• No results found

Ontwikkeling van fysische analysemethoden voor het vaststellen van de gebruikskwaliteit van steenwol

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontwikkeling van fysische analysemethoden voor het vaststellen van de gebruikskwaliteit van steenwol"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

cj? Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

1

L

51

Hl&r

uirtm

Ontwikkeling van fysische analysemethoden voor het vaststellen van de gebruikskwaliteit van steenwol.

door: F.M. Leijn van Dijk

(2)

Inhoudsopgave

Pagina;

1. Inleiding 1

2. Proefopzet 1

3. Onderzoek 1

3.1. De bepaling van het volume, het gewicht 1 en het volumegewicht

3.2. Subbemonstering 2

3.3. De bepaling van het verzadigd vochtgehalte 4 3.4. De bepaling van de capillaire opstijging 5 3.5. De bepaling van het volumepercentage water 6

bij verschillende zuigspanningen

3.6. De bepaling van het pH- bufferend vermogen 15

4. Samenvatting 16

5. Conclusie 18

6. Literatuur 18

(3)

-1-1. Inleiding

Het onderzoek, naar de fysische eigenschappen van steenwol als substraat, heeft tot doel inzicht te krijgen in de kwaliteit en bruikbaarheid van verschillende merken steenwol. Voorheen is het onderzoek op beperkte wijze uitgevoerd met steenwolpotten en matten, volgens voorschriften opgesteld door Van Noordwijk (1979) en zie

bijlage 1. Het onderzoek is nu voortgezet met meerdere merken steenwol, waarbij de nadruk is gelegd op ontwikkeling van de methode.

Hiertoe zijn door de subafdeling Teeltsubstraten en Opkweekmedia tien monsters,zijnde tien fabrikaten,verzameld van vijf verschillende steen-wolfabrikanten en voor onderzoek aangeboden aan het fysisch laboratorium. 2. Proefopzet

Elk fabrikaat bestond uit vier matten. Van deze matten zijn het volume en het gewicht (eigenlijk massa) bepaald en hieruit is het volumege­ wicht berekend. Deze bepaling is in viervoud uitgevoerd ten einde een indruk te krijgen van de homogeniteit van de matten.

Ten behoeve van verder onderzoek zijn van elk fabrikaat twee matten voor subbemonstering gekozen, rekening houdend met de homogeniteit. In deze submonsters zijn de volgende bepalingen in tweevoud verricht: het verzadigd vochtgehalte, de capillaire opstijging, het volumepercen­ tage water bij verschillende zuigspanningen zowel na verzadigen als tijdens herbevochtigen en het pH- bufferend vermogen. Op deze wijze zijn de genoemde bepalingen in tweevoud per mat en als gevolg van de sub­ bemonstering in tweevoud per fabrikaat verricht, hetgeen een indicatie geeft van de bepalingsfout, de variatie binnen één fabrikaat en van ver­ schillen tussen de diverse fabrikaten.

De merknamen van de fabrikaten zijn vermeld in bijlage 2. 3. Onderzoek

3.1. De bepaling van het volume, het gewicht en het volumeqewicht. Methode:

Met behulp van een lineaal zijn van iedere mat de lengte in viervoud en de breedte in zesvoud op 0,5 centimeter nauwkeurig, en de hoogte in achtvoud op 0,1 centimeter nauwkeurig vastgesteld. Het gewicht is vastge­ steld op 1 gram nauwkeurig. Uit de afmetingen en het gewicht van de mat is het volumegewicht berekend. De bepaling is uitgevoerd in viervoud per fabrikaat.

Berekening van het volumeqewicht:

Het volumegewicht wordt uitgedrukt in grammen per dm^.

Û

volgens: ^ x 1000 waarin:

A = gewicht steenwolmat luçhtdroog (g) B = volume steenwolmat (cm )

(4)

-2-Resultaat :

In bijlage 3 is het gemiddelde resultaat per mat vermeld.

Het gemiddelde resultaat per fabrikaat, zijnde het gemiddelde van vier matten, is weergegeven in tabel 1.

Tabel 1: Gemiddelde afmetingen, volume, gewicht en volumegewicht van de steenwolmatten.

analyse merknaam 1 b h volume

(dm ) gewicht volume nummer (cm) (cm) (cm) volume (dm ) (g) gewicbt (g/dm ) 84 SI Cultura 60 99,5 15 7,2 10,7 588 55 S2 Cultura 80 99,5 15 7,2 10,8 867 80 S3 Cultilene 99,5 15 7,4 11,0 985 90 S4 Capogrow eenmalig 99 15 6,9 10,3 548 54 S5 Capogrow meermalig 90 15 7,4 10,1 895 89 S6 Basalan BPN 50 100 15 6,8 10,3 605 59 S7 Basalan BPN 70 100,5 15 7,6 11,4 793 70 58 Basalan BPN 90 100 15 7,5 11,2 1006 90 S9 Grodan WPS 100 15 7,4 11,1 535 48 S10 Grodan PL 100,5 15 7,6 11,6 816 70

Nauwkeurigheid van de bepaling:

In figuur 1 is de relatie tussen het gewicht en het volume gewicht, en het volume en het volumegewicht van de steenwolmatten weergegeven. Uit figuur 1 blijkt duidelijk dat het gewicht van de steenwolmat het volumegewicht be­ paalt, de bijbehorende regressievergelijking heeft de volgende waarde

y = 0,087x + 3,7 en de correlatiecoëfficient r = 0,98. In tegenstelling tot deze relatie is er geen relatie gevonden tussen het volume en het volume­ gewicht. Ten aanzien van de interpretatie van de analyseresultaten is vastge­ steld dat verschillen tussen de,gemiddelde volumegewichten van twee fabrikaten groter moeten zijn dan 6,6 g/dm (P=0,05) of 7,9 g/dm (P=0,01).

Opmerkingen:

Uit kleine verschillen in de meting van lengte, breedte en hoogte van de mat en de geringe invloed van het volume op het volumegewicht is gebleken dat met een enkelvoudige meting kan worden volstaan. Hierbij moet wel aandacht besteed worden aan eventuele vervormingen van de mat.

3.2. Subbemonstering..

Bij de keuze van twee matten per fabrikaat voor subbemonstering is rekening gehouden met de hoogte van de matten. De matten zijn zo gekozen dat de variatie in de hoogte van de matten zo klein mogelijk is. Dit vanwege het feit dat voor de uitvoering van de bepaling van het volume % water bij verschillende

zuig-spanningen de hoogte van de matten bepalend is. Bovendien is getracht verschillen in gewichten van twee gekozen matten per fabrikaat zo klein mogelijk te houden. De subbemonstering is uitgevoerd door een mat, waarvan in verband met beschadigingen minstens 5 cm van de uiteinden is afgesneden, met behulp van een mes in blokjes te verdelen van 5,0 bij 5,0 cm met handhaving van de eigenlijke mathoogte. De blokjes zijn per mat verzameld. Bij de bepaling van het volumepercentage water bij verschillende zuigspanningen zijn voor iedere analyse de blokjes zo ge­ kozen dat de variatie in de hoogte minimaal is. Voor de overige analyses zijn de benodigde blokjes willekeurig gekozen uit de per mat verzamelde blokjes.

(5)
(6)

-4-3.3. De bepaling v/an het verzadigd vochtgehalte. Methode:

De lengte, breedte en hoogte van het blokje steenwol zijn in duplo gemeten op 0,1 cm nauwkeurig met behulp van een schuifmaat. Het luchtdroge gewicht van het blokje is vastgesteld op 0,1 gram nauwkeurig. Vervolgens is het blokje ondergedompeld in een bak gevuld met water en onder water gewenteld opdat alle lucht uit het blokje kan ontsnappen. Na 30 minuten is het blokje uit het water gehaald en op een zeef (maaswijdte 5,0 mm) gelegd, die waterpas staat. Na exact drie minuten uitlekken op de zeef is het blokje voorzichtig er van afgehaald (bij knijpen of scheef houden kan vocht verloren gaan),en op een petrischaal geplaatst en gewogen op 0,1 gram nauwkeurig.

De bepaling is uitgevoerd in tweevoud per mat en in tweevoud per fabrikaat. Berekening:

Het verzadigd vochtgehalte wordt uitgedrukt in volumeprocenten. volgens: X 100?Ä

waarin:

A = gewicht van het blokje steenwol luchtdroog (g) B = gewicht van het blokje steenwol na^verzadiging (g) V = volume van het blokje steenwol (cm )

Resultaat:

In bijlage 4 zijn de resultaten van de duplo-bepaling per mat vermeld. Het gemiddelde resultaat per fabrikaat, zijnde het gemiddelde van vier be­ palingen in twee matten, is weergegeven in tabel 2.

tabel 2: Gemiddelde verzadigd vochtgehalte van de steenwolmatten

analyse merknaam verzadigd vocht­

nummer gehalte (5o)

84 SI Cultura 60 92 S2 Cultura 80 96 S3 Cultilene 92 S4 Capogrow eenmalig 92 S5 Capogrow meermalig 96 S6 Basalan BPN 50 65 S7 Basalan BPN 70 73 S8 Basalan BPN 90 80 S9 Grodan WPS 96 S10 Grodan PL 99

Nauwkeurigheid van de bepaling:

Van de tien onderzochte fabrikaten is de spreiding in de duplobepaling per mat, (binnen matten), en de spreiding in de gemiddelde resultaten van de twee matten. (tussen matten) berekend. Uit de hiervoor gevonden waarden, namelijk ^in= l>->25 en S. = 1,932, is gebleken dat dit geen

betrouwbaar verschil is. Ten aanzien van de interpretatie van de analyse­ resultaten is vastgesteld dat verschillen tussen de gemiddelden van twee fabrikaten absoluut gezien groter moeten zijn dan 3,9?ó (P=0,05) of 4,7?ó (P=0,01), bij toepassing van de in dit verslag beschreven methode.

