• No results found

De kracht van perspectief in de media. Corpusonderzoek naar framing van het woord ‘vluchteling(en)’ in krantenberichten van Nederlandse populaire en kwaliteitskranten in 2016.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De kracht van perspectief in de media. Corpusonderzoek naar framing van het woord ‘vluchteling(en)’ in krantenberichten van Nederlandse populaire en kwaliteitskranten in 2016."

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De kracht van perspectief in de media

Corpusonderzoek naar framing van het

woord ‘vluchteling(en)’ in

krantenberichten van Nederlandse

populaire en kwaliteitskranten in 2016

The power of perspective in the media

A corpus study on framing of the word ‘refugee(s)’ in news articles of

Dutch popular and broadsheet newspapers in 2016

Bachelor scriptie

Bachelor: Communicatie- en informatiewetenschappen

Radboud Universiteit, Nijmegen

Student: Nicole Verstraten (4625803) Datum: 5 juli 2018

Beoordelaars: dr. B. Hendriks & dr. L. van de Wijngaert Themagroep 13: Kracht van perspectief in de media

(2)

2

Samenvatting

Binnen dit corpusonderzoek werd er gekeken naar de kracht van perspectief in de media op het gebied van de vluchtelingenkwestie in 2016. Er wordt onderzocht in hoeverre er sprake is van verschil in framing van het woord ‘vluchteling’ op het niveau van zelfstandige

naamwoorden in de berichtgeving over vluchtelingen in kwaliteitskranten en populaire kranten in de Volkskrant en de Telegraaf (in het jaar 2016). Door de problematisering van de vluchtelingenkwestie in 2016 is het interessant te onderzoeken of er een verschil is in het discours omtrent vluchtelingen in deze kranten. Aan de hand van een vooraf samengesteld lexicon op basis van 56 krantenartikelen, zijn de synoniemen van het woord ‘vluchteling(en)’ gecodeerd. Daarnaast zijn ook de valentie en intensivering van deze woorden gecodeerd. De resultaten tonen een verschil in het gebruik van synoniemen voor het woord ‘vluchteling’ in

de Telegraaf en de Volkskrant. De krantenartikelen in de Telegraaf bevatten procentueel

gezien meer negatieve en geïntensiveerde woorden dan de krantenartikelen in de Volkskrant. Hieruit kan worden geconcludeerd dat er een overwegend negatiever taalgebruik gebruikt wordt in de Telegraaf om vluchtelingen te duiden. Deze resultaten suggereren dat de

interpretatie van de vluchtelingenkwestie en de perceptie van vluchtelingen negatief hierdoor kan worden beïnvloed. Dit onderzoek is dan ook een goed uitgangspunt voor

vervolgonderzoek naar de perceptie van vluchtelingen en de vluchtelingenkwestie die heerst in de samenleving en bij de lezers van verschillende nieuwsmedia.

(3)

3

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

In 2015 en 2016 domineerde de vluchtelingenkwestie de Nederlandse dagbladen. Statistieken van het CBS (2017) laten zien dat er in 2015 45.000 asielverzoeken werden ingediend in Nederland en daar kwamen er in 2016 nog 20.900 bij. Het NRC berichtte op 2 februari 2016 dat de helft van deze vluchtelingen uit Syrië kwam. In tegenstelling tot een migrant die uit economische overwegingen naar een ander land migreert, geeft het woord vluchteling aan dat het gaat om een noodgedwongen migratie, dat wil zeggen dat het niet meer veilig is in het land van herkomst (Hogesteeger, 2013).

Het overgrote deel van de Nederlandse samenleving komt niet zomaar in contact met vluchtelingen. De belangrijkste informatiebronnen voor het publiek op het gebied van vluchtelingen zijn de traditionele en nieuwe media. Deze bronnen schetsen een beeld van de vluchtelingenkwestie, en informeren daarmee de Nederlandse burger op een eigen manier. In de jaren 2015 en 2016 is de vluchtelingenstroom die Nederland binnenkwam sterk gestegen, waardoor de problematisering in deze jaren omtrent de vluchtelingenkwestie ook groter werd. Uit een onderzoek van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) naar

burgerperspectieven bleek dat een deel van de burgers er moeite mee hebben dat

vluchtelingen onderdak krijgen, terwijl sommige autochtone Nederlanders al jaren op een huis wachten en in armoede leven (2015). Daarnaast heerst er de angst dat zich terroristen onder de hulpbehoevende vluchtelingen bevinden (COB, 2015). De problematisering rondom de

vluchtelingenkwestie zou gevoed kunnen worden door de negatieve associatie met vluchtelingen die vaak dominant is in kranten (Van Dijk, 2016).

Deze negatieve associaties en bijbehorende beeldvorming kunnen dus voortkomen uit de beschrijving van vluchtelingensituaties in de kranten. Dat de berichtgeving van kranten neutraal en objectief is, is een illusie (McNair, 2006). Er kan namelijk vanuit verschillende perspectieven geschreven worden in een krant. Zo heeft iedere krant een eigen signatuur en een bepaalde ideologische achtergrond van waaruit er geschreven wordt (Van Gorp, 2006). Ook heeft iedere krant haar eigen doelgroep. Deze brede informatievoorziening biedt diverse perspectieven op actuele gebeurtenissen die aansluiten op een bepaalde doelgroep (Van Gorp, 2004). Dit resulteert in een situatie waarin mensen die eenzelfde krant lezen, vaak een

eenzijdig beeld van de gebeurtennissen te zien krijgen.

De verschillende frames zijn gebaseerd op het perspectief van de krant en de verwachting is dat frames in kwaliteitskranten en populaire kranten verschillen. Deze

(4)

4

verwachting is gebaseerd op het gegeven dat kranten vaak een verschillend karakter hebben (Schaap & Pleijter, 2012; Van Gorp, 2006). Bij kwaliteitskranten ligt de focus op serieuze berichtgeving, terwijl de focus bij populaire kranten ligt op sensatie (Schaap & Pleijter, 2012). Deze verschillende frames zouden problematisch kunnen zijn, omdat een frame invloed kan hebben op een subjectieve beeldvorming van de Nederlandse burger over vluchtelingen. Het is daarom interessant om te onderzoeken of er een verschil is in framing tussen

kwaliteitskranten en populaire kranten, en zo ja, op welk gebied deze verschillen te zien zijn. Het doel van dit onderzoek is te duiden of vluchtelingen op een andere wijze worden

weergegeven in populaire en kwaliteitskranten. De hoofdonderzoeksvraag die daarom onderzocht zal worden is als volgt:

Op welke manier verschillen Nederlandse kwaliteitskranten en populaire kranten in de framing van hun berichtgeving over vluchtelingen in de Volkskrant en Telegraaf in het jaar 2016?

Framing is een vorm van richting geven aan de inhoud van een tekst die op

verschillende niveaus werkt (Entman, 1993). Een frame kan heel subtiel geschetst worden door het zelfstandig naamwoord ‘vluchteling’ in een positieve of negatieve context te plaatsen. Het woord ‘vluchteling’ krijgt hierdoor een evaluatief karakter (Van Mulken en Schellens, 2012), terwijl de inhoudelijke betekenis van het woord hetzelfde blijft. Een voorbeeld hiervan is de volgende uitspraak: ‘De gelukszoekers pikken al onze banen in’. Daarnaast kan er sprake zijn van taalintensiteit. We spreken van een intensivering wanneer de evaluatie van het woord versterkt wordt, zoals bij ‘échte vluchteling’ (Liebrecht et al., 2016). Bij het vorige voorbeeld is te zien dat het intensiveren op een positieve manier kan, maar het woord kan ook op een negatieve manier geïntensiveerd worden, zoals bij ‘illegale migranten’. In verschillende kranten worden er vaak verschillende termen voor een en dezelfde actor, in dit geval de vluchteling, gebruikt, op dezelfde manier zoals hierboven. Er is in dit onderzoek voor gekozen om te onderzoeken hoe deze actoren, de vluchtelingen, benoemd worden. Daaruit volgt de deelvraag van dit onderzoek, onderliggend aan de hoofdvraag:

In hoeverre is er sprake van framing van het woord ‘vluchteling’ op het niveau van zelfstandige naamwoorden binnen de berichtgeving over vluchtelingen in kwaliteitskranten en populaire kranten? In de Volkskrant en Telegraaf in het jaar 2016.

Het thema waarbinnen deze scriptie uitgevoerd zal worden gaat over de kracht van perspectief in de media en hoe perspectief invloed kan hebben op de overtuigingskracht van berichtgeving in kranten. Met kracht wordt hier ook wel bedoeld dat er een bepaalde sturing vanuit een medium kan zijn. Hierbij zal het taalgebruik in verschillende krantenartikelen

(5)

5

bekeken worden en in verschillende onderzoeken gekoppeld worden aan onder andere de valentie van dit taalgebruik. Valentie is binnen dit onderzoek gedefinieerd als een

waardeoordeel, dat zowel positief, negatief als neutraal kan zijn.

