• No results found

jaargang 12 nummer 5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "jaargang 12 nummer 5"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RESOURCE

Sportmelk

Babymelk

Voor iedereen van Wageningen University & Research

nr. 5 – 12 oktober 2017 – 12e jaargang

Gaat de koe zich specialiseren?

p.12

Visdetective

Algen op Bonaire

Aapjes kijken

Sherlock Holmes in de Noordzee | p.14 |

(2)

2

>> beeld

INSPECTIEROBOT

Robots zijn niet meer weg te denken uit de land- en tuin-bouw en de toekomst belooft nog veel meer. Dat bleek vrijdag 6 oktober tijdens een manifestatie van Agro Food Robotics, de paraplu waaronder alle circa zestig robotica-onderzoekers van WUR sinds kort samenwer-ken. Honderd mannen – en een enkele vrouw – trokken in groepjes langs acht voorbeeldprojecten, zoals deze robot die fruit kan inspecteren op onrechtmatigheden.

RK, foto: Guy Ackermans

Lees het hele verhaa

l

op resource-online.nl

(3)

nr. 5 – 12e jaargang

ILLUSTRATIE COVER: GEERT-JAN BRUINS

EN VERDER

4 Goed nieuws in regeerakkoord 5 Hacken tegen het mestprobleem 7 Wegwerpbeker moet weg 8 Natuur Gabon gaat achteruit 9 Onkruid in rijstteelt 16 Werkplek: de pedel

26 Meedoen aan Green Challenge 27 Ondertussen in Spanje/Catalonië

>>INHOUD

ORGANISCHE CAMPUS

Zoals vaak wordt gezegd, ligt het nieuws gewoon op straat of hoor je het bij de kof-fieautomaat. Ik tap mijn bakkie meestal in Atlas en sinds twee weken is ‘problema-tisch parkeren op de campus’ gespreksonderwerp nummer één. De bouw van Uni-lever heeft tot gevolg dat mijn parkeerplekkie verdwenen is. Mijns inziens een luxeprobleem, maar daar wordt ook anders over gedacht. Het is fascinerend om te zien hoe verschillend iedereen onze campus ziet. Vanmiddag was ik bij een talk-show over de duurzaamheid van de campus. Allerlei visies op deze plek passeer-den de revue: een plek waar vijftienduizend mensen komen om te werken en stu-deren, een sticky place waar mensen moeten blijven hangen en meer moeten doen dan alleen maar werken, een levend lab waarin we onderzoeken hoe we kunnen omgaan met groei of een natuurlijke zone die de Veluwe met de Utrechtse heuvel-rug verbindt. Er was zelfs iemand die de campus ziet als een levend organisme met inkomende en uitgaande stromen. Niet verwonderlijk dat de talkshow niet leidde tot een gemeenschappelijke mening. Hoe ik de campus nu zie? Daar denk ik nog even over na, terwijl ik aan het eind van de dag naar mijn auto wandel.

Edwin van Laar

>>

22

FEED THE BEAST

Is de bureaucratie nog te temmen?

>>

8

VAN ALLE KANTEN

Insecten haarscherp in beeld

>>

18

IN DE VOETSPOREN

Naar dezelfde uni als paps en mams

(4)

4

>> nieuws

‘BOUW MEER STUDENTENKAMERS OP CAMPUS’

KINDERUNIVERSITEIT

REGEERAKKOORD BEVAT

GOED NIEUWS VOOR WUR

WUR moet de toestroom van stu-denten opvangen door ook op de campus huisvesting te realiseren. Dat heeft de gemeenteraad deze week besloten.

De groei van het aantal studenten wordt in toenemende mate als een last ervaren door de Wage-ningse politiek. Studenten zijn welkom, maar voldoende huisves-ting realiseren is lastig. Woning-bouw voor ouderen, starters, sta-tushouders en zogeheten kennis-werkers dreigt in het gedrang te komen, vindt de gemeenteraad. Naast extra woningbouw in de stad is het daarom noodzakelijk én mogelijk om ook op de campus te bouwen voor studenten, be-paalde de raad per amendement. Ook steunde de raad een opdracht aan burgemeester en wethouders om bij de regiogemeenten Ede en Renkum aan te kloppen om het

voorspelde woningtekort voor stu-denten op te vangen. Tot aan 2022 zijn naar verwachting zo’n 1400 extra kamers nodig.

Voor de bouw van extra kamers in Wageningen hebben burgemees-ter en wethouders mogelijke loca-ties aangewezen: bij Bornsesteeg en Asserpark, achter de Aula, het postkantoor, de Rijn IJssel vak-school aan de Marijkeweg en de Olympiahal. De raad nam dit voor-stel aan, wat overigens niet wil zeggen dat er ook daadwerkelijk voor studenten wordt gebouwd. Zo zijn er voor het voormalige postkantoor alternatieve plannen (kunst, cultuur en popmuziek) en zien diverse partijen op de plek van de Olympiahal liever senio-renwoningen verrijzen. Wonen en winkelen op de cam-pus was tot een paar jaar terug ta-boe. Mede door de groei van WUR is de Wageningse politiek

bijgedraaid. Dat leidde tot de bouw van Campus Plaza, met 400 studentenkamers. Volgens woordvoerder Simon Vink is de campus nog lang niet vol. ‘De campus loopt door tot aan Algae Park. Aan de Kielekampsteeg is bijvoorbeeld ruimte voor studen-ten. Ook de overkant van de

Mansholtlaan is campusterrein.’ Voorafgaand aan de raadsverga-dering voerden de Student Allian-ce Wageningen (SAW) en Con-nect Wageningen actie voor het gemeentehuis. Met deze ‘wake-up call’ wilden ze aandacht vra-gen voor de groeiende kamer-nood. RK, EvK

Wormen zoeken op de campus, met je smartphone foto’s maken voor de GrowApp of in een heuse collegezaal naar een professor luisteren. Dat konden basis-schoolleerlingen op 4 oktober doen tijdens de Kinderuniversi-teit van WUR. Bij dit jaarlijkse evenement geven altijd twee

hoogleraren les aan de kinderen. Dit jaar was de eer aan bioloog Arnold van Vliet en meteoroloog Bert Heusinkveld. VK

De nieuwe regering gaat het groene onderwijs onderbrengen bij het onderwijsministerie. Dat kan ertoe leiden dat Wageningen University & Research meer onderwijsgeld krijgt. Ook gaat er 200 miljoen extra naar toegepast onderzoek. Dat blijkt uit het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III.

De overheveling van het groene on-derwijs van het ministerie van Eco-nomische Zaken naar het onder-wijsministerie pakt gunstig uit voor WUR, mits dat ministerie de studentengroei in Wageningen vol-ledig gaat compenseren. De kans daarop is groot, omdat het kabinet de bekostigingssystematiek van het hoger onderwijs wil herzien, ‘met daarbij specifieke aandacht voor technische opleidingen’. Dat suggereert dat de TU’s en WUR een groter deel van het onderwijsgeld zullen krijgen.

Het kabinet verhoogt verder het

budget voor fundamenteel onder-zoek en het budget voor toegepast onderzoek elk met 200 miljoen eu-ro. Daarnaast stelt het kabinet twee keer 50 miljoen beschikbaar voor onderzoekinfrastructuur bij de instituten voor toegepast on-derzoek.

De basisbeurs komt niet terug. Wel halveert het kabinet het colle-gegeld in het eerste studiejaar met ingang van 2018. Verder waakt het kabinet voor de toegankelijkheid van het onderwijs. Universiteiten moeten selectie aan de poort goed onderbouwen en een transparante selectiemethodiek hebben, an-ders grijpt het ministerie in. Het kabinet wil een rem zetten op de groei van het Engelstalig onder-wijs. Er komt scherper toezicht op naleving van de wet dat opleidin-gen alleen Engelstalig zijn wan-neer dit toegevoegde waarde heeft, de kwaliteit voldoende is en er ge-noeg Nederlandstalige opleidin-gen zijn. VK

Studenten demonstreren voor het stadhuis om aandacht te vragen voor de groeiende kamernood. FO TO : S VEN MENSCHEL FO TO : GUY A CKERMANS

Bekijk de fotoserie

op resource-online.nl

(5)

©

OLUMN|STIJN

nieuws <<

5

Eerstejaarsweekend

Als student heb ik nooit les van hem gehad. Maar toch, zijn imago is legendarisch. Gert Peek is een bodemkundedocent pur sang. Hij is aardig, heeft de Teacher of the Year-award op zak en ik hoor uitsluitend enthousiaste verha-len over de man die zowat vergroeid is met zijn grondboor.

Zelf heb ik zelden een grondboor in mijn hand. Af en toe val ik in bij een veldpracticum, dat is het wel. Dus toen ik een e-mail kreeg van twee studenten Landschapsarchitectuur, was ik best verrast. Gert Peek kan dit jaar niet, schrijven ze, dus zoekt de eerstejaarscommissie een vervan-ger voor het college tijdens het eerstejaarsweek-end. Mijn naam was gevallen.

Wat een eer. Een hoop onbetaald werk ook, maar op zo’n eervol verzoek kan ik geen nee zeggen. Een kort voorgesprek in het Forumge-bouw volgt.

‘Weten jullie eigenlijk wie ik ben’, vraag ik. ‘Nee, we hebben uw foto opgezocht.’ Ik slik. ‘Nou, ik ben geen bodemkundige’, ga ik verder. ‘Ik wil best een verhaal houden, maar dan wordt de insteek breder.’ ‘Dat is prima’, zeggen ze opgelucht, de inhoud van mijn college doet er blijkbaar niet echt toe.

Teleurgesteld vraag ik waar en wanneer het weekend eigenlijk precies is. ‘Eh’, zeggen ze aarzelend in koor. ‘Ik stuur het draaiboek wel op’, zegt een van de twee, grijpend naar zijn mobiel.