(7)

-5-3.4. De bepaling van de capillaire opstijging Methode:

De lengte, breedte en hoogte van het blokje steenwol zijn op 0,1 cm nauw­ keurig gemeten met behulp van een schuifmaat. Het lichtdroge gewicht van het blokje is vastgesteld op 0,1 gram nauwkeurig. Een bak, die waterpas staat, is gevuld met water tot een niveau van 0,5 cm. Het blokje is met de gelaagdheid horizontaal in de bak geplaatst en water is voorzichtig bijgevuld opdat het niveau van 0,5 cm gehandhaafd blijft. Gedurende 30 minuten is het blokje in de bak blijven staan, terwijl het waterniveau op 0,5 cm is gehouden. Vervolgens is het voorzichtig uit de bak gehaald (bij knijpen of scheef houden kan vocht verloren gaan) en op een petri­

schaal geplaatst en gewogen op 0,1 gram nauwkeurig. De bepaling is uit­ gevoerd in tweevoud per mat en in tweevoud per fabrikaat. De bepaling is op dezelfde wijze ook uitgevoerd met de gelaagdheid in verticale richting.

Berekening;

De capillaire opstijging wordt uitgedrukt in cm stijghoogte. volgens: F ~ D

waarin:

A = gewicht van het blokje steenwol luchtdroog (g)

B = gewicht van het blokje steenwol na capillair^ opstijging (g) C = grondoppervlakte van het blokje steenwol (cm )

D = hoogte van het waterniveau in de bak, vastgesteld op 0,5 cm

F = factor gebaseerd op een poriënvolume van de steenwol van 96% : F = —^ Resultaat:

In bijlage 5 zijn de resultaten van de duplo - bepaling per mat vermeld. Het gemiddelde resultaat per fabrikaat, zijnde het gemiddelde van vier be­ palingen in twee matten, is weergegeven in tabel 3.

Tabel 3: De gemiddelde capillaire opstijging horizontaal en verticaal van de steenwolmatten.

analyse merknaam capillaire capillaire

nummer opstijging horizontaal (cm) opstijging verticaal (cm) 84 SI Cultura 60 1,1 1,0 S2 Cultura 80 1,7 1,8 S3 Cultilene 1,6 1,7 S4 Capogrow eenmalig 1,0 1,0 S5 Capogrow meermalig 1,9 2,2 S6 Basalan BPN 50 1,0 0,8 S7 Basalan BPN 70 1,1 1.1 S8 Basalan BPN 90 M 1,5 S9 Grodan WPS 1,3 1,2 S10 Grodan PL 2,2 2,4

(8)

-6-Nauwkeuriqheid van de bepaling :

Van de tien onderzochte fabrikaten is de spreiding in de duplo-bepaling

per mat, S,. , en de spreiding in de gemiddelde resulaten van de twee matten, , berekend zowel voor de capillaire opstijging horizontaal als verticaal. De volgende waarden zijn gevonden voor de capillaire opstijging horizontaal = S. . = 0,147 en S, = 0,114 en verticaal: S. . = 0,167 en S. = 0,170.

bin tus bio tus.

Hieruit blijkt dat ait geen betrouwbare verschillen zijn.Ten aanzien van de interpretatie van de analyseresultaten is vastgesteld dat verschillen tussen de gemiddelden van twee fabrikaten groter moeten zijn dan 0,2 cm (P=0,05) of 0,3 cm (P=0,01) voor de capillaire opstijging horizontaal en groter dan 0,3 cm (P=0,05) of 0,4 cm (P=0,01) voor de capillaire opstijging verticaal, bij toe­

passing van de in dit verslag beschreven methode. Opmerkingen:

Uit de statistische verwerking is gebleken dat er geen betrouwbaar verschil is tussen de capillaire opstijging horizontaal en verticaal.

Bij de berekening van de capillaire opstijging is correctie van de stijg-hoogte voor het werkelijke, berekende poriënvolume van de onderzochte blokjes steenwol niet nodig, omdat dit berekende poriënvolume slechts varieert van 96,0 tot 99,0%, hetgeen van weinig invloed is op de stijghoogte.

3.5. De bepaling van het volumepercentaqe water bi.j verschillende zuiqspanninqen. Van ieder blokje is het volume vastgesteld door de lengte, breedte en hoogte te meten op 0,1 cm nauwkeurig met behulp van een schuifmaat. Nadat het luchtdroge gewicht van de verschillende blokjes steenwol is vastgesteld op 0,1 gram

nauwkeurig, zijn de blokjes in een pF-bak geplaatst. Het waterniveau is op gelijke hoogte gebracht met de bovenkant van de blokjes.

Na verzadiging gedurende 1 nacht is een zuigspanning van 0 cm water aangelegd door het waterniveau op 3,6 cm boven het zandoppervlakte te brengen. Dit nul­ niveau van de pF-bak komt overeen met de gemiddelde halve hoogte van de diverse blokjes steenwol.

Na 24 uur zijn de blokjes gewogen op 0,1 gram nauwkeurig en daarna weer in de pF-bak geplaatst. Vervolgens is een zuigspanning van 2,5 cm water aangelegd, hiertoe is het waterniveau op 1,1 cm boven het zandoppervlak gebracht. Na 24 uur zijn de blokjes steenwol weer gewogen. Op deze wijze zijn zuigspanningen aangelegd van respectievelijk 5,0 - 7,5 - 10,0 - 12,5 - 15,0 en 20,0 cm, ieder gedurende minimaal 24 uur. Tijdens herbevochtig-en van de blokjes zijn dezelfde zuigspanningen aangelegd, beginnende bij 15 cm en eindigend bij 0 cm water. Iedere zuigspanning ook gedurende minimaal 24 uur.

De bepaling is uitgevoerd in tweevoud per mat en in tweevoud per fabrikaat, gebruik makend van twee pF-bakken. Naast het volumepercentage water is voor de beoordeling van de kwaliteit van steenwolmatten ook het volumepercentage lucht van belang. Het volumepercentage lucht is berekend uit het volumepercentage

water en het poriënvolume, waarbij het poriënvolume rechtstreeks uit de waarnemingen is berekend.

Berekening:

volumepercentage water bij zuigspanning x cm water: wordt uitgedrukt in volume-procenten. ~

B - A

(9)

-7-poriënvolume: wordt uitgedrukt in volumeprocenten. 1 \J ~ A/S • m • -I nng/

volgens: ^ x 100?o

volumepercentage lucht bij zuigspanning x cm water: wordt uitgedrukt in voïumeprocenten.

volgens: poriënvolume - volumepercentage water, waarin:

A = gewicht blokje steenwol luchtdroog (g)

B = gewicht blokje steenwol bi^ zuigspanningen x cm water (g)

V = volume blokje steenwol (cm ) ^

s.m. = soortelijke massa steenwol, vastgesteld op 2,65 g/cm . (Van Dijk,1975) Resultaten:

In bijlagen 6, 7, 8, 9 zijn de resultaten vermeld van de duplo-bepaling

per mat bij de verschillende aangelegde zuigspanningen. In deze bijlagen zijn ook de resultaten van de berekening van het poriënvolume, en van het volume percentage lucht bij de verschillende aangelegde zuigspanningen vermeld.