1.2 Theoretisch kader

Taal is in het alledaagse leven alom aanwezig, is één van de belangrijkste

communicatiemiddelen en kan verschillende functies hebben die sociaal gedrag kunnen beïnvloeden. Zo kan taal beïnvloeden hoe we naar de wereld en de werkelijkheid kijken, en kan taal verschillende associaties oproepen (De Bruijn, 2015). Taal speelt ook een belangrijke rol binnen onderzoek naar framing. Framing wordt door Entman (1993, p.52) gedefinieerd als: het selecteren van onderdelen van de werkelijkheid en deze opvallender positioneren in een communicatieve context. Dit met als doel om een bepaald probleem onder de aandacht te brengen, een causale interpretatie of morele evaluatie te geven of een aanbeveling te doen voor het onderwerp waarover geschreven wordt (Entman, 1993). Frames kunnen daarbij een rol spelen in de interpretatie en evaluatie van maatschappelijke vraagstukken (Entman, 1993; Van Gorp, 2006).

Door middel van framing kan een onderwerp positief of negatief benadrukt worden en daarmee een positieve of negatieve attitude weergeven en/of uitlokken (De Bruijn, 2015). Volgens de Bruijn (2015) betekent dit dat taal ons normatieve oordeel kan beïnvloeden en dat er vaak een onderliggende gedachte achter een bepaalde formulering zit. Een geselecteerd frame bakent een bepaalde context af en kan er dus voor zorgen dat een bepaald onderwerp in een ander daglicht komt te staan. Woorden die een positief kader en een positieve associatie oproepen zijn bijvoorbeeld: ‘Meldpunt, genetische modificatie, sociaal leenstelsel en

vrijheidsstrijder’ (De Bruijn, 2015, p.15). Woorden die respectievelijk een negatieve associatie oproepen zijn: ‘kliklijn, genetische manipulatie, schuldstelsel en terrorist’ (De Bruijn, 2015, p.15). In deze voorbeelden is er sprake van dezelfde termen, maar deze termen geven ieder een ander perspectief of een andere attitude mee aan de lezer. De betekenis blijft gelijk, er is alleen sprake van framing op het niveau van woordkeuze.

Een neutraal woord kan ook een evaluatief karakter krijgen bijvoorbeeld door het te intensiveren (versterken) of te extensiveren (verzwakken), beide onderdelen van taalintensiteit (Van Mulken & Schellens, 2012). Door woorden te intensiveren kan een negatiever of

(6)

6

2016). Taalintensiteit en taalintensivering zijn geen synoniemen (van Mulken & Schellens, 2012; Liebrecht et al., 2016). Taalintensivering is het proces waarin evaluaties versterkt (of afgezwakt) worden en taalintensiteit heeft te maken met het verschil in kracht van de

evaluaties als geheel. Deze evaluaties kunnen zowel positief als negatief zijn (Liebrecht et al., 2016).

Om het verschil in betekenis tussen taalintensiteit en taalintensivering aan te duiden, volgen de definities van beide termen die in dit onderzoek gehanteerd zullen worden. In Liebrecht et al. (2016) wordt taalintensiteit als volgt gedefinieerd: Taalintensiteit is een stilistisch verschijnsel waarbij een andere woordkeuze ervoor zorgt dat de evaluatieve uiting ervan versterkt wordt, maar de inhoudelijke betekenis niet of maar minimaal verandert. Hiermee wordt bedoeld dat stilistische intensiveerders de positiviteit of negativiteit van de evaluatie versterken zonder dat het object van de evaluatie wijzigt’ (p. 74). Een

gesimplificeerd voorbeeld hierbij is bijvoorbeeld ‘een slecht boek’ en ‘een afschuwelijk boek’. Van Mulken en Schellens (2012) definiëren in hun onderzoek taalintensivering als volgt: ‘een element in een uiting is een intensivering wanneer het element kan worden weggelaten of vervangen met als resultaat: een grammaticaal correcte zin die in de context relevant is én een minder krachtige evaluatie tot uitdrukking brengt’ (2012, p.29). Binnen het onderzoek van Liebrecht et al. (2016) wordt dit als een taalintensiveerder, het instrument van taalintensiteit, gezien.

In het onderzoek dat van Mulken en Schellens (2012), komt naar voren dat teksten met taalintensiverende elementen als krachtiger en subjectiever worden gezien dan teksten zonder taalintensiverende elementen. Ook versterkt het de intensiteit van de uiting (Van Mulken & Schellens, 2012). Er zijn veel varianten van taalintensiveerders die op diverse wijzen toegepast kunnen worden in een tekst. In dit onderzoek zal er gekeken worden naar framing op het niveau van woordkeuze en specifiek naar synoniemen van het woord ‘vluchteling(en)’. Wanneer er binnen het analyseschema van van Mulken en Schellens (2012) gekeken wordt naar framing op het niveau van deze specifieke woordkeuze, komt het intensiverend

zelfstandig naamwoord het dichtste in de buurt. Een intensiverend zelfstandig naamwoord kan worden omschreven als een woord dat op zichzelf kan voorkomen en gecombineerd kan worden met die of dat ervoor, zoals de woorden ‘vertoning’ en ‘ramp’ (van Mulken & Schellens, 2012).

Met betrekking tot het onderwerp vluchtelingen zijn termen zoals, ‘terrorist’ en ‘gelukszoeker’, volgens de bovenstaande definitie dus intensiverende zelfstandige

(7)

7

voorkomen in krantenartikelen. Deze termen geven aan het neutrale woord ‘vluchteling’ een evaluatief (positief of negatief) karakter (Van Gorp, 2006), waarmee de valentie van het woord verandert. Deze valentie van de woorden zal in het onderzoek vastgelegd worden. Er zijn ook termen zoals ‘economische gelukszoekers’. Op zichzelf zijn dit geen zelfstandige naamwoorden, maar een bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met een zelfstandig naamwoord. Het woord ‘economische’ intensiveert in dit geval het geïntensiveerde

zelfstandig naamwoord ‘gelukszoekers’, omdat ‘economische’ hier een negatievere connotatie geeft aan het woord ‘gelukszoekers’. In zulke gevallen zal het intensiverende bijvoeglijk naamwoord ook gecodeerd worden. Volgens van Mulken en Schellens (2012) geeft een geïntensiveerd bijvoeglijk naamwoord ‘een nadere bijzonderheid van zelfstandigheden aan’ (p.51). Het woord zelfstandigheden in deze definitie is ook wel aan te duiden als een

zelfstandig naamwoord. De bijzonderheid kan een toestand of eigenschap van het zelfstandige naamwoord zijn, zoals ‘indrukwekkende’, waarbij ook superlatieven zijn toegestaan, zoals ‘grootste’ (van Mulken & Schellens, 2012).

Framing kan ook een rol spelen bij de berichtgeving over vluchtelingen in kranten. In dit onderzoek zal er gekeken worden naar het eventuele verschil in framing op het niveau van woordkeuze, met name met betrekking tot intensiverende zelfstandige naamwoorden in populaire en kwaliteitskranten in het jaar 2016. Het eventuele onderscheid in berichtgeving tussen deze kranten zal dan ook in kaart gebracht worden in dit onderzoek en aan de bestaande literatuur worden toegevoegd.

Kwaliteitskranten zijn zoals beschreven in het onderzoek van Schaap en Pleijter (2012) kranten die hard news onder de aandacht brengen en beogen de burgers op een zo volledig en serieus mogelijke manier te informeren over gebeurtenissen die plaatsvinden wereldwijd. In hetzelfde onderzoek van Schaap en Pleijter (2012) worden populaire kranten geclassificeerd als kranten die meer nadruk leggen op soft news en sensatie in de

berichtgeving. Beide type kranten trekken door deze classificering ook een verschillend lezerspubliek aan op het gebied van leeftijd, opleiding, interesses en welvaart (NOM, 2008). Bij een vraagstuk zoals dat van de vluchtelingenkwestie in voornamelijk 2016, kan er een verschil in focus bestaan in de berichtgeving van kwaliteitskranten en populaire kranten. Binnen dit onderzoek zal De Volkskrant als progressieve kwaliteitskrant (Schafraad, Wester & Scheepers, 2009) geanalyseerd worden, omdat deze krant als één van de meest

toonaangevende kwaliteitskranten in Nederland wordt beschouwd (Hijmans, Schafraad, Buijs & d’Haenens, 2011). De Telegraaf wordt in Nederland gezien als een conservatief-liberale

(8)

8

populaire krant (Hijmans et al., 2011) en de berichtgeving uit deze krant zal dan ook geanalyseerd worden.

Om te onderzoeken of er ook daadwerkelijk een andere woordkeuze is voor het woord ‘vluchteling’ in populaire kranten en kwaliteitskranten in 2016 is het van belang om de eerdergenoemde hoofdvraag te beantwoorden: In hoeverre komt framing op het niveau van

woordkeuze voor binnen de berichtgeving over vluchtelingen in kwaliteitskranten en populaire kranten? In de Volkskrant en Telegraaf in het jaar 2016.

De deelvragen die daaruit volgen zijn als volgt:

- Welke termen voor het woord ‘vluchteling’ worden er gebruikt in de Volkskrant en

Telegraaf in het jaar 2016?

- Hebben de verschillende termen een positieve, negatieve of neutrale connotatie? - Bevatten de verschillende termen een intensivering of zijn ze neutraal weergegeven? - Is er, aan de hand van de vorige deelvragen, een daadwerkelijk verschil in de mate

van gebruik tussen de termen in de Volkskrant en de Telegraaf?

