 3: ‘Er vinden meer incidentensoorten plaats wanneer er een wedstrijd van een degradatiekandidaat wordt gespeeld’.

Hypothese 4: ‘Er vinden meer incidentensoorten plaats wanneer er een wedstrijd wordt gespeeld tussen in het voorgaande seizoen hoog geëindigde clubs’.

Hypothese 5: ‘Er vinden meer incidentensoorten plaats wanneer er tegen een directe rivaal wordt gespeeld’.

(13)

Naast deze drie soorten voetbalwedstrijden zijn er ook nog drie andere soorten wedstrijden waarvan de significantie hoog is, maar niet enkel als gevolg van de schaarste in de te behalen punten. Bij deze wedstrijden spelen zaken een rol die te herleiden zijn naar de verhoudingen in de Nederlandse maatschappij. Een voorbeeld hiervan is een derby. Een derby is een voetbalwedstrijd waarbij de voetbalclubs die tegen elkaar spelen uit dezelfde stad of regio komen (Marie, 2016). Hierdoor speelt de geringe geografische afstand een grote rol (Politie, 2019). De winnende club wordt tot dezelfde volgende derby als de superieure club beschouwd. Ook doen andere factoren uit de Nederlandse samenleving zoals rivaliteit, prestige, traditie en historie ertoe tijdens het spelen van een derby (Roberts & Benjamin, 2000). Door de verbondenheid die fans voelen met hun club is het willen verdedigen van de zogenoemde ‘thuisbasis’ tijdens het spelen van een derby ook van belang. Leden (en fans) van een voetbalclub zien het stadion waar ze spelen als hun thuisbasis door de sociale betekenis die eraan gegeven wordt als gevolg van het proces van territoriale identificatie (Spaaij, 2007). Een derby wordt dankzij deze factoren dan ook gezien als een wedstrijd met een hoge emotionele intensiteit voor het publiek (Friedman, 2020) en kan hierdoor een negatieve impact hebben op de Nederlandse openbare orde. In de huidige risicoanalyse houdt de politie rekening met een derby. Het is dus van belang om te kijken of deze factor nog steeds een significante invloed heeft op voetbalvandalistische incidenten. Op basis van deze bevindingen is de volgende hypothese geformuleerd:

Hypothese 6: ‘Er vinden meer incidentsoorten plaats wanneer een derby wordt gespeeld’.

Een ander voorbeeld van een wedstrijd waarvan de significantie hoog is door de onderliggende verhoudingen in de Nederlandse samenleving is de zogenoemde Klassieker tussen de voetbalclubs Feyenoord en Ajax. Deze wedstrijd weerspiegelt de rivaliteit die bestaat tussen de twee grootste Nederlandse steden waar de clubs vandaan komen, respectievelijk Rotterdam en Amsterdam (Koops, 2019). In het verleden representeerde Rotterdam de arbeiders en Amsterdam de bureaucratie (‘Klassiekers Eredivisie 2020/2021’, z.j.). Na de Tweede Wereldoorlog werd Rotterdam economisch welvarender dan Amsterdam waardoor de rivaliteit tussen de twee steden, en daardoor de twee clubs, een feit was. Door de historische betekenis van deze wedstrijd zijn er in het verleden veel rellen uitgebroken

(14)

tussen de fans van beide clubs. Ondanks dat er geen uitsupporters meer welkom zijn tijdens een Klassieke kunnen de thuissupporters zich wel degelijk schuldig maken aan geweld. Op basis van deze Nederlandse geschiedenis is de volgende hypothese geformuleerd:

Hypothese 7: ‘Er vinden meer incidentsoorten plaats wanneer de Klassieker wordt gespeeld’.

Als laatste is de significantie van een wedstrijd hoog wanneer deze onderdeel is van een internationaal voetbaltoernooi. Dit volgt uit het feit dat het aanzien van deze competities hoger is dan die van de nationale competities, waardoor het belang van de wedstrijd toeneemt (Rookwood & Spaaij, 2017; Politie, 2019). In dit soort wedstrijden speelt het prestige van de Nederlandse voetbalclubs een grote rol (Bogaerts, Spapens & Bruinsma, 2003). Daarnaast spelen de nationalistische gevoelens van de supporters een grote rol bij internationale competitiewedstrijden (vanaf hier internationale wedstrijden). Wanneer een Nederlandse club actief is in de ‘Champions League’ of de ‘Europa League’ betekent dit dat deze actief is op het hoogste niveau binnen Europa. Dit bevordert de nationalistische gevoelens bij de Nederlandse fans, waardoor de politie rekening houdt met een internationale wedstrijd. Het is derhalve van belang is om te kijken of deze factor nog steeds een significante invloed heeft op voetbalvandalistische incidenten. Dit leidt tot de formulering van de volgende hypothese:

Hypothese 8: ‘Er vinden meer incidentsoorten plaats wanneer een wedstrijd in een internationaal voetbaltoernooi wordt gespeeld’.

2.3 De context van de voetbalwedstrijd en voetbalvandalisme

In de literatuur zijn ook factoren te vinden die leiden tot de toename van emoties bij de toeschouwers die gerelateerd zijn aan de context van de voetbalwedstrijd. Zo blijkt het tijdstip waarop de wedstrijd gespeeld wordt een rol te spelen bij voetbalvandalisme. Wanneer een wedstrijd eerder op de dag wordt gespeeld vindt er minder geweld plaats dan wanneer de wedstrijd later op de dag wordt gespeeld (Schaap, Postma, Jansen & Tolsma, 2014; Russell, 2003). Hierbij blijkt daglicht een belangrijke rol te spelen. Wanneer de

(15)

wedstrijd in het donker wordt gespeeld, oftewel in de avond, is de kans op voetbalvandalisme groter dan wanneer de wedstrijd in het licht wordt gespeeld, oftewel eerder op de dag. Dat daglicht een significante invloed heeft op geweldsincidenten tijdens een voetbalwedstrijd in Nederland is al vastgesteld (Schaap et al, 2014). Dit onderzoek zal kijken of het tijdstip van de wedstrijd nog steeds een significante invloed heeft op de verstoring van de Nederlandse openbare orde. Ook de Nederlandse politie houdt rekening met het tijdstip van de wedstrijd, waardoor het van belang is om te kijken of deze factor nog steeds een significante invloed heeft op de verstoring van de Nederlandse openbare orde.