De gemiddelde resultaten per fabrikaat, zijnde de gemiddelden van vier bepalingen in twee matten, bij de verschillende aangelegde zuigspanningen, zijn vermeld in tabel 4 en grafisch weergegeven in de figuren 2 t/m 6. In tabel 4 is ook het gemiddelde poriënvolume per fabrikaat vermeld.

tabel_4^ Gemiddelde volumepercentage water en poriënvolume van de steenwol-matten bij de aangelegde zuigspanningen .

analyse zuigspanning nummer (cm water) merknaam 0 2,5 5,0 7,5 10,0 12,5 15,0 20, 84 SI Cultura 60 95,7 86,8 77,6 64,9 48,3 30,9 16,1 6, 84 S2 Cultura 80 94,8 92,2 89,0 83,6 74,9 60,8 38,6 17, 84 S3 Cultilene 94,6 89,4 84,1 75,6 61,9 43,6 24,0 8, 84 S4 Capogrow eenjarig 97,6 90,0 77,1 66,7 45,5 24,7 11,4 4, 84 55 Capogrow meerjarig 97,4 96,4 93,1 89,2 81,9 72,1 53,0 20, 84 S6 Basalan BPN 50 89,1 77,0 55,6 28,7 14,3 7,8 4>2 2, 84 S7 Basalan BPN 70 90,8 78,4 59,8 34,5 16,5 8,2 4,0 2, 84 S8 Basalan BPN 90 95,2 88,6 74,1 53,2 32,8 20,2 10,9 6, 84 S9 Grodan WPS 96,3 86,4 77,0 62,7 45,6 30,8 19,4 11, 84 S10 Grodan PL 96,8 96,2 93,3 84,3 70,9 56,9 43,2 27,

(10)

-

8-ver volg tabels

analyse nummer zuigspanmng (cm water) merknaam 15,0 12,5 10,0 7,5 5,0 2,5 0 poriën volume (* 84 SI Cultura 60 6,9 7,1 7,6 8,5 10,2 38,3 67,2 98,0 84 S2 Cultura 80 18,3 19,3 20,6 23,1 27,2 54,6 76,3 97,0 84 S3 Cultilene 9,0 9,6 10,2 11,7 14,8 45,6 74,6 96,6 84 S4 Capogrow eenjarig 4,8 4,9 5,1 5,5 6,2 33,4 65,1 98,0 84 S5 Capogrow meerjarig 22,7 24,5 26,9 31,2 37,4 67,4 88,3 96,6 84 S6 Basalan BPN 50 2,6 2,5 2,4 2,4 2,6 28,7 67,2 97,5 84 S7 Basalan BPN 70 2,4 2,3 2,2 2,0 2,2 29,2 67,4 97,4 84 S8 Basalan BPN 90 7,0 7,5 8,2 9,7 12,1 34,1 70,7 96,4 84 S9 Grodan WPS 16,3 21,0 27,0 36,2 42,4 68,9 81,6 98.1 84 S10 Grodan PL 35,8 44,8 55,0 67,8 73,2 85,8 87,6 97,2

(11)
(12)
(13)
(14)
(15)
(16)

-14-Nauwkeuriqheid van de bepaling;

Uit de resultaten van de tien fabrikaten zijn het gemiddelde (m), de standaardafwijking (s) en de variatiecoëfficient (v.c.) berekend bij de aangelegde zuigspanningen. De standaardafwijking en de variatiecoëfficient zijn berekend voor de duplo-bepaling per mat (s,v.c. binnen matten) en voor de bepaling in de twee matten (s, v.c. tussen matten). Het resultaat van de berekeningen is vermeld in tabel 5.

Tabel 5: Gemiddelde, standaardafwijking en variatiecoëfficient van het volume-percentage water bij diverse zuigspanningen,van de steenwolmatten.

zuig spanning

(cm water) m

binnen matten tussen matten

zuig spanning (cm water) m S v. c. ( ?ó ) S V.C. (?i) 0 94,8 2,51 2,6 1,36 1,4 2,5 88,1 2,25 2,6 1,51 1,7 5,0 78,1 2,71 3,5 1,71 2,2 7,5 64,3 2,94 4,6 1,65 2,6 10,0 49,3 3,03 6,2 3,11 6,3 12,5 35,6 3,57 10,0 3,85 10,8 15,0 22,5 3,35 14,9 3,45 15,4 20,0 10,8 1,70 15,8 1,98 18,4 15,0 12,6 1,78 14,2 2,26 18,0 12,5 14,4 1,97 13,7 2,45 17,1 10,0 16,5 2,60 15,7 2,72 16,5 7,5 19,8 3,89 19,6 1,11 5,6 5,0 22,8 6,85 30,0 4,76 20,8 2,5 48,6 8,38 17,2 2,33 4,8 0 74,6 3,25 4,4 1,91 2,6

Uit tabel 5 blijkt dat na verzadigen de standaardafwijking constant is en

aanvankelijk ook constant blijft tijdens herbevochtigen. Echter bij zuigspanningen van 7,5 tot 0 cm water tijdens hervochtigen zijn een aantal uitschieters te

zien. De variatiecoëfficient neemt na verzadigen toe en, op een aantal uitschieters na, weer af tijdens herbevochtigen waarbij het niveau echter hoger blijft dan na verzadigen. Uit tabel 5 blijkt ook dat er geen betrouwbaar verschil is tussen de spreiding in de duplo-bepaling per mat en de spreiding in de gemiddelde resul­ taten van de twee matten. En dat de verschillende aangelegde zuigspanningen geen invloed hebben op de spreidingen binnen of tussen de onderzochte matten.

Ten aanzien van de interpretatie van de analyseresultaten zijn een aantal waarden vastgesteld, die minimale verschillen tussen de gemiddelden van twee fabrikaten aangeven bij de aangelegde zuigspanningen. Deze zijn vermeld in tabel 6.

Jabel_6:De ten aanzien van de interpretatie gevonden minimale verschillen tussen

de gemiddelde volumepercentages water van steenwolmatten bij diverse zuigspanningen. zuigspanning (cm water) * 0 2,5 5,0 7,5 10,0 12,5 15,0 20,0 15,0 12,5 10,0 7,5 5,0 2,5 1 min. verschil (P=0,05) 5,3 4,9 5,9 6,2 7,4 8,9 8,2 4,3 4,7 5,2 6,4 9,1 15,0 19,5 6 min. verschil (P=0,01) 6,3 5,9 7,0 7,4 8,8 10,6 9,7 5,2 5,6 6,2 7,6 10,9 17,9 23,2 8

(17)

-15-Uit het tabel 6 blijkt dat de vastgestelde waarden voor het minimale verschil tussen de gemiddelden van twee fabrikaten uitschieters vertonen bij aangelegde zuigspanningen van 5,0 en 2,5 cm tijdens herbevochtigen.

Opmerkingen :

Voor de bepaling van het volumepercentage water bij verschillende zuigspanningen zijn de blokjes steenwol zo gekozen dat de verschillen in de hoogte minimaal zijn. De hoogte van de blokjes varieert van 7,0 tot 7,5 cm; het gemiddelde (x) is 7,30 cm, de standaardafwijking (s) is 0,13 en de variatiecoëfficient (v.c.) is l,8?ó. Ter vergelijking zijn uit de resultaten van de meting van de hoogte van veertig a-select gekozen blokjes steenwol ook x, s en v.c. berekend. De volgende waarden zijn hiervoor gevonden: x = 7,31 cm, s = 0,24 en v.c. = 3,3?é. Hieruit blijkt dat de blokjes steenwol ook voor de bepaling van het volumepercentage water bij ver­ schillende zuigspanningen, a-select gekozen kunnen worden.

Het verschil in hoogte heeft invloed op de aangelegde zuigspanning. Bij het aanleggen van de verschillende zuigspanningen, waarbij uitgegaan is van een nul­ niveau van de pF-bak dat overeenkom t met de gemiddelde halve hoogte van de blokjes steenwol, is het maximale verschil m zuigspanning ten opzichte van de bovenkant van de blokjes 0,5 cm.

De uitvoering van de bepaling van het volumepercentage water in steenwolmatten met behulp van blokjes steenwol afkomstig van de matten heeft een aantal nadelen.

Tijdens de uitvoering treden vervormingen op aan de blokjes en sommigen breken zelfs. Door knijpen in de blokjes tijdens transport van en naar de balans is er kans op vochtverlies. En mogelijk is het contact van het blokje steenwol met het zandoppervlak in de pF-bak onvoldoende en ook moeilijk te herstellen waardoor de steenwol belemmerd wordt in de opname en afgifte van water. Bovendien vertonen de analyseresultaten een aantal uitschieters. In een volgend onderzoek zal voor de subbemonstering van de steenwolmatten gebruik worden gemaakt van metalen cylinders waardoor mogelijk de nadelen van het werken met blokjes steenwol opgeheven worden en uitschieters niet meer voorkomen.

De vochtkarakteristieken van de onderzochte fabrikaten vertonen een scherpe knik omhoog bij een zuigspanning van 5,0 cm water tijdens herbevochtigen. Om een duide­ lijker beeld van het verloop van de curve te krijgen in het gebied van 5,0 tot 0 cm zuigspanning tijdens herbevochtigen zal in een volgend onderzoek een extra stap in dit gebied ingebouwd worden.

3.6. De bepaling van het pH-bufferend vermogen. Principe:

Steenwol, in contact gebracht met een 1 M Kaliumchloride-oplossing die op pH=3 gebracht is met verdund salpeterzuur, oefent invloed uit op de pH van deze contact­ vloeistof. Het vaststellen van deze invloed op de pH van de contactvloeistof geeft informatie over het pH-bufferend vermogen van steenwol.