In dit onderzoek wordt gekeken naar framing op het gebied van woordkeuze omtrent de vluchtelingenkwestie in een Nederlandse populaire en kwaliteitskrant, respectievelijk de

Telegraaf en de Volkskrant. De wetenschappelijke functie van het onderzoek schuilt

voornamelijk in het feit dat er gekeken wordt of er in de twee soorten kranten verschil is wat betreft de synoniemen die gebruikt worden voor vluchtelingen en de valentie daarvan. Dit is nog niet op deze manier onderzocht, waardoor het een toevoeging is voor de huidige literatuur en de wetenschap. Het geeft ten eerste meer inzicht in het verschil tussen de kranten en

daarnaast geeft het ook meer inzicht in de manier waarop er in kranten over vluchtelingen gesproken wordt. De problematisering rondom de negatieve associaties van burgers conform de vluchtelingenkwestie zou namelijk gevoed kunnen worden door de negatievere

berichtgeving daarover in kranten (Van Dijk, 2016). Het is daarom van belang om eerst te onderzoeken of er ook daadwerkelijk sprake is van een negatievere berichtgeving in Nederlandse dagbladen.

Dit onderzoek naar framing in populaire en kwaliteitskranten is ook van essentieel en praktisch belang voor de bewustwording van lezers van dagbladen en de journalistieke beeldvorming. Iedere krant heeft een eigen ideologische achtergrond en signatuur (Van Gorp, 2006), die een journalist al dan niet bewust of onbewust kan overnemen. Het perspectief waaruit je een situatie bekijkt, kan dus verschillen tussen kranten. De manier waarop een journalist artikelen schrijft kan dan ook bijdragen aan een bepaalde beeldvorming bij de lezer over het onderwerp in kwestie. Zo ook bij artikelen over de vluchtelingenkwestie. Dit is een

(9)

9

gegeven wat goed is voor de lezer om in het achterhoofd te houden bij het lezen van

krantenartikelen. Een lezer kan zich aan de hand van dit onderzoek bewuster worden over dat wat zij lezen niet ‘de waarheid’ is, maar altijd een subjectieve weergave van de realiteit.

2. Methode

2.1 Materiaal

Het corpus dat gezamenlijk is opgesteld voor dit onderzoek bestaat uit in totaal 56

Nederlandse krantenartikelen. 27 artikelen uit de Nederlandse kwaliteitskrant de Volkskrant en 29 artikelen uit een Nederlandse populaire krant de Telegraaf. De krantenartikelen die geselecteerd zijn waren allemaal tussen de 450 en 1000 woorden. Dit aantal woorden bleek overeen te komen met de normale lengte van informatieve- en opinieartikelen.

In eerste instantie bestond het corpus uit 60 artikelen, 30 artikelen uit De Volkskrant en 30 artikelen uit De Telegraaf. Doordat vier van de 60 artikelen langer waren dan 1000 woorden, zijn deze alsnog verwijderd uit het corpus. Deze artikelen voldeden niet aan het selectiecriterium van de lengte van de artikelen, 450-1000 woorden. Deze selectiecriteria lagen van tevoren al vast, dus deze bias had op voorhand voorkomen kunnen worden door de woordlengte goed in de gaten te houden. In vervolgonderzoek moeten de selectiecriteria dan ook nauwkeuriger in acht worden genomen.

Via de krantenbank LexisNexis zijn de krantenartikelen door middel van een aantal criteria geselecteerd. Om de representativiteit van het onderzoek te waarborgen zijn er krantenartikelen opgenomen uit verschillende maanden van het jaar 2016. Ook is er op specifieke zoektermen gezocht door de verschillende onderzoekers. Deze zoektermen zijn: ‘migranten’, ‘vluchtelingen’, ‘asielzoekers’, ‘immigranten’, ‘gelukszoekers’ en

‘bootvluchtelingen’. Niet iedere onderzoeker heeft dezelfde en evenveel zoektermen gehanteerd tijdens het zoeken naar geschikte krantenartikelen. In tabel 1 is het aantal

onderzoekers per zoekterm te zien. Verder is er specifiek naar artikelen uit De Volkskrant en

(10)

10 Tabel 1. Frequenties van onderzoekers per zoekterm bij selectie van de krantenartikelen

Zoekterm Aantal onderzoekers per zoekterm

Migranten Vluchtelingen Asielzoekers 6 6 4 Immigranten 1 Gelukszoekers 2 Bootvluchtelingen 1

De eenheden die binnen dit onderzoek geanalyseerd zijn, zijn de synoniemen voor het

zelfstandig naamwoord ‘vluchteling(en)’, zoals terug te vinden in het codeboek (zie appendix) en tabel 3. Deze lijst met synoniemen is uitgebreider dan de lijst met zoektermen in Tabel 1, omdat in Tabel 1 de zoektermen voor de krantenartikelen worden weergegeven en in het codeboek meerdere mogelijke synoniemen voor het woord ‘vluchteling’. In het geval van een synoniem dat niet in het codeboek stond, werd de codeur geacht het synoniem als ‘overig’ te coderen en in het extra veld te expliciteren. In sommige gevallen werd er ook een bijvoeglijk naamwoord gecodeerd, maar alleen wanneer de codeur het bijvoeglijk naamwoord als belangrijke intensiveerder van het al dan niet intensiverende zelfstandige naamwoord kenmerkte. Ook dan werd er met ‘overig’ gecodeerd. Tabel 3 bevat de definitieve lijst met synoniemen. De definitieve lijst is na de eerste coderingsronde, die exploratief was, opnieuw opgesteld. In de huidige lijst zijn de meest voorkomende synoniemen, die in eerste instantie onder het kopje ‘overig’ stonden, ook meegenomen. De lijst is aangepast, met als

voornaamste reden dat er te veel termen onder het kopje ‘overig’ gezet konden worden tijdens het coderen. Ook zijn de termen die niet voorkwamen in de krantenartikelen uit de eerste lijst verwijderd om een eventuele bias in de resultaten te voorkomen. De huidige lijst, zoals ook wordt weergegeven in het codeboek, is gebaseerd op de veel voorkomende synoniemen uit de 56 krantenartikelen waar het corpus uit bestaat. Dit maakt dat de huidige lijst dus een accurate weergave van de daadwerkelijke synoniemen geeft.

Bij het coderen van de synoniemen was het van belang dat het over daadwerkelijke synoniemen van het woord ‘vluchteling’ ging en niet over verwijswoorden die in de context naar het woord ‘vluchteling’ verwezen. Synoniemen in citaten werden wel meegenomen. Ondanks dat het geen ‘uitspraken’ van de journalist en krant zelf zijn, wordt het wel gepubliceerd en daarmee geaccepteerd om te publiceren.

(11)

11

2.2 Procedure

Binnen dit onderzoek werd het zelfstandig naamwoord en alle synoniemen voor het woord ‘vluchteling(en)’ onderzocht. Dit om inzicht te krijgen in het verschil in woordkeuze voor het woord ‘vluchteling(en)’ binnen de krantenartikelen van de kwaliteitskrant De Volkskrant en de populaire krant De Telegraaf in het jaar 2016. Na het in acht nemen van de

operationalisering in Tabel 2 en de codeerinstructie, zoals terug te vinden in de appendix hebben de onafhankelijke codeurs de 56 krantenartikelen gecodeerd. In de eerste plaats zijn de termen voor het woord ‘vluchteling’ in de artikelen geïdentificeerd. Hierbij werd er ten eerste gekeken of het alleen om een zelfstandig naamwoord ging of juist om een zelfstandig naamwoord in combinatie met een (intensiverend) bijvoeglijk naamwoord. Dit werd

gecodeerd aan de hand van het codeboek (zie appendix). Vervolgens werd het synoniem van het woord ‘vluchteling(en)’ gecodeerd aan de hand van het codeboek (zie appendix). Een overzicht van de lijst met synoniemen is ook terug te vinden in tabel 3.

De valentie van de synoniemen is in eerste instantie vastgesteld door de studenten die het corpus opgesteld hebben. De meerderheid in valentie per woord is als definitieve valentie van het synoniem genoteerd en aan de hand van deze definitieve valentie en het codeboek (zie appendix) konden de synoniemen uit de krantenartikelen gecodeerd worden door de eerste en tweede codeur. Hierna kon er gekeken worden of er juist meer, minder of evenveel neutrale, positieve of negatieve termen in de Volkskrant voorkwamen ten opzichte van de Telegraaf. Als laatste is er gekeken of de verschillende termen voor het woord ‘vluchteling(en)’ geïntensiveerd of juist neutraal waren aan de hand van de gehanteerde definities in Tabel 2 en het codeboek (zie appendix). Vervolgens kon er bekeken worden of er juist meer, minder of evenveel neutrale of geïntensiveerde termen voorkwamen in de Volkskrant ten opzichte van

de Telegraaf. Het codeerschema wat gebruikt is in het onderzoek is terug te vinden in de

(12)

12 Tabel 2. Operationalisering van de begrippen

Begrip Operationalisering

Intensiverend zelfstandig naamwoord Een op zichzelf staand woord, wat op

zichzelf al een betekenis heeft en

gecombineerd kan worden met die of dat (Van Mulken & Schellens, 2012).