Naast het tijdstip van de wedstrijd blijkt de temperatuur ook een rol te spelen bij voetbalvandalisme. Uit onderzoek blijkt dat wanneer de temperatuur toeneemt de mens agressiever wordt (Anderson, 1989). Ook in voetbal is vastgesteld dat warmte en geweld met elkaar in verband staan (Branscombe & Wann, 1992). Dit betekent dat de openbare orde in Nederland sneller verstoord zou worden wanneer het warm is, oftewel wanneer de wedstrijd in de zomer wordt gespeeld. Deze bevindingen leiden tot de formulering van de volgende twee hypothesen:

Hypothese 9: ‘Er vinden meer incidentsoorten plaats wanneer een wedstrijd later op de dag wordt gespeeld’.

Hypothese 10: ‘Er vinden meer incidentsoorten plaats wanneer de wedstrijd in de zomer plaatsvindt’.

2.4 Het verloop van de voetbalwedstrijd en voetbalvandalisme

Als laatste blijkt het verloop van de wedstrijd ook een grote rol te spelen bij voetbalvandalisme. De scheidsrechterlijke beslissingen tijdens een wedstrijd zijn vaak de veroorzakers van het vandalisme (Nicholson & Hoye, 2005). Uit de praktijk blijkt dat een beslissing van een scheidsrechter vaak als onjuist of controversieel wordt opgevat door de toeschouwers van de wedstrijd (Veldboer, Boonstra & Duyvendak, 2003; Spaaij, 2014). Wanneer een scheidsrechter een besluit neemt tijdens een wedstrijd leidt dit tot het oplopen van de emoties van de toeschouwers. Dit effect wordt versterkt door de wisselwerking die bestaat tussen de mening van de voetbalspelers en het publiek (Klapwijk,

(16)

2013). Vaak worden beslissingen van de scheidsrechter ook door de spelers zelf in twijfel getrokken waardoor het publiek deze mening overneemt. Vervolgens nemen de emoties van de toeschouwers toe wanneer spelers zich schuldig maken aan hard of gemeen spel, oftewel (zware) overtredingen (Duijvestijn, van Dijk, van Egmond, de Groot, van Sommeren & Verwest, 2013).

In dit onderzoek zal het wedstrijdverloop gemeten worden aan de hand van het aantal gele kaarten, het aantal rode kaarten en het aantal overtredingen. Er is voor deze indicatoren gekozen doordat deze de meest zichtbare scheidsrechterlijke beslissingen zijn tijdens een wedstrijd en daardoor een grote bijdrage leveren aan de oplopende emoties van het publiek. Daarnaast zal het vallen van een doelpunt ook leiden tot een toename van de emoties. Dit volgt uit de schaarste van de te verdienen punten tijdens een wedstrijd. Deze bevindingen leiden tot de formulering van de volgende hypothese:

Hypothese 11: ‘Er vinden meer incidentsoorten plaats wanneer een wedstrijd chaotischer verloopt’.

2.5 Het theoretische model

Hieronder is het theoretisch model van dit onderzoek gepresenteerd.

(17)

3. Methodologische verantwoording

In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk zal er beschreven worden hoe het onderzoek stapsgewijs is uitgevoerd, wat voor soort onderzoek is uitgevoerd en welke

dataverzamelingsmethoden zijn gebruikt. Ook zullen hier de data-analysemethoden worden beschreven. De tweede paragraaf zal de inclusie- en exclusiekenmerken van de data

beschrijven en de geraadpleegde databronnen. In de derde paragraaf zal er meer informatie gegeven worden over de casus van dit onderzoek, oftewel de Nederlandse Eredivisie. De vierde paragraaf bevat de operationalisatie en de vijfde paragraaf beschrijft de

betrouwbaarheid en de validiteit van dit onderzoek.

3.1 Vorm van onderzoek

De voetbalvandalistische incidenten en de factoren die deze mogelijk veroorzaken zijn in dit onderzoek op basis van literatuuronderzoek en documentenanalyse achterhaald. Vervolgens zijn er op basis van de gevonden literatuur elf hypothesen geformuleerd die zijn getoetst door middel van acht lineaire meervoudige regressieanalyses aan de hand van het programma ‘IBM SPSS Statistics 27’. De elf hypotheses zijn eenzijdig geformuleerd waardoor de alpha van 5%, oftewel 0.05, is gehanteerd. Dit houdt in dat dit onderzoek er rekening mee houdt dat er een 5% kans bestaat dat de nulhypothese onterecht verworpen wordt. Elk van de regressieanalyses heeft één van de acht voetbalvandalistische incidentsoorten als afhankelijke variabele gehad. Verder is bij elke regressieanalyse gebruik gemaakt van dezelfde veertien onafhankelijke variabelen, oftewel de veertien in de literatuur gevonden factoren.

Naast toetsend is dit onderzoek replicerend van aard, omdat het gebruik heeft gemaakt van reeds door onderzoek gevonden factoren die invloed hebben op geweld door toeschouwers van sportevenementen. Wel is er in dit onderzoek voor het eerst gekeken of een wedstrijd waar rivalen tegen elkaar spelen een significante invloed heeft op de acht voetbalvandalistische incidenten en is de factor wedstrijdverloop gemeten aan de hand van het aantal gele kaarten, aantal rode kaarten, aantal overtredingen en aantal doelpunten. Daarnaast is ervoor gekozen om in dit onderzoek de bezettingsgraad van het stadion te meten aan de hand van het aantal bezette stoelen en wordt een wedstrijd van een

(18)

degradatiekandidaat opgevat als een wedstrijd waarbij een degradatiekandidaat tegen een willekeurige andere club speelt. Bovendien zijn deze factoren voor het eerst toegepast op de Nederlandse Eredivisie in de afgelopen vijf jaar. Naast toetsend en replicerend kan dit onderzoek ook als voorspellend worden omschreven. Er kan op basis van de aanwezigheid van bepaalde factoren voorspeld worden welke incidenten plaats zullen vinden rondom een voetbalwedstrijd.