Methode:

Een 1 M Kaliumchloride-oplossing is op pH=3 gebracht met verdund salpeterzuur; dit is de zogenaamde contactvloeistof. Het blokje steenwol is verzadigd met de contactvloeistof. Aan het verzadigde blokje steenwol is contactvloeistof toege­ voegd in een volumeverhouding steenwol: vocht van 1:2, in een zodanig bekerglas dat de steenwol zich geheel onder het vloeistofniveau bevindt. Na goed roeren en

24 uur laten staan bij kamertemperatuur is de pH van de contactvloeistof gemeten. Vervolgens is de contactvloeistof afgegoten en is het blokje steenwol op een zeef (maaswijdte 5,0 mm) gelegd. Na uitlekken op de zeef is de gebruikte contactvloei­

stof uit de steenwol gespoeld met ongebruikte contactvloeistof. Het blokje steen-wol is terug in het bekerglas gebracht en hieraan is weer contactvloeistof toege­

(18)

-16-voegd in bovengenoemde volumeverhouding. Op dezelfde wijze als hierboven be­ schreven iâ de pH van de contactvloeistof gemeten en is de gebruikte contact­

vloeistof uit het blokje steenwol gespoeld. In totaal is de procedure mini­ maal vier maal uitgevoerd. De bepaling is uitgevoerd met gehalveerde blokjes steenwol in enkelvoud per mat en in tweevoud per fabrikaat.

Resultaat :

In bijlage 10 is het resultaat van de bepaling per mat vermeld. Het gemiddelde resultaat per fabrikaat, zijnde het gemiddelde van twee bepalingen in twee matten, is weergegeven in tabel 7.

tabel 7 : Gemiddeld pH-bufferend vermogen van de steenwolmatten

analyse merknaam pH na pH na pH na pH na pH na

nummer 24 uur 48 uur 72 uur 96 uur 120 uur

84 SI C.ultura 60 4,0 3,7 3,7 3,6 S2 Cultura 80 4,1 3,9 3,9 3,8 S3 Cultilene 4,9 3,8 3,6 3,3 3,2 S4 Capogrow eenjarig 3,3 3,3 3,3 3,3 S5 Capogrow meerjarig 3,5 3,4 3,4 3,4 S6 Basalan BPN 50 4,2 4,1 4,0 3,9 S7 Basalan BPN 70 4,1 3,8 3,6 3,6 3,6 S8 Basalan BPN 90 4,2 4,0 3,9 3,8 S9 Grodan WPS 4,2 4,0 4,1 4,0 S10 Grodan PL 4,6 4,4 4,4 4,3 Opmerkingen ;

De bepaling is in enkelvoud uitgevoerd met gehalveerde blokjes steenwol om zo het benodigde aantal liters aangezuurde kaliumchloride-oplossing enigszins te beperken. Beschreven als hierboven duurt te uitvoering van de bepaling vijf dagen. Naast langdurig is de bepaling ook omslachtig en geeft meer infor­ matie over het pH-bufferend vermogen van steenwol ten opzichte van een zure kaliumchloride-oplossing dan ten opzichte van een gemiddelde voedingsoplossing. Een voorstel voor een andere methode zou een titratie kunnen zijn waarbij

steenwol getitreerd wordt met een verdunde loogoplossing tot een bepaalde pH. Of steenwol bevochtigen met een gestandaardiseerde voedingsoplossing, schudden, pH meten, en opnieuwe bevochtigen met de voedingsoplossing.

4. Samenvatting

Ten behoeve van het onderzoek naar de fysische eigenschappen van steenwol zijn tien monsters, zijnde 10 fabrikaten, verzameld van vijf verschillende steenwol-fabrikanten. De volgende bepalingen zijn hierin uitgevoerd: het volume, het

gewicht en het volumegewicht; het verzadigd vochtgehalte, de capillaire opstijging, het volumepercentage water bij verschillende zuigspanningen en het pH-bufferend vermogen. De bepaling van het verzadigd vochtgehalte, de capillaire opstijging en de pH-buffering zijn uitgevoerd volgend voorschriften opgesteld door Van

Noordwijk (1979) en zie bijlage 1. De analyseresultaten zijn statistisch verwerkt waarbij de bepalingsfout, de variatie binnen één fabrikaat en de verschillen tussen de diverse fabrikaten zijn vastgesteld.

Tijdens het onderzoek is de nadruk gelegd op methode-ontwikkeling hetgeen tot de volgende resultaten heeft geleid. Bij de uitvoering van de bepaling van het volumegewicht kan worden volstaan met het vaststellen van de afmetingen van de steenwolmat in enkelvoud. Voor de bepaling van de capillaire opstijging is op basis van de analyseresultaten van de onderzochte fabrikaten steenwol vastgesteld

(19)

-17-dat er geen betrouwbaar verschil is tussen de capillaire opstijging

horizontaal en verticaal. Bij de bepaling van het volumepercentage water bij verschillende zuigspanningen zijn een aantal uitschieters in de analyseresul­ taten vastgesteld, hetgeen mogelijk een gevolg is van het werken met blokjes steenwol. Ter vergelijking zal in een volgend onderzoek de subbemonstering uit­ gevoerd worden met behulp van metalen cylinders. Ook zal in een volgend onder­ zoek een extra stap in het gebied tussen 0 en 5 cm zuigspanning tijdens herbe-vochtigen ingebouwd worden om een duidelijker beeld van het verloop van de vochtkarakterist iek tijdens herbevochtigen te krijgen, daar deze voor alle onderzochte fabrikaten een scherpe knik vertoont bij een zuigspanning van 5,0 cm. De bepaling van het pH-bufferend vermogen van steenwol geeft onvoldoende infor­ matie over het pH-bufferend vermogen ten opzichte van een gemiddelde voedings­ oplossing doordat bij de uitvoering van de bepaling gebruik wordt gemaakt van een aangezuurde kaliumchloride-oplossing. Een voorstel voor een andere methode zou kunnen zijn: bevochtigen van de steenwol met een gestandaardiseerde voedings­ oplossing, schudden, pH meten en opnieuw bevochtigen met de voedingsoplossing of een titratie van steenwol met een verdunde loogoplossing tot een bepaalde pH. Ten aanzien van de interpretatie van de analyseresultaten van de onderzochte fabrikaten steenwol is voor iedere bepaling de minimale waarde vastgesteld waaraan verschillen tussen de gemiddelden van twee fabrikaten moeten voldoen, bij toepassing van de in dit verslag beschreven methoden. Deze waarden zijn in tabel 8 vermeld.

tabel_8 De ten aanzien van de interpretatie gevonden minimale verschillen tussen de gemiddelde analyseresultaten van een vijftal fysische bepalingen in steenwolmatten. bepaling minimale verschil volume-gewicht (g/dm ) verzadigd vocht­ gehalte (») capillaire opstijging hor. (cm) capillaire opstijging vert, (cm) ('=0,05 P=0,01 6,7 8,0 4,0 4,8 0,3 0,4 0,4 0,5 bepaling volume 5o water bij verschillende zuigspanningen (cm water) minimale verschil 0 2,5 5,0 7,5 10,0 12,5 15,0 20,0 15,0 12,5 10,0 1,5 5,0 2,5 0 f'=0,05 P=0,01 5,3 6,3 4,9 5,9 5,9 7,0 6,2 7,4 7,4 8,8 8,9 10,6 8,2 9,7 4,3 5,2 4,7 5,6 5'2 6,2 6,4 7,6 9,1 10,9 15,0 17,9 19,5: 23,2 6,7 8,2

(20)

-

18-Vcior het doen van uitspraken over de kwaliteit en bruikbaarheid van de onderzochte fabrikaten steenwol wordt verwezen naar de subafdeling "Teeltsubstraten en Opkweek-media".

5. Conclusie

Uit de statistische verwerking van de analyseresultaten is gebleken dat er geen verschil is tussen de spreiding in de duplo-bepaling per mat en de spreiding in de gemiddelde resultaten van de twee matten. Voor de bepaling van de capillaire op­ stijging is op basis van de analyseresultaten vastgesteld dat er geen betrouwbaar verschil is tussen de capillaire opstijging horizontaal en verticaal. De ver­ schillen tussen de onderzochte fabrikaten gingen in diverse gevallen de op basis van de analyseresultaten vastgestelde minimale verschillen te boven, waaraan de gemiddelden van twee fabrikaten moeten voldoen bij toepassing van de in dit verslag beschreven methoden.

6. Literatuur

Noordwijk, M. van,1979. Fysische en chemische eigenschappen van steenwol als substraat voor plantenteelt zonder aarde.

(21)

bijlage 1

A. Meting capillaire opstijging

1. Neem een blok steenwol (plantblokje of rechthoekig stuk van een mat gesneden) en weeg het luchtdroog.

2. Meet lengte, breedte en hoogte van het blok en bereken het volume. 3. Leg het blok in een bak met 5 mm water die waterpas staat, met de

gelaagdheid of horizontaal of verticaal.

4. Plaats een lineaal voor het blok (recht van voren aflezen) en vul voorzichtig water bij in de bak om het waterniveau op 5 mm te handhaven. Herhaal dit zonodig enkele malen tijdens de 30 minuten dat het blok in de bak blijft staan.

5. Neem het blok voorzichtig uit de bak (NB niet knijpen!) leg het op een schotel en weeg het.

6. De capillaire stijghoogte in cm is nu:

100 (gewicht vochtig blok (g) - gewicht droog blok (g) ) ^

96 grondoppervlak blok (cm2) ~ '

dit is gebaseerd op 96?é poriënvolume en 0,5 cm waterhoogte.

B. Meting verzadigd vochtgehalte

1. Dompel het blok geheel onder water en laat alle lucht ontsnappen door enkele malen het blok onder water te wentelen (£ uur).

