• No results found

Bestrijding van Tetranychus cinnabarinus op perziken met behulp v.d. roofmijt Phytoseiulus riegeli in B.11 : 1 a.g., 1963

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bestrijding van Tetranychus cinnabarinus op perziken met behulp v.d. roofmijt Phytoseiulus riegeli in B.11 : 1 a.g., 1963"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

A

3

T

27

[p

:ATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEEET ONDER GLAS,

TE NAALDWIJK.

Bestrijding van Tetranychus cinnabarinus op perziken met behulp v.d. roofmijt Phytoseiulus riegli in B 11 :1 a.g.1963.

door:

Mej.D.Theune.

(2)

3'

5/3/ ;

J-/

A

M/W

***'

Bestrijding van Tetranychus cinnabarinus op perziken met behulp van de roofmijt Phytoaeiulus riegeli in B 11 s 1 a.g. 1963.

B! BL.IOT i-l EK Proefstation voor do rrosnten- en

Fruitteelt oncer ta Maal*

Inhoud Inleiding Opzet Uitvoering Resultaten Conclusie. Voor de opmaak : Naaldwijk 29 december 1966. Be proefneemster i B. The'une, Proefstation Naaldwijk maart 1968. mm*

(3)

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK

Bestrijding van Tetranychus cftmabarinus op perziken met

behulp van de roofmijt Phytoseiulus riegeli in B 11 : 1 a.g. 1261.

P.N. VI - 21

Inleiding

Reeds sinds 1959 zijn proeven genomen met de roofmijt Phytoseiulus riegeli. In alle gevallen bleek dat deze roofmijt in staat was grote hoeveelheden spint in korte tijd op te ruimen. Bij grote hoeveelheden voedsel breidde de populatie van de

roofmijt zich zeer snel uit. Hoewel aangenomen mag worden dat de vraat per individu niet bijzonder hoog ligt (mogelijk +10 in­ dividuen van spint per dag), werden deze gunstige resultaten verkregen door het massale optreden van deze natuurlijke vijand. Zoals reeds in i960 werd gesteld, was het belamgrijk om te weten te komen hoe de roofmijt bij lagere spintpopulaties zou reageren. Bij de hier beschreven proef werden de onderzoekingen hierover voortgezet.

Opzet

De proef werd genomen in B 11 - 1 a.g. op 12 jonge per­ zikbomen. Om de migratie van spint en natuurlijke vijanden te voorkomen werden deze bomen omgeven door hoezen en watergoten. Alle hoezen werden tegelijkertijd met spint geïnfecteerd en

na + 14 dagen met de roofmijt Phytoseiulus riegeli. De volgende objecten kwamen voor :

(4)

2-1 (A+B) 2-1° van Tetranychus cinnabarinus/2-1O bladeren +2-1+ van Phytoseiulus riegeli/10 bladeren

1 C 1+ van Tetranychus cinnabarinus/10 bladeren

2 (A+B) 1+ van Tetranychus cinnabarinus/ 5 bladeren + 1° van Phytoseiulus riegeli/10 bladeren

2 C 1+ van Tetranychus cinnabarinus/5 bladeren

3 (A+B) 1+ van Tetranychus cinnabarinus/blad + 1+ van Phytoseiulus riegeli/10 bladeren

3 C 1+ van Tetranychus cinnabarinus/blad

4 (A+B) 2+° van Tetranychus cinnabarinus/blad + 1+ van Phytoseiulus riegeli/10 bladeren

4 C 2++ van Tetranychus cinnabarinus/blad.

Zowel het spint als de roofmijt waren afkomstig van het proefstation. Elke week werden tellingen verricht van het totale aantal levende individuen van Tetranychus cinnabarinus en Phytoseiulus riegeli op 10 perzikbladeren per boom.

Uitvoering

1 7 - 2 1 j u n i s perzikbomen met spint geïnfecteerd 3 - 4 juli '• Phytoseiulus riegeli geïntroduceerd

2, 10, 17, 24 en 31 juli, 8, 15, 22- en 29 augustus, 5» 12, 19 en 26 september : tellingen verricht.

Resultaten

Een overzicht van alle tellingen wordt gegeven in tabel 1. Behalve bij groep 4 komen de duplo's vrij goed met elkaar overeen. Grafiek 1 geeft een overzicht van de spintaantasting van de objecten met Phytoseiulus riegeli. Bij de vier objecten zijn duidelijk twee pieken te onderscheiden. Objeet 1 (A+B) 1+ van T.cinnabarinus/10 bla­ deren + 1+ van P. riegeli/10 bladeren heeft bij de tweede piek

een iets hoger aantal spintmijten dan bij de tweede, dit in af­ wijking met de andere objecten. Men zou dit mogelijk een minder gewenste situatie kunnen noemen. Als deze proef bijvoorbeeld vroeger in het seizoen was opgezet dan was deze piek op een voor het gewas

(5)

ongunstiger tijdstip gevallen. Bij hogere temperaturen

zou het spint zich meer uitgebreid, hebben met meer schade aan de bomen tot gevolg.