3.2 Dataverzameling

Op basis van de documenten ‘soorten incidenten voetbalvandalisme’ en ‘incidenten per voetbalwedstrijd 2005-2019’ van het CIV zijn de acht voetbalvandalistische incidentsoorten achterhaald die in de Eredivisie voorkomen en is vastgesteld rondom welke voetbalwedstrijden in de afgelopen vijf jaar bepaalde incidenten wel of niet hebben plaatsgevonden. In dit onderzoek is er gebruik gemaakt van de gegevens die betrekking hebben op de voetbalseizoenen 2014/2015 tot en met 2018/2019 van de Nederlandse Eredivisie. Het voetbalseizoen 2019/2020 is niet meegenomen in dit onderzoek, omdat er in dit seizoen een ander informatiesysteem is gebruikt door het CIV. Vervolgens heeft dit onderzoek alleen in Nederland gespeelde voetbalwedstrijden in de Eredivisie en internationale competities waarbij ten minste één voetbalclub uit de Eredivisie betrokken was geanalyseerd. Op deze manier zijn de resultaten relevant voor voetbalwedstrijden in Nederland. Daarnaast is ervoor gekozen om de voetbalclubs uit de Eredivisie centraal te stellen om een bijdrage te kunnen leveren aan het plan van de Nederlandse politie om een bezoek aan een voetbalwedstrijd een feest voor iedereen te maken. Bekerwedstrijden, vriendschappelijke wedstrijden, interlands en amateurwedstrijden zijn in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. Als laatste zijn alleen de voetbalvandalistische incidenten opgenomen die zijn geregistreerd door de Nederlandse politie. Op deze manier worden incidenten volgens een eenduidige definitie gecategoriseerd en geregistreerd.

In het literatuuronderzoek is er gezocht naar factoren die invloed hebben op gewelddadig gedrag van het publiek bij een sportevenement. De data behorende tot de gevonden factoren zijn gevonden op meerdere websites, namelijk www.tranfermarkt.com, www.eredivisiestats.nl, www.voetbal.com en www.vi.nl. De gegevens van de verschillende websites zijn steekproefsgewijs met elkaar vergeleken waardoor het waarheidsgehalte van

(19)

de data is geoptimaliseerd. De data voor de wedstrijd van een degradatiekandidaat en de top-5-wedstrijden zijn gebaseerd op het seizoen voorafgaand aan het seizoen waarin de wedstrijd gespeeld is. De data behorende bij de rivalenwedstrijd zijn gebaseerd op het Eredivisieklassement voorafgaand aan de speeldag (zie hiervoor paragraaf 3.4). Alle data is vervolgens gecombineerd in een Excel tabel voor de analyses.

In totaal is dit onderzoek uitgevoerd op basis van 1634 wedstrijden (zie tabel 1), waarbij aangegeven moet worden dat er acht Eredivisiewedstrijden (elk uit seizoen 2018/2019) missen en acht internationale wedstrijden. Deze wedstrijden ontbraken in het bestand van het CIV en omvatten vier thuiswedstrijden van SC Heerenveen, vier thuiswedstrijden van Heracles Almelo en acht willekeurige internationale wedstrijden. Doordat het vier thuiswedstrijden betrof voor twee voetbalclubs in verhouding tot de door elk 85 totaal gespeelde thuiswedstrijden in de afgelopen vijf jaar zal dit niet voor zorgwekkende bias zorgen. Verder zal het missen van de internationale wedstrijden ook niet voor bias zorgen, doordat deze willekeurig in de vijf voetbalseizoenen missen.

Tabel 1: Overzicht aantal voetbalwedstrijden

2014/201 5 2015/201 6 2016/201 7 2017/201 8 2018/201 9 Totaal Eredivisie 306 306 306 306 298 1522 Internationaal 23 25 24 18 22 112 Totaal 329 331 330 324 320 1634

3.3 Casus

De casus in dit onderzoek is de Eredivisie in Nederland. Dit is de voetbalcompetitie voor mannen op het hoogste niveau waarin totaal achttien voetbalclubs actief zijn. Elke seizoen kent 34 speeldagen en elke speeldag kent negen wedstrijden, waardoor elk regulier seizoen bestaat uit 306 wedstrijden. Er is voor deze casus gekozen, omdat onderzoeken die zich focussen op professioneel (mannen)voetbal schaars zijn, dit soort onderzoeken in Nederland amper zijn uitgevoerd en de reeds uitgevoerde onderzoeken gedateerd zijn.

De voetbalclubs die actief zijn in de Eredivisie kennen elk een eigen stadion waar hun thuiswedstrijden worden gespeeld. Hierdoor kunnen de soorten voetbalvandalistische incidenten niet enkel verklaard worden door de in dit onderzoek meegenomen factoren, maar kunnen ook regionale en demografische verschillen een rol spelen. Zo blijkt dat er

(20)

meer voetvandalisme plaatsvindt in een stad dan in een dorp (Veldboer, Boonstra & Duyvendak, 2003), spelen zaken als de bevolkingssamenstelling of de sociale cohesie in de wijk een rol en staan bepaalde voetbalclubs bekend als risicoclubs (Bogaerts, Spapens & Bruinsma, 2003). Dit zijn clubs die een slechte reputatie hebben doordat zich hier vaak negatieve gebeurtenissen voltrekken. Deze zaken zouden ook invloed kunnen hebben op het plaatsvinden van de voetbalvandalistische incidenten en kunnen ook verklaren waarom bepaalde incidenten plaatsvinden tijdens een wedstrijd. Met het oog op de beschikbare tijd en capaciteit is er in dit onderzoek voor gekozen om de focus te leggen op de dimensies ‘aanwezigheid toeschouwers’, ‘significantie voetbalwedstrijd’, ‘context voetbalwedstrijd’ en ‘wedstrijdverloop’.

3.4 Operationalisatie

In dit onderzoek staat het begrip ‘voetbalvandalisme’ centraal. Dit begrip wordt door de Nederlandse politie (p.8, 2016) omschreven als de ‘gedragingen van personen, alleen of in groepen in relatie tot het voetbal die te maken hebben met de verstoring van openbare orde/veiligheid en/of het plegen van strafbare feiten’. De acht incidentsoorten die als voetbalvandalistisch worden opgevat zijn het afsteken van vuurwerk, spreekkoren, vechtpartijen, brandstichting, vernieling, bedreiging, mishandeling en het gooien met voorwerpen. In dit onderzoek wordt er per incident gekeken of het in en/of rondom het stadion waar de wedstrijd werd gespeeld heeft plaatsgevonden. Het incident heeft plaatsgevonden wanneer het geregistreerd is door het CIV (0 = nee, 1 = ja).