Ietwat beledigd fiets ik terug naar m’n kantoor. Ik praat mezelf moed in: het is evengoed leuk dat ze vrijwillig een college willen en meer over mijn vakgebied willen horen, nota bene in het weekend.

Op kantoor open ik mijn mail. Vluchtig kijk ik het draaiboek door. Het college is cruciaal, staat er, we moeten absoluut een vervanger vin-den, want anders krijgen we geen subsidie van de universiteit.

Stijn van Gils (30)

promo-veerde onlangs op onder-zoek naar ecosysteem-diensten in de landbouw. Tweewekelijks beschrijft hij zijn worsteling met het systeem wetenschap.

kort

>> TARTHORST

Fietsstraat

De duizenden fietsers die dagelijks door de wijk de Tarthorst rijden, krijgen een eigen fietsstraat. De route om het winkelcentrum wordt bovendien eenrichtingsverkeer. Dat is het compromis dat naar alle waarschijnlijk-heid door de Wageningse politiek wordt on-dersteund, bleek deze week tijdens een po-litieke avond in het gemeentehuis. De stroom fietsende studenten door de Tarthorst zorgt al jaren voor onveilige situa-ties. Met name in de spitsuren is het heel druk in de wijk. Scholieren van twee basis-scholen en haastende studenten kruisen el-kaar dan. De raad beslist volgende maand over de fietsstraat. RK

>> DNA VAN SLA

Deal met Chinees bedrijf

Het Chinese genomics-instituut BGI gaat gra-tis het DNA van zo’n 2500 sla-varianten van het Centrum voor Genetische Bronnen Neder-land (CGN) in kaart brengen. Het CGN, onder-deel van de Plant Sciences Group, heeft 2500 soorten wilde en gecultiveerde sla die interessante eigenschappen kunnen bevat-ten voor veredelaars. In ruil voor de gratis service maakt het CGN de digitale genomen pas anderhalf jaar na afloop van het project openbaar. Tot die tijd kunnen WUR en BGI een kennisvoorsprong opbouwen bij het zoe-ken naar interessante genen voor nieuwe sla-rassen. AS

>> KUNSTPROJECT

Grond eten

Kunstenaar Masha Ru gaf vorige week in Impuls een voorproefje van een expositie over geofagie – de wetenschappelijke naam voor het opzette-lijk eten van grond – die begin volgend jaar naar de campus komt. De Russische kunstenaar eet al van kind af aan grond, omdat ze het lek-ker vindt. ‘Het is net als een glas wijn drinken.’ Onder de naam Museum of Edible Earth heeft ze een collectie eetbare grondsoorten uit de hele wereld samengesteld. Een klein deel daarvan was op 2 oktober te zien – en proeven – in Im-puls. Begin volgend jaar zal de hele collectie in Wageningen te zien zijn. RK

BOEREN EN IT’ERS HACKEN

TEGEN HET MESTOVERSCHOT

Hacken en mest hebben ogenschijnlijk niets met elkaar te maken. Toch doen IT’ers en mestdeskundigen vanaf donder-dag 12 oktober samen mee aan de Mest Hack, een 32-uur durende hackathon op Dairy Campus Leeuwarden. Ze gaan slimme IT-toepassingen bedenken voor boer en overheid die het mestprobleem kunnen helpen oplossen.

Aan de Mest Hack doen boeren, ambtenaren, wetenschappers en IT’ers uit het landbouwmein mee, maar ook IT’ers van buiten het do-mein, vertelt Anne Bruinsma, projectleider bij FarmHack.NL en mede-organisator van de Mest Hack. ‘Wil je vernieuwen, dan heb je men-sen nodig met weinig kennis van zaken, die

precies weten hoe je met data om moet gaan.’ Bij ‘hacken’ denken veel mensen nog aan in-braak in computersystemen. ‘Maar hackers beschikken over nuttige vaardigheden, zoals datavisualisatie’, zegt Bruinsma. FarmHack. NL vraagt hackers en andere IT-kenners daarom om in zogenaamde hackathons mee te denken over grote problemen.

Deelnemers aan de Mest Hack buigen zich in teams over de vraag hoe data over bijvoor-beeld mesttransport en milieu-impact opge-slagen en ontsloten kunnen worden. Op de tweede dag rond drie uur pitchen alle teams hun idee en beslist de jury welke IT-toepas-sing het beste is. FarmHack.NL ondersteunt het winnende team met pr en hulp bij het uitvoeren van het idee. DdV

FO

TO

: ROEL

OF

KLEIS

Kunstenaar Masha Ru (links) bij haar potjes met eetbare grond.

(6)

6

>> nieuws

GLASTUINBOUW

STOOT STEEDS

MINDER CO

2

UIT

De CO2-emissie van de glastuinbouw is in 2016 opnieuw gedaald, met 0,2 megaton naar 5,6 megaton. Daarmee zitten de tuin-ders 0,6 megaton onder de oorspronkelij-ke klimaatdoelstelling voor 2020. Om het nieuwe, aangescherpte klimaatdoel voor 2020 te halen, moeten ze hun uitstoot met nog 1 megaton verkleinen.

Dit blijkt uit de Energiemonitor Glastuin-bouw 2016 van Wageningen Economic Re-search. In de periode 2010-2016 daalde de to-tale CO2-emissie met 2,5 megaton. Dat komt doordat het tuinbouwareaal is gekrompen, tuinders minder elektriciteit verkopen, min-der warmte inkopen en meer duurzame energie produceren en inkopen. Bovendien nam de energiebesparing verder toe. Ten op-zichte van het basisjaar 1990 daalde de emis-sie van broeikasgassen met 41 procent, ter-wijl de sector een daling van 30 procent had afgesproken met de overheid.

De tuinders hebben nu afgesproken om nog minder CO2 te produceren. Daarvoor moet het aandeel duurzame energie, dat in 2016 groeide met 0,6 procent naar 5,5 pro-cent, verder toenemen. Tuinbouwbedrijven investeren bijvoorbeeld in aardwarmte, maar door technische problemen bij aardwarmte-projecten en minder nieuwe duurzame ener-gieprojecten groeide het aandeel duurzame energie in 2016 minder dan verwacht. AS

PLANNEN IN DE MAAK VOOR DREIJEN EN DUIVENDAAL

Er zit schot in de ontwikkeling van de WUR-terreinen Duivendaal en de Dreijen. Voor bei-de voormalige ‘campussen’ hebben zich kopers gemeld.

Kuin Vastgoed en Ter Steege Gebiedsontwik-keling gaan samen met Wageningen Universi-ty & Research een visie opstellen voor de Dreijen. Voor een deel van het terrein wordt een concreet stedenbouwkundig plan ge-maakt. Het gaat om het nu al deels braaklig-gende gebied tussen de Ritzema Bosweg en de vijver, dat links en rechts wordt begrensd door de Arboretumlaan en de Dreijenlaan. Burgemeester en wethouders zijn akkoord met de voorgenomen ontwikkeling. De raad moet nog instemmen. De ontwikkeling van de Dreijen heeft twee jaar stilgelegen, nadat

eer-dere plannen strandden in de gemeenteraad. Die had onder meer bezwaren tegen de hoe-veelheid hoogbouw. Volgens het college moe-ten de nieuwe plannen woningen voor senio-ren, starters, kenniswerkers en jonge tweever-dieners opleveren.

Ook de plannenmakerij voor Duivendaal is een stap verder. Twee – nog anonieme – regio-nale ondernemers zijn met WUR in onderhan-deling over de koop en ontwikkeling van het terrein waarop onder meer het voormalige WUR-bestuurscentrum staat. De ondernemers willen de panden gebruiken als kantoren, ate-liers, vergader- en ontmoetingsruimten en huisvesting.

Volgens het college passen de plannen binnen de uitgangspunten die vorig jaar zijn vastge-steld voor Duivendaal. In de plannen is ook

be-perkt ruimte voor studentenhuisvesting. Sinds een paar jaar wonen er al tijdelijk studenten in het voormalige bestuurscentrum. RK

WUR START ALGAEPARC OP BONAIRE

Wageningen University gaat een algenpark ontwikkelen op Bonaire. De zoutpannen – ondiepe bekkens waar zeezout wordt gewon-nen – op het Antilliaanse eiland zijn zeer geschikt voor drijvende algenreactoren, zegt René Wijffels, hoogleraar Bioprocestechnolo-gie.

Het eilandbestuur van Bonaire wil de economie, die nu vooral op toerisme drijft, diverser maken. Daarom vroeg het bestuur aan Wijffels of hij een algenpark voor de energievoorziening kon op-zetten. Dat is nog niet haalbaar, maar Wijffels denkt dat het wel haalbaar is om visvoer en vee-voer uit algen te maken op Bonaire.

Daarom financieren Bonaire, het ministerie van Economische Zaken en OCTA (het innova-tieprogramma voor overzeese gebieden van de EU) nu een haalbaarheidsstudie van 2 ton voor algenteelt op het eiland. Ook TUI financiert mee. De reisorganisatie wil de mogelijkheden van duurzaam vliegen en ecotoerisme op het ei-land verkennen.

Parallel aan de haalbaarheidsstudie finan-ciert NWO twee promovendi die de algenteelt moeten verbeteren. De eerste gaat algen zoeken op Bonaire die tegen hoge temperaturen kun-nen, de tweede gaat het teeltsysteem ontwerpen. De initiatiefnemers willen ook laboratoriumfa-ciliteiten en een proeffabriek voor algenkweek op Bonaire realiseren.

Het algenpark op het eiland is een belangrij-ke stap om de technologie van algenkweek naar de praktijk te vertalen, zegt Wijffels, want die is

het meest kansrijk in de tropen. ‘Ten eerste heb je meer zon, waardoor de productiviteit hoger is. Ten tweede zijn de temperatuur en hoeveelheid licht constanter, waardoor je het proces beter kunt controleren.’ Op termijn wil Wijffels kero-sine produceren uit algen. Maar op korte ter-mijn mikt hij op de productie van algenmeel voor de veehouderij en aquacultuur op het ei-land.