2. Haal het blok uit het water (zonder te knijpen of scheef te houden) en leg het op een zeef die goed vlak is en waterpas staat

(maaswijdte ca. 1 mm), Laat het 3 minuten uitlekken. 3. Zie A5.

4. Het verzadigd vochtgehalte (?ó) is nu:

gewicht nat blok (g) - gewicht droog blok (g) x

volume blok (cm"^)

C. Meting pH-buffering

1. Zuur een 1 N KCL oplossing met HNO^ aan tot een pH=3

2. Voeg per volume steenwol 2 volumedelen zuur toe in een zodanig bekerglas dat de steenwol zich geheel onder het vloeistofniveau bevindt.

3. Schud en laat 24 uur staan bij circa 20°C 4. Schud weer en meet de pH van de oplossing.

5. Giet de oplossing af. laat de steenwol op een zeef uitlekken en spoel met zure oplossing resten oude oplossing uit de steenwol. 6. Herhaal de handelingen 2-5 viermaal

(22)

bi.jlaqe 2

Merknamen van de fabrikaten

analyse fabrikant merknaam

nummer

84 SI Cultura Cultura 60

S2 Cultura 80

S3 Cultilene Cultilene

S4 Capogrow Capogrow eenmalig

S5 Capogrow meermalig S6 Basalan Basalan BPN 50 S7 Basalan BPN 70 S8 Basalan BPN 90 S9 Grodan Grodan WPS S10 Grodan PL

(23)

00 3 03 C 3 3 0)

en en en en en 3

I-KT V» V» V» .o -O •O •o V4 VJ V^J hO N5 ro ro h- h- h- h- (D *<

1 1 1 1 1 i 1 1 1 i <-) 03

x> V4 ro i—• NAI hO i—• •O V4 ro 1—1 va M H- 4> V4 IS5 H- n

h- h- H-NO vO NO NO NO NO N0 NO NO o NÛ N0 NO NO NO O NO N0 NO O o o a O O NO N0 NO NO NO o NO N0 NO NO NO o NO NO N0 h- 3 •« «• S* VI VI VI VI VI VI H- h- *— h-' I—4 h- K- H-» h- H- ' h— j—» H- h-» b-» H- H- o cr \jy VI VI VI VI N/l v> V» vi V« V VI vi VI NJL VI VI V VI 3 <« s* «• y«/ Vi VI Vi ON ON -^1 ^4 N« <* «« s* «« N« s* >• N« «• «« «• >« <« O 3-•fï" hO G0 ON hO CD ON VJ Vsl VJ VJ ro ro ro H-» O 3 -—- < J—• h- t—• h-1 h- h-> ï-, H-• 1— h- H- h-* h- h- a o O NO o O O NO o O h- h- o O o a o o O O K- o 3 1-s« <• »• «• >• *m N* <« ># N« <« «• <« •« N« «• N/C o VJ h- œ -C- O NO VI 00 00 NO VI o On (D 3 1—' NO œ 00 NO VI -o ON VI N0 NO NÛ O 00 CD 00 00 V* VI ON VI in O x> NO V4 H- vo CD 00 N0 00 h-* VJ x> 00 00 VI 00 •e- ON 0) NO N/J -VL H— V4 H- ho CD 00 NO N0 4> 1—• »J VJ 00 h- h- o h- 03 S — h>-O 3" n -< iD (D O CD 00 N0 NO V« VI vi vn NO 00 00 NO -J CD œ VI V» V V» >. S t— 00 a o 1—1 o ON ~o o «J 4> 00 00 hO NO V4 VI 00 VJ tt- H- C 3 0 3 W J ® N»^rt-un t—• h- H- h- CD en en en 3 03 O o a o NO NO NO N0 œ 00 00 œ •^i On ON ON ON C 3 1 1 I « 1 1 1 1 1 i 3 03 •O V4 hO t— -o VJ M <!-> .£> VjJ N) h-» -O N^J ro *-* va ho h- 3 1— œ >1 03 0) t—« 1— h- h- h- h- h-* >—» (—i h- f—» h- V-' h- h-» H-O o H-O o o o H-O H-O o H-O o o o H-O o H-O H-O H-O o NO V O o O o a a O o o o o o a o a H- I—' O a NO 0 (— ** N# «A <•* >• «« >* 3 VI V« VI vi VI VI VI VI /—, H- V— H- h-» h- h- 1—> h- h- H- >— h- h- h- H- h-« h- h- 0 cr vi VI V» VI VI vi U1 VI v-n VI v-n VI VJ1 VI VI VI VI V» 3 *• ^ ^ VwH /-s ^i -vj -^1 -~J •^1 ON ON ON ON O 3" ** <•« %• »• «t •>• «• ' s* «I« «• <• s# «• 3 ON ON 4> •f> •O •C- ON V>l ON ON ON NO 00 NO 00 UI CD ON OS U l V J l ^ l O N h O U i N 3 i > h -^ < a o 3 I-VJC —' 3 <D •«J as NO CD •FC-o CD ao (S3 h-I— t-0 VJ1 ho ON U1 h-M ui N^J ON N/l NO VO NO 00 SO NO -O O NjJ ho O -~J O NO M CS tfv -J vO CD O -O ON O OS N/i NO NjJ ON I—I U1 O ON Ov ^.J3 LO CD o 3" ON

NO O •e- •o ON •fc-CD Ui CD 03 NO NO hO 03 00 NO ON CT\ NO OCD N -vl hO 00 CD VJi Ui NO O ON

^IQ < |Q (t O >» S H-O- H- c 3 " «*3* CD 3

(24)

bi.jlaqe 4

Het verzadigd vochtgehalte van de steenwolmatten

analyse nummer verzadigd vochtgehalte (Ä) analyse nummer verzadigd vochtgehalte ( % ) 84 Sl-3e 94,8 S6-2e 66,7 Sl-3d 91,1 S6-2d 65,6 Sl-48 89,8 S6-48 66,8 Sl-4d 90,8 S6-4d 61,8 S2-3e 94,6 57-18 74,3 S2-3d 96,6 S7-ld 72,0 S2-48 96,2 S7-48 74,0 S2-4d 96,0 S7-4d 73,6 S3-18 92,4 S8-28 78,4 S3-ld 93,4 58-2d 80,0 S3-46 88,8 S8-38 81,0 S3-4d 91,4 58-3d 81,9 S4-18 92,6 S9-28 95,1 S4-ld 91,9 S9-2d ' 92,7 S4-26 90,7 S9-48 98,6 S4-2d 93,6 S9-4d 96,1 S5-2e 96,2 S10-38 97,8 S5-2d 94,6 S10-3d 99,7 S5-3e 96,9 S10-48 97,5 S5-3d 96,2 S10-4d 99,5

(25)

bi.jlaqe 5

De capillaire opstijging horizontaal en verticaal van de steenwolmatten

analyse nummer cap. opstijging horizontaal stijghoogte (cm) cap opstijging verticaal stijghoogte (cm) analyse nummer cap.opstijging horizontaal stijghoogte (cm) cap.opstijt verticaal stijghoogtf 04 Sl-3e 1,1 1,1 S6-28 1,0 0,8 Sl-3d 1,0 1,0 S6-2d 0,9 0,8 Sl-4e 1,2 1,2 S6-48 0,9 0,8 Sl-4d 1,0 0,9 S6-4d 1,1 1,0 S2-3® 1,9 2,0 S7-18 1,1 0,8 S2-3d 1,6 1,9 S7-ld 1,0 1,2 S2-48 1,4 1,8 S7-48 1,0 1,1 S2-4d 1,9 1,6 S7-4d 1,3 1,2 S3-18 1,7 1,8 S8-28 1,2 1,6 S3-ld 1,6 1,8 S8-2d 1,4 1,3 S3-48 1,8 2,0 S8-38 1,5 1,6 S3-4d 1,5 1,3 S8-3d 1,4 1,6 S4-le 0,9 1,1 S9-28 1,5 1,3 S4-ld 1,1 1,2 S9-2d 1,3 1,4 S4-2e 0,9 1,0 S9-48 1,2 1,1 S4-2d 0,9 0,9 S9-4d 1,2 1,0 S5-28 2,0 2,2 S10-38 2,2 2,3 S5-2d 1,9 2,3 S10-3d 2,4 2,3 S5-3e 1,8 2,3 S10-48 2,1 2,5 S5-3d 1,8 2,0 S10-4d 2,3 2,3

(26)