In totaal zijn er in dit onderzoek elf hypotheses getoetst. Doordat de laatste hypothese gemeten wordt aan de hand van vier factoren zijn er veertien onafhankelijke variabelen meegenomen. Deze zijn uitgesplitst in vier dimensies.

3.4.1 Aanwezigheid van de toeschouwers

Deze dimensie bevat twee indicatoren die gerelateerd zijn aan de aanwezigheid van toeschouwers tijdens een voetbalwedstrijd.

Aantal toeschouwers – De hoeveelheid toeschouwers die in het stadion aanwezig is

(21)

daardoor geen lineair effect heeft op de afhankelijke variabele is er gekozen voor een log-transformatie (Field, 2013).

Bezettingsgraad toeschouwers – De hoeveelheid aanwezige toeschouwers gedeeld

door de totale capaciteit van het stadion (Russell, 2003).

3.4.2 Significantie van de voetbalwedstrijd

Deze dimensie bevat zes indicatoren die gerelateerd zijn aan de significantie die aan een wedstrijd wordt toegekend.

Wedstrijd van een degradatiekandidaat – Een wedstrijd in de Eredivisie waarbij

minstens één voetbalclub betrokken is die de ‘play-offs’ tegen degradatie naar de Eerste Divisie in het voorgaande seizoen heeft gewonnen of die in het voorgaande seizoen de Eerste Divisie heeft gewonnen (0 = nee, 1 = ja; Russell, 2003).

Top 5 wedstrijd – Een voetbalwedstrijd waarbij twee clubs tegen elkaar spelen die in

het voorgaande seizoen in de top vijf van het Eredivisieklassement zijn geëindigd (0 = nee, 1 = ja; Semyonov & Farbstein, 1989).

Rivalenwedstrijd – Een voetbalwedstrijd tussen twee voetbalclubs die op het

moment van spelen minder dan drie punten van elkaar verwijderd staan in het klassement (0 = nee, 1 = ja). Bij deze variabele zijn de eerste vijf speelronden van elk seizoen niet

meegenomen, omdat er pas na vijf ronden een top, middenmoot en hekkensluiters begint te vormen in het Eredivisieklassement. Door deze speelronden niet mee te nemen wordt bias zoveel mogelijk beperkt.

Derby – Een voetbalwedstrijd tussen twee clubs uit dezelfde stad of regio (0 = nee, 1

= ja; Marie, 2016). In Nederland worden enkele wedstrijden die in een bepaalde regio worden gespeeld gekenmerkt als een derby (Ypma, 2018). Dit zijn de wedstrijden tussen twee voetbalclubs uit dezelfde provincie, hetzelfde gedeelte van Nederland (Noorden, Zuiden, Oosten, Westen) of dezelfde streek (IJssel, Mijnstreek, Rijnmond, Twente). In bijlage 1 staat het volledige overzicht van Nederlandse derby’s in de afgelopen vijf jaar.

Klassieker – De voetbalwedstrijd tussen Feyenoord en Ajax in de Eredivisie (0 = nee, 1

= ja; Koops, 2019).

Internationale wedstrijd – Een voetbalwedstrijd die in Nederland gespeeld wordt in

(22)

voetbalclub uit de Eredivisie betrokken is (0 = nee, 1 = ja; Bogaerts, Spapens & Bruinsma, 2003).

3.4.3 Context van de voetbalwedstrijd

Deze dimensie bevat twee indicatoren die gerelateerd zijn aan de context waarin de voetbalwedstrijd gespeeld wordt.

Later op de dag – Een voetbalwedstrijd vindt later op de dag plaats wanneer de

voetbalwedstrijd in de Eredivisie na 16.00 begint in de winter, na 18.00 in de lente en de herfst en na 20.00 in de zomer (0 = nee, 1 = ja; Schaap et al., 2014). De winterperiode loopt van 21 december tot en met 20 maart, de lenteperiode loopt van 21 maart tot en met 20 juni, de zomerperiode loopt van 21 juni tot en met 20 september en de herfstperiode loopt van 21 september tot en met 20 december (‘De verschillende seizoenen in Nederland’, z.j.). De tijdstippen zijn zo gekozen dat de wedstrijd die later op de dag wordt gespeeld voor het grootste gedeelte in het donker plaatsvindt.

Zomer – Een wedstrijd vindt in de zomer plaats wanneer deze tussen 20 juni en 21

september wordt gespeeld (0 = nee, 1 = ja; ‘De verschillende seizoenen in Nederland’, z.j.).

3.4.4 Wedstrijdverloop

Het wedstrijdverloop wordt bepaald door de volgende vier indicatoren.

Aantal gele kaarten – Het aantal gele kaarten dat door de scheidsrechter gegeven

wordt aan voetbalspelers tijdens een wedstrijd. Een gele kaart is een officiële waarschuwing van de scheidsrechter na een onbesuisde overtreding van een voetbalspeler (KNVB, z.j.).

Aantal rode kaarten - Het aantal rode kaarten dat door de scheidsrechter gegeven

wordt aan voetbalspelers tijdens een wedstrijd. Een rode kaart wordt door de scheidsrechter getrokken bij ‘handelingen met buitensporige inzet en ernstig wangedrag’ of een tweede gele kaart (KNVB, z.j.).

Aantal overtredingen – Het aantal overtredingen dat in een wedstrijd plaatsvindt.

Een overtreding is het onreglementair afstoppen van een tegenstander (‘Voetbaltermen’, z.j.).

(23)

Aantal doelpunten – Het aantal doelpunten dat valt tijdens een wedstrijd. Een

doelpunt is een punt dat toegekend wordt aan één van de voetbalclubs doordat de bal in het doel is beland (Kernerman Dictionaries, 2020).