AlgaePARC in Wageningen, dat in 2010 start-te, blijft een belangrijke rol spelen in het algen-onderzoek. AS

Een impressie van het toekomstige AlgaePARC op Bonai-re. Het aantal drijvende algenreactoren kan naar belie-ven worden uitgebreid.

Het voorlopige gebiedsplan voor Duivendaal.

ILL US TRA TIE : MARLIES ROHMER ARCHITECT S & URB ANIS TS

(7)

nieuws <<

7

GREEN OFFICE WIL VAN WEGWERPBEKER AF

Koptopus. Zo heet het beest van wegwerpbekertjes dat op maan-dag 9 oktober de Duurzaam-heidsmarkt in Forum opvrolijkte. Green Office Wageningen vroeg met de markt onder meer aan-dacht voor het vele afval dat stu-denten en medewerkers op de campus produceren. De organisa-tie presenteerde ook een moge-lijke oplossing: de KeepCup.

Koptopus refereert aan de plastic soep in de oceanen, legt Ines Weingarten van Green Office uit. Met haar collega’s is ze een uurtje zoet geweest om het beest in el-kaar te knutselen. De paar hon-derd verwerkte wegwerpbekers komen uit het afval van Forum. Het is maar een fractie van de af-valberg van één dag.

Aanvankelijk wilde Green Offi-ce de hele afvalberg op het podi-um in de hal van Forpodi-um plempen. Om het probleem eens goed in beeld te brengen. Maar het podi-um stond al vol met marktkraam-pjes met duurzame initiatieven en producten. Waaronder dus de KeepCup, een mok van gerecycled plastic die sinds deze week bij de

cateraars op de campus te koop is. Initiatiefnemer van deze aan-val op de plastic beker is Lilo Tro-gisch. De Duitse promovenda (So-ciology of Development and Change) schrok zich een hoedje toen zij een jaar geleden op de campus arriveerde. ‘Schokkend’, noemt ze de hoeveelheid plastic die dagelijks wordt gebruikt in de kantines. ‘En dat voor een duur-zame universiteit als Wagenin-gen.’

Trogisch ontdekte de KeepCup in Sydney – het is een Australische ‘uitvinding’ – en maakte de beker tot een hit op de campus aldaar. Later herhaalde ze dat trucje in Londen en nu is Wageningen aan de beurt.

De Duurzaamheidsmarkt in Forum markeerde het begin van de Seriously Sustainable-week. Tot en met zondag zijn er op en om de campus dagelijks activitei-ten rondom duurzaamheid. RK

Bekijk de fotoserie

‘100 jaar... lachen’

op resource-online.nl

BAKFIETSPROTEST

Ter gelegenheid van het eeuwfeest van WUR in 2018 spit Resource het archief door. Op deze foto uit 1988 zijn zes studenten te zien die, blij-kens de beschrijving achterop de foto, actievoe-ren ter gelegenheid van Prinsjesdag. Volgens fotograaf Guy Ackermans, die de foto 29 jaar geleden maakte, was het één van de vele studen-tenacties die in die tijd werden georganiseerd. Waar deze studenten precies aandacht voor wil-den vragen met hun bakfietstocht door de Hoogstraat, is hem niet bijgebleven. Weet jij meer over deze foto of andere afbeeldingen uit de serie 100 jaar...lachen? Kom dan naar de redactie van Resource of stuur een mail aan vin-cent.koperdraat@wur.nl. FO TO : GUY A CKERMANS

Koptopus, een inktvis van wegwerpbekertjes, sierde maandag de duurzaamheidsmarkt in Forum. De KeepCup (rechts) is nu in de kantines te koop.

FO

TO

: GUY

A

(8)

8

>> wetenschap

RONDOM

HAARSCHERP

Entomoloog Hans Smid heeft zijn sporen als insectenfotograaf al ruimschoots ver-diend, maar in een nieuw project heeft hij de dieren scherper in beeld gebracht dan ooit. Smid koos 25 verschillende insecten

uit die hij elk duizenden keren fotografeer-de met fotografeer-dezelffotografeer-de camera-instellingen, waar-bij hij het toestel steeds een beetje ver-schoof. Vervolgens ‘stapelde’ hij deze foto’s tot hij één volledig scherp beeld kreeg. De nieuwe beelden, waaronder deze van de ho-ningbij, staan op de openbare e-learning si-te van Wageningen Academic Publishers. Dankzij rotary-view zijn ze online van alle kanten te bekijken. De fotogalerij is een

ex-traatje bij het nieuwe boek van Smids colle-ga Arnold van Huis: Insects as food and feed,

from production to consumption. RK

Over zeventig jaar ziet het tropisch regen-woud in Gabon er heel anders uit dan nu. Er zijn minder plantensoorten en vaak in ande-re combinaties. Op sommige plekken zal de soortensamenstelling zelfs voor driekwart verschillen van de huidige. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus André van Proosdij van Biosystematiek.

Om de verspreiding van soorten te begrijpen, gebruiken biologen verspreidingsmodellen. Die leggen relaties tussen de bekende vindplaatsen van een soort en diverse klimaat- en bodemvari-abelen. Met dergelijke modellen kun je voor-spellen hoe een soort reageert op bijvoorbeeld klimaatverandering.

Maar dat werkt alleen als je er goede data in stopt, zegt Van Proosdij. En daar zit een pro-bleem. Van veel tropische plant- en diersoorten zijn geen of onvoldoende gegevens bekend. ‘Van de naar schatting 7500 soorten planten die in Gabon voorkomen, zijn er maar 5300 gedocu-menteerd. Van ruim 2500 van die soorten zijn

bovendien maar vijf of minder waarnemingen bekend. Hoe kun je met zo weinig waarnemin-gen een betrouwbaar model maken?’

Toch gebeurt het volop. ‘Dat is wat mij het meest heeft verbaasd op mijn PhD-reis. Ver-spreidingsmodellen worden veel gebruikt, maar zonder een ondergrens te stellen aan een mini-maal aantal waarnemingen dat nodig is voor een betrouwbaar model.’ Van Proosdij ontwik-kelde daarom een methode die deze ondergrens bepaalt. En die grens blijkt afhankelijk van het specifieke studiegebied en de zeldzaamheid van de soort. Voor zeldzame soorten zijn minder waarnemingen nodig dan voor wijdverspreide soorten.

Van Proosdij paste de methode vervolgens toe op Gabon, een hotspot voor biodiversiteit in Centraal-Afrika. Daartoe berekende hij voor elk van de duizenden soorten de huidige en toe-komstige verspreiding onder verschillende kli-maatscenario’s. Op basis daarvan stelde hij bo-tanische diversiteitspatronen samen, de eerste voor Afrika op basis van verspreidingsmodellen

van duizenden plantensoorten.

Het resultaat is verontrustend. Klimaatveran-dering zal de biodiversiteit van Gabon – en de rest van Afrika – ingrijpend veranderen. In 2085 is op sommige plekken in Gabon de samenstel-ling van plantensoorten naar verwachting 75 procent gewijzigd; het resultaat van het verdwij-nen en verschijverdwij-nen van planten. De totale soor-tenrijkdom zal bovendien met 5 tot 10 procent zijn afgenomen. ‘Maar dat is een voorzichtige schatting. Ik verwacht dat het percentage soor-ten dat uitsterft aanzienlijk hoger zal zijn. Maar ik kan dat niet becijferen bij gebrek aan vol-doende gegevens.’

Dat de klimaatverandering er zo inhakt, komt volgens Van Proosdij vooral doordat Ga-bon natter wordt. ‘In 2085 zijn grote delen van Gabon een kwart natter. Met name in de droge tijd neemt de neerslag toe. Het land wordt dus groener en droge savannes raken bebost. Als het natter wordt, komen soorten die zijn aangepast aan die droogte in de problemen. Vooral de nu al zeldzame soorten leveren daarbij in.’ RK

OPWARMING GOOIT NATUUR GABON OVERHOOP

Bekijk de foto’s en

lees het hele verhaal

op resource-online.nl

FO

TO

: HANS

(9)

wetenschap <<

9

Spirituele plekken in de natuur moe-ten gerespecteerd worden. Dat voor-komt conflicten en is goed voor de biodiversiteit, schrijft promovendus Bas Verschuuren in zijn proefschrift.

In de Conventie inzake Biologische Di-versiteit uit 1992 is vastgelegd dat in-heemse bevolkingsgroepen betrokken moeten worden bij plannen om hun leefgebied te bestempelen als be-schermd natuurgebied. Erkenning van heilige plaatsen is in het verdrag echter niet opgenomen. Daarom blijven religi-euze plekken vaak onzichtbaar en wor-den ze niet gerespecteerd bij beslissin-gen over natuurbehoud of grondstoffen-winning.

Dat is onterecht, vindt Verschuuren. ‘Spirituele plaatsen zijn onderdeel van de etniciteit van inheemse bevolkings-groepen. Die betekenissen moeten ge-waardeerd worden in beslissingen.’ Dat betekent dat verschillende wereld-beelden als gelijkwaardig beschouwd moeten worden. Verschuuren noemt dit ‘ontologische gelijkheid’.

Door vanaf het begin de inheemse bevolking te betrekken bij plannen voor natuurbehoud, ontstaat volgens Verschuuren draagvlak en worden con-flicten voorkomen. Daarnaast is de bio-diversiteit op heilige plaatsen vaak groot, omdat mensen al generaties lang goed voor het gebied zorgen. Der-gelijke plekken zijn het daarom vaak waard om te beschermen. Al zijn er

uit-zonderingen. ‘In gebieden die massaal bezocht worden, zoals pelgrimsbe-stemmingen in de Himalaya, heeft de natuur het zwaar te verduren.’