Voorbeeld: ‘gelukszoeker’, ‘nep-asielzoekers’

Intensiverend bijvoeglijk naamwoord Voegt een bijzonderheid toe aan een

zelfstandig naamwoord (Van Mulken en Schellens, 2012). Voorbeeld: ‘Politiek’

vluchteling, ‘illegale’ migranten

Synoniem Een andere benoeming voor een woord

met (ongeveer) dezelfde betekenis (Van Dale, 2018). Voorbeeld: ‘migrant’,

‘economisch vluchteling’

Valentie De waardebepaling van een woord,

positief of negatief van aard (Schaufeli & Van Rhenen, 2006). Voorbeeld positief:

‘nieuwe Nederlander’, negatief: ‘illegaal’

Intensivering Het versterken van een evaluatie of woord

(Van Mulken & Schellens, 2012).

Voorbeeld: ‘gelukszoeker’ of ‘échte vluchtelingen’

(13)

13 Tabel 3. Synoniemen van/of het woord ‘Vluchteling’ (zowel enkel- en meervoudsvorm)

1. Vluchteling 2. Migrant 3. Asielzoeker 4. Gelukszoeker 5. Immigrant

6. Syriërs/Syrische vluchtelingen/ Syrische asielzoekers/Syriëgangers 7. Statushouders/vluchteling met verblijfsstatus

8. Economisch vluchteling/migrant 9. Nieuwkomers

10. Nieuwe Nederlander (van xxx afkomst) 11. Echte asielzoekers/vluchtelingen 12. Opvarenden 13. Landverhuizer 14. Vreemdeling 15. Gastarbeider 16. Afgewezen asielzoekers/vluchtelingen 17. Allochtoon 18. Illegaal 19. Kansloze migranten/vluchtelingen 20. Illegale (im)migranten 21. (Syrische) oorlogsvluchteling 22. Aso-asielzoekers/asiel aso’s 23. Niet-Syrische vluchtelingen/asielzoekers 24. Overig

Voor de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid zijn alle krantenartikelen, en daarmee de synoniemen van het woord ‘vluchteling’ in eerste instantie gecodeerd door een onafhankelijke codeur. Een tweede onafhankelijke codeur heeft via een systematische willekeurige

steekproef drie artikelen van De Volkskrant en drie artikelen van De Telegraaf gecodeerd. Elk tiende artikel van De Volkskrant en elk tiende artikel van De Telegraaf werd dus door de tweede codeur gecodeerd. Het coderen werd gedaan aan de hand van de codeerinstructie (zie Appendix). Aan de hand van deze dubbele codering is de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid berekend over de verschillende variabelen. Deze interbeoordelaarsbetrouwbaarheid is op zes

(14)

14

geselecteerde artikelen uitgevoerd aan de hand van een Cohen’s kappa. Om de Kappa naderhand nog te kunnen verbeteren, heeft er een overleg plaatsgevonden tussen beide codeurs voor de aanpassing van de codeerinstructie.

Na het duidelijker formuleren van de codeerinstructie en het overleg tussen beide codeurs was de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de variabelen als volgt. De

interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de variabele woordsoort was goed: κ = .64, p < .001. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de variabele synoniem was goed: κ = .78, p < .001. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de variabele valentie was goed: κ = .69, p < .001. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de variabele intensivering was redelijk: κ = .47, p < .001.

2.3 Statistische toetsing

Frequenties en percentages zijn berekend voor de variabelen ‘woordsoort’,

‘synoniemen’, ‘valentie’ en ‘intensivering’. Verder zijn er Chi-kwadraat toetsen uitgevoerd om een eventueel verband aan te tonen tussen de variabelen in beide kranten. Een

kwantificeringscorrectie heeft plaatsgevonden op de tekstlengte, namelijk op het aantal synoniemen per 100 woorden.

3. Resultaten

Het doel van dit onderzoek was om te kijken naar een eventueel verschil in framing van synoniemen van het woord ‘vluchteling’ in de Nederlandse kwaliteitskrant, de Volkskrant, en in de populaire krant, de Telegraaf, in het jaar 2016. Er zijn een aantal descriptieve en Chi-kwadraat toetsen uitgevoerd om de frequenties van de variabelen in kaart te brengen en de eventuele verbanden tussen De Volkskrant en de Telegraaf weer te geven. Hiervan zullen de resultaten besproken worden.

Tabel 4 laat zien dat het percentage van het aantal synoniemen per 100 woorden percentueel gezien bijna evenredig is. De geïdentificeerde synoniemen uit de Volkskrant besloegen 1,7% van het totaal aantal woorden en de geïdentificeerde synoniemen uit de

Telegraaf besloegen 1,8%. In beide kranten waren er dus per 100 woorden bijna evenveel

(15)

15 Tabel 4. Aantal synoniemen per 100 woorden in De Volkskrant en De Telegraaf

VK (n=27) VK % TG (n=29) TG % Totaal (N=56) Aantal synoniemen Overige woorden (Tekstlengte) 329 18.630 18.959 1.74 98.26 100 307 16.552 16.859 1.82 98.18 100 636 35.182 35818

Uit de χ2-toets tussen de variabelen soort krant (de Volkskrant en de Telegraaf) en

Woordsoort bleek een significant verband te bestaan (χ2 (1) = 8.34, p = .004). Tabel 5 laat

zien dat er in de Telegraaf relatief minder vaak alleen een zelfstandig naamwoord als synoniem gebruikt werd (74,3%), zoals ‘asielzoeker’, dan in de Volkskrant (83,6%). In de

Telegraaf kwam relatief vaker een zelfstandig naamwoord in combinatie met een bijvoeglijk

naamwoord voor als synoniem (25,7%) dan in de Volkskrant (16,4%). Een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord in combinatie met een bijvoeglijk naamwoord is onder andere

‘teruggestuurde Syriër’.

Tabel 5. Frequenties en percentages woordsoort in De Volkskrant en De Telegraaf

Woordsoort De Volkskrant De Volkskrant % De Telegraaf De Telegraaf % Zelfstandig naamwoord Bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord Totaal 275b 54b 329 83.6 16.4 100 228a 79a 307 74.3 25.7 100

Uit de χ2-toets tussen de soort krant (de Volkskrant en de Telegraaf) en Synoniem bleek ook

een significant verband te bestaan (χ2 (23) = 86.94, p < .001). Tabel 6 geeft weer dat de

woorden ‘vluchteling’ (31,3%), ‘statushouders/vluchteling met verblijfsstatus’ (5,5%), en ‘nieuwkomers’ (3%) relatief vaker voorkwamen in de Volkskrant (31,3%) dan in de

Telegraaf, respectievelijk 22,8%; 0,3% en 0,7%. Verder kwamen de synoniemen

‘gelukszoeker’ (4,2%), ‘immigrant’ (3,6%), ‘echte asielzoekers/vluchtelingen’ (4,6%),

‘afgewezen asielzoekers/vluchtelingen’ (1,6%), ‘kansloze migranten/vluchtelingen’ (2,9%) en ‘(Syrische) oorlogsvluchteling’ (2,3%) in de Telegraaf relatief vaker voor dan in de

Volkskrant, respectievelijk 1,5%; 0%; 0,3%; 0%; 0,3% en 0%. Voor de woorden ‘migrant’,

(16)

16

‘economisch vluchteling’, ‘nieuwe Nederlander (van xxx afkomst)’, ‘opvarenden’, ‘landverhuizer’, ‘vreemdeling’, ‘gastarbeider’, ‘allochtoon’, ‘illegaal’, ‘illegale

(im)migranten’, ‘aso-asielzoekers/asiel aso’s’, ‘niet-Syrische vluchtelingen/asielzoekers’ en ‘overig’ was er geen verschil in de frequentie van het gebruik van deze synoniemen tussen beide kranten. Onder de categorie ‘overig’ vielen voornamelijk geïntensiveerde synoniemen, zoals onder andere de termen ‘probleemasielzoeker’,‘dronken illegaal’, ‘alle vluchtelingen’, ‘honderdduizenden vluchtelingen’, ‘teruggestuurde Syriër’ en ‘potentiële migranten’.