3.5 Betrouwbaarheid en validiteit

De betrouwbaarheid in dit onderzoek is gewaarborgd door het opstellen van een operationalisatie van de belangrijkste begrippen. Deze operationalisatie is in de vorige paragraaf gepresenteerd, waardoor dezelfde definities van de begrippen kunnen worden gebruikt bij een herhaalonderzoek. Daarnaast zijn de gebruikte gegevens in dit onderzoek openbaar waardoor iedereen deze gegevens kan gebruiken. De gegevens over de incidenten per voetbalwedstrijd zijn op te vragen bij het CIV. Doordat het CIV de gegevens over de incidenten ook registreert voor de risicoanalyses van de politie zijn deze ongekleurd, betrouwbaar en gedetailleerd. Vervolgens is de betrouwbaarheid van de data van de openbare websites geoptimaliseerd door deze steekproefsgewijs met elkaar te vergelijken. Bij de uitvoering van de acht regressieanalyses is er in eerste instantie multicollineariteit vastgesteld. Dit houdt in dat twee of meer verklarende variabelen met elkaar correleren waardoor ze overtollige informatie bevatten (Field, 2013). In dit onderzoek correleerde de variabele ‘internationale wedstrijd’ met de andere variabelen, waardoor deze variabele buiten de analyse wordt gelaten. Door deze variabele niet meer mee te nemen wordt er geen multicollineariteit meer vastgesteld. De ‘Variance Inflation Factors’ (VIF) in de modellen kwamen dan elk ruim onder de kritieke waarde van 10 (Midi & Bagheri, 2010).

De interne validiteit in dit onderzoek is gewaarborgd doordat de operationalisatie is opgesteld op basis van wetenschappelijke en in de praktijk gehanteerde definities. Daarnaast zijn alle beschikbare gegevens over de in Nederland gespeelde voetbalwedstrijden waarbij ten minste één Eredivisieclub betrokken was meegenomen in dit onderzoek. Er is dus geen gebruik gemaakt van een steekproef of selectie.

De externe validiteit wordt gewaarborgd doordat dit onderzoek gebruik heeft gemaakt van in voetbal gehanteerde begrippen met eenduidige definities. De resultaten van dit onderzoek zijn in dit opzicht te generaliseren naar andere voetbalcompetities en competities van een lager niveau. De generalisatie wordt enigszins beperkt doordat er in de relevante factoren internationale en culturele verschillen kunnen bestaan tussen de

(24)

Nederlandse en buitenlandse competitie. Daarnaast kan er een verschil zijn in de relevante factoren voor de Eredivisie en amateurvoetbal doordat amateurvoetbal meer hobbymatig van aard is. Zo zou het kunnen zijn dat een wedstrijd van een degradatiekandidaat en een internationale wedstrijd in mindere mate een rol spelen, maar kunnen de factoren behorende tot het verloop van de wedstrijd en een rivalenwedstrijd wel degelijk een rol spelen. Daarnaast zijn de resultaten uit dit onderzoek te generaliseren naar de toekomst. Voor nieuwe seizoenen kan dit onderzoek elk jaar na afloop opnieuw worden uitgevoerd, waardoor de uitkomsten kunnen worden gebruikt voor andere (vervolg)onderzoeken en voor de toekomstige risicoanalyses van de voetbalwedstrijden.

(25)

4. Resultaten

In de tabel aan het einde van dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de acht lineaire meervoudige regressieanalyses gepresenteerd. Er is onderzocht wat de relatieve sterkte is van het effect van de veertien onafhankelijke variabelen op elk van de acht verschillende voetbalvandalistische incidentsoorten. Hiervoor is er gekeken naar de ongestandaardiseerde regressie-coëfficiënten. Het eerste getal in de tabel geeft de ongestandaardiseerde regressiecoëfficiënt (B) van elke onafhankelijke variabele weer per model. Het getal tussen haakjes erachter geeft de standaardfout (SE) weer van elke onafhankelijke variabele per model.

De ‘adjusted R square (R2)’ van het model van vuurwerk is 0,069, van het model van

spreekkoor 0,058, van het model van vechtpartij 0,006, van het model van brandstichting 0,007, van het model van vernieling 0,011, van het model van bedreiging 0,006, van het model van mishandeling 0,010 en van het model van voorwerpen gooien 0,016. Dit houdt in dat de meegenomen onafhankelijke variabelen 6,9% van de variantie van de afhankelijke variabele vuurwerk verklaren, 5,8% van de afhankelijke variabele spreekkoor, 0,6% van de afhankelijke variabele vechtpartij, 0,7% van de afhankelijke variabele brandstichting, 1,1% van de afhankelijke variabele vernieling, 0,6% van de afhankelijke variabele bedreiging, 0,1% van de afhankelijke variabele mishandeling en 1,6% van de afhankelijke variabele voorwerpen gooien.

4.1 Resultaten aanwezigheid toeschouwers

Uit de analyse (zie tabel 2) blijkt dat het aantal toeschouwers een significante invloed heeft op de incidenten vuurwerk (B = 0,180; p < 0,05) en spreekkoor (B = 0,080; p < 0,05). Dit betekent dat hypothese 1 voorlopig nog niet verworpen kan worden voor deze twee incidenten en voorlopig wel verworpen kan worden voor de andere. Daarnaast blijkt uit de analyse dat de bezettingsgraad van het stadion een significante invloed heeft op brandstichting (B = -0,073; p < 0,05) en het gooien van voorwerpen (B = -0,214; p < 0,05). Dit betekent dat hypothese 2 voorlopig nog niet verworpen kan worden voor deze twee incidenten en voorlopig wel verworpen kan worden voor de andere.