Hoe belangrijk het is om gemeen-schappelijk draagvlak te vinden tussen overheid en inheemse bevolking, be-wijst volgens Verschuuren de National Council for Spiritual Leaders in Guate-mala. Die organisatie pleit voor het be-houd en in ere herstellen van heilige Maya-plaatsen, zoals bomen, bergen, grotten en meren. Ze lobbyen al meer dan tien jaar voor hun wetsvoorstel in het parlement. Tot nu toe tevergeefs. Het voorstel ketst volgens Verschuuren keer op keer af, omdat erin is opgeno-men dat inheemse volkeren zelf mogen beslissen over hun heilige plaatsen en dat de mijnbouw daar rekening mee moet houden. Maar omdat enkele re-gerende partijen in Guatemala de mijnbouw ondersteunen, maakt de Council geen kans.

Succesverhalen zijn er echter ook. In Australië werden inheemse Aborigi-nals tot begin jaren zeventig niet be-trokken bij plannen voor hun leefge-bied. Inmiddels hebben ze echter het heft in handen. Ze werken geheel van-uit hun eigen wereldbeeld samen met overheid, onderzoekers en bedrijven die interesse hebben in hun leefge-bied. ‘Dat vind ik een van de mooiste voorbeelden van het combineren van inheemse zienswijzen met moderne gedachten over natuur.’ DdV

HEILIGE PLAATSEN ZIJN

GOED VOOR DE NATUUR

VISIE

‘We leiden te veel

onderzoekers op’

Onderzoekfinancier NWO wil dat de universiteiten een voorselectie maken van hun onderzoeksvoor-stellen, zodat de slaagkans bij een subsidieaan-vraag stijgt van zo’n 15 procent nu naar ten minste 25 procent. Op deze manier hoopt de NWO de run op onderzoeksgeld te beteugelen. Thom Kuyper, per-soonlijk hoogleraar Bodemkwaliteit, denkt dat dras-tischere maatregelen nodig zijn.

Bij persoonsgebonden onderzoekbeurzen van NWO moeten universiteiten voortaan baangarantie geven, vindt NWO. Verder moet de hoogleraar verklaren dat het voorstel in zijn leeropdracht past. Helpt dat om het aantal voorstellen te drukken?

‘Nee. Hoogleraren zullen een goed onderzoeksvoorstel altijd steunen en kunnen zonder problemen een rkend verhaal houden waarom dit voorstel in hun on-derzoekslijn past. Dus dat heeft geen effect. Dan moet de raad van bestuur een keuze maken uit de voorstel-len. Nu zijn kandidaten teleurgesteld dat NWO excel-lente voorstellen afwijst, met universitaire voorselectie zijn ze straks boos op hun eigen universiteit dat ze niet mogen meedoen in de concurrentieslag. Bovendien moet je daarvoor weer een commissie optuigen.’

Dat leidt tot meer bureaucratie.

‘Precies, terwijl je de oorzaak van het probleem niet wegneemt. De druk om onderzoeksvoorstellen bij NWO in te dienen blijft, omdat wij voor elke vacature op onze universiteit tien mensen hebben opgeleid. En hoe komt dat? We worden geacht veel beurzen binnen te halen. Door perverse prikkels zijn we verslaafd ge-raakt aan het aio-systeem.’

Hoe los je dat op?

‘Ik denk dat de financiering anders moet: meer vaste financiering, dus eerstegeldstroom, minder geld per aio. Dan kan de vaste staf weer zelf onderzoek doen, in plaats van onderzoek te laten doen door promovendi. En krijgt NWO vanzelf minder onderzoeksvoorstellen binnen.’

Maar hoe selecteer je dan de aio’s die verder mogen?

‘Je kunt ze misschien tijdens het promotietraject be-oordelen en dan aan het eind zeggen: je bent minder geschikt voor de wetenschap, de kans dat je op de uni-versiteit een vaste baan krijgt is heel klein, dus we on-dersteunen je voorstel niet. Dat is pittig, maar onver-mijdelijk.’ AS

Illegale mijnbouwactiviteiten hebben schade aangericht in het leefgebied van de Tancharra in Ghana.

FO

TO

: BAS

(10)

10

>> wetenschap

Vleesvervangers zonder zuivel of andere dierlijke ingrediënten hebben de laagste milieu-impact. Dat blijkt uit onderzoek van Klara van Mierlo en collega’s van Operatio-nele Research en Logistiek.

De onderzoekers testten met behulp van een computermodel vier verschillende producten: vegetarische vleesvervangers, veganistische vleesvervangers, vleesvervangers met insecten en vleesvervangers zonder toevoegingen zoals vitamine B12 en zink. ‘We voerden de gegevens van verschillende ingrediënten in, zoals soja, lu-pine, meelwormen, eieren, vitaminen en water. De computer berekende vervolgens de beste sa-menstelling van de vleesvervanger, waarbij de voedingswaarde gelijkwaardig was aan vlees. Ve-ganistische vleesvervangers hadden de laagste milieu-impact. Alleen bij het watergebruik wa-ren de vleesvervangers gebaseerd op insecten zuiniger.

Bij de berekening van de milieu-impact werd rekening gehouden met het hele produc-tieproces: van de verbouw tot en met het mo-ment dat de vleesvervanger klaar was om te worden verpakt en naar de winkel te gaan. Van Mierlo keek onder andere naar de hoeveelheid broeikasgassen die vrijkomt bij de productie

van een kilo product. Daarnaast keek ze hoe-veel land en water nodig is voor de productie en hoeveel fossiele brandstoffen. Verzuring en ver-mesting zijn niet meegenomen in het model. Van Mierlo: ‘Deze zijn zeker niet onbelangrijk, maar omdat ze vooral een lokaal effect hebben en wij juist een globaal model wilden maken, hebben we deze niet meegenomen.’

In het model is gekozen voor vleesvervan-gers die qua voedingswaarde gelijkwaardig zijn aan vlees . Van Mierlo: ‘Dan hoef je geen aan-passingen te maken aan je dieet, om te com-penseren voor voedingsstoffen die je anders via vlees binnen zou krijgen.’ Van Mierlo ging er bij de berekeningen vanuit dat de ingrediënten in Nederland werden verwerkt, maar het model is ook te gebruiken in andere landen. TL

Rhamphicarpa fistulosa oogt onschuldig,

maar gedraagt zich tussen rijstplanten als een ware slavendrijver. Promovendus Stella Kabiri onderzocht de groeistrategie van dit parasitaire onkruid, dat de Afrikaanse rijst-productie bedreigt.

Kabiri teelde rijstplanten in potten, voegde daar verschillende hoeveelheden van het on-kruidzaad bij en ging via periodieke metingen na hoe R. fistulosa de groei en productie van de rijstplanten belemmerde. Ze concludeert dat het onkruid de fotosynthese van de rijstplant aantast en de groei met 22 tot 71 procent ver-mindert. Bovendien daalt het aantal rijstkor-rels met maar liefst 78 tot 100 procent. ‘Het pa-rasitisme leidt uiteindelijk tot een volledige stilstand van de groei van de rijstplant, waarbij de rijstplant alleen nog maar voedingsstoffen voor de parasiet maakt’, schrijft Kabiri deze maand in de Annals of Applied Ecology. ’na in-fectie van de rijstplant gedraagt deze parasiet zich als een echte slavendrijver die de

waard-plant volledig domineert.’

R. fistulosa, dat in de Afrikaanse volksmond rice vampire weed heet, komt van nature voor in

laaggelegen, natte gebieden in Afrika, waar de rijstteelt de afgelopen jaren flink is toegeno-men. Onderzoekers van het Centre for Crop Systems Analysis in Wageningen en het Africa Rice Center in Ivoorkust, die Kabiri begeleid-den, verwachten daarom dat dit onkruid een

groeiend probleem.

Het onderzoek van Kabiri geeft aanknopings-punten voor de bestrijding. Om te beginnen moeten de Afrikaanse rijstboeren voorafgaand aan het planten een ‘vals zaaibed’ aanleggen. Daar kiemt een deel van het onkruid al, zodat de boer het kan weghalen. Verder helpt verbetering van de bodemvruchtbaarheid; de parasiet groeit vooral op schrale bodems. AS

VEGANISTISCHE BURGERS

SPAREN MILIEU HET MEEST

ONKRUID MAAKT RIJSTPLANT TOT SLAAF

FO TO : DINESH V ALKE , WIKIMEDIA FO TO : SHUTTERS TOCK

VOORAL SUPERMARKT

VERKOOPT MEER

DUURZAAM VOEDSEL

Consumenten in Nederland hebben vorig jaar 26 procent meer uitgegeven aan duur-zaam geproduceerd voedsel dan in 2015. Daarbij gaat het vooral om biologische pro-ducten en voedsel met een Beter Leven-keurmerk.

Met name in de supermarkten steeg de ver-koop. Dat stelt Wageningen Economic Re-search in de Monitor Duurzaam Voedsel. Inwoners van Nederland gaven vorig jaar 3,7 miljard euro uit aan duurzaam gepro-duceerd voedsel, berekende het instituut op basis van cijfers van het CBS, WUR, Foodstep en Bionext. Daarbij verdubbelde de omzet van voedsel met een Beter Leven-keurmerk. Dat ‘tussensegment’ tussen gangbaar en biologisch was het populair-ste keurmerk, met een omzet van circa 1,1 miljard euro. Daarmee nadert Beter Leven de omzetcijfers in de biologische sector.

De speciaalzaken voor duurzame voe-ding profiteren niet van de extra vraag naar duurzame voeding, constateert Wageningen Economic Research. In de supermarkten nam de verkoop van ‘duur-zaam’ het meest toe. AS

(11)

Justine van Eenennaam promoveer-de op 10 oktober op een onpromoveer-derzoek naar de effecten van olierampen op de zeebodem.

discussie <<

11

ONDER-TUSSEN

ONLINE

MISTER GRONDBOOR De jaarlijkse Grondboorkampi-oenschappen zijn weer achter de rug, dit jaar voor het laatst met Gert - mister Grondboor - Peek als hoofdscheidsrechter. De docent bodem-kunde gaat volgend jaar met pensioen. Om hem te eren, heeft studievereniging Pyrus een boorveldje én de originaliteitsprijs naar hem vernoemd. Het team met de beste outfit krijgt voortaan de Peektrofee. Bekijk de video’s en fotoserie op resource-online.nl.