Bi.jlaae 6 :s1 ui 1 U4-a. CD VJ1 V4 CD Ln N/1 1 INJ a. CD VI N) CD cn 4> 1 hO Q. CD £• N> CD en •O 1—* a cn h-CD s> 1 O a UI V4 \ x> CD cn VJ 1 h-« Q. cn V4 1 h-CD 'Si ro ri •O a cn ro 1 a> 'Si S5 1 W a en ro 1 Vi CD cn h--1 4> a Ln h-1 CD ai h-< 1 UJ a. 00 4> CO h-1 Vi CD a n a l y s e n u m m e r K o r ië n v o lu m e ; v o lu m e p e r c e n ta g e w a te r e n l u c n t v a n a e s te e n iA /o im a ti 0 -2 ,5 -5 ,0 -7 ,5 -1 0 ,0 -1 2 ,5 -1 5 ,0 e n 2 0 ,0 c m w a te r K o r ië n v o lu m e ; v o lu m e p e r c e n ta g e w a te r e n l u c n t v a n a e s te e n iA /o im a ti 0 -2 ,5 -5 ,0 -7 ,5 -1 0 ,0 -1 2 ,5 -1 5 ,0 e n 2 0 ,0 c m w a te r NO ON CO NO 0N •« U1 NO ON vj N£ ON •« N/T SO NO NO œ » O ^o 00 O NO NO NO os • NO NO ON ON NO ON 0 œ NO ON V4 NO •^j H-* NO • h-* NO 0N NO NO a NO --j NO NO »J 00 NO ao 1—• NO CO O >— < i-j -a C O M- Q 3 1 CD: 1 CD 3 K o r ië n v o lu m e ; v o lu m e p e r c e n ta g e w a te r e n l u c n t v a n a e s te e n iA /o im a ti 0 -2 ,5 -5 ,0 -7 ,5 -1 0 ,0 -1 2 ,5 -1 5 ,0 e n 2 0 ,0 c m w a te r NO ^O NO ON 1—' NO -vi 0S NO NO 1—' O O f—' NO -vl • O NO 00 N3 NO vi ro NO ON NO •O 0 VJ NO Vi 0 NO NO 'Vi NO •«O ro NO -O VI ^O c-» NO NO ro • CO NO s* NO NO 4> VJ NO •P-<« NO NO Vi ro S « 03 O rr H-CD -i à? O N c O H>-3 lD en S TJ 03 03 rr 3 CD 3 rj t— 3 in K o r ië n v o lu m e ; v o lu m e p e r c e n ta g e w a te r e n l u c n t v a n a e s te e n iA /o im a ti 0 -2 ,5 -5 ,0 -7 ,5 -1 0 ,0 -1 2 ,5 -1 5 ,0 e n 2 0 ,0 c m w a te r O O V O O O h-' O a ho • O ON ro 0 VJ O NO 4> ON O ro 0 ON ro • O 0 N5 O a UJ 1—> U4 NJ ro ao H- < C O O 1— 3* n- à? O N c O H>-3 lD en S TJ 03 03 rr 3 CD 3 rj t— 3 in K o r ië n v o lu m e ; v o lu m e p e r c e n ta g e w a te r e n l u c n t v a n a e s te e n iA /o im a ti 0 -2 ,5 -5 ,0 -7 ,5 -1 0 ,0 -1 2 ,5 -1 5 ,0 e n 2 0 ,0 c m w a te r NO ON 00 NO Ul « ON NO 0N ON NO ON * 00 NO 4> 1—' 00 ON 1—1 NO a OS 00 NO ro NO O * 00 NO • NO 00 co * ON 00 00 0D N0 VJ NO N0 H-0 Vi NO N) • 00 NO a OS 00 -j -j œ -vi o 00 4> ON ao OD S < 03 O rr h-* CD <-) 69 IS3 N C N/t H>-a o co 3 T3 03 S 3 03 3 rr h" CD 3 <-) i£l K o r ië n v o lu m e ; v o lu m e p e r c e n ta g e w a te r e n l u c n t v a n a e s te e n iA /o im a ti 0 -2 ,5 -5 ,0 -7 ,5 -1 0 ,0 -1 2 ,5 -1 5 ,0 e n 2 0 ,0 c m w a te r O O MD O I—* O VJ 0 00 h-• NO -J • 4> 0D <• •^J OS UI ON 00 M VI VAJ • ho VI ON •O • h-OS • £> h-a 0 ro o 00 h-1 Vi >• Vi NO NO C < n o 3° h-rr à? IS3 N C N/t H>-a o co 3 T3 03 S 3 03 3 rr h" CD 3 <-) i£l K o r ië n v o lu m e ; v o lu m e p e r c e n ta g e w a te r e n l u c n t v a n a e s te e n iA /o im a ti 0 -2 ,5 -5 ,0 -7 ,5 -1 0 ,0 -1 2 ,5 -1 5 ,0 e n 2 0 ,0 c m w a te r v0 N3 33 NO N3 >« NO NO UJ h-' NO N/J ON 00 1—> • •"•si h-» • O Os • •«-J NO * co •fc-O 00 vi • CO h-0N œ Vi ho -O > NO 00 00 0 O co NO 00 CO •«o vi 00 0 VI -J 00 0 ro vi V --4 00 vi S < 03 O r* H-i CD n à? Ut N C O H-U3 O 03 3 T3 03 S 3 03 3 rr M-CD 3 rj lû K o r ië n v o lu m e ; v o lu m e p e r c e n ta g e w a te r e n l u c n t v a n a e s te e n iA /o im a ti 0 -2 ,5 -5 ,0 -7 ,5 -1 0 ,0 -1 2 ,5 -1 5 ,0 e n 2 0 ,0 c m w a te r O Z> VJ >• 0N VI ON N3 NO OS • hO ro • O IS3 H-» • OS 00 VI |NO • NO h-O • NO H-VI ro H-»—• 1—• ON » NJ NO h-> • h-NO VI H-1 NO 4> h-NO 0 ON ro ro H-» NO N« VI i— < c o n i— 3" rr à? Ut N C O H-U3 O 03 3 T3 03 S 3 03 3 rr M-CD 3 rj lû K o r ië n v o lu m e ; v o lu m e p e r c e n ta g e w a te r e n l u c n t v a n a e s te e n iA /o im a ti 0 -2 ,5 -5 ,0 -7 ,5 -1 0 ,0 -1 2 ,5 -1 5 ,0 e n 2 0 ,0 c m w a te r 00 • ON CO N0 CO 00 NO ON 00 NO 0 NO -*J H-0 co ui NO os OS ON ON NO VJ V4 ON ON • h-4> 00 00 O 30 O » VI 00 N> 0 O 00 VI 00 00 ro VJ ON -J >• V ON U4 j> ON Vi N« T—' ON vi ON S < 03 O rr i—i CD -1 à? -~J N C UI M-vQ n en 3 -O CD o H P-C­ IS C 1-LI­ TT TJ 03 3 D H 3 \n 0 3 < ï vO » S3 0N •^1 T—' CTN ON N3 ON 1—< UJ 00 0 •p-1—' NO ro OD OS ro VJ • V4 ro O • VI ro ro O I—» 00 VJ —• S; H-VI 1—1 h-t—• I—* -O VJ O V U4 4> V Vi VI N« a Vi ro V b-> <£ C O n h-3" rr à? 03 S 3 03 rr (->• 3 CD 3 rj U3 CD o H P-C­ IS C 1-LI­ TT TJ 03 3 D H 3 \n 0 3 < ï DN •^1 Œ VJ -O 00 VJ VI Œ UJ 0 00 £> VI ON •O NJJ OS VJ4 00 -F> 00 NO ON O ro VI NO 0 -VJ ON ro N« ON ON V ro VI » VI -^1 I--vi -O NO VJ Vi 0 Vi vi V4 ro 4> |NJ •« ON •o ON VI VI O N» CO S < 03 O rr H-CD rj o? H- N O C - W O IO 03 n -o 3 03 3 S 3 03 M-rr 3 CD 02 "I CD o H P-C­ IS C 1-LI­ TT TJ 03 3 D H 3 \n 0 3 < ï ho O • H— HO •* 00 H-» Vi IN3 \—> N3 vi ro VJ UL •O UI fi­ rs: NO O V4 ON • V4 ON • NO U4 M V4 h-ro H-» ON ro VI ON 1—» • OS ro Vi -J 4> «• VI vi ro VI h-«• ON ro H- < C O O t— 3" rr o? H- N O C - W O IO 03 n -o 3 03 3 S 3 03 M-rr 3 CD 02 "I CD o H P-C­ IS C 1-LI­ TT TJ 03 3 D H 3 \n 0 3 < ï VI 0 -o ro OD -O h-•0 00 I—1 * «^J ro Vi » K5 M ON • -O sj ON • O INJ «• VJ -O ro V UJ NO 0 CD f> 4> N« vi 4> ON r-> » N0 VI vi ro os * 4> vi CO 00 VJ VI ON ro ON ro N3 NO N« 1—' VJ ro S c 03 O rr •— CD 1 o9 1— INI N3 C - h" UI U3 03 O T3 3 03 3 S 3 03 W-rr 3 CD ri ID VJ NO • • M VI -O hO £> « so M •P-00 4> *NJ H-• » ON -J ro • a ON V -O 0 VI Ui ON « 00 vi ro VJ 4> œ ON 04 VI » ro 4> *— NO ro N0 VI VJ CO ro ON ro «« VJ h-• ON OS NO "o ON VI >• V4 r- < C O n H-3" rr à? 1— INI N3 C - h" UI U3 03 O T3 3 03 3 S 3 03 W-rr 3 CD ri ID VJ NO NO VI V N# H"' VI h— V V hO «* £> ro ro h-ro ro H-ro V4 00 NO ro ro 4> ro h-< O ro •O ro CO h-CO NO Vi ro N£) Vi ON VJ œ 00 h-00 O t—' 4> VJ t—• UJ 00 H-» 00 ro S « 03 O ri" h-» CD n à? Ta—n UI c ~ (-• O 03 en n -o 3 03 3 S 3 03 h" rr 3 CD lû rj V 3N O •o h-V 4> Vi Vi -O 4> H-0D Vi 00 VI • 0D 00 VI 00 NO s* O -O VI VI ON ro 4> ON OD ro VI 00 ro ON 4> ÎS3 VI Vi K« V4 VI CO 0 ro NO N* NO 00 VJ U1 œ •£> >• Vi NO 00 h- C C O O h" 3R rr à? Ta—n UI c ~ (-• O 03 en n -o 3 03 3 S 3 03 h" rr 3 CD lû rj —• 00 S> fs3 H— NO H-1 00 •&> ro VI >4 NO vi •* S3 V •« T—• 4> • OD •O N« O "^J V4 ro CO ON 1—» O o H-CJN NO H-4 «0 K3 H-NO «• >—* -J -J ON S* NO ON U4 VI VI •vj ut S < 03 O rr H-CD ri à? N3 N O C -• H" O i£1 en n xi 3 03 •0 * -o 03 ro S3 NO M NO NO V4 NO N/J 0D NO œ N0 00 00 ON 00 O 00 00 N3 -O NO 1—NO 1 NO H- NO ro O NO r- <C C O n i— 3 S 3 03 M-r» "5