(26)

4.2 Resultaten significantie voetbalwedstrijd

Uit de analyse blijkt dat een wedstrijd van een degradatiekandidaat enkel een significante invloed heeft op vuurwerk (B = -0,092; p < 0,05). Op basis van deze informatie wordt hypothese 3 voorlopig nog niet wordt verworpen voor dit incident en voorlopig wel voor de andere. Vervolgens blijkt een top 5 wedstrijd een significante invloed te hebben op vuurwerk (B = 0,219; p < 0,05), vechtpartij (B = 0,094; p < 0,05), brandstichting (B = 0,039; p < 0,05) en mishandeling (B = 0,085; p < 0,05). Dit betekent dat hypothese 4 voorlopig nog niet verworpen wordt voor deze vier incidenten en voorlopig wel verworpen wordt voor de andere. Uit de analyse blijkt rivalenwedstrijd geen significante invloed te hebben op de acht voetbalvandalistische incidenten. Daarom wordt hypothese 5 voorlopig verworpen voor alle incidenten. Daarnaast blijkt een derby een significante invloed te hebben op vuurwerk (B = 0,362; p < 0,05), spreekkoor (B = 0,100; p < 0,05), vernieling (B = 0,155; p <0,05) en het gooien van voorwerpen (B = 0,160; p < 0,05). Hieruit volgt dat hypothese 6 voorlopig niet verworpen wordt voor deze vier incidenten en voorlopig wel voor de andere. Vervolgens blijkt de Klassieker een significante invloed te hebben op spreekkoor (B = 0,466; p < 0,05), vechtpartij (B = 0,309; p < 0,05), vernieling (B = 0,279; p < 0,05), bedreiging (B = 0,161; p < 0,05) en gooien van voorwerpen (B = 0,383; p < 0,05). Op basis van deze informatie wordt hypothese 7 voorlopig niet verworpen voor deze vijf incidenten en voorlopig wel voor de andere. De internationale wedstrijd wordt vanwege de sterke correlatie met de andere variabelen buiten de analyse gelaten, waardoor er geen uitspraken gedaan kunnen worden over deze hypothese.

4.3 Resultaten context voetbalwedstrijd

Uit de analyse blijkt later op de dag geen significante invloed te hebben op de acht voetbalvandalistische incidenten. Dit betekent dat hypothese 9 voorlopig verworpen wordt voor alle incidenten. Vervolgens blijkt zomer een significante invloed te hebben op vuurwerk (B = -0,090; p < 0,05) en spreekkoor (B = -0,065; p < 0,05). Hieruit volgt dat hypothese 10 voorlopig niet verworpen wordt voor deze twee incidenten en voorlopig wel voor de andere.

(27)

4.4 Resultaten wedstrijdverloop

Uit de analyse blijkt het aantal gele kaarten een significante invloed te hebben op het gooien van voorwerpen (B = 0,014; p < 0,05). Hieruit volgt dat hypothese 10a voorlopig niet verworpen kan worden voor dit incident en voorlopig wel verworpen kan worden voor de andere. Vervolgens blijkt dat het aantal rode kaarten een significante invloed heeft op spreekkoor (B = 0,080; p < 0,05). Dit betekent dat hypothese 10b voorlopig niet verworpen kan worden voor dit incident en voorlopig wel verworpen kan worden voor de andere. Het aantal overtredingen en het aantal doelpunten blijken beide geen significante invloed te hebben op de acht voetbalvandalistische incidenten. Daarom worden de hypotheses 10c en 10d voorlopig verworpen voor alle incidenten.

(28)

Tabel 2: Resultaten lineaire meervoudige regressieanalyses betreffende de acht voetbalvandalistische incidenten

Ongestandaardiseerde regressie-coëfficiënt Dimensie

Onafhankelijke variabele

Vuurwerk Spreekkoor Vechtpartij Brandstichting Vernieling Bedreiging Mishandeling Voorwerpen gooien Aantal (N) Constant -0,283(0,237) -0,256(0,152) -0,022(0,173) 0,070(0,063) -0,005(0,150) -0,040(0,080) -0,121(0,138) 0,377(0,200) 1634 Aanwezigheid toeschouwers Aantal toeschouwers 0,180(0,053)* 0,080(0,034)* 0,032(0,038) 0,006(0,014) 0,008(0,033) 0,024(0,018) 0,015(0,031) -0,026(0,044) 1522 Bezettingsgraad stadion -0,095(0,127) 0,022(0,082) -0,028(0,093) -0,073(0,034)* 0,012(0,081) -0,041(0,043) 0,112(0,074) -0,214(0,107)* 1522 Significantie voetbalwedstrijd Wedstrijd degradatiekandidaat -0,092(0,031)* -0,038(0,020) 0,012(0,023) 0,007(0,008) -0,003(0,020) 0,002(0,011) 0,033(0,018) 0,004(0,026) 1522 Top 5 wedstrijd 0,219(0,059)* 0,065(0,038) 0,094(0,043)* 0,039(0,016)* 0,035(0,038) 0,018(0,020) 0,085(0,035)* 0,091(0,050) 1522 Rivalenwedstrijd -0,012(0,036) 0,010(0,023) -0,025(0,026) -0,003(0,010) 0,018(0,023) 0,001(0,012) -0,025(0,021) 0,014(0,030) 1298 Derby 0,362(0,070)* 0,100(0,045)* 0,037(0,051) 0,007(0,019) 0,155(0,045)* 0,030(0,024) 0,059(0,041) 0,160(0,059)* 1522 Klassieker 0,327(0,174) 0,466(0,112)* 0,309(0,127)* 0,061(0,046) 0,279(0,110)* 0,161(0,059)* -0,163(0,102) 0,383(0,146)* 1522 Context voetbalwedstrijd Later op de dag -0,008(0,029) -0,021(0,018) 0,027(0,021) 0,004(0,008) 0,005(0,018) -0,010(0,010) 0,025(0,017) 0,046(0,024) 1522 Zomer -0,090(0,038)* -0,065(0,025)* 0,022(0,028) -0,018(0,010) 0,001(0,024) 0,001(0,013) 0,039(0,022) 0,001(0,032) 1522 Wedstrijdverloop

Aantal gele kaarten -0,004(0,008) 0,008(0,005) 0,001(0,006) 0,001(0,002) -0,004(0,005) 0,001(0,003) 0,007(0,005) 0,014(0,007)* 1522 Aantal rode kaarten -0,017(0,033) 0,080(0,021)* -0,008(0,024) 0,007(0,009) -0,008(0,021) -0,008(0,011) -0,003(0,019) 0,014(0,028) 1522 Aantal overtredingen 0,002(0,002) 0,000(0,001) 0,000(0,002) -0,001(0,001) 0,002(0,001) 0,000(0,001) 0,000(0,001) 0,000(0,002) 1473 Aantal doelpunten -0,002(0,008) 0,001(0,005) 0,005(0,006) -0,003(0,002) 0,006(0,005) 0,003(0,003) -0,006(0,005) 0,011(0,007) 1522