ORKAAN IRMA

Bachelorstudent en stormjager Melody Sturm vertelde in

Re-source 4 over haar

fascinatie voor orka-nen. Het was haar ge-lukt om in het oog van superstorm Irma te staan en dat vond ze geweldig. Lezer Jeff Harvey kon het verhaal niet waarderen. In een reactie op de website schrijft hij: ‘Ik vond

het artikel nogal tactloos gezien het feit dat Ir-ma mogelijk de meest verwoestende Atlanti-sche orkaan in onze geschiedenis is geweest. De orkaan heeft de economieën verwoest van Sint Maarten, de Amerikaanse en Britse Maag-deneilanden, de Turks- en Caicoseilanden en een groot deel van Noord-Cuba (...). Ik heb be-grip voor de meteorologische passie van Melo-dy Sturm, maar het tonen van selfies waarop ze lacht en waarbij ze aangeeft hoe geweldig zij de ervaring vond om in het oog van een categorie-3-orkaan te staan die zo veel schade en ver-schikking heeft aangericht, gaat toch wel te ver.’ Lees de hele reactie online.

RONDKIJKEN IN PHENOMEA

Wageningen Food & Biobased Re-search heeft een nieuwe onder-zoeksfaciliteit: Phenomea. Hier doen wetenschap-pers onderzoek naar kwaliteitsbe-heersing van verse producten zoals groente, fruit en bloemen. Op de officiële openingsdag vorige week konden bezoekers een kijkje ne-men. Benieuwd hoe het er binnen uitziet? Be-kijk de video online.

POPRONDE IN BEELD

Tijdens de jaarlijk-se Popronde treedt er haast in elke Wageningse kroeg wel een band of muzikant op. Van zoete singer-song-writers tot psyche-delische rockers en choquerende hiphoppers: het was er alle-maal op donderdag 28 september. Fotograaf Sven Menschel maakte er een mooie fotoserie van die je op resource-online kunt bekijken.

Niet alles wat de redactie van Resource maakt, komt in het magazine

terecht. Bekijk hier welke video’s, fotoseries en verhalen je online kunt

vinden.

Bekijk en lees het allemaal

op resource-online.nl

DE STELLING

‘Zoiets typisch Nederlands

is een leuke ijsbreker’

Promoveren is hard werken. Een beetje luchtigheid tussendoor kan daarom geen kwaad, bedacht Justine van Eenennaam. Ze maakte er een gewoonte van om stroopwafels mee te nemen naar het overleg met haar collega’s en begeleiders. ‘Dat zorgt voor een ontspannen sfeertje.’

‘In onze projectgroep zaten ook niet-Nederlanders en het uitdelen van iets typisch Nederlands als stroopwafels was een leuke ijsbreker. De buitenlanders zagen hoe alle Nederlanders hun stroopwafel op

hun kop koffie of thee legden en dan kwam er altijd wel een leuk ge-sprek op gang. Stiekem is het natuur-lijk een psychologisch

trucje. Als je iets lekkers mee-neemt naar een vergadering, vinden mensen je aardiger.

Het zorgt voor een ontspannen sfeertje voordat je

de diepte induikt. Niet dat onze vergaderingen zo stressvol waren, hoor. Maar zeker als je het idee had dat je een tijdje niet zo veel resul-taat had geboekt, haalden de stroopwafels de druk van de ketel. Ik weet niet zeker hoe wetenschappelijk verdedigbaar de stroopwa-fel-stelling is. Ik heb er in elk geval geen commentaar op gekregen. Mijn co-promotor had aanvankelijk wel bedenkingen bij mijn laatste stelling: Scientific articles are to a PhD student what horcruxes were to

Voldemort: pieces of your soul, granting eternal life in bibliographic da-tabases, unless reviewer #2 destroys them. Hij wist niet wie Voldemort

was. Maar nadat ik hem over de Harry Potter-boeken had verteld, was hij alsnog akkoord.’ LdK

The success of all

meetings hinges on

whether or not someone

brought stroopwafels

FO TO : S VEN MENSCHEL FO TO : S VEN MENSCHEL

(12)

Babymelk

Babymelk

Sportmelk

Sportmelk

12

>> achtergrond

Met moderne genetica kunnen melkveehouders

koeien selecteren die veel gezonde vetten of

mineralen produceren. Zo kunnen ze speciale

‘babymelk’ of ‘sportmelk’ van de boerderij op

de markt brengen, denkt fokkerijhoogleraar

Henk Bovenhuis. Niet iedereen in de sector

vindt het een kansrijk idee.

tekst Albert Sikkema illustratie Geert-Jan Bruins

De gespecialiseerde koe

M

et een prijs van 40 cent per liter en een pro-ductie van soms wel 10.000 liter per koe per jaar, is melk een goedkoop bulkproduct. Henk Bovenhuis, die op 14 september zijn inaugurele rede hield als persoonlijk hoogle-raar Fokkerij en Genetica in Wageningen, wil er graag waarde aan toevoegen. Hij verwijst naar de Nederlandse tomaten die in de jaren negentig in Duitsland schampe-rend Wasserbomben werden genoemd. Dat leidde tot de opkomst van speciale tomatensoorten die nu tegen een meerprijs over de toonbank gaan. Bovenhuis denkt dat dit ook kan bij melk, omdat hij veel variatie ziet in de melksa-menstelling per koe. Die variatie kun je benutten door melk met een bijzondere samenstelling apart – duurder – te verkopen, denkt de hoogleraar.

KAASKOE

Dit idee is niet nieuw. In 1992 promoveerde Bovenhuis op melkeiwitten. Hij ontdekte onder meer dat koeien die wei-nig van het eiwit beta-lactoglobuline aanmaakten, drie procent meer kaas per liter melk opleverden. Samen met zijn hoogleraar Pim Brascamp lanceerde Bovenhuis toen de ‘kaaskoe’. ‘Wij dachten dat het interessant zou zijn om de melk van deze koeien apart te houden voor de kaaspro-ductie.’

In de praktijk gebeurde er niets. Bovenhuis weet de exacte reden niet, maar vermoedt dat de voordelen van deze gescheiden melkstroom – 3 procent meer kaas – niet opwogen tegen de hogere vervoerskosten. De zuivelbedrij-ven werkten met één melkstroom vanaf alle boerderijen, waarna ze die vermengde melk in de fabriek uit elkaar plo-zen tot grondstoffen voor consumptiemelk, vla, boter, melkpoeder, kaas, frisdrank en yoghurt.

Maar nu is Bovenhuis een nieuwe gezonde inhoudsstof in de melk op het spoor: zink. Dit mineraal hebben we

(13)

Babymelk

Babymelk

Sportmelk

Sportmelk

achtergrond <<

13

nodig voor de productie van belangrijke enzy-men in ons lichaam. In veel landen krijgen jonge kinderen te weinig zink binnen via de voe-ding, stelt Bovenhuis. Onderzoek bij 1800 melk-koeien heeft uitgewezen dat het zinkpercentage in de koeienmelk een factor 2 kan verschillen en dat 40 procent van dat verschil genetisch bepaald is. Drie genen zijn hiervoor grotendeels verantwoordelijk. Met een DNA-test kunnen melkveehouders nu dus koeien selecteren die extra zinkrijke melk geven. Die melk kun je apart laten ophalen door de zuivelonderneming en na verwerking als ‘gezonde babymelkpoeder van de boerderij’ vermarkten, denkt Bovenhuis. Op dezelfde manier kunnen boeren koemelk met meer magnesium produceren en verkopen als sportmelk – sporters hebben meer magne-sium nodig. Of ze produceren melk met extra calcium voor ouderen of melk met een speciale vetsamenstelling voor een betere ijsbereiding. Bovenhuis: ‘We hebben al veel genetische varia-tie in het genoom van de koe kunnen aanwijzen, waarop de melkveehouders kunnen selecteren.’ In combinatie met aangepaste diervoeding kan dat verschillende soorten hoogwaardige melk opleveren.

OERMELK

Op de vraag waarom dit nu wel zou lukken, ter-wijl de speciale kaasmelk niet is aangeslagen, antwoordt de hoogleraar dat de marktomstan-digheden zijn veranderd. ‘Er is een markt voor babyvoeding en sportvoeding en daar kan de zuivelsector bij aansluiten.’ Bovendien zijn er, nu de supermarkten de regie hebben, meer

mogelijkheden om exclusieve zuivelproducten op de markt te brengen.

Hij verwijst naar de lancering van A2-melk, de ‘gezonde oermelk’ van koeien die alleen het melkeiwit A2 produceren. Het bedrijfje in kwes-tie claimt dat die melk gezonder is dan melk die ook A1 bevat, omdat dat eiwit de kans op diabe-tes zou verhogen. Volgens Bovenhuis is deze gezondheidsclaim niet wetenschappelijk onder-bouwd. ‘Maar dat terzijde. Mijn punt is dat het bedrijf een afzetketen organiseert met boeren die A2-koeien selecteren en supermarkten die de speciale melk in hun schappen hebben staan. Blijkbaar is er nu markt voor.’

DENKFOUT

Innovatiemakelaar Carel de Vries betwijfelt dit echter. Als programmadirecteur van Courage, een innovatieorganisatie voor de melkveesector, was hij in 2008 betrokken bij de introductie van een speciale boerderijmelk van FrieslandCam-pina met extra veel omega-3-vetzuren. Dankzij speciale diervoeding produceerden de koeien meer van deze gezonde vetzuren. ‘Die melk heeft het niet gehaald in de markt’, zegt De Vries. ‘Het is niet eenvoudig om een separate melkstroom te gelde te maken. Dan moeten er significante voordelen aan zitten die je niet makkelijk op een andere manier kunt bereiken.’