Tabel 6. Frequenties en percentages synoniemen in De Volkskrant en De Telegraaf

Synoniemen VK VK % TG TG % Vluchteling Migrant Asielzoeker Gelukszoeker Immigrant Syriërs/Syrische vluchtelingen/Syrische asielzoekers/Syriëgangers

Statushouders/vluchteling met verblijfsstatus Economisch vluchteling

Nieuwkomers

Nieuwe Nederlander (van xxx afkomst) Echte asielzoekers/vluchtelingen Opvarenden Landverhuizer Vreemdeling Gastarbeider Afgewezen asielzoekers/vluchtelingen Allochtoon Illegaal Kansloze migranten/vluchtelingen Illegale (im)migranten (Syrische) oorlogsvluchteling Aso-asielzoekers/asiel aso’s 103b 41a 69a 5b 0b 20a 18b 2a 10b 1a 1b 4a 3a 2a 0a 0b 1a 3a 1b 4a 0b 1a 31.3 12.5 21 1.5 0 6.1 5.5 0.6 3 0,3 0.3 1.2 0.9 0,6 0 0 0.3 0.9 0.3 1.2 0 0.3 70a 40a 52a 13a 11a 11a 1a 4a 2a 0a 14a 2 0a 2a 3a 5a 4a 3a 9a 3a 7a 2a 22.8 13.0 16.9 4.2 3.6 3.6 0.3 1.3 0.7 0 4.6 0.7 0 0,7 1 1.6 1.3 1 2.9 1 2.3 0.7

(17)

17 Niet-Syrische vluchtelingen/asielzoekers Overig Totaal 4a 36a 329 1.2 10.9 100 5a 44a 307 1.6 14.3 100

Uit de χ2-toets tussen de soort krant (de Volkskrant en de Telegraaf) en Valentie bleek

wederom een significant verband te bestaan (χ2 (2) = 11.60, p = .003). Er bleek tussen beide

kranten geen verschil te zijn in het gebruik van positieve synoniemen, zoals ‘nieuwe

Nederlander (van xxx afkomst)’. Echter, er was wel een verschil in het gebruik van negatieve synoniemen, waar de synoniemen ‘gelukszoeker’ en ‘illegaal’ onder vallen. In tabel 7 is te zien dat er in de Telegraaf relatief vaker een synoniem met een negatieve valentie gebruikt werd (24,1%) dan in de Volkskrant (13,7%). Daarentegen werd er in de Volkskrant relatief vaker gebruik gemaakt van een synoniem met een neutrale valentie (77,8%) dan in de

Telegraaf (69,4%). Onder neutrale synoniemen worden onder andere de synoniemen

‘vluchteling’ en ‘asielzoeker’ geschaard.

Tabel 7. Frequenties en percentages valentie in De Volkskrant en De Telegraaf

Valentie De Volkskrant De Volkskrant % De Telegraaf De Telegraaf % Positief Negatief Neutraal Totaal 28a 45b 256b 329 8.5 13.7 77.8 100 20a 74a 213a 307 6.5 24.1 69.4 100

Uit de χ2-toets tussen de variabelen soort krant (de Volkskrant en de Telegraaf) en

Intensivering bleek eveneens een significant verband te bestaan (χ2 (1) = 22.22, p < .001). In

de Telegraaf werden de synoniemen relatief vaker geïntensiveerd (36,2%) dan in de

Volkskrant (19,5%), te zien in tabel 8. Voorbeelden van geïntensiveerde synoniemen uit de

krantenartikelen zijn onder andere ‘tienduizenden vluchtelingen’, ‘alleenstaande

statushouders’, ‘massa’s vluchtelingen’ en ‘opgeviste migranten’. In de Volkskrant werden er relatief vaker neutrale synoniemen gebruikt zonder intensivering (80,5%) dan in de Telegraaf (63,8%).

(18)

18 Tabel 8. Frequenties en percentages intensivering in De Volkskrant en De Telegraaf

Intensivering De Volkskrant De Volkskrant % De Telegraaf De Telegraaf % Geïntensiveerd Neutraal Totaal 64b 265b 329 19,5 80,5 100 111a 196a 307 36,2 63,8 100

4. Conclusie/discussie

Dit onderzoek is uitgevoerd met als doel om het eventuele verschil in framing van de berichtgeving over vluchtelingen in Nederlandse kwaliteits- en populaire kranten in kaart te brengen. Frames kunnen namelijk een rol spelen in de evaluatie en interpretatie van

maatschappelijke kwesties (Entman, 1993; Van Gorp, 2006). Populaire en kwaliteitskranten spelen daarbij in op een andere doelgroep (NOM, 2008). Dit verschil in focus maakt het waarschijnlijk dat populaire en kwaliteitskranten ook verschillen in de manier van framing. Binnen de scriptiegroep stond daarom de volgende hoofdvraag centraal: Op welke manier

verschillen Nederlandse kwaliteitskranten en populaire kranten in de framing van hun berichtgeving over vluchtelingen in de Volkskrant en Telegraaf in het jaar 2016?

De focus van dit corpusonderzoek ligt op de gebruikte synoniemen van het woord ‘vluchteling’ in de berichtgeving over de vluchtelingenkwestie in de Volkskrant en de

Telegraaf in het jaar 2016. De onderzoeksvraag van dit onderzoek was dan ook: In hoeverre komt framing op het niveau van woordkeuze voor binnen de berichtgeving over vluchtelingen in kwaliteitskranten en populaire kranten? In de Volkskrant en Telegraaf in het jaar 2016.

Specifiek is er gekeken naar de synoniemen die gebruikt zijn in beide kranten voor het woord ‘vluchteling’ en de valentie en intensivering daarvan. Door woorden te intensiveren, kan een woord een evaluatief karakter aannemen (Van Mulken en Schellens, 2012), zoals bij het synoniem ‘dronken illegaal’. Bij dit voorbeeld komt ‘de illegaal’ in een negatiever daglicht te staan, dan wanneer er alleen ‘illegaal’ zou staan. Er kan hiermee een positiever of negatiever oordeel uitgedrukt worden (Liebrecht et al., 2016).

In de eerste plaats is er gekeken naar de termen die voor het woord ‘vluchteling’ gebruikt zijn in de Volkskrant en de Telegraaf, in het jaar 2016. Binnen de berichtgeving over vluchtelingen in beide kranten is er een verschil gevonden in het gebruik van een aantal termen voor het woord ‘vluchteling’. Uit de resultaten bleek namelijk dat het gebruik van een aantal synoniemen significant verschilde tussen beide kranten. In de Volkskrant werden de

(19)

19

termen ‘vluchteling’, ‘statushouders/vluchteling met verblijfsstatus’ en ‘nieuwkomers’ relatief vaker gebruikt dan in de Telegraaf. Andersom werden er in de Telegraaf relatief vaker de termen ‘gelukszoeker’, ‘immigrant’, ‘echte asielzoekers/vluchtelingen’, ‘afgewezen asielzoekers/vluchtelingen’, ‘kansloze migranten/vluchtelingen’ en ‘(Syrische)

oorlogsvluchteling’ gebruikt dan in de Volkskrant. Voor de andere synoniemen is er geen significant verschil gevonden tussen beide kranten. Deze resultaten zijn exploratief van aard, om een idee te krijgen hoe ‘vluchtelingen’ überhaupt benoemd worden in krantenartikelen van verschillende kranten.

In de resultatensectie kwam ook naar voren dat er in de Telegraaf relatief vaker zelfstandige naamwoorden in combinatie met bijvoeglijke naamwoorden voorkwamen als synoniem voor het woord ‘vluchteling’. Voorbeelden hiervan zijn ‘dronken illegaal’, ‘kansloze asielzoekers’ en ‘criminele asielzoekers’. De woorden ‘dronken’, ‘kansloze’ en ‘criminele’ zijn niet altijd noodzakelijk in de berichtgeving over vluchtelingen, maar deze bijvoeglijke naamwoorden kunnen eventueel wel een negatieve (of in andere gevallen een positieve) connotatie toevoegen over de vluchtelingenkwestie en daarmee het sensatiegehalte van de berichtgeving deels verhogen, zoals wat beter bij het populaire medium de Telegraaf past (Schaap & Pleijter, 2012). In de Volkskrant kwam relatief vaker alleen een zelfstandig naamwoord voor als synoniem, zoals ‘Syriër’, ‘vluchteling’ en ‘statushouder’. Een mogelijke verklaring voor deze verdeling kan ook nog samenhangen met het significante verschil in intensivering tussen beide kranten. Zo kwamen er in de Telegraaf relatief vaker

geïntensiveerde synoniemen voor dan in de Volkskrant. Voorbeelden hiervan zijn onder andere termen als ‘gelukszoeker’ en ‘kansloze migranten/vluchtelingen’. Dit zijn ook termen die relatief vaker in de Telegraaf voorkwamen dan in de Volkskrant, zoals uit de resultaten bleek. Evenwel als de voorbeelden benoemd bij de zelfstandig naamwoorden gecombineerd met bijvoeglijk naamwoorden, kwamen ook alleenstaande, geïntensiveerde zelfstandige naamwoorden voor in de Telegraaf, zoals: ´tyfusapen´ en ´nep-asielzoekers’. Deze gegevens wekken de indruk dat de artikelen over vluchtelingen in de Telegraaf een geïntensiveerder karakter hebben dan in de Volkskrant.

Teksten met taalintensiverende elementen, zoals intensiverende bijvoeglijke naamwoorden of intensiverende zelfstandige naamwoorden, zoals ‘gelukszoeker’ of ‘tyfusapen’, worden als krachtiger en subjectiever beschouwd dan teksten zonder deze taalintensiverende elementen (Van Mulken & Schellens, 2012). Deze krachtigere en subjectievere uitingen, die volgens de resultaten van dit onderzoek vaker in de Telegraaf voorkomen, passen beter bij de focus van een populaire krant dan van een kwaliteitskrant. De

(20)

20

focus van een populaire krant ligt namelijk meer op de sensatie in berichtgeving (Schaap & Pleijter, 2012). Dit geldt ook voor de zelfstandige naamwoorden in combinatie met een bijvoeglijk naamwoord op zich. Een geïntensiveerd bijvoeglijk naamwoord geeft namelijk volgens het onderzoek van Van Mulken en Schellens (2012) ‘een nadere bijzonderheid van zelfstandigheden aan’ (p.51).