(29)

5. Conclusie en discussie

Dit onderzoek heeft een bijdrage geleverd aan het in de toekomst beter kunnen waarborgen van de veiligheid in en rondom een voetbalstadion door het betrouwbaarder en effectiever kunnen inschatten van het plaatsvinden van bepaalde voetbalvandalistische incidenten door de aanwezigheid van bepaalde factoren bij een voetbalwedstrijd in Nederland. In het theoretisch kader zijn er elf hypotheses geformuleerd op basis van de ‘Realistic Group Conflict Theory’ dat is toegepast op de situatie in voetbal en (deels) eerder gevonden relevante veronderstellingen en factoren. Deze hypotheses zijn vervolgens getoetst aan de hand van acht lineaire meervoudige regressieanalyses. Hierbij had elk van de regressieanalyses één van de acht voetbalvandalistische incidentsoorten als afhankelijke variabele en zijn dezelfde veertien onafhankelijke variabelen meegenomen. Zo kon er vastgesteld worden welke factoren een significante invloed hebben op de voetbalvandalistische incidenten.

Het aantal toeschouwers tijdens een voetbalwedstrijd bleek een significante positieve invloed te hebben op het afsteken van vuurwerk en spreekkoren. Deze uitkomst is in lijn met de groepsemoties die loskomen bij de toeschouwers door het gezamenlijk kijken naar een voetbalwedstrijd. Deze leiden vervolgens tot emotie-gebaseerd (negatief) gedrag. Wanneer er veel kaarten zijn verkocht voor een wedstrijd kan de Nederlandse politie zich voorbereiden op vuurwerk en spreekkoren om zo deze incidenten sneller de kop in te drukken of zelfs te voorkomen. Daarnaast bleek de bezettingsgraad van het stadion een negatieve significante invloed te hebben op brandstichting en het gooien van voorwerpen. Wanneer er relatief veel kaarten verkocht worden in verhouding tot het aantal beschikbare zitplaatsen hoeft de politie in mindere mate rekening te houden met deze incidenten. Dit zou kunnen volgen uit het feit dat hoe dichter de toeschouwers op elkaar zitten hoe meer getuigen er zijn voor het illegale gedrag, wat een remmend effect kan hebben.

In lijn met de ‘Realistic Group Conflict Theory’ blijkt de mate van significantie die toegekend wordt aan een voetbalwedstrijd een significante rol te spelen bij het plaatsvinden van voetbalvandalistische incidenten. Ten eerste blijkt een wedstrijd waarbij een degradatiekandidaat betrokken is een negatieve significante invloed te hebben op het afsteken van vuurwerk. De politie hoeft bij dit soort wedstrijden dus in mindere mate

(30)

rekening te houden met dit incidentsoort. Ten tweede blijkt een voetbalwedstrijd waarbij twee voetbalclubs betrokken zijn die in het voorgaande seizoen in de top 5 zijn geëindigd een positief significant effect te hebben op het afsteken van vuurwerk, vechtpartijen, brandstichting en mishandeling. Hierdoor kan de politie zich goed voorbereiden op deze incidentsoorten. Opvallend is dat een wedstrijd waarbij twee voetbalclubs spelen om dezelfde plaats in het klassement geen significante invloed heeft op de voetbalvandalistische incidenten. De verwachting was dat zo een wedstrijd significant zou bijdragen aan het plaatsvinden van incidenten met het oog op het Eredivisieklassement. Dit blijkt op basis van dit onderzoek onjuist te zijn.

Daarnaast blijken de maatschappelijke verhoudingen in Nederland een rol te spelen bij de voetbalvandalistische incidenten. Uit dit onderzoek blijkt dat het spelen van een derby een positieve significante invloed heeft op het afsteken van vuurwerk, spreekkoren, vernieling en het gooien van voorwerpen. Hierdoor moet er bij het opstellen van de risicoanalyse zeker nog rekening worden gehouden met een derby. Een ander interessant resultaat is dat het spelen van de Klassieker een positieve significante invloed heeft op de meeste soorten incidenten, namelijk spreekkoren, vechtpartijen, vernieling, bedreiging en het gooien van voorwerpen. Uit dit onderzoek blijkt dus dat de maatregel om uitsupporters niet meer toe te laten tot het stadion niet zo effectief is in het tegengaan van voetbalvandalistische incidenten als wordt gehoopt. Het historische aspect bij deze wedstrijd wordt niet uitgewist door het bannen van uitsupporters en er zal beter gekeken kunnen worden naar andere of aanvullende maatregelen rondom een Klassieker. Over de significante bijdrage van het spelen van een internationale wedstrijd aan de incidenten kan geen uitspraak worden gedaan, doordat deze te sterk correleerde met de andere variabelen. Tegen de verwachtingen in blijkt het later op de dag spelen van een wedstrijd geen significante invloed te hebben op de incidenten, terwijl dit uit eerder onderzoek in Nederland wel bleek. Het zou kunnen dat voetbalwedstrijden die meer geweld opleverden met het oog op het in 2014 uitgevoerde onderzoek eerder op de dag zijn ingepland. Dat zou verklaren waarom op basis van dit onderzoek, dat gebaseerd is op de afgelopen vijf jaar, het tijdstip van de wedstrijd geen significante invloed meer uitoefent op de incidenten. Als dit het geval is hoeft de risicoanalyse van de voetbalwedstrijd geen rekening meer te houden met de tijd van aftrap, maar moet hier bij de planning van de voetbalwedstrijden wel rekening mee worden gehouden.

(31)

Daarnaast blijkt uit dit onderzoek dat het spelen van een wedstrijd in de zomer een negatieve significante invloed heeft op het afsteken van vuurwerk en spreekkoren. Het feit dat vuurwerk enkel in de winter legaal verkocht wordt in Nederland zou dit kunnen verklaren. De afname in het aantal spreekkoren zou kunnen volgen uit de warmte die het onaangenaam maakt om te schreeuwen. De politie hoeft in de toekomst in mindere mate rekening te houden met deze twee voetbalvandalistische incidenten in de zomer.