De Vries denkt dat de melk met extra zink van Bovenhuis niet sterk genoeg is. ‘Je moet heel veel van deze melk drinken voordat je meer zink binnenkrijgt en je kunt ook gewoon een zink-tablet nemen.’ Ook boerenmelk met extra cal-cium of magnesium gaat het niet worden, denkt

de innovatiemakelaar. Bovenhuis maakt vol-gens hem een denkfout door de melk te verge-lijken met de waterbomtomaten van weleer. ‘Bij de tomaat ging het om smaak. Er zijn daarna veel nieuwe tomatensoorten ontwikkeld met een andere smaak. Maar melk met meer zink of gezonde vetzuren smaakt hetzelfde als gewone melk en is dus niet onderscheidend. Gewone melk bevat al veel eiwitten en mineralen en is dus al gezond.’

SUPERBRANDSTOF IN EEN LADA

Hoogleraar Bovenhuis is niet overtuigd door deze bezwaren. ‘Er zijn al melkproducten met speciale inhoudsstoffen op de markt, zoals Yakult. Verder heeft A2-melk in Australië een marktaandeel van zo’n 10 procent, dus het kan wel.’ De mislukte introducties van jodium- en omega-3-melk in de afgelopen jaren worden in zijn ogen mede veroorzaakt door het onbenut laten van de genetische variatie. ‘Bij die pogin-gen richtte de zuivelsector zich alleen op aange-paste diervoeding, zonder de genetica erbij te betrekken. Dat is als superbrandstof in een Lada gooien. Juist de combinatie van genetica en voe-ding biedt veel mogelijkheden.’

De gespecialiseerde koe

ZUIVELINNOVATIE TOT NU TOE

De zuivelsector innoveert tot nu toe vooral met

pro-ductiemethoden en houderijsystemen. Zo is er al bio-logische melk, weidemelk en (in Duitsland) gmo-vrije melk. Er loopt momenteel een experiment met weide-vogelmelk, waarbij de meerprijs naar de bescherming van kieviten en grutto’s gaat. En als het aan actie-groep Wakker Dier ligt, komt er binnenkort melk met Beter Leven-sterren.

(14)

14

>> achtergrond

DRIFTY DE DRIFTVIS

De Nederlandse kottervisser Hans Tap ving op 8 augustus, even ten zuiden van de Maasvlakte, een mysterieus visje. Hij bracht het naar Wageningen Marine Research in IJmuiden, waar bioloog Bram Couperus het na het nodige speurwerk identificeerde als Ariomma indicum, ofte-wel de Indian driftfish. Het visje is inmid-dels geconserveerd en wordt naar het Naturalis Biodiversity Center in Leiden gebracht. Couperus mocht een Neder-landse naam verzinnen. ‘In Australië noe-men ze het een Eyebrow fish en inderdaad zie ik wel iets van een richel boven het oog. Maar uiteindelijk is de Engelse naam het meest geaccepteerd, dus ben ik gegaan voor Indische driftvis. En dit exemplaar noem ik Drifty.’

FO TO : O SCAR BO S

(15)

achtergrond <<

15

B

ram Couperus, onderzoeker bij Wage-ningen Marine Research in IJmuiden, is van jongs af aan gefascineerd door planten en dieren. Hij heeft een sterke behoefte om alles te benoemen. ‘Als ik door het bos loop en vogels hoor fluiten, wil ik daar een naam bij hebben. Dat geeft mij houvast; iedere omgeving heeft zijn eigen soorten die daar thuishoren. Deze verscheidenheid aan soorten staat voor mij aan de basis van de ecologie.’

Voor zijn werk gaat Couperus regelmatig de zee op, om visbestanden van onder andere haring en blauwe wijting te onderzoeken. ‘De zee is een black box, dat vind ik er zo spannend aan. Op de echobeelden zie je een vlek en dat is dan een school vis. Maar je weet nooit van tevo-ren wat je precies gaat vangen. De ene keer zit de school helemaal vol met blauwe wijting en de andere keer zitten er wel vijftig verschil-lende soorten in.’ In zo’n geval komt Couperus’ behoefte aan orde om de hoek kijken. ‘Ik kan het niet verkroppen als ik dan iets aantreft waarvan ik niet weet wat het is.’

NIETS-AAN-DE-HANDVISJE

Toen Couperus vorige maand een vreemd, naamloos visje onder ogen kreeg, begon het dan ook meteen te kriebelen. ‘Het maakt niet uit hoe druk ik ben, als mensen iets bijzonders hebben, maak ik graag tijd vrij om er achter te komen wat het is.’ Zo ook voor de Nederlandse kottervisser Hans Tap, die een 15 centimeter groot visje aantrof in zijn garnalennet (zie kader). ‘Hans komt wel vaker langs als hij iets bijzonders heeft gevonden, aangezien zijn kot-ter vlak bij ons kantoor ligt. Hij heeft bijvoor-beeld nog niet zo lang geleden een steurkrab meegenomen, die zit nu hier in het aquarium bij de receptie.’

Couperus kon het visje niet meteen thuis-brengen. ‘Ik doe dit werk al 25 jaar en meestal heb ik wel zoiets van: oh, dat is deze familie.

Maar dit was zo’n niets-aan-de-handvisje, zon-der bijzonzon-dere kenmerken. Mijn eerste indruk was dat het leek op een kruising tussen een horsmakreelachtige en een zeebrasem, met een opvallend klein bekje.’

SPELD IN EEN HOOIBERG

Samen met een collega dook Couperus in de veldgidsen van het Noordoost-Atlantische gebied en de Middellandse Zee. Tevergeefs. ‘Toen dachten we: misschien komt het van de westkant van de Atlantische oceaan. Dus heb-ben we foto’s gestuurd naar ons zusterinstituut NOAA in Woods Hole in de Verenigde Staten.’ Helaas ging bij de Amerikaanse collega’s ook geen belletje rinkelen. ‘We hebben de foto’s toen ook nog naar een collega in Australië gestuurd. Maar daar werd een beetje lacherig gereageerd.’

Vastberaden om een naam bij dit visje te vinden, spitte Couperus systematisch door Fishbase, een databank met alle vissoorten ter wereld. ‘Het was echt zoeken naar een speld in een hooiberg, zeker omdat dit visje nu niet bepaald in het oog springt. Maar ik had geluk, want binnen een half uur had ik de afbeelding gevonden.’ En toen had het visje eindelijk een naam: de Indian driftfish, onder wetenschap-pers bekend als Ariomma indicum, een baars-achtige die alleen voorkomt in het (sub)tropi-sche water van de Indi(sub)tropi-sche Oceaan.

BALLASTWATER

Het is een raadsel hoe het visje in de Noordzee terecht is gekomen. ‘Als het met klimaatveran-dering te maken heeft, verwacht je dat er meer meldingen zouden zijn, bijvoorbeeld langs de Afrikaanse westkust. Maar dit is de eerste waar-neming in het Atlantische gebied.’ Het visje kan in theorie als ei of larve in het ballastwater van een schip hebben gezeten. ‘Maar het dier was al 15 centimeter, wat zou betekenen dat

het de winter in de koude Noordzee heeft over-leeft. Aan de andere kant kan ik me ook moei-lijk voorstellen dat een volwassen vis de tocht van meerdere weken in een ballastwatertank overleeft.’

De vondst is volgens Couperus zeer uniek. ‘We zien wel vaker vreemde soorten opduiken in de Noordzee, maar daar hebben we meestal wel een verklaring voor. Zo komen er bijvoor-beeld meer soorten vanuit Oost-Europa hier naartoe via het Main-Donaukanaal.’ De bioloog wil dan ook graag weten of er nog meer vissen van deze soort in de Noordzee zitten en roept vissers op om dit te melden. ‘Vissers hebben de meeste kans om iets speciaals te ontdekken; zij komen jaar in jaar uit in de dezelfde gebieden. Maar ik denk dat ze vreemde vangsten vaak over het hoofd zien of denken “raar visje” en het overboord gooien.’

COMMERCIËLE SOORTEN

Vreemde soorten thuisbrengen is niet het dagelijks werk van Couperus. ‘De jaarlijkse surveys van Wageningen Marine Research zijn gericht op bestandsschattingen van commerci-ele vissoorten. Soorten waar geen markt voor is, krijgen niet de prioriteit. Ik doe mijn best om tussen de bedrijven door hier toch aan-dacht aan te geven. Dat lukt al een beetje, want op dit moment werken we samen met de pela-gische visserijsector, Pelagic Freezer-trawler Association (PFA), aan een soortherkennings-gidsje.’ Daar kan de Indische driftvis, zoals Couperus ‘zijn’ vondst in het Nederlands heeft gedoopt, dan misschien aan worden toege-voegd.