(27)

Bijlage 7 :x1 H-0 1 *> Q. cn i—> 0 1 F> CD CD 1—' 0 1 SJJ CL EN H-0 1 UJ CD CD NO CL CN SO 1 -O CD CO NO 1 RO QL CN SO 1 K> CD CN CO 1 Q_ EN Œ S/J CD EN 00 1 RO A EN 00 M CD EN 1 P-CL EN P-CD EN T— CL EN I I—> CD EN OS P-A •J) 3N 1 P-CD EN ON RO A EN OS N3 CD A N A L Y S E N U M M E R O -J SO S3 SO -J SJJ NO H-NO Œ F—' SO 03 O NO 00 O SO Œ S/4 NO ON ON S0 ON • P-NO ON • USI SO ON * P-SO <« •P-SO • •P-S0 •P-SO OS SO « SJ4 >0 «4 3N NO -O KP » ON I—• C 3 CD C 1 "O D M- O I CD: I 3 •O XI LO SO •P-•* ON M3 OS SO NO ON V« ON NO • VJL SO S/! ON NO SO VÛ P-H-• N0 ON >• NO SO S^1 • N>1 V0 HO S0 •P-N) S0 O S0 SO O SO S3 N« RO 03 SO 1« V4 SO >• 00 33 B NO 1—' • V 00 VI O S « M O RF I— CD •S À? O N C N H* 3 IQ a S T3 03 • 03 D M OS O • £> O V> O • ON N> <• S« O H—' P->« RO O H-» H-RO # H— S3 S3 OS , VJ1 ON VI S* RO 00 V4 RO VI N) JN ON • O J—' RO • ON H- < C O O H-T Cl- À? N- 3 CD 3 >1 H-3 iO >0 •-J 30 S0 P-O NO ON N3 SO ON ON 00 00 • O Œ KP KP 03 •+ 00 . V 00 00 • RO SO O » •N 00 KP 00 00 SO « -O OS O >• 00 00 • 4> S« 00 ON • VI 00 H-« SO VJ B ON • KP •~-J P-• 4> S < Œ O N- H-CD -i À? HO N C S/L M-IQ O EN 3 T3 03 O S^4 S3 ' H_< O VI H-O H—' H-• IS3 <• V H-O VJ4 1—' U4 NO Œ * £> KP » 00 H-' O * VI ON # -J H-P |OS 1—I S0 • O SO OS RO H-• H-» L—I SJ1 V R-O S3 I ON RO H-• O RO » RO t— C < n o 3" I— rr O9 S 3 03 3 rr M* CD 3 <1 LO SO •P-• P-SO l—> CO NO HO • •O SO •O S« ON ON • •^1 O « O H-» N3 B * H-00 « OS S3 « VJ VJ1 SO • N0 OS S« «^1 ON O • H-« ON CD 4 ON VI S3 » • CT\ M VI IS3 • SO S < Q] O rr b-> CD <1 À9 S/I N C O H-lû O a 3 "O 03 S 3 03 3 N- i— CD 3 *1 U3 S3 ^0 P-• SO IS3 S* VI K3 H RO 1—» « O RO H-1 O RO O N0 RO » KP S3 O P* RO « RO H-« 00 « H-' V4 KP >• H- • KP O VJ • V« U4 ON « P -» SO 4> H-• VJ P-» H- < C O N H-3" O- À? S/I N C O H-lû O a 3 "O 03 S 3 03 3 N- i— CD 3 *1 U3 CD P-» —, OO S/1 • H-00 M » ON 00 V» U4 ON N3 4> ON 1—' •O ON V-»4 « UI 0N V^I V/I KP RO » SO JN S3 KP A « KP NO V4 -O A KM O » ON Kfi N) >* NO ON • •P-V4 V4 « SJ4 S3 -J » S3 RO 00 • S3 <P t S C 03 O RE I— CD <-) À? N C VJ1 H-ID O CO 3 T> SSJ RS3 H-M b-> M P" • «^J 1—» 1—' S« 00 V4 V» • SAI ON •» ON N>J «O NJN £> 00 P-SJJ » O JT S3 4> KP « OS VJ 00 « VI ON VJ ON RO 00 ON 4> V« ON I—• N3 ON P" • O 3 » P-ON 00 00 --J RS3 • 3 H- < C O O 1— =R (1- &? S 3 03 3 RR H-CD 3 >-i IÛ -•J O • H-00 O KP 1—• V4 NAJ • ON 4> RO VJ-I VJ1 O • O 4> ON M 00 KP IS N3 SO • # RO VJJ H-KP NO N0 H-Œ •+ H-Œ O H-« SJJ —• P-K S3 H-RO VI H-• • M S C 03 O rf b-> CD 1 À? t—' N O C <• H-O VH-O EN N -O 3 03 3 S 3 03 H-RR 3 CD TÛ -t N) M N3 V 4> HO ON • Œ N3 VJN 00 VJ1 •P-• V» VJ1 V-N VJ1 •O Œ • O UI RO N* H-<P 30 3N OS OS « ON OS P-« 1—» 00 H-VI 00 VI NO S* V4 SO ÔS Œ O « O 30 <O>J P-00 KP • O QD •P-» VI T— < C O O H-3" n- à? t—' N O C <• H-O VH-O EN N -O 3 03 3 S 3 03 H-RR 3 CD TÛ -t KP «^I » O VI 00 • KP VI ON > —» V« ON •« O HO O\ • HO RO NO O U4 VJ4 • 4> N^J S» ON S3 D S3 H-» -«O • H-' H-NO s KM 00 • V4 •*4 NÛ S* O CD • •P--J • P-30 » OS • F> CO t £ < 03 O RR H* CD -i A? 1— N NJ C - H-VI IÜ a o -a 3 03 3 S 3 03 H-RR 3 CD LO I-L F> 3 CD V4 •f> N) 4> 1—1 H—' H-• SO ON NO * O OS 4> OS ON S« -VJ ON -NJ JH -VJ NO IS) s J—• 00 NÛ • H-I NO O 00 Œ V G0 SÛ » FS3 00 SO SO 30 30 VO —» 30 VO I— < C o O H-3" RR O? 1— N NJ C - H-VI IÜ a o -a 3 03 3 S 3 03 H-RR 3 CD LO I-L 0 V>I ' 1 p* -O VI * N3 -O —' » •O •£> N3 « CO 1— •P-• T—• S0 * \0 H-•^J 33 RO KP •s RO —• • M > NO VI VJ I> £> »• 03 » VO SJJ • SO P-CD V4 • h-* P-2D S < 03 O RR H-CD -1 À? M NI S/I C S. O ID CO O "O 3 03 3 S 3 03 H-RR 3 CD TA RJ VI » S0 V M « O KP • SO VI 4> UJ 00 UJ • P-00 >• J—' 30 • N3 « 00 VJ»J • ^ 4> 13 S3 S 00 NO * O 00 ON NO NO 4> • O <3 «^4 » SO S3 ON VO SO * ^0 S3 » 00 & o C-SO S3 T 30 >— < C 0 O H* 3* rr À? M NI S/I C S. O ID CO O "O 3 03 3 S 3 03 H-RR 3 CD TA RJ S3 JI O RO SO « VJ1 M -O • VO M --4 -^1 CO » 00 H-N5 H-h-> 1 3 H-» KP •* KP 0 OS D » P -* O VI • H--1—' SÛ S3 » <n S3 SO S3 J\ RO • S3 S3 P-S3 O S < 03 O n- H-CD *t À? N3 N O C •• H-A >H-A m n -a 3 03 -O mmt ON -J 1 FS3 ON NO SO 00 00 VJN 30 00 RO SO Œ S SO M SO H- S/I SO O P- SÛ P- Ol SO SO •P- 4> ^O SO ji >O P-I— < c o n >— -r 3 S 3 03 H"< rr 3