Als laatste werd binnen dit onderzoek het eventuele verschil in valentie van de synoniemen tussen beide kranten onderzocht. Wat opvalt aan de resultaten van de valentie binnen de artikelen van de twee onderzochte kranten is dat er in de Volkskrant percentueel gezien evenveel positieve, minder negatieve en meer neutralere termen gebruikt zijn om ‘vluchtelingen’ mee te beschrijven dan in de Telegraaf. De conclusie die daaruit getrokken kan worden is dat de berichtgeving van de Volkskrant een neutraler karakter heeft dan die van

de Telegraaf. Dit neutralere karakter van de berichtgeving van de Volkskrant, past bij het

gegeven dat de journalisten van kwaliteitskranten een zo objectief mogelijk beeld van de werkelijkheid proberen te schetsen en de burgers op een zo feitelijk mogelijke manier willen informeren (Schaap & Pleijter, 2012). Minder neutrale berichtgeving en meer intensivering van de synoniemen past beter bij het populaire medium de Telegraaf, aangezien een populaire krant meer focust op soft news en sensatie in de berichtgeving (Schaap & Pleijter, 2012) en minder focust op een neutralere manier van schrijven, wat minder goed bij de doelgroep van een populaire krant past. Bovendien hoeft een geïntensiveerd woord in de context van de vluchtelingenkwestie niet altijd negatief te zijn. In de Volkskrant kwam bijvoorbeeld ook de term ‘welwillende nieuwkomers’ voor, wat een positieve intensivering is van het woord ‘nieuwkomer’. Dit geldt ook voor de Telegraaf. Sensatie in artikelen over vluchtelingen, betekent niet alleen dat vluchtelingen zwart worden gemaakt. In de Telegraaf kwam het positief gecodeerde synoniem ‘echte vluchtelingen/asielzoekers’ namelijk relatief vaker voor dan in de Volkskrant. Het is een term die laat zien dat er een grote groep vluchtelingen erkent wordt als ‘vluchteling’, wat een positiever beeld van de vluchtelingen kan geven.

Aan de hand van de resultaten kan er dus geconcludeerd worden dat er een verschil is in het gebruik van synoniemen van het zelfstandige naamwoord ‘vluchteling’ in de kwaliteitskrant de Volkskrant en de populaire krant de Telegraaf in het jaar 2016. Het verschil in focus van beide kranten werkt dus voor een deel door in het taalgebruik van berichtgeving rondom de vluchtelingenkwestie. Dit heeft met name betrekking op synoniemen van het woord ‘vluchteling’. De negatieve connotatie die in kranten dominant is met betrekking tot de vluchtelingenkwestie is een onderdeel van de problematisering van deze kwestie (Van Dijk, 2016). Bronnen, zoals in dit geval de Telegraaf en de Volkskrant, zijn belangrijke

(21)

21

informatiekanalen in Nederland en informeren de Nederlandse burger. De overwegend negatievere connotatie van het woord ‘vluchteling(en)’ in de Telegraaf kan ervoor zorgen dat de burgers ook een negatievere connotatie hebben bij de gehele vluchtelingenkwestie, wat in overeenstemming is met de resultaten van het onderzoek van Van Dijk (2016). Deze

negatieve dominantie met betrekking tot de vluchtelingenkwestie geldt niet zo zeer voor de

Volkskrant, waar er relatief meer neutrale synoniemen gebruikt worden in de berichtgeving,

wat de gehele berichtgeving op diens beurt ook overwegend neutraler maakt.

4.1 Aanbevelingen

Het huidige onderzoek kent een aantal limitaties. Een eerste beperking van het huidige onderzoek betreft de selectie van de krantenartikelen voor het corpus. Het corpus is opgesteld door zes studenten, maar niet iedere student heeft op dezelfde zoektermen gezocht in de krantenbank LexisNexis. Hierdoor is er eigenlijk al bij de selectie geframed op synoniemen van het woord ‘vluchteling’. In een vervolgonderzoek zullen er eenduidige termen gebruikt moeten worden en duidelijkere selectiecriteria opgesteld moeten worden voor een robuuste codering. Ook zal er dan rekening mee gehouden moeten worden dat de woorden die als zoektermen gebruikt zijn, ook vaker voor zullen komen in het corpus dan andere synoniemen. Daarnaast is er bij het zoeken naar artikelen gebruik gemaakt van de rangorde waarin de krantenbank LexisNexis de artikelen heeft getoond. Voor vervolgonderzoek is het daarom beter om alle artikelen te verzamelen die bij een bepaalde periode horen en daaruit dan een willekeurige steekproef te trekken, zodat alle artikelen evenveel kans hebben om opgenomen te worden in het corpus. Een eventuele bias in de onderzoeksresultaten zou dan beter

voorkomen kunnen worden.

Bovendien is er binnen dit onderzoek alleen gekeken naar de kranten de Telegraaf en

de Volkskrant. Dit zijn beide veel gelezen kranten in Nederland (NOM, 2008), maar meer

onderzoek zou moeten uitwijzen of de huidige resultaten ook voor andere populaire en kwaliteitskranten gelden. Ook is dit onderzoek alleen gedaan over het jaar 2016, wat een beperkte tijd is in vergelijking met alle vluchtelingenstromen die in de afgelopen decennia voorkwamen. Het zou daarom in vervolgonderzoek interessant zijn om naar de

ontwikkelingen van framing in kranten over de vluchtelingkwestie over een groter tijdsbestek te kijken.

Daarnaast ligt de specifieke focus van dit onderzoek op de valentie en intensivering van zelfstandige naamwoorden, eventueel in combinatie met een bijvoeglijk naamwoord. In

(22)

22

vervolgonderzoek zal het nuttig zijn om ook naar andere dimensies te kijken op het gebied van valentie en intensivering. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan valentie en intensivering op zinsniveau in plaats van alleen het woordniveau. De term ‘gelukszoeker’ kan namelijk ook in de volgende zin voorkomen in een krantenartikel: ‘Mensen beschouwen vluchtelingen vaak als gelukzoekers, terwijl deze mensen vaak beter als oorlogsvluchteling geclassificeerd kunnen worden’. De voorgaande zin is juist neutraler van aard ondanks het negatieve woord ‘gelukszoeker’ in de zin. Wanneer er op zinsniveau gekeken zou worden naar het voorkomen van een synoniem van het woord ‘vluchteling’, zou er een andere valentie toegekend kunnen worden aan de zin. Dit zou zelfs kunnen betekenen dat een krantenartikel met veel termen zoals ‘gelukszoeker’ erin, niet als negatief, maar als neutraal of zelfs positief beschouwd kan worden.

Deze brede informatievoorziening in het Nederlandse, traditionele medialandschap biedt diverse perspectieven op actuele gebeurtenissen die aansluiten op de doelgroep van een bepaalde krant (Van Gorp, 2004). Dit kan ervoor zorgen dat burgers die altijd dezelfde krant lezen een eenzijdig beeld krijgen over de vluchtelingenkwestie. Om in vervolgonderzoek uitspraken te kunnen doen over de daadwerkelijke attitude van burgers over de

vluchtelingenkwestie, kan een vervolgstap zijn om een experiment uit te voeren. Doordat een aantal resultaten van dit onderzoek significant zijn bevonden, zoals de resultaten over valentie en intensivering, biedt dit onderzoek namelijk een veelbelovende fundering voor de

uitvoering van experimenten naar de attitude van burgers ten opzichte van de

vluchtelingenkwestie. Binnen een opvolgend experiment kunnen dan effectmetingen gedaan worden naar de attitude van burgers ten opzichte van vluchtelingen na het lezen van een populaire of kwaliteitskrant. Een andere variant zou zijn om een experiment uit te voeren bij de huidige lezers van populaire en kwaliteitskranten om de attitude te meten ten opzichte van de vluchtelingenkwestie. Bij beide varianten kan het naar aanleiding van dit onderzoek interessant zijn om eerst een corpusonderzoek uit te voeren naar de mate van voorkomen en valentie van bepaalde synoniemen en of deze al dan niet geïntensiveerd zijn. Daarna zou dan een experiment uitgevoerd kunnen worden naar de daadwerkelijke attitude van de burgers over de vluchtelingenkwestie.

Het is tevens van belang om te benoemen dat het huidige onderzoek exploratief van aard is en dat er gekeken is of verschillende termen meer, evenveel of minder vaak gebruikt zijn in beide kranten. Hierbij is de valentie en intensivering van deze synoniemen

meegenomen. De resultaten van dit onderzoek zijn een toevoeging voor de literatuur omtrent framing van vluchtelingen. In dit onderzoek is aangetoond dat er een verschillend taalgebruik

(23)

23

is toegepast in beide kranten wederom omtrent vluchtelingen. Zo kan taalgebruik

verschillende associaties bij mensen oproepen en beïnvloeden hoe mensen naar de wereld en werkelijkheid kijken (De Bruijn, 2015). Zoals eerder beschreven zou vervolgonderzoek uit moeten wijzen of deze verschillen in taalgebruik in beide kranten ook een daadwerkelijk effect heeft op de lezers van beide kranten en de attitude van hen ten opzichte van de vluchtelingenkwestie kan beïnvloeden en of dit voor andere kranten ook zo geldt.