Met fanatiek speurwerk loste bioloog Bram Couperus onlangs

het mysterie op rond een onbekend tropisch visje dat in een

Nederlandse garnalennet was opgedoken. Het was niet de eerste

keer dat hij een vreemde soort thuisbracht. ‘Ik kan het niet

ver-kroppen als ik niet weet wat het is.’

tekst Tessa Louwerens foto Bram Belloni

De visdetective

Bekijk de fotoserie van

exoten in de Noordzee

(16)

16

>> werkplek

Nog een laatste blik in de spiegel. Een beetje bijstiften en dan het toneel op. Dat wil zeggen: voor de professoren uit plechtig de grote zaal van de Aula binnenlopen. Pedel zijn is optreden. Een rol spelen, zo je wilt. Voor Lily Kroon is het

na drie jaar de gewoonste zaak van de wereld. Samen met nog twee pedellen leidt ze promoties en andere plechtigheden van de universiteit in goede banen. Ze behoort ongetwijfeld tot de meest gefotografeerde Wageningers. ‘Ja, nu je

het zo zegt, is het best wel raar.’ En dat voor iemand die het liefst niet in de belangstelling staat. Maar dat geldt voor de burger Lily Kroon. Als pedel is het anders. ‘Opeens kijken de men-sen dan heel anders naar je. Het heeft iets

(17)

werkplek <<

17

telijks, pedel zijn.’ Kroon heeft een verleden in de horeca. Ze runde een hotel in Amsterdam en organiseerde congressen. En nu is ze dus pedel en gastvrouw in de Aula. Parttime op afroepba-sis, maar vanaf volgend jaar september in vaste

dienst. Ze vindt het erg mooi werk. Gasten ont-vangen, PhD-kandidaten de weg wijzen en natuurlijk het decorum. Als ceremoniemeester voor de troepen uit lopen. En later, nadat de pro-movendus precies 45 minuten door de

promotie-commissie aan de tand is gevoeld, de verlossen-de woorverlossen-den spreken: Hora est. Dat gaat nooit fout. ‘Gewoon digitale klokken en goed opletten. De tijden zitten in het hoofd gebeiteld.’ RK, foto Margriet van Vianen

(18)

18

>> achtergrond

Een studie kiezen, op kamers gaan. Veel

jonge-ren zien dat als een mooi moment om zich los te

maken van hun ouders. Sommigen kiezen echter

voor de universiteit waar hun vader en moeder ook

studeerden. Vier Wageningse tweedegeneratie-

studenten vertellen waarom.

tekst Linda van der Nat en Madhura Rao foto’s Sven Menschel

Pa en ma

achterna

Roos van Dortmont (Biologie)

Moeder: Dymph Asselbergs (Tuinbouw 1985-1991), werkt bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen Vader: Ton van Dortmont (Landschapsarchitectuur), werkt als projectontwikkelaar windparken

‘Mijn ouders hebben mij nooit gepusht om in hier te gaan studeren. In eerste instantie wilde ik juist weg uit Wage-ningen, waar ik ben opgegroeid. Ik wilde naar de grote stad. Maar tijdens een meeloopdag hier vond ik de sfeer zo goed dat ik toch besloot in Wageningen te blijven. Mijn broer is wel vertrokken, die studeert nu Technische Plano-logie in Groningen. Dat lijkt op Landschapsarchitectuur, dus in zekere zin volgt hij mijn vader en ik mijn moeder.

Ik ben wel heel bewust op kamers gegaan. Van mijn ouders hoorde ik daar altijd goede verhalen over. Mijn vader woonde in de sterflat aan de Rijnsteeg, die inmid-dels is gesloopt, en mijn moeder in Dijkgraaf. Ze hadden een heel leuke gang, kookten samen. Ik wilde dat ook ervaren. Ik woon nu in dezelfde flat als mijn moeder des-tijds. Ze vinden het wel heel leuk dat ik in Wageningen studeer; ik woon tien minuten verderop en ben in de weekenden regelmatig thuis.

Mijn ouders wonen dicht bij de Dreijen, vroeger speelde ik daar vaak op het terrein. Ik heb er zelf één keer onderwijs gehad. Toen heb ik mijn ouders wel een berichtje gestuurd, dat ik dat bijzonder vond. Ze vinden het jammer dat De Dreijen amper meer gebruikt wordt. Ze

(19)

achtergrond <<

19

vinden de campus wel mooi, maar de Dreijen, dat is hún campus.

Veel wilde verhalen over hun studententijd hoor ik niet. Mijn ouders hebben elkaar ontmoet bij Unitas, waar ze allebei lid waren. Mijn vader draaide er plaatjes, ze heb-ben gedemonstreerd tegen kernenergie en zagen er alter-natief uit. Dat is het wel zo’n beetje, geloof ik. Ik zit niet bij Unitas, mijn interesses zijn toch wat anders. SSR-W past beter bij me.

De foto van ons is gemaakt bij het uitzichtpunt vanuit het Belmonte Arboretum. Die plek symboliseert onze ver-binding en belangstelling voor het landschap en alles wat groeit en bloeit. Het is een plek waar we vaak naartoe gaan als we even een wandelingetje willen maken. Mijn ouders hebben hier ook hun trouwfoto's gemaakt.’

Baibing Yan (Management en Economie)

Vader: Zifu Yan (Plant Genetics and Breeding 1999-2000), zelfstandig ondernemer

Moeder: Yuling Bai (Biotechnology en Plant Genetics and Breeding 1998-2000), werkt als universitair hoofddocent bij Plant Breeding

‘Mijn ouders hebben elkaar leren kennen tijdens hun stu-die aan de Henan Agricultural University in China, waar ze allebei hun bachelor- en masterdiploma hebben gehaald. Na hun studie werden ze docent op de universiteit en kre-gen ze mij. Vervolkre-gens zijn ze allebei naar Wakre-geninkre-gen

vertrokken voor een tweede master en een PhD, eerst mijn moeder in 1997 en een jaar later mijn vader. Ik kwam een paar maanden later naar Wageningen, toen was ik zes.

Als klein kind ging ik wel eens met hen mee naar de universiteit, vaak in het weekend, want ze moesten regel-matig overwerken. Dan speelde ik op de computer of nam ik een kijkje in het lab. Ik heb zelf niks met biologie en planten. Geld en getallen vind ik leuk. Daarom ben ik Bedrijfseconomie gaan studeren in Rotterdam. Ik wilde het liefst zo ver mogelijk bij Wageningen vandaan. Ik was de stad echt beu; voor jongeren is hier niet veel te doen. In Rotterdam had ik het enorm naar mijn zin. Ik vond het studentenleven zo mooi dat ik te weinig studiepunten haalde en een negatief bindend studieadvies kreeg. Ik hoorde van vrienden dat Bedrijfs- en Consumentenweten-schappen in Wageningen leuk was en niet al te moeilijk. Mijn ouders vonden Wageningen natuurlijk ook een goed idee. Toen dacht ik: laat ik het maar proberen.

Omdat ik een compleet andere studie doe dan mijn ouders hebben gedaan, voelt het niet alsof ik in hun

voet-‘Eigenlijk wilde ik het liefst

zo ver mogelijk bij

Wageningen vandaan’

(20)

20

>> achtergrond

sporen treed nu ik ook in Wageningen studeer. Thuis pra-ten we wel vaak over de universiteit, omdat mijn moeder hier lesgeeft. Als ik erover nadenk, is het best bijzonder: mijn ouders komen allebei van het Chinese platteland, waar weinig kansen zijn om je te ontwikkelen. Ze hebben keihard geknokt om te komen waar ze nu zijn, dat is iets om heel trots op te zijn. Ze hebben mij de mogelijkheid gegeven om hier te studeren en daar ben ik ze erg dank-baar voor.

De kookpotten die nu voor Atlas staan, stonden eerst bij het oude hoofdgebouw van de universiteit op Duivendaal. Mijn ouders en ik hebben die potten vroeger vaak gezien, het is een herkenbaar kunstwerk van de universiteit. Daarom hebben we daar onze foto laten maken.’

Marte Stoorvogel (Earth and Environment)

Moeder: Marjon Oostrom (Levensmiddelentechnologie 1986-1992), werkt bij de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters

Vader: Jetse Stoorvogel (Bodemkunde 1983-1989), werkt bij WUR als universitair hoofddocent Bodem-landgebrui-kinteracties

‘Ik voel me niet historisch verbonden met de universiteit omdat mijn ouders hier ook hebben gestudeerd. Ik denk er eigenlijk ook nooit over na, daarvoor zijn onze ervarin-gen te verschillend. Ze hebben les gehad op Duivendaal en op de Dreijen, ze woonden op Asserpark. Ik heb les op de campus en woon aan de Haarweg. Mijn moeder heeft een tijdje bij KSV gezeten en mijn vader was wedstrijd-roeier bij Argo. Ik zit zelf niet bij een vereniging; ik doe aan wedstrijdzwemmen bij een burgervereniging en lig vijf of zes keer per week in het zwembad.

Dat ik voor Wageningen heb gekozen, heeft niet met mijn ouders te maken. Ik ben ook op open dagen geweest in Amsterdam, Utrecht en Nijmegen, maar Wageningen sprak me het meest aan. Ik had ook niet een gevoel van: ik moet weg uit de stad waar ik ben opgegroeid. Mijn ouders hebben zich niet met die keuze bemoeid. Mijn vader zei zelfs tijdens de voorlichtingsdag van Medische Natuurwetenschappen in Amsterdam dat die studie hem ook heel leuk leek. Over Wageningen zei hij wel dat de opleiding veel buitenlandse excursies had en hoe leuk hij

‘Ik heb mijn vader

geholpen met veldwerk

in Uganda’

(21)

achtergrond <<

21

dat vroeger had gevonden. Hij heeft na zijn studie gewerkt in Ivoorkust en Costa Rica, waar ik ben geboren. Onlangs ben ik met hem mee geweest naar Uganda en heb ik hem geholpen met veldwerk. Dat was wel heel leuk en ik zou zelf ook wel naar het buitenland willen.

Qua opleiding ben ik mijn vader achternagegaan, maar waar die fascinatie vandaan komt, weet ik niet. Het was niet zo dat het vroeger altijd over bodems en geologie ging. Nu kunnen we er wel leuk over praten. Als we tij-dens wandelingen een mooie steen zien bijvoorbeeld, dan zeggen we tegen elkaar: oh kijk, graniet. Dan zie je mijn moeder en zusje naar elkaar kijken. Maar het valt mee, we hebben geen urenlange discussies over bodems. Ik denk dat het veel erger had kunnen zijn.

Onze foto is gemaakt bij Asserpark, daar hebben mijn ouders elkaar leren kennen.’