De populatie van P.riegeli is bij dit object waarschijnlijk te

lang weggevallen nadat de eerste piek was opgeruimd (zie grafiek 2), waardoor het spint zich weer gemakkelijker heeft kunnen uitbreiden. Er dient echter wel opgemerkt te worden dat bij dit object in

het geheel geen schade aan het gewas is toegebracht, maar bij eenzelfde verhouding tussen prooi en natuurlijke vijand, doch op een hoger populatieniveau had zich mogelijk dezelfde situatie kunnen voordoen, met wel economische schade aan het gewas. De drie andere objecten vertonen dit beeld niet.

De eerste piek ligt hoger dan de tweede en deze eerste ligt ook aanmerkelijk hoger dan bij object 1. De opbouw van het spint is duidelijk afhankelijk van de uitgangspopulatie. De populatie van object 4 ( 2++ van T.cinnabarinus/blad en 1+ van P.riegeli/l0

bladeren) is ongeveer tot de schadelijke grens uitgelopen

(+ 400 individuen/blad.). Op grafiek 2 is te zien dat de toename van het aantal roofmijten afhankelijk is van de hoeveelheid prooi bij eenzelfde uitgangspopulatie van de roofmijt. Dit is ook bij de tweede piek duidelijk te zien.

Grafiek 3 geeft volledigheidshalve een overzicht van de objecten zonder P. riegeli. De aanvankelijke opbouw is gelijk aan grafiek 1. Hierna begint het spint zich echter enorm uit te breiden, waar­

door het na 8 augustus niet meer mogelijk was deze hoezen te tellen.

Concluâie

1. Bij een verhouding prooi - natuurlijke vijand van 160

Ï

1 500 s 1 en 65O s 1 wordt geen economische schade van spint op perziken veroorzaakt.

2. Bij een verhouding van 1200 : 1 is deze schadelijke grens onge­ veer bereikt.

3. Het is niet onmogelijk dat bij de verhouding prooi - natuurlijke vijand van 160'. : 1 te weinig spint aanwezig is voor de roof7 mijt Phytoseiulus riegeli om zich op een dusdanig peil te

handhaven dat bij een her-infectie van spint voorkomen wordt dat het spint zich meer uitbreidt dan bij de eerste infectie.

(6)
(7)

Populatie lelranyctauó cinnabariau^ gem. per 10 perzikbladeren,

Ï Û D

3 G PUjtot>eiuluö riegelj

(8)

grafiek

2

Populace Phijto5eiuluî> riegeli gem. per io perzikblcxferen

igo3

P riegeÜ i ç /<o bLd. (T. cinnaborimo 19 / loblcß

P. riegelt i 9/10 bld. (-T. anna ban nab 19/5 bLdJ

R riegelt 19/10 bLd. (T. anna ban nub iç/bLd.)

P. rieaeü

19/10 bLd. (T cinnabarmub 299/bld)

(9)

cjraÇ't&k 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verder wordt in overleg met de gemeente de ventweg van de Schoolstraat gewijzigd van een 2 uur zone naar een 1 uur parkeerzone, zodat hier een betere doorstroming van parkerend

Placental hemodynamics Pregnancy Childhood Thyroid function hCG Homocysteine Pre-eclampsia Fetal growth Thyroid function Body composition Cardiovascular function

1.18 While shared space appears to work well for most people, some disabled and older people can feel apprehensive about using the space, particularly where a level surface is

De benodigde uren voor het houden van toezicht bij kleine evenementen (milieu en brandweer) valt binnen de uren voor piket/klachten. De totale urenraming per regionale

Voor wat betreft het paritair comité 200 blijkt uit het sectoraal akkoord van 25 juni 2017 voor de periode 2017-2018 dat er een nieuw initiatief werd genomen door de oprichting

Op 14 deeealw« word mm de oagestooade behandelingen soveel water toegevoegd» dat het vochtgehalte |»lijk «an dat van de ge~ rtftffltót graad vut Bij de behaadeliagea M ea

Grootschalige herstel- en inrichtingsmaatregelen die effect kunnen hebben op de grondwatersituatie in het Natura 2000 gebied of die tijdens de inrichtingsfase leiden tot

The principle of total energy is on-site generation of electric power by means of an engine with generator whereby the emitted heat of the engine is recovered to a large