Het huidige en eventueel vervolgonderzoek zullen van toegevoegde waarde zijn voor de lezers van dagbladen en de journalistieke beeldvorming. De beeldvorming van het

lezerspubliek ligt grotendeels in de handen van de journalist. Iedere journalist van een

bepaalde krant schrijft namelijk vanuit een bepaalde ideologische achtergrond van de krant en met een eigen signatuur (Van Gorp, 2006). Om de objectieve blik van de lezers over een bepaald onderwerp te kunnen vergroten, is het van belang dat de lezers zich ervan bewust zijn dat een bericht een weergave geeft van de realiteit, maar niet de enige waarheid vertelt. Dat de artikelen in kranten neutraal en objectief zijn, is namelijk een illusie volgens het onderzoek van McNair (2006). Wanneer de lezers van dagbladen voorkennis hebben over het gebruik van frames door journalisten, kunnen zij rekening houden met het perspectief van waaruit er geschreven wordt. Dit met als resultaat dat de lezers een artikel vanuit een objectiever oogpunt kunnen lezen. Kortom, dit onderzoek biedt nieuwe relevante inzichten voor de huidige literatuur omtrent framing gezien de resultaten, alternatieve verklaringen en suggesties voor vervolgonderzoek. Bovendien, blijft het ook interessant omdat de vluchtelingenkwestie steeds verandert, dus het taalgebruik wellicht ook.

5. Referenties

CBS. (2017, 22 december). Asielverzoeken. Geraadpleegd op 19 maart, van

https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/80498NED/barv?ts=1521466059260

COB. (2015, 4e kwartaal). Burgersperspectieven. Geraadpleegd op 19 maart, van

https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties...4/COB_2015_4.or g

De Bruijn, H. (2015). Framing: Over de macht van taal in de politiek. Amsterdam/Antwerpen: Atlas Contact.

(24)

24

Communication, 43(4), 51-58. DOI: 10.1111/j.1460-2466.1993.tb01304.x

Hijmans, E., Schafraad, P., Buijs, K., & d’Haenens, L. (2011). Wie schrijft ons nieuws? Een analyse van voorverpakt nieuws en brontransparantie in binnenlandse

nieuwsonderwerpen in vier Nederlandse en Vlaamse kwaliteitskranten. Tijdschrift

voor Communicatiewetenschap, 39(2), 77-91.

Hogesteeger, S. (2013). Een zoektocht naar belonging: Valt er onderscheid te maken tussen

vluchtelingen en migranten? (Bachelorthese). Culturele antropologie en

ontwikkelingssociologie, Universiteit Leiden, Leiden. Geraadpleegd op 5 maart 2018, van

https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/handle/1887/21932/Bachelorscriptie%20Ee n%20zoektocht%20naar%20belonging%20Sanne%20Hogesteeger%20s1040111.pdf? sequence=1

Kuiper, M., Pelgrim, C., Brummelman, W., & Versteegh, K. (2016, 2 februari). De draad kwijt in het asieldebat? Dit zijn de feiten. NRC. Geraadpleegd op 27 februari 2018, van https://www.nrc.nl/nieuws/2016/02/02/dit-zijn-de-feiten-over-asielzoekers-in-nederland-a1405200#vraag5

Liebrecht, C., Hustinx, Lettica., Van Mulken, M., & Schellens, P.J. (2016). Krachtige taal: Een literatuurstudie naar taalintensivering in vier onderzoeksvelden. Tijdschrift voor

Taalbeheersing, 38(1), 57-79. DOI: https://doi.org/10.5117/TVT2016.1.LIEB

McNair, B. (2006). Cultural chaos. Journalism, news and power in a globalised world. New York: Routledge. Geraadpleegd op 21 maart 2018, van

https://eclass.uoa.gr/modules/document/file.php/MEDIA279/Journalism%20in%20the %20digital%20age/%5BBrian_McNair%5D_Cultural_Chaos_journalism,_news,_a(Bo okZa.org).pdf

NOM (2008). Doelgroep monitor 2008-2. Amsterdam: NOM.

Schaap, G., & Pleijter, A. (2012). Het sensatiegehalte van voorpaginafoto’s: een

inhoudsanalyse van populaire en kwaliteitskranten in Nederland. Tijdschrift voor

Communicatiewetenschap, 40(1), 71-86.

Schafraad, P.H.J., Wester, F.P.J., & Scheepers, P.L.H. (2009). Controversiële

buitenstaanders: Een longitudinale studie naar berichtgeving over ver rechts in Nederlandse dagbladen. Geraadpleegd op 26 februari 2018, van

http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/76773/76773.pdf

Schaufeli, W., & Van Rhenen, W. (2006). Over de rol van positieve en negatieve emoties bij het welbevinden van managers: Een studie met de Job-related Affective Well-being

(25)

25

Scale (JAWS). Gedrag en Organisatie, 19(4), 323-344. Van Dale. (2018). Synoniem. Geraadpleegd op 6 maart 2018, van

http://www.vandale.nl/gratis-woordenboek/nederlands/betekenis/synoniem#.Wp-yROjOXIV

Van Dijk. (2016). Racism and the press. (1e druk). Geraadpleegd op 21 maart 2018, van

https://books.google.nl/books?hl=nl&lr=&id=qh0-CgAAQBAJ&oi=fnd&pg=PP1&dq=Racism+and+the+press:+Critical+studies+in+rac ism+and+migration.+Routledge.&ots=-92cTFtdSw&sig=2h6h95t2gQFunl16VWEErXkkELA#v=onepage&q=Racism%20an d%20the%20press%3A%20Critical%20studies%20in%20racism%20and%20migratio n.%20Routledge.&f=false

Van Gorp, B. (2004). Framing en het interpreteren van nieuws: een experimenteel onderzoek

naar de effecten van frames. (PSW-paper). Antwerpen, Universiteit Antwerpen.

Van Gorp, B. (2006). Framing asiel: indringers en slachtoffers in de pers (1e druk). Leuven,

België: ACCO.

Van Mulken, M., & Schellens, P.J. (2012). Over loodzware bassen en wapperende

broekspijpen: Gebruik en perceptie van taalintensiverende stijlmiddelen. Tijdschrift

voor Taalbeheersing, 34(1), 26-53. DOI:

https://doi.org/10.5117/TVT2012.1.OVER418

6. Appendix

6.1 Codeerinstructie

Binnen dit onderzoek zal het zelfstandig naamwoord en alle synoniemen voor het woord ‘vluchteling(en)’ onderzocht worden. Dit om inzicht te krijgen in het verschil in woordkeuze voor het woord ‘vluchteling’ binnen de krantenartikelen van de kwaliteitskrant De Volkskrant en de populaire krant De Telegraaf. Codeer de teksten op het niveau van het zelfstandig naamwoord ´Vluchtelingen´ of synoniemen van dat woord. In de tabel hieronder zullen de synoniemen gegeven worden. Wanneer er een bijvoeglijk naamwoord van belang is bij de betekenis in valentie of intensivering van het zelfstandige naamwoord, is het de bedoeling dat dit bijvoeglijk naamwoord mede gecodeerd wordt. Wanneer het woord of synoniem niet in het codeboek staat, wordt er gekozen voor overig. Er wordt dan gevraagd om het volledige woord/zinsdeel te benoemen in de volgende kolom.

(26)

26

Daarnaast wordt de woordsoort gecodeerd wat kan bestaan uit een zelfstandig naamwoord of een bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met een zelfstandig naamwoord. Onder het laatste vallen ook alle zinsdelen met meerdere bijvoeglijke naamwoorden en een zelfstandig naamwoord. Ook de valentie van het woord vluchtelingen en/of de synoniemen daarvan worden gecodeerd. Het is de bedoeling dat er aangegeven wordt of het

woord/zinsdeel positief, negatief of neutraal is. Denk er hierbij aan dat het gaat om de valentie van het gehele zinsdeel, niet alleen van het zelfstandige naamwoord. Als laatste wordt er ook naar de intensivering van het woord of het zinsdeel gekeken. Daarbij is het de bedoeling dat u kiest of het plaatsvervangende woord(en) voor vluchteling geïntensiveerd of neutraal

gebleven is/zijn. Het is de bedoeling dat ieder synoniem van, of het woord ‘vluchteling’ zelf gecodeerd wordt, ook al staat hetzelfde woord vaker in de tekst. Het is dan de bedoeling dat er meerdere woorden bij hetzelfde artikel gecodeerd worden. Dit doe je door een extra regel tussen de verschillende artikelen in Excel in te voeren. Hierdoor kunnen er meerdere artikelen gecodeerd worden binnen 1 artikel.

Operationalisering van begrippen:

Intensiverend zelfstandig naamwoord Een op zichzelf staand woord, wat op

zichzelf al een betekenis heeft en

gecombineerd kan worden met die of dat (Van Mulken & Schellens, 2012).

Voorbeeld: ‘gelukszoeker’, ‘nep-asielzoekers’

Intensiverend bijvoeglijk naamwoord Voegt een bijzonderheid toe aan een

zelfstandig naamwoord (Van Mulken en Schellens, 2012). Voorbeeld: ‘Politiek’

vluchteling, ‘illegale’ migranten

Synoniem Een andere benoeming voor een woord

met (ongeveer) dezelfde betekenis (Van Dale, 2018). Voorbeeld: ‘migrant’,

‘economisch vluchteling’

Valentie De waardebepaling van een woord,

(27)

27

Van Rhenen, 2006). Voorbeeld positief:

‘nieuwe Nederlander’, negatief: ‘illegaal’

Intensivering Het versterken van een evaluatie of woord

(Van Mulken & Schellens, 2012).