Zying Huang (Food Technology)

Vader: Ruiqing Huang (Management of Agricultural Knowledge 1988-1990)

Moeder: Xueping Qu (Management of Agricultural Know-ledge 1995-1997)

Ze runnen samen Beijing Rui Xue Global Co, een Chinees agrotechnologiebedrijf dat veel samenwerkt met Nederland

‘Dat mijn ouders ook in Wageningen gestudeerd hebben, maakt het voor mij een unieke ervaring om hier te zijn. Maar het is niet de reden dat ik voor Wageningen heb

gekozen. Dat heb ik gedaan vanwege de vakken die hier worden gegeven en de uitstekende prestaties van WUR op het gebied van life sciences. Ik studeer Food Techno-logy, maar mijn specialisatie is Management. Dat die combinatie hier mogelijk is, maakt de universiteit voor mij zeer aantrekkelijk.

Mijn ouders waren al getrouwd voordat ze naar Wage-ningen kwamen. Ik ben hier geboren, in 1993. In 1999, toen ik zes was, gingen we weer terug naar China. Ik heb weinig herinneringen aan mijn kindertijd hier. Ik weet dat ik naar de crèche ging in de Tarthorst.

Van mijn ouders weet ik dat er veel veranderd is in de stad: de infrastructuur en nieuwe gebouwen op de cam-pus. Destijds waren er ook maar twintig Chinese studen-ten in Wageningen, terwijl dat er nu meer dan duizend zijn. En de winkels zijn nu ook op zondag open, haha.

Een tijdje terug hebben mijn ouders me hier opge-zocht en zeker voor mijn moeder was dat een emotionele aangelegenheid. Ik vind het heel speciaal dat ik op dezelfde plek studeer als mijn ouders hebben gedaan. Ik woon zelfs in dezelfde studentenflat: Bornsesteeg.’

(22)

22

>> opinie

IS DE BUREAUCRATIE

NOG TE TEMMEN?

Vermindering van de bureaucratie is een

belangrijk thema binnen WUR. Toch hebben

medewerkers de indruk dat het alleen maar

meer wordt. Neem het onlangs ingevoerde

extra vinkje in MyProjects, waarmee

onder-zoekers moeten aangeven of ze

persoons-gegevens gebruiken. Kunnen we het

bureau-cratische beest wel in bedwang houden?

tekst Carina Nieuwenweg illustratie Henk van Ruitenbeek

Anton van Bunschoten

Onderwijs- en onderzoeksassistent Bionanotechnologie

‘Als assistent heb ik vooral met tijd-schrijven te maken. Sommige fonds-verstrekkers vragen om een uitge-breide verantwoording van uren en geld, maar die strenge eisen gelden niet voor alle projecten. Daarom vraag ik me af of MyPro-jects de eisen van de hoogste bewijslast hanteert of dat WUR wettelijk verplicht is om zo veel verantwoording af te leggen. Ikzelf heb in ieder geval vrijwel niet te maken met

een fonds dat mijn uren allemaal verantwoord wil zien. Ik vraag me dan ook af voor wie ik die uren eigenlijk schrijf.

Wat ik verder zorgelijk vind, is dat er tegenwoordig een hele managementlaag nodig is om een wetenschappelijk project te beheren. Ik vind het apart dat de verantwoor-ding zo ingewikkeld en veeleisend is geworden dat leer-stoelgroepen dat niet meer zelf kunnen en er onderzoeks-geld aan besteed moet worden.’

Marie-Luise Puhlmann

Onderzoeksassistente Human Nutrition

‘Op de afdeling Humane Voeding zijn er strikte regels rond project-registratie. We volgen dezelfde pro-cedure als bij farmaceutisch onder-zoek. We moeten een protocol

schrij-ven dat aan allerlei regels moet voldoen en daarna aan de Medisch Ethische Toetsingscommissie van WUR wordt voorgelegd. Zo’n protocol gaat vaak meerdere keren door de commissie: je bent makkelijk een halfjaar tot een jaar kwijt voor je van start mag. Verder moeten we geduren-de een studiedag alles bijhougeduren-den en registreren: elke af-wijking moet worden doorgegeven. Er is dus veel

bureau-cratie. Maar voedingsonderzoek is nu eenmaal gevoelig; we werken met mensen en het welzijn van de deelnemer heeft de hoogste prioriteit. Op dit moment gebeurt alles nog op

papier. Werken met digitale versies zou het makkelijker maken.’

Sjon Hendriks

Beheertechnicus bij Microbiologie

‘Ik zie bureaucratie als iets noodza-kelijks, om bepaalde zaken overzich-telijk te krijgen en te houden. Maar we moeten wel opletten dat we niet doorslaan. Een goed voorbeeld hier-van is de deadline voor tijdschrijven die veel te vroeg ligt; dan zijn we fictief aan het schrijven. Dit zorgt ook voor extra druk bij het secretariaat. Ik merk

zelf dat er steeds meer systemen bij komen doordat het aan-tal studenten toeneemt. Zo hebben we een systeem

opge-zet om te kunnen bijhouden welke studenten al labin-structies hebben gehad en of ze alles goed begrepen heb-ben.’

(23)

opinie <<

23

Gert Jan Hofstede

Universitair hoofddocent Toegepaste

Informatiekunde

‘We kunnen niet zonder bureaucratie, maar ik ben er steeds meer dure tijd aan kwijt, die ik steeds minder heb. MyProjects is buitengewoon ge-bruikersonvriendelijk, en dan zijn er nog di-verse andere lastige en steeds veranderende systemen, bijvoorbeeld voor vakantie of reis-declaraties. Erger is dat tijdschrijven zo

zin-ledig is. Je vult niet in wat je echt doet, maar wat je volgens je projecten of je portfolio moet doen. Het doel wordt daarmee “feed the beast”.

Ik vind dat frustrerend, vooral omdat we ook al worden afgerekend op publicaties en onder-wijsevaluaties.’

Paula Harkes

Promovendus bij Nematologie

‘Ik heb het idee dat de bu-reaucratie op de universi-teit wel meevalt. Als

PhD-student heb ik veel vrij-heid. Ik hoef niet op vas-te tijden vas-te werken of de verdeling van mijn

uren op te schrijven. Iets dat waarschijnlijk bij

de meeste bedrijven wel zou moeten. Dat zie ik ook als één van de grote voordelen van het doen van een PhD. Ik heb de vrijheid om te be-sluiten rond tien uur te beginnen en tot zeven uur door te gaan. Een zekere vorm van bureau-cratie is wel nodig; we kunnen niet alles op ba-sis van goed vertrouwen doen.’

Bastiaan Meerburg

Afdelingshoofd

Veehouderij en Omgeving

‘WUR moet simpelweg aan bepaalde eisen vol-doen wat betreft de priva-cywetgeving. Als dat rela-tief makkelijk kan met een vinkje in MyProjects, vind ik het prachtig. Wat ik belangrijker vind, is dat de we de bureaucra-tie verminderen van het offertetraject. Als we mee willen draaien in het bedrijfsleven, moe-ten we de prioriteimoe-ten van de klant vooropstel-len. Soms wil de klant binnen een week een

of-ferte hebben. Dat levert problemen bij ons op, omdat zo’n offerte eerst een vinkjescircuit in-gaat. Iedereen moet een vinkje zetten: de

pro-jectleider, de controller, het afdelingshoofd, de directeuren en de jurist. Als er dan iemand met vakantie is, ben je zo een paar weken

ver-der. Maar het heeft vooral met de mentaliteit te maken: de neiging tot risicomijding binnen de organisatie is heel groot. Daarin zijn nog slagen te maken.’

Jan Kammenga

Persoonlijk hoogleraar Functionele Genetica

‘Bureaucratie is in mijn optiek: alles volgens lijst-jes willen doen. En dat komt te veel voor. Lijst-jes met eisen voor tenure track, lijstjes voor de beste universiteit, de beste publicaties. We leven in een lijstjesland, met het

idee dat alles goed is als er maar aan de lijstjes is voldaan. De achterliggende gedachte is dat

we met lijstjes controle hebben op de kwali-teit. Terwijl je door de lijstjes juist al snel voor-bijgaat aan de inhoud. We zijn daar de afgelo-pen jaren in doorgeschoten. Naast het inhou-delijk werk is een docent bijvoorbeeld steeds meer bezig met de vakevaluaties waarop hij of zij kan worden afgerekend. Evaluaties zouden maatwerk moeten zijn. Iemand die niet in de strak gedefinieerde lijstjesmal past, kan im-mers ontzettend waardevol zijn voor de orga-nisatie.’

(24)

Kijken naar

bonobo’s

Twee winterseizoenen lang

obser-veerde bachelorstudent Manon

Römkens het gedrag van de bonobo’s

in dierenpark Apenheul. Wat begon

als een vrijwillige stage, groeide uit

tot haar bachelorthesis. En ze is nog

lang niet uitgekeken. ‘De lach van

een bonobo is het mooiste dat er is.’

tekst Veerle de Goederen foto Fabienne Voncken

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The main findings of this article were that patients with single ventricles of RV morphology had larger end-diastolic and end-systolic volumes, lower mean blood pressure and

The enormous drive to improve the field by integrating learning activities in daily care and treatment, the high rate of research partici- pation, and in particular the best

A majority of the studies compared NPWT to moist gauze dressings, which is advocated as a part of the treatment of chronic wounds by the guidelines of the Wound Healing

De technicus landbouwmechanisatie volgt werkinstructies en adviezen van zijn direct leidinggevende op en voert de inspectie of keuring volgens voorschriften en procedures uit zodat

De monteur volgt werkinstructies en adviezen van zijn direct leidinggevende op en voert de inspectie- of keuringswerkzaamheden volgens voorschriften en procedures uit zodat er

De technicus landbouwmechanisatie volgt werkinstructies en adviezen van zijn direct leidinggevende op en voert het onderhoud of de modificatie volgens voorschriften of procedures

De beginnend beroepsbeoefenaar leest in de werkbon welke werkzaamheden verricht moeten worden en maakt daaruit op aan welke machine en met welke materialen en hulpmiddelen de

§ Bezit specialistische kennis van efficiënte werkvolgorde voor de onderdelen uit het klein-, groot- en breedvak § Bezit specialistische kennis van het vervaardigen van