(28)

Dijiage o U1 v/l 1 V^J a CO vi VJ m en VI ho Cf) v/t 1 M CD en •O N3 en 4> 1 M m <S) •O 1—' n cn •O 1—» ITi en va 4> r\ en va 1 4> CD (S> NJ4 1 1—1 en vjj 1 h-9 en M C-en IS3 A3 en N) 1 Vi en [S3 1 VJ CD en h-" 1 4> CL en h-» 1 CD en 1 KA 00 •P-en b-> V*l CD a n a l y s e n u m m e r t-V C 1-|N « VJ 1 t-V C 1-|N « VJ 1 NO ON 03 NO ON >* ui ON s* s NO as vi NO 'nO vO 03 a N0 03 O NO vn N0 ON \n NO a\ ON N0 ON 00 VO ON N# va NO h-NO b-> NO ON NO N0 a NO «vJ NO NO NO 03 . h-NO 03 » o 1—' < I-) "D C O M- O 3 1 CD: 1 CD 3 C C 1 "N, "o NJ C 1 IN M O <0 ON IS3 •P-v* O h™1 M3 0* NO ho ON VJ VJ1 •C-VJI 1—• •O 03 4> o «-J N* NO -j NO VO O h— To h-•»J N0 }—• Vi « js-ho a N0 1—1 N0 o -vJ «* 4S-3N 3N VI CO •^J » S < 03 O rf 1— CD 1 ô9 1— N vji c H" CD lO en 3 "S S 3 03 H* 5T 3 CD i") t£) C C 1 "N, "o NJ C 1 IN ON IS) -J fs3 VI ON 00 •^J o NJ VC M * vt NO N) "nû NO VjJ hO NO VI NO 00 N0 o G0 00 03 -^i U1 00 N* •O -J NO » hO co h-* ON » a 00 o NO O S* VI NO 1—' » S3 NO M va VO a » va h- < C O O h"* ZT n- à? 1— N vji c H" CD lO en 3 "S S 3 03 H* 5T 3 CD i") t£) C C 1 "N, "o NJ C 1 IN fS) IS) « •o Is) Vi 00 N3 1—• •O IS3 G0 Vi VI Vi N) •O "NO Vi NO 00 s* Un 00 V NO >4 NO h-1—• VI h-« 00 00 h-' ON m Vi ho M a Kl a t—' 3N 33 VI vO 00 * 1—• S < 03 O n- h-CD •1 à? N M C \ji uO n en 3 "O 03 S 3 03 3 rr w CD 3 ri in *0 CD *• C n 3 S a r n c •o O vi VJ 0N 00 •4 O NO N3 is3 vo M 00 NO NO •O a 03 03 V 00 00 N* M 00 ON NO CO •« 00 D0 00 a 00 •HJ 4> NO ON NO NO o M sO iM>d b N0 (S3 hO 03 N0 NO H-C < O o 3" 1— n-o? N M C \ji uO n en 3 "O 03 S 3 03 3 rr w CD 3 ri in *0 CD *• C n 3 S a r n c (S3 -O Vi ts3 00 ON K) KD NO Vi 1—i N# 0N ON H-V/i %• •O >* O «« a N0 O NO s* o h— o N* H-N5 •O £) <o h-* » ON (S3 V4 Vi rs3 h-» ON 00 K) vJ f> ON » VJ 00 S < 03 O (f I—1 CD I-» à? ^ N O c * M-O lM-O o en 3 13 03 S 3 03 3 rr i— CD 3 l-j t£3 *0 CD *• C n 3 S a r n c S3 » tai Ov -~J VO va m„ ON •O *ND NO h-m. NO fs3 A NO V4 f—1 NO VJ vn 00 \n 00 ON 03 ON va 00 SJ«I N# NO *^J "V NO p vi •^J NAJ ON "-4 VI -O 00 NO «vJ VO O ^0 M 00 00 vO va 1— < C O n H-zr n- sç ^ N O c * M-O lM-O o en 3 13 03 S 3 03 3 rr i— CD 3 l-j t£3 *0 CD *• C n 3 S a r n c S3 -J » jn Vj4 •O V N3 VI «• O V^J NO ON a\ CJs v* a VI M 4> N3 NO NO I—* o V >— H-S* ON H- •C-00 S3 J-i S) o wH S3 <n * IS3 ls) 00 'NO n P-ON Vl —• b b-' S < 03 O rr 1—i CD >-) à? N C U1 H-U3 o en 3 XJ *0 CD *• C n 3 S a r n c • JN sO ON M I—1 -vj f—• 00 VJ1 ON NO h-1 VjJ NO M O NO hO 03 NO Vi 03 O 00 Ov v* M 00 VJi N3 03 h->« VI Vi » ON ON ON •vj --» co 00 CD NO a 00 VO h-Vû 4i* G0 N0 H- < C o O h-3T rr à? S 3 03 3 rr H -CD 3 i-j ja *0 CD *• C n 3 S a r n c M NO VJ •O -vi M N) On Vi f> erv V* --1 ON 03 03 (-J Vi V 4> h-> O V-Tl H--O IS) h-" •P> M M h-» S3 S3 » N3 -^J 00 S3 3N » VJ hO VJ NO •fc-1—1 o » "-sj h-b— va 00 S < 03 O rr i—i CD -i à? N VJi C vi H-O iQ en n TJ 3 03 3 S 3 03 M* rr 3 es ta ri *0 CD *• C n 3 S a r n c ON •IS-NO * Vi O V •O vO CO vO —• » 03 NO NO ÏS) « ON NO Vi M 03 ON i-00 M M 03 •O 4> N) O » ON ON N0 va o VI ON 4> ^4 03 CD » VI 00 h-N0 h-' o 30 i> S3 H- < C o O H-3" rr o? N VJi C vi H-O iQ en n TJ 3 03 3 S 3 03 M* rr 3 es ta ri *0 CD *• C n 3 S a r n c JN s^J » ON O ON « O 0N 00 VJ1 ^J N) VAI M O VJ Vi h-Vi h-N) 1—> -O vi vi •p-a 4> 00 ON Jl O p> hO VI «-J s> VI •O va NO IS3 VJ G0 » (—« V^J •C-N0 f> 3 » S C 03 O rr h— CD <1 à? N iS) C L. H* vji eO en n TJ 3 03 3 S 3 03 M-rr 3-CD UQ i-J *0 CD *• C n 3 S a r n c VJ Vi ho N3 ON « h-N) NO 00 ho •* a ON O --j O ON O ON •O NO ON ON VJ1 N3 œ VI (—1 VJ1 S3 00 S3 -O • VJ NO VI •O hO ON Vi GO •^1 VI » ON VJJ hJ y/1 •^1 » —• H- < C O n •-3" rr à? N iS) C L. H* vji eO en n TJ 3 03 3 S 3 03 M-rr 3-CD UQ i-J *0 CD *• C n 3 S a r n c 00 H- • • CO N£) 1—' IS3 NO h-» • Vi 00 00 « NO ON NO On M • ON CTN *> » ON O •O h0 <• o -^J va NO ON va JN V VI NO •^J • NO C-> NO ON CD O•-J N ^O ON 4> 0 vt JN 30 » S < 03 O rr i—» CD 1 à? Kj C ° S' ID en n u 3 03 3 S 3 03 M* rr 3 CD 03 rj h--vi Vi Va VI •O ON hO CO Vi vi « sj<i ^i 1 7N VI va « NO N) N3 hO N3 ON ro N3 NO hO a a S3 a JN M h-• ho h-NO • O S3 ho » h-S3 ^O t D0 S3 O v£) VJ N/J » ON S3 sO •O H- C C o O (-3" rr à? Kj C ° S' ID en n u 3 03 3 S 3 03 M* rr 3 CD 03 rj '

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De toename in regelgeving die fraude moest bestrijden, de groei in het aantal processen tegen smokkelaars in de tussenhandel en de artikelen in de periodieke pers wekken de indruk

To induce parturition, different protocols, such as single administration of prostaglandins, double administration of prostaglandin with 6-hour interval (split-dose technique) and

Hoewel zeer zeldzaam kunnen allergische reacties optreden, braakneigingen of braken. Elke allergische reactie wordt deskundig behandeld tijdens

In verband met het bovenstaande werd een oriënterend onderzoek verricht (38) met het antibioticum Pimaricine, dat ons ter beschikking werd gesteld door de Koninklijke

Aan weerszijden van de zak staat één man (zie afb. Tijdens het optillen en het transport naar de wagen laten ze de zak grotendeels op de stok rusten. Men kan het laden van zakken

Intensiteit energieconsumptie zuivelketen (kJ per kg melk) ten opzichte van 2005 Elektriciteitsgebruik op melkveebedrijven (kWh/1000 kg melk) Dieselverbruik (incl. loonwerk) op

Ons onderzoek laat niet alleen zien dat zelforganiserende patronen in ecosystemen een lust voor het oog zijn, maar wijst er ook op dat deze patronen voorspellende waarde hebben

Omdat het een meerjarige teelt betreft en planten lang in gebruik blijven en verschillende virussen en schimmels (bv. Phytophthora) flink schade kunnen geven in de teelt is