Als laatste laat dit onderzoek zien dat de elementen behorende tot het wedstrijdverloop amper een significante invloed hebben op het plaatsvinden van voetbalvandalistische incidenten. Het aantal gele kaarten blijkt enkel positieve significante invloed te hebben op het gooien met voorwerpen en het aantal rode kaarten blijkt enkel positieve significante invloed te hebben op spreekkoren. De andere elementen blijken op geen van de acht incidenten een significante invloed te hebben. Op basis van deze resultaten lijkt het alsof het geweld van de toeschouwers niet gerelateerd is aan de sport zelf, maar dat een voetbalwedstrijd gezien wordt als een gelegenheid om de regels te overtreden.

Een aanbeveling op basis van dit onderzoek zou zijn om bij de risicoanalyse van een voetbalwedstrijd minder te focussen op het tijdstip van de wedstrijd mits hier bij de planning van de wedstrijden rekening mee wordt gehouden. Op basis van dit onderzoek zal er vooral meer rekening moeten worden gehouden met een top 5 wedstrijd, een derby en de Klassieker. Deze hebben elk een positieve significante invloed op minstens vier van de acht voetbalvandalistische incidenten. Hieruit blijkt dat vooral de voetbalclubs die betrokken zijn bij de wedstrijd het plaatsvinden van de incidenten verklaren en in mindere mate de kenmerken die te maken hebben met de sport en wedstrijd zelf. Uit dit onderzoek volgt dat de relevante factoren voorafgaand aan een voetbalwedstrijd bekend zijn en daarom kunnen worden opgenomen in de risicoanalyse van de wedstrijd. Hierdoor kan de Nederlandse politie zich goed voorbereiden op specifieke incidenten. Hiermee kan de veiligheid rondom een voetbalwedstrijd effectiever en efficiënter gewaarborgd worden. Daarnaast kan er een betrouwbaardere inschatting gemaakt worden van de benodigde politie-inzet, waardoor deze voor andere doeleinden gebruikt kan worden en er minder belastinggeld aan voetbalwedstrijden hoeft worden besteed. Zo kan de veiligheid in heel Nederland beter gewaarborgd worden.

(32)

5.1 Aandachtspunten bij dit onderzoek

De gegevens die gebruikt zijn in dit onderzoek zijn afkomstig van openbare sites. Er moet daarom rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de gegevens niet volledig betrouwbaar zijn. De waarheidsgetrouwheid van de data is geoptimaliseerd door de gegevens van meerdere websites met elkaar te vergelijken. In het vervolg zouden deze gegevens door een betrouwbaardere bron kunnen worden bijgehouden, zoals het CIV of de KNVB, en zou een herhaalonderzoek met deze gegevens uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast zijn de gegevens (grotendeels) handmatig ingevuld in een Excel bestand. Dit zou ertoe kunnen leiden dat menselijke fouten gemaakt zijn. De gegevens zijn na het invullen steekproefsgewijs gecontroleerd, waardoor deze fouten zijn geminimaliseerd. Een geautomatiseerde gegevensuitwisseling zou echter de voorkeur hebben.

Daarnaast heeft dit onderzoek met behulp van de gegevens van het CIV kunnen onderzoeken welke factoren leiden tot het plaatsvinden van acht verschillende voetbalvandalistische incidenten tijdens een Nederlandse voetbalwedstrijd. Dit heeft als gevolg dat het geen informatie kan geven over de aard, ernst en omvang van de incidenten. Het nieuwe informatiesysteem dat het CIV gaat gebruiken vanaf het voetbalseizoen 2019/2020 zal wel bijhouden hoe vaak een bepaald incident plaatsvindt (Politie, 2019). In de toekomst kan er op basis van deze informatie ook onderzocht worden of de meegenomen factoren een significante invloed hebben op de mate van het plaatsvinden van de incidentsoorten. Zo kan de politie beter inschatten in welke mate de incidenten zullen plaatsvinden, waardoor de veiligheid in en rondom het stadion nog beter gewaarborgd kan worden met gerichte politie-inzet en optreden.

Bovendien is het op basis van de lage ‘adjusted R square (R2)’ van de acht modellen

waardevol om een soortgelijk onderzoek uit te voeren met andere (aanvullende) factoren. Zo is eerder in dit onderzoek al aangegeven dat een vervolgonderzoek de focus zou kunnen leggen op demografische en sociaaleconomische kenmerken. Het verschil in de mate van het plaatsvinden van voetbalvandalistische incidenten per stadion kan verklaard worden door verschillen tussen de grootte van de gemeentes waar de stadions gevestigd zijn, de bevolkingssamenstelling of sociale cohesie in de wijk en/of de sociaaleconomische status van de wijk (Bogaerts, Spapens & Bruinsma, 2003; Veldboer, Boonstra & Duyvendak, 2003). Daarnaast is het mogelijk dat het ene stadion meer te maken heeft met zogenoemde

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

A microgrid is an electric power system consisting of distributed energy resources (DER), which may include control systems, distributed generation (DG) and/or distributed

Er zijn echter situaties waarbij de reddende burger volledig zelf opdraait voor zijn eigen schade en waarbij zijn schade door geen enkele verzekering wordt gedekt.. Wie

According to the Commission, PCI are projects with the aim to integrate the EU energy market, crucial for completing the European internal energy market and for

Through education insight, Blackboard helps education institutions boost stu- dent retention rates, create inclusive and accessible learning for all students, increase

Vanuit deze laagten hebben de venen zich door egres- sie over het aangrenzende land uitgebreid, zodat de veenbedekking waar­ schijnlijk meer heeft voorgesteld dan uit de verbreiding

De reactie van het publiek is van invloed op een gekozen politiestijl, bij het niet meewerken van publiek wordt er door de agenten vaker een instrumentele stijl gekozen..

De verwachtingen aan meisjes zijn dus dat zij zich goed gedragen, aardig zijn, voor andere zorgen en veel vriendinnen hebben, terwijl van jongens verwacht wordt dat ze

In dit onderzoek werd niet alleen de gehechtheid aan de plek en de verbondenheid met de mensen worden onderzocht, in dit geval de campus en de studenten, maar ook de gehechtheid aan