Voorbeeld: ‘gelukszoeker’ of ‘échte vluchtelingen’

Codeboek

1. Woordsoort

1 = zelfstandig naamwoord

2 = bijvoeglijk naamwoord + zelfstandig naamwoord

2. Synoniemen van/of het woord ‘Vluchteling’ (zowel enkel- en meervoudsvorm)

1. Vluchteling 2. Migrant 3. Asielzoeker 4. Gelukszoeker 5. Immigrant

6. Syriërs/Syrische vluchtelingen/ Syrische asielzoekers/Syriëgangers 7. Statushouders/vluchteling met verblijfsstatus

8. Economisch vluchteling/migrant 9. Nieuwkomers

10. Nieuwe Nederlander (van xxx afkomst) 11. Echte asielzoekers/vluchtelingen 12. Opvarenden 13. Landverhuizer 14. Vreemdeling 15. Gastarbeider 16. Afgewezen asielzoekers/vluchtelingen 17. Allochtoon 18. Illegaal 19. Kansloze migranten/vluchtelingen 20. Illegale (im)migranten

(28)

28

21. (Syrische) oorlogsvluchteling 22. Aso-asielzoekers/asiel aso’s

23. Niet-Syrische vluchtelingen/asielzoekers 24. Overig

3. Valentie van de synoniemen

1 = Positief 2 = Negatief 3 = Neutraal 4. Intensivering 1 = Geïntensiveerd 2 = Neutraal

Codeerschema in twee delen

Nr. Krantenartikel Codeur ID Soort krant Titel artikel Auteur artikel Datum artikel Aantal woorden artikel (incl. de titel)

Aantal synoniemen van het woord 'Vluchteling' Woordsoort Codeur 1 Synoniem Codeur 1 Overig Codeur 1 Valentie Codeur 1 Intensivering Codeur 1

6.2 Artikelen gebruikt voor het corpus

Nr.

Student (afk)

Soort

krant Titel Auteur

Datum (JJ-MM-DD) Aantal woorden (incl. de titel 500-1000) 1 FK VK Doel is bereikt, althans op papier Marc Peeperkorn 19-3-2016 888 2 FK TG Asieltsunami gestopt Ronald van Gessel 19-3-2016 524

(29)

29

3 FK VK Turkije wil alle

niet-Syrische migranten terugnemen Marc Peeperkorn 4-3-2016 558 4 FK TG EU en Ankara

dicht bij deal asielzoekers - 4-3-2016 454 5 FK VK Steeds meer migranten vertrekken vrijwillig Joost de Vries 19-1-2016 694 6 FK TG Ze worden gek van de lange procedure'; Voor niets gekomen Irakezen komen hier niet zomaar meer weg Johan Jansen 19-1-2016 476 7 FK VK Vluchteling moet woning delen Jeroen Visser 27-7-2016 663 8 FK TG Noodopvang op handrem - 28-7-2016 968 9 FK VK Terreurverdacht en uit asielcentrum geplukt Sterre Lindhout 14-9-2016 567 10 FK TG Terreurtrio vast - 14-9-2016 564 11 MT VK De verdachten? Dat zijn de loodgieter, de schilder en de timmerman Lisa van de Velden 28-1-2016 503 12 MT TG Zwaardere eisen voor bestormen asielopvang; OM wil een duidelijk signaal afgeven Saskia Belleman 28-1-2016 504 13 MT VK Ruilhandel Bert Wagendorp 8-3-2016 578 14 MT TG Ruilhandel' over rug vluchtelingen Ronald van Gessel 8-3-2016 504 15 MT VK Utrecht: Asielzoeker direct binden Charlotte Huisman 27-4-2016 691 16 MT TG Beperk opvang migrant' René van Zwieten 29-4-2016 552

(30)

30

17

MT VK

We zullen nooit het exacte aantal

doden kennen' 30-5-2016 495 18 MT TG Opnieuw migrantendrama Ronald van Gessel 30-5-2016 544 19 MT TG Nederland is veel te naïef Eline Verburg 13-7-2016 548 20 MT VK Toch IS-strijders tussen

asielzoekers Janny Groen 12-7-2016 895

21 NV VK Turkije stuurt 34 Syriërs naar Nederland Arie Elshout & Anneke Stoffelen 5-4-2016 589 22 NV TG Vluchtelingencar rousel van start

Ronald van

Gessel 5-4-2016 454

23

NV VK

Migranten lijden,

maar wij ook' Peter Giesen 6-9-2016 816

24 NV TG Protest tegen de 'jungle' Eveline Bijlsma 6-9-2016 466 25 NV VK Huisarrest in azc, want 'ik beslis'

Mark Misérus 28-12-2016 905 26 NV TG Bijval voor aanpak Weert - 29-12-2016 564 27 NV VK De boten worden steeds

gammeler Carlijne Vos 1-6-2016 957

28

NV TG

Marine redt

vluchtelingen Niels Rigter 26-6-2016 707

30 NV TG Kop rolt in Keulse krimi; Belastende informatie weggemoffeld over aanvallen van op seks beluste asielzoekers Jan Albert Sterkman 9-1-2016 753 31 LL VK Asielzoekers weigeren werk door eigen bijdrage opvang Anneke Stoffelen 11-11-2016 601 32 LL TG Mes in 'oprotpremie' - 16-11-2016 482 33 LL VK

Waar blijven die asielzoekers

Charlotte

(31)

31 34 LL TG Veel geschreeuw weinig echt beleid - 9-12-2016 553 35 LL VK

Tijd voor een slimmer EU-migratiebeleid Henk van Houtum en Leo Lucassen 14-12-2016 647 36 LL TG Loont niet om te

komen' Jorn Jonker 22-3-2016 648

37 LL VK Vluchtelingen verdacht van oorlogsmisdaden Jeroen Visser 1-3-2016 515 38 LL TG Veiligheid Frank van Vliet 24-9-2016 463 39 LL VK Wanneer wordt een lone wolf een terrorist?

Sterre

Lindhout 25-7-2016 802

40

LL TG

Blij zijn met wat

je krijgt - 15-3-2016 538 41 LO TG Gelukszoekers blijven hangen in Nederland Alexander Bakker 27-4-2016 587 42 LO VK De kustwacht vist alweer Pakistanen op Kees Elenbaas 5-4-4016 738 45 LO TG Mooi ze op weg te helpen - 24-9-2016 939 47 LO TG Het is geen luilekkerland - 12-2-2016 540 48 LO VK

Fijn carnaval, ook in het Arabisch Peter de Graaf 4-2-2016 927 49 LO TG Ik heb helemaal geen problemen Martijn Klerks 30-7-2016 519 50 LO VK In Syrie is de patient niet zo mondig Sakir Khader, Anneke Stoffelen 8-9-2016 951 51 NZ VK Vluchteling moet aan het vrijwilligerswerk Jeroen Visser 15-8-2016 772 52 NZ VK Laat nieuwkomer eerder meedoen Mardjan Seighali 1-11-2016 651 53 NZ VK Laat asielzoeker meteen beginnen met inburgeren Sander Terphuis 20-1-2016 733

(32)

32

54

NZ VK

Gelukszoekers zijn we in wezen

allemaal Maurits Kok 16-8-2016 599

55 NZ VK Wél vingerafdruk, maar geen asielaanvraag

Lisa van der

Velden 14-5-2016 550 56 NZ TG VVD: enkeltje terug voor gelukszoekers 15-3-2016 535 57 NZ TG Gelukszoeker meteen weg Coosje Hiskemuller 28-4-2016 542 58 NZ TG

Die andere helft asielzoekers Annemarie van Gaal 2-5-2016 914 59 NZ TG Pannenkoeken Marcel Peereboom Voller 2-11-2016 482 60 NZ TG Trump pakt profiteurs aan Herman Stam 22-10-2016 535

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naast het bestaande pedagogisch spreekuur van Kind en Gezin en het huidige aanbod van de opvoedingswinkel zouden medewerkers van het spel- en ontmoetingsinitiatief (en/of

Toch valt de diameterverdeling erg mee (84 % in de goede diameter). De bladlengte op het veld is duidelijk beter dan van het monster. Dit komt waarschijnlijk omdat door

De deelnemers kunnen met behulp van dit overzicht de op hun eigen bedrijf verkregen opbrengsten alsmede de verbruikte hoeveelheden arbeid en materialen vergelijken met die

As project management and performance management as management applications gain momentum in public sector settings, the question often arise as to if, how, and when

schouwt als gegeven, als vaststaande orde waarbinnen alles voor zover het is, zijn plaats heeft. Het ‘theologische toneel’ dat Derrida beschrijft, is ook de wereld, waarin

(dus: Jan zei, dat zijn broer ziek is geweest). Aldus werd het kaartbeeld vertroebeld en misschien gedeeltelijk onjuist. Het is inderdaad waarschijnlijk dat de tijd van het hulpww.

In de eerste twee bijdragen gaan Cyrille Fijnaut en Jan Wouters in op de crises waarmee de Europese Unie momenteel wordt geconfronteerd en op

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun