• No results found

Jongvolwassenen en de invloed van realitysoaps als Oh Oh Cherso : een onderzoek naar de relatie tussen blootstelling aan programma’s zoals Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en gedachten over seks onder Nederla

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Jongvolwassenen en de invloed van realitysoaps als Oh Oh Cherso : een onderzoek naar de relatie tussen blootstelling aan programma’s zoals Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en gedachten over seks onder Nederla"

Copied!
43
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jongvolwassenen en de

invloed van realitysoaps als

Oh Oh Cherso

“Een onderzoek naar de relatie tussen blootstelling aan programma’s zoals

Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en gedachten over seks onder

Nederlandse jongvolwassenen”

Naam: Bart Veenstra

Studentnummer: 6166857

Instelling: Universiteit van Amsterdam Opleiding: Communicatiewetenschap Specialisatie: Youth and Media

Scriptiebegeleider: mw. dr. R. (Renske) van Bronswijk

(2)

1

Abstract

Realitysoaps als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore worden steeds populairder onder jongvolwassenen. De vooroordelen dat dergelijke programma’s van invloed zouden zijn op tolerante seksuele attitudes werden bevestigd door Amerikaans onderzoek (Bond & Drogos, 2014). Het doel van dit onderzoek was om te achterhalen hoe de relatie is tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en de gedachten over seks onder Nederlandse jongvolwassenen. Het onderzoek kende 243 respondenten die geheel anoniem een online vragenlijst invulden. Hieruit is gebleken dat er geen relatie is tussen blootstelling aan dergelijke programma’s en tolerante seksuele attitudes. Bovendien bleken wishful identification en parasociale relaties geen moderatoren te zijn tussen blootstelling en tolerante seksuele attitudes. Dit in tegenstelling tot het onderzoek van Bond en Drogos (2014). In dit onderzoek zijn de karaktereigenschappen sensation seeking en voyeurisme meegenomen, die wel moderatoren bleken te zijn tussen blootstelling en tolerante seksuele attitudes. Verder bleken ontspanning en tijdverdrijf motieven te zijn om naar programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore te kijken. In een vervolgonderzoek zou meer de diepte ingegaan kunnen worden wat betreft parasociale relaties met personages uit realitysoaps. Hierbij zou dan vooral aandacht moeten gegeven worden aan downward comparison.

Introductie

“Dikke tieten, strak lijffie, lekker laag make-uppie, heerlijk dat soort wijffies!” of “Ik eet frikandellen en kroketten, maar ik houd sowieso niet van vlees” of “Ik ben niet preuts, ik ben echt een sletje!”. Deze citaten zijn een greep uit de vele quotes uit het Nederlandse televisieprogramma Oh Oh Cherso, een populaire realitysoap onder Nederlandse jongeren. Dit televisieprogramma is de Nederlandse variant op het Amerikaanse Jersey Shore. In dit onderzoek worden daarom de programma's Jersey Shore, Oh Oh Cherso en ook de Britse variant Geordie Shore als één geheel zien.

Realitysoaps als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore zijn de laatste jaren erg succesvol gebleken in de Verenigde Staten, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Zo werden er zes seizoenen Jersey Shore uitgezonden door MTV en werd het zelfs het meest populaire programma bij MTV ooit (Carter, 2011). Daarnaast haalde Jersey Shore ooit de negen miljoen kijkers en had het vaak meer kijkers dan andere populaire primetimeprogramma’s als American Idol (Ng, 2012). De realitysoap Oh Oh Cherso bleek in

(3)

2 Nederland erg populair. Dit programma is een Nederlandse variant op Jersey Shore, waarin acht jongeren worden gevolgd die op vakantie zijn in het Griekse Chersonissos. Met bijna 1,5 miljoen kijkers werd de vijfde uitzending Oh Oh Cherso een van de meest bekeken uitzendingen ooit op RTL 5 (Mediacourant, 2010). Bovendien bleek in 2010 dat Oh Oh Cherso het meest bekeken programma op internet is, veelal gebruikt voor gemiste uitzendingen (Kijkonderzoek, 2011). Het tweede seizoen van Oh Oh Cherso werd echter een stuk minder goed bekeken gezien het aantal kijkers met ongeveer een miljoen daalde (Mediacourant, 2011).

Voor het programma Jersey Shore gelden verschillende wettelijke beperkingen wat betreft leeftijd in de Verenigde Staten en Nederland. In de Verenigde Staten geldt voor Jersey Shore dat meekijken door een ouder gewenst is tot 14 jaar (IMDB, 2014). In Nederland is men toleranter en is meekijken (door een ouder) gewenst tot slechts 12 jaar (Kijkwijzer, 2014). Ook voor de Nederlandse variant van Jersey Shore, Oh Oh Cherso, geeft de Kijkwijzer (2014) aan dat meekijken gewenst is tot 12 jaar. Sommige afleveringen van Oh Oh Cherso en Jersey Shore zijn in Nederland zelfs geschikt voor alle leeftijden (Kijkwijzer, 2014). Wel geven beide landen aan dat er grof taalgebruik, seks, en drugs en/of alcoholmisbruik in dergelijke realitysoaps voorkomen.

Ook in het Verenigd Koninkrijk is met Geordie Shore een vergelijkbaar programma gemaakt, die zowel in het Verenigd Koninkrijk als Nederland wordt uitgezonden op MTV. Met meer dan een miljoen kijkers is Geordie Shore het best bekeken televisieprogramma op MTV UK (geldt dus alleen voor het Verenigd Koninkrijk) ooit (The Hollywood Reporter, 2013). Ook in Geordie Shore komen elementen als grof taalgebruik, seks, drugs en/of alcoholmisbruik voor. Waar men in het Verenigd Koninkrijk een leeftijd van 15 jaar als adviesleeftijd heeft gegeven, is dit in Nederland 12 jaar (IMDB, 2014).

Het is vervolgens interessant om te achterhalen hoeveel seks er in dergelijke programma’s voorkomt. Uit een inhoudsanalyse van Bond en Drogos (2014) is gebleken dat wanneer iemand naar het programma Jersey Shore kijkt hij of zij per aflevering gemiddeld 23 keer wordt blootgesteld aan seksuele conversaties en aan 25 gevallen van seksueel gedrag. In het theoretisch kader zal nog dieper op de seksuele inhoud van Jersey Shore worden ingegaan. Uit het onderzoek van Bond en Drogos (2014) blijkt tevens dat blootstelling aan het seksueel getinte Jersey Shore gerelateerd kan worden naar tolerante seksuele attitudes onder jongvolwassenen in de Verenigde Staten. Daarnaast blijken parasociale relaties en wishful identification met personages uit Jersey Shore een modererende factor te zijn tussen blootstelling aan Jersey Shore en tolerante seksuele attitudes. De vraag is nu of deze relaties

(4)

3 tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore en tolerante seksuele attitudes ook gelden voor Nederlandse jongvolwassenen. Tot op heden is echter louter onderzoek gedaan naar parasociale relaties met personages uit fictionele media en nauwelijks naar personages uit realitysoaps (Horton & Wohl, 1956; Perse & Rubin, 1989; Nabi, Biely, Morgan & Stitt, 2003). De vraag is dan ook of voor Nederlandse jongeren net als in de Verenigde Staten parasociale relaties van modererende invloed zijn op de relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore en tolerante seksuele attitudes of juist niet.

Veel onderzoek naar de invloed van media op de jeugd is gericht op adolescenten. Echter, weinig onderzoek is gedaan naar de invloed van media op jongvolwassenen (18-25 jaar). Tussen adolescenten en jongvolwassenen zitten namelijk verschillen wat betreft hun opvattingen over seksualiteit. Jongvolwassenen zijn op het gebied van seksualiteit risicovoller, maar ook serieuzer dan adolescenten (Arnett, 2000). Gegeven het feit dat de personages in Jersey Shore de leeftijd hebben van jongvolwassenen is het interessant om te onderzoeken hoe deze doelgroep reageert op het gedrag van de personages in realitysoaps als Jersey Shore.

Op maatschappelijk vlak zou dit onderzoek relevant kunnen zijn voor programmamakers van programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore. Hierdoor zouden zij er bijvoorbeeld achter komen welke mensen naar dergelijke programma’s kijken. Zijn dit mensen met al tolerante seksuele attitudes of juist niet? Voor welke leeftijdsgroep zijn dergelijke programma’s geschikt? Kijken vooral jongens of juist meisjes? En wat de redenen zijn voor het kijken naar dergelijke programma’s. Verder is het maatschappelijk interessant hoe jongeren seksuele media beleven. Op basis daarvan zouden beleidsmakers in Nederland bijvoorbeeld hun onderwijsmateriaal kunnen ontwikkelen. Het doel van dit onderzoek is vervolgens te achterhalen wat de relatie is tussen het kijken naar programma’s als Jersey Shore en wat de gedachten zijn van jongeren over seks en relaties. Dit leidt uiteindelijk tot de volgende onderzoeksvraag:

Onderzoeksvraag: Wat is de relatie tussen het kijken naar programma’s als Jersey Shore, Oh

(5)

4

Theoretisch kader

Jongvolwassenen en seksualiteit

Veel onderzoek naar seksualiteit wordt onder adolescenten verricht (Strasburger, Hogan, Mulligan, Ameenudin, Christakis, Cros & Swanson, 2013). Echter, weinig onderzoek is gedaan naar seksualiteit onder jongvolwassenen, waarbij de leeftijd in deze groep varieert van 18 tot en met 25 jaar. Arnett (2000) noemt deze periode ook wel emerging adulthood. Tussen adolescenten en jongvolwassenen zijn er nodige verschillen in hun opvattingen over seksualiteit. Voor adolescenten is daten een vorm van gezelschap en kan het gezien worden als de eerste ervaringen van de liefde en van het seksueel experimenteren. Echter, deze relaties houden vaak niet langer stand dan enkele weken of maanden (Feiring, 1996). Voor jongvolwassenen wordt de liefde meer intiemer en serieuzer (Arnett, 2000). Waar adolescenten vaak in groepen daten, zoals op feestjes, tijdens het uitgaan of rondhangen (Padgham & Blyth, 1991), is daten onder jongvolwassenen iets wat meer plaatsvindt onder koppels (Arnett, 2000). De focus ligt voor jongvolwassenen minder op recreatie en meer op het ontdekken van potentiële emotionele en fysieke vertrouwelijkheid. Romantische relaties in de periode van emerging adulthood houden vaak langer stand dan die tijdens de adolescentie, bevatten eerder geslachtsgemeenschap en kunnen leiden tot het gaan samenwonen. Daarnaast vraagt men zich tijdens de emerging adulthood af met welk persoon zij de rest van hun leven willen doorbrengen (Arnett, 2000).

Tijdens de emerging adulthood is het ook een ideale tijd voor mensen die graag experimenten met romantische en seksuele ervaringen. Dit komt omdat het toezicht van ouders vermindert en de stap om te gaan trouwen kleiner wordt. Risicovol gedrag komt dan ook vaker voor bij emerging adults dan bij adolescenten. Een van de risico's die worden genomen zijn het hebben van onveilige seks (Arnett, 2000). Verderop in dit theoretisch kader zal worden ingegaan op de effecten van televisie op seksueel gedrag onder jongvolwassenen (televisie en internet als sexual super peer).

Seks op televisie

Ondanks het feit dat al tijdens de adolescentie het kijken naar televisie al jaren vermindert is de televisie nog altijd een enorm populair medium (Gunter & McAleer, 1997). In Nederland was de gemiddelde televisiekijktijd in 2013 195 minuten (3 uur en 15 minuten) per dag, één minuut minder dan een jaar eerder (SPOT, 2014). De doelgroep in dit onderzoek, Nederlandse jongvolwassenen, kijken gemiddeld 111 (18 en 19 jaar) of 161 (20-23 jaar)

(6)

5 minuten televisie per dag (SPOT, 2014). Jongeren kijken tegenwoordig ook televisieprogramma’s via het internet. Zo blijkt uit cijfers van Stichting Kijkonderzoek (2011) dat Oh Oh Cherso, het vergelijkbare programma met Jersey Shore, het meest gestreamde televisieprogramma op internet in 2010 was. Onderzoek heeft aangetoond dat een hoog aantal seksuele berichten verspreid wordt door het hele televisielandschap (Greenberg & Hofschire, 2000). In de Verenigde Staten, waar de realitysoap Jersey Shore is opgenomen, is seksuele inhoud een veel voorkomend element op televisie. Uit een inhoudsanalyse van Kunkel, Farrar, Eyal, Biely, Donnerstein en Rideout (2007) blijkt dat in 64% van de televisieshows seksueel getinte inhoud voorkomt. Bovendien zouden televisieprogramma's met een jonger publiek meer seks bevatten dan primetime televisieprogramma's (Kunkel, Eyal, Biely, Finnerty & Donnerstein, 2005). Hierdoor worden de meeste jongeren, zowel adolescenten als jongvolwassenen, blootgesteld aan seksueel gerelateerde inhoud wanneer zij televisie kijken. Het overgrote deel van deze seksuele inhoud wordt gebracht middels gesprekken over seks (Kunkel et al., 2007). Echter, in de afgelopen jaren is ook een toename van seksueel gedrag op televisie geconstateerd (Kunkel et al., 2007). Geslachtsgemeenschap, dat meestal gesuggereerd wordt weergegeven in plaats van expliciete blootstelling, komt voor in 14 procent van de programma's op televisie (Kunkel et al., 2007). De vraag is echter wel of de nadruk in televisieprogramma’s met seksueel getinte inhoud dan ook op het seksuele vlak ligt of dat het slechts een klein onderdeel is van het televisieprogramma. Volgens Kunkel et al. (2005) wordt seks op televisie veelal afgebeeld als een vrijetijdsbesteding tussen twee mensen die geen relatie met elkaar hebben, zonder dat daar risico's of gevolgen aan te pas komen. De manier waarop seks wordt vertoond in niet-gescripte reality televisie, zoals Jersey Shore, laat hiervan een brede afspiegeling zien (Baruh, 2009).

Seksueel getinte inhoud op televisie heeft zowel positieve als negatieve effecten op de attitudes van televisiekijkers. De media zorgen ervoor dat seksueel gedrag op de publieke, maar ook op de persoonlijke agenda behouden blijft. Bovendien laten de media een relatief constant beeld over seksuele en relationele normen zien (Brown, 2002). Op het positieve vlak kan het zowel de sociale status als de persoonlijke tevredenheid verbeteren. Echter, op het negatieve vlak kan het relaties beschadigen en geslachtsziektes opleveren (Eyal & Kunkel, 2008). Uit een inhoudsanalyse is bovendien gebleken dat duidelijke beelden van de negatieve gevolgen van seksueel gedrag veelal worden weggelaten uit televisieshows (Kunkel et al., 2007). Hierdoor wordt seks gepresenteerd als een fenomeen dat geen duidelijk positieve, maar ook geen duidelijk negatieve gevolgen kent. Wanneer de gevolgen van seks wel op televisie worden vertoond zijn deze meestal positief (Cope-Farrar & Kunkel, 2002). Het

(7)

6 voorbeeld dat Cope-Farrar en Kunkel (2002) hiervoor geven is afkomstig uit een scene van de serie Friends, waarbij een zoen van personage Rachel aan Ross ervoor zorgde dat hun relatie kon herstellen.

Daarnaast is nagegaan wat de effecten zijn van blootstelling aan seksuele inhoud op televisie op de seksuele attitudes en morele oordelen onder jongvolwassenen (Eyal & Kunkel, 2008). Een groep van ruim honderd eerstejaarsstudenten (110) werd blootgesteld aan televisieprogramma’s die zowel de positieve als de negatieve gevolgen van geslachtsgemeenschap lieten zien. De resultaten tonen aan dat blootstelling aan televisieprogramma’s die de negatieve gevolgen laten zien tot meer negatieve attitudes leiden richting geslachtsgemeenschap voor het huwelijk en tot meer negatieve morele oordelen over personages die zich hiernaar gedragen. Degenen die werden blootgesteld aan positieve gevolgen van seks kregen geen grotere positieve houding tegenover seks. De oorzaak hiervan kan zijn dat mensen al een bepaald beeld hebben over seksualiteit door wat hen sinds de geboorte is meegegeven via opvoeding, sociale omgang en mediagebruik door de jaren heen (Eyal & Kunkel, 2008).

Volgens Collins, Elliot, Berry, Kanouse, Kunkel, Hunter en Miu (2004) kan blootstelling aan seksualiteit op televisie de seksuele initiatie onder adolescenten voorspellen en misschien zelfs verhaasten. Volgens Collins et al. (2004) kan het verminderen van de hoeveelheid seksuele inhoud van entertainende programma’s op televisie, het verminderen van de blootstelling aan adolescenten richting deze seksuele inhoud of het verhogen van referenties naar en voorstellingen over mogelijk negatieve consequenties van seksuele activiteiten de seksuele initiatie onder jongeren kunnen verminderen. Ook ouders zouden het kijkgedrag van adolescenten kunnen aanpassen door bijvoorbeeld met hun kinderen discussies te voeren over seksualiteit en bijbehorend gedrag (Collins et al., 2004). In het geval van jongvolwassenen is er minder ouderlijk toezicht, waardoor ouders weinig tot geen invloed meer hebben op het kijkgedrag van de jongvolwassenen (Arnett, 2000).

Realitysoaps behoren echter niet tot de drie genres met de meest seksuele inhoud. De drie genres die worden onderscheiden door het hebben van de hoogste percentages met meer (expliciet) seksueel gedrag en seksuele dialogen zijn comedydrama's, televisiefilms en speelfilms (Fisher, Hill, Grube & Gruber, 2004). Toch werden door Fisher et al. (2004) hoge percentages aan seksuele inhoud gevonden in realitysoaps. In 65 procent van de realitysoaps werd over seks gesproken, terwijl in 55 procent van de realitysoaps seksueel gedrag voorkwam.

(8)

7 Uit het onderzoek van Bond en Drogos (2014) is gebleken dat iemand die naar Jersey Shore kijkt per aflevering gemiddeld 23 keer wordt blootgesteld aan seksuele conversaties en aan 25 gevallen van seksueel gedrag. Hiermee wordt een kijker van Jersey Shore gemiddeld blootgesteld aan één seksueel geval per minuut. Wanneer de personages uit Jersey Shore spraken over seks ging dit vooral over hun seksuele interesses of hun seksuele ervaringen. Op het gebied van seksueel gedrag komt voornamelijk het romantisch kussen en fysiek flirten voor in Jersey Shore. Geslachtsgemeenschap komt echter weinig voor in Jersey Shore. Slechts vier procent van seksueel gedrag beslaat geslachtsgemeenschap (Bond & Drogos, 2014).

Verder blijkt uit het onderzoek van Bond en Drogos (2014) dat in Jersey Shore meer seksuele gevallen voorkomen dan in veel andere televisieprogramma’s die tijdens primetime worden uitgezonden. Bovendien werden voor deze vergelijking de vier programma’s gekozen met de hoogste frequentie van seksuele gevallen. Daarnaast komt in Jersey Shore ook meer seksueel expliciet gedrag voor dan in de 20 meest populaire televisieprogramma’s tijdens primetime. Alleen in Desperate Housewives en Family Guy werd meer seksueel expliciet gedrag vertoond dan in Jersey Shore (Bond & Drogos, 2014). Hierdoor lijkt een programma als Jersey Shore dus afwijkend te zijn van andere realitysoaps waar Fisher et al. (2004) naar verwijzen.

Vanwege het feit dat programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore erg populair zijn onder jongvolwassenen (Carter, 2011) en de mate van seks in dergelijke programma’s erg hoog is zoals in Jersey Shore (Bond & Drogos, 2014) is het volgende verwacht:

H1: Er bestaat een positieve relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes onder jongvolwassenen.

Reality TV

In de afgelopen jaren is reality-tv opgeklommen tot een van de meest populaire genres op televisie (Ferris, Smith, Greenberg & Smith, 2007). Ondanks het feit dat mensen inzien dat reality-televisie niet geheel realistisch is worden dergelijke programma's toch volop bekeken (Nabi et al., 2003). Door het filmen van ‘normale’ mensen met daarbij behorende gebeurtenissen in het dagelijks leven verschilt reality-tv van fictionele televisieprogramma’s (Nabi, Stitt, Halford & Finnerty, 2006). Volgens Reiss en Wiltz (2004) kijken mensen naar

(9)

8 televisieprogramma’s die zorgen voor plezier dat voor hen het belangrijkst is, ook wel de sensitivity theory (gevoeligheidstheorie) genoemd. Mensen zijn hierbij altijd op zoek naar het ervaren van zestien basisdoelen met het daarbij behorende plezier. Hierbij concentreren Reiss en Wiltz (2004) zich op de doelen die het sterkst en het meest gewaardeerd worden, die per individu verschillend zijn. Mensen die bijvoorbeeld socialisatie erg belangrijk vinden zullen vooral geïnteresseerd zijn in shows die groepen, plezier en vriendschap bevatten. Personen die meer gemotiveerd worden door wraak zullen meer geïnteresseerd zijn in programma's met een agressieve inhoud (Reiss & Wiltz, 2004). Uiteindelijk zijn volgens Reiss en Wiltz (2004) vooral persoonlijke status, maar ook (in mindere mate) rechtvaardiging, vriendschap, vrijheid van moraliteit, veiligheid en romantiek de belangrijkste redenen om naar reality-tv te kijken. Papacharissi en Mendelson (2007) deden tevens onderzoek naar motieven om naar reality-tv te kijken. Uit een vragenlijst onder 157 studenten blijkt dat de belangrijkste motieven om naar reality-tv te kijken tijdverdrijving en reality-entertainment zijn. Van kijkers met een lage mobiliteit en een lager niveau van persoonlijke interactie kan gezegd worden dat zij vooral naar reality-tv kijken om hun voyeuristische- en gezelschapsbehoeften te vervullen. Volgens Papacharissi en Mendelson (2007) zorgt het format van reality-tv zowel voor zichtbare als onbewuste voyeuristische tendensen. Dit kan variëren van directe betrokkenheid van het publiek door deel te nemen aan een televisieprogramma (spelshow) tot het meer observeren van de dagelijkse interacties van ‘normale mensen’, zoals in Jersey Shore.

Ook Baruh (2009) ziet voyeurisme als een belangrijk motief om naar reality-televisie te kijken. Scenes die privé-gesprekken, naaktheid en gossip bevatten dragen bij aan het voyeuristische appeal (Baruh, 2009). Calvert (2000, p.2) omschrijft gemedieerd voyeurisme in de media als de consumptie van onthullende beelden van of informatie over anderen. Uit een inhoudsanalyse van Bagdarasov, Greene, Banerjee, Krcmar, Yanovitzky en Ruginyte (2010) blijkt dat reality-tv de meest voyeuristische inhoud heeft van alle door hen onderzochte televisiegenres. Zij vonden verder dat mensen met een voyeuristisch karakter hoger scoren op een speciale voyeurisme-index voor komedieseries, nachtsoaps en reality-tv, maar bijvoorbeeld niet bij programma’s met satire in animatievorm of crime/actieprogramma’s. Bovendien concludeerde Kavka (2004) dat reality-tv programma’s afhankelijk zijn van voyeuristische elementen zoals het voorkomen van intieme elementen in het openbaar of gewone, alledaagse gebeurtenissen die de moeite waard zijn om te aanschouwen. Echter, Nabi et al. (2003) concludeerden in hun onderzoek dat er geen correlatie is tussen het kijken naar reality-tv en voyeurisme. Volgens Reiss & Wiltz (2004) is voyeurisme wel belangrijk, maar is het geen fundamenteel of intrinsiek gewenst motief.

(10)

9 Ondanks het feit dat niet in elk onderzoek correlaties zijn gevonden wordt verwacht dat voyeurisme van invloed zal zijn op de relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore en tolerante seksuele attitudes onder jongvolwassenen:

H2: Voyeurisme zal van invloed zijn op de relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes onder jongvolwassenen.

Een ander motief dat belangrijk kan zijn voor het kijken naar realitysoaps is sensation seeking. Dit is een persoonlijkheidskenmerk die de tendens zoekt van gevarieerde, nieuwe, complexe en intense ervaringen. Hierbij komt ook de bereidheid om fysieke, sociale, legale en financiële risico’s te nemen in het belang van deze ervaringen (Zuckerman, 2009; Bagdasarov, 2010). Uit onderzoek van Koopmans, Boomsma, Heath en Van Doornen (1995) is sensation seeking voor 48 tot 63 procent genetisch bepaald. Mensen verschillen in de mate van sensation seeking en de mate van opwinding die nodig is om een acceptabel niveau van interesse te genereren (Zuckerman, 2009). Meerdere studies hebben een positieve relatie laten zien tussen sensation seeking en seksueel risicogedrag (Hoyle, Fejfar & Miller, 2000). Uit onderzoek naar de relatie tussen sensation seeking en de selectie van een medium is bijvoorbeeld gebleken dat sensation seeking het kijken naar actie-georiënteerde en gewelddadige media voorspelt (Hoffner & Levine, 2007).

Omdat het in realitysoaps veelvuldig voorkomt dat personages opwindende activiteiten ondergaan zouden deze realitysoaps ervoor zorgen dat mensen met een hoge vorm van sensation seeking hun verlangende mate van psychologische opwinding zien te behalen (Bagdasarov, et al., 2010). Op basis van deze literatuur over sensation seeking wordt het volgende verwacht:

H3: Sensation seeking zal van invloed zijn op de relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes.

Een ander motief om naar programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore te kijken kunnen upward en downward comparison zijn. Downward comparison is een defensieve manier om jezelf met anderen te vergelijken om je er beter door te gaan voelen (Wills, 1981). Op het moment dat een persoon een ander individu of een andere groep observeert die als slechter af beschouwd kan worden om zichzelf uiteindelijk beter te gaan

(11)

10 voelen is er sprake van downward comparison. Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer iemand zichzelf vergelijkt met iemand die beter af of superieur is ten opzichte van jezelf (upward comparison) dit kan leiden tot een lager zelfvertrouwen (Tesser, Millar & Moore, 1988), terwijl downward comparison juist het zelfvertrouwen kan verhogen (Gibbons, 1986). Wills (1981) voegt hieraan toe dat mensen met een laag zelfvertrouwen eerder aan downward comparison zullen doen dan mensen met meer zelfvertrouwen.

Hepler (2012) verklaart dat programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie kunnen leiden tot zowel upward als downward comparison. In de meeste gevallen worden de personages uit programma’s als Jersey Shore in een negatief daglicht gezet (alcohol/drugsmisbruik, lichte zeden) wat kan leiden tot downward comparison. Echter, sommige personages uit programma’s als Jersey Shore zien er fysiek goed uit en zijn welvarend geworden door hun commerciële succes. Dit zou volgens Hepler (2012) kunnen leiden tot upward comparison.

Televisie en het internet als sexual super peer

De televisie kan een relevante, betrouwbare bron zijn wanneer jonge mensen op zoek zijn naar informatie over seks. Brown, Halpern en L’Engle (2005) beschrijven de televisie als een sexual super peer. In het onderzoek van Brown et al. (2005) wordt beschreven dat meisjes die eerder in de puberteit terecht zijn gekomen meer interesse hebben in media met seksuele inhoud, wat hen vervolgens toleranter maakt om zich seksueel te gedragen. Er zijn bovendien sterke verbanden gevonden tussen tolerantie van seksuele attitudes en specifieke programma-genres (Bond & Drogos, 2014). Bijvoorbeeld, uit een al wat ouder experimenteel onderzoek is gebleken dat adolescenten die videoclips op MTV kijken seks voor het huwelijk eerder accepteren dan adolescenten die niet naar videoclips op MTV kijken (Greeson & Williams, 1986). Een recenter onderzoek is gedaan naar de effecten van seksueel getinte videoclips op jongvolwassenen (Zhang, Miller & Harrison, 2008). Blootstelling aan seksueel expliciete videoclips kan geassocieerd worden met meer tolerantie richting seks voor het huwelijk en meer goedkeuring van de seksuele dubbelstandaard. Dit houdt in dat mannen meer vrijheid dan vrouwen hebben als het om seks gaat. Tegenwoordig worden ook dergelijke resultaten gevonden voor blootstelling aan normale televisieprogramma’s. Zo blijkt uit een kwantitatieve studie van Riddle en De Simone (2013) dat een significante relatie bestaat tussen seksuele attitudes en blootstelling aan unscripted televisieprogramma’s onder adolescenten. Ook onder ‘oudere’ adolescenten, zoals Arnett (2000) jongvolwassenen tussen de 18 en 25 jaar oud noemt, werden dergelijke resultaten gevonden. Volgens Arnett (2000)

(12)

11 zijn jongvolwassenen meer kwetsbaar voor de invloed van media wanneer het over seks gaat, omdat in deze leeftijdsperiode romantische liefde veelal gecombineerd wordt met het experimenteren van fysieke intimiteit en seksuele gemeenschap (Arnett, 2000). Bovendien, blootstelling aan seksuele inhoud op televisie wordt positief gecorreleerd met meer seksuele ervaringen (Ward & Rivadeneyra, 1999), terwijl het ook negatieve attitudes oplevert onder jongvolwassenen bij seksuele onthouding (Ward, Epstein, Caruthers & Merriwether, 2011).

Daarnaast worden ook steeds vaker televisieprogramma’s via het internet bekeken. Het internet wordt gezien als een van de meest interactieve media die er nu bestaan (Livingstone, Ólafsson, O'Neill & Donoso, 2012). Livingstone et al. (2012) zien de technologische veranderingen, zoals het internet, als een toenemende bedreiging voor kinderen. Het internet bevat namelijk inhoud die ook op televisie en andere media te zien is. Echter, het verschil tussen de traditionele media en internet is dat de inhoud op televisie gereguleerd kan worden, terwijl dit voor het internet veel moeilijker gaat. Donnerstein (2012) beschrijft het internet als het medium waarin traditionele media als tv, film en videogames kunnen worden gedownload, bekeken en verwerkt. Moreno en Whitehill (2012) verklaren dat jongeren eerder worden blootgesteld aan bepaalde seksueel getinte beelden via het internet, omdat ouders minder controle hebben wanneer deze jongeren in hun slaapkamer achter hun computer zitten. De opkomst van internet zorgt voor enorme zorgen, met name bij ouders (Strasburger et al., 2013). Eén van de zorgen is de toenemende mate van blootstelling aan seksueel materiaal op het internet.

Sociaal-cognitieve theorie en cultivatietheorie in relatie tot Jersey Shore

Volgens Bandura (1986) kunnen individuen gedragspatronen leren door anderen in hun omgeving te observeren. Het imiteren van geobserveerde personen is voor jongere mensen waarschijnlijker vanwege hun geringe levenservaring. Bandura (1986) noemt dit de sociaal-cognitieve theorie. Blootstelling aan Jersey Shore zou in dit geval een sterkere invloed hebben op de seksuele normen en gedragingen van jonge kijkers dan van oudere kijkers (Bond & Drogos, 2014). Deze theorie neemt ook aan dat personen die aantrekkelijk of vergelijkbaar zijn sneller zullen leiden tot imitatie dan niet-aantrekkelijke of onvergelijkbare personen. Omdat in een unscripted televisieprogramma als Jersey Shore de personages meer echte, alledaagse mensen lijken dan personages uit een scripted televisieprogramma, zoals Friends, wordt eerder imitatie verwacht. Volgens Nabi et al. (2003) kijken mensen naar unscripted televisieprogramma’s omdat zij behoefte hebben aan interpersoonlijke interacties en zij nieuwsgierig zijn naar het leven van andere mensen.

(13)

12 Een ander fenomeen waardoor de opvattingen van jongvolwassenen over seksuele normen beïnvloed kunnen worden door blootstelling aan Jersey Shore is de cultivatietheorie. De cultivatietheorie van Gerbner en Gross (1976) gaat ervan uit dat televisie een gemeenschappelijk wereldbeeld geeft door een relatief beperkte reeks van beelden en berichten op alle televisieprogramma’s te vertonen. Het gevolg hiervan is dat zware televisiekijkers een kijk op de wereld hebben die erg overeenkomt met wat op televisie wordt vertoond en dat dit minder geldt voor lichte televisiekijkers (Gerbner & Gross, 1976). Cultivatie effecten vinden echter niet alleen plaats na veel televisiekijken, maar ook na herhaalde blootstelling aan specifieke programma-genres (Morgan & Shanahan, 2010). Bijvoorbeeld, om aan te tonen dat zware televisiekijkers van unscripted televisieprogramma’s het belang van seks eerder benadrukken dan lichte televisiekijkers werd gebruikt gemaakt van de cultivatietheorie. Uit onderzoek is zelfs gebleken dat cultivatie kan verklaren hoe herhaalde blootstelling tot een specifiek programma geassocieerd kan worden met de opvattingen van de kijker. Bijvoorbeeld, Quick (2009) concludeerde dat herhaalde blootstelling aan het programma Grey's Anatomy zorgde voor een bepaalde opvatting over dokters, vergelijkbaar met hoe die in Grey's Anatomy vertoond werden. In het geval van herhaalde bloostelling aan Jersey Shore zou het dus kunnen zijn dat bepaalde opvattingen over seks, uitgaan, agressief gedrag en het gebruik van alcohol als normaal worden gezien, omdat dit veel voorkomende elementen in het programma zijn. Hiernaar verwijzen ook Morgan en Shanahan (2010). Zij vinden dat de beschikbare heuristiek, een cognitief mechanisme om het verband uit te leggen tussen de algehele blootstelling aan televisie en de opvattingen van de kijker, ook onderzoek kan rechtvaardigen wanneer blootstelling aan specifieke programma-genres wordt vergeleken met de opvattingen van de kijker.

Twee concepten die deze twee theorieën kunnen meten zijn parasociale relaties en wishful identification. In het geval van een parasociale relatie kan het gedrag van de personages uit programma’s als Jersey Shore worden geïmiteerd, waar de sociaal cognitieve theorie naar verwijst (Bandura, 1986). Voor wishful identification is de verwachting dat jongvolwassenen zich identificeren met personages uit programma’s als Jersey Shore, omdat dergelijke personages echte, alledaagse mensen zijn. Bij veel of herhaalde bloostelling is de verwachting, volgens de cultivatietheorie (Gerbner & Gross, 1976), dat er eerder parasociale relaties en wishful identification zullen zijn. Deze twee begrippen worden hieronder verder uitgelegd.

(14)

13 Het kijken naar programma's als Jersey Shore, Oh Oh Cherso of Geordie Shore kan parasociale relaties met personages uit deze realitysoaps opleveren. Volgens Horton en Wohl (1956) refereren parasociale relaties naar de emotionele band die kijkers vormen met mediapersoonlijkheden. Het meest belangrijke kenmerk van parasociale relaties is dat deze relaties meestal uitsluitend, maar in ieder geval voornamelijk uit eenrichtingsverkeer bestaan. Het vormen van parasociale relaties kan aangeboren zijn omdat individuen het verlangen hebben om ergens bij te horen (Horton & Wohl, 1956). Jenkins (2013) spreekt zelfs van het begrip fandom. Dit begrip duidt op een subcultuur gevormd door een groep mensen die dezelfde gevoelens en kameraadschap hebben met anderen die gedeeld worden door deze groep mensen. Als ‘fan’ ben je zelfs geïnteresseerd in de kleinste details en besteed je ook een hoop tijd en aandacht aan hetgeen waar je zoveel interesse voor hebt. Jenkins (2013) verklaart echter wel dat je als ‘fan’ niet geheel kritiekloos kunt zijn richting hetgeen waar je fan van bent. Het is dus mogelijk dat je als fan kritiek kunt hebben op je favoriete personage. Dit is in strijd met de sociaal-cognitieve theorie van Bandura (1986), waarbij gedrag van anderen wordt waargenomen, onthouden en op een later tijdstip wordt uitgevoerd. Volgens de theorie van Jenkins (2013) gebeurt dit dus niet altijd, omdat je als fan ook kritiek kunt hebben en daardoor niet altijd klakkeloos bepaald gedrag overneemt. In relatie tot programma’s als Jersey Shore kan het zijn dat jongvolwassenen mogelijk fan zijn van de personages wat kan leiden tot hoge parasociale relaties, zoals bleek uit het onderzoek van Bond & Drogos (2013). Echter, volgens Zubernis en Larsen (2012) hebben veel fans een gevoel van schaamte om uit te komen voor hun fandom en hun ervaringen als fan. Het gevolg hiervan is dat mensen wel ergens fan van zijn, maar dit niet durven te vertellen.

Jonge mensen zien hun vrienden als de meest belangrijke bron voor seksuele informatie (DiIorio, Kelly & Hockenberry-Eaton, 1999). In unscripted televisieprogramma’s zijn de personages normaal gesproken alledaagse mensen die vrienden hadden kunnen zijn van de kijkers. In programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore zijn de personages veelal jongvolwassenen. Voor de doelgroep in dit onderzoek, jongvolwassenen, zouden de personages uit dergelijke programma’s dus de ideale peergroep kunnen zijn. Volgens Perse en Rubin (1989) behandelen kijkers beroemdheden op dezelfde manier als dat zij dat doen met hun werkelijke vrienden. Gegeven het feit dat jongeren voornamelijk over seks leren van hun vrienden (DiIorio et al., 1999) kan het zijn dat kijkers ook van mediapersoonlijkheden leren over seksualiteit. Met deze mediapersoonlijkheden ontstaan zo parasociale relaties die vergelijkbaar zijn met vriendschapsrelaties. In het geval van deze parasociale relaties moet wel worden aangetekend dat voorgaand onderzoek vooral gedaan

(15)

14 werd richting personages uit fictionele media. Naar parasociale relaties met personages uit realitysoaps is nauwelijks onderzoek gedaan. Op basis van het feit dat jongvolwassenen kunnen leren van mediapersoonlijkheden wat mogelijk hun seksuele attitudes kan beïnvloeden wordt het volgende verwacht:

H4a: Parasociale relaties met personages uit programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore zullen modererend zijn op de relatie blootstelling aan deze programma’s en tolerante seksuele attitudes.

Daarnaast kunnen mensen de neiging hebben om zich te identificeren met personages uit televisieprogramma’s. De term identificatie wordt in de literatuur over massamedia op verschillende manieren gebruikt. Twee definities van identificatie worden het meest uiteengezet. Ten eerste refereert identificatie naar het proces waarbij een individu zichzelf verplaatst in een personage en indirect deelneemt aan de activiteiten die het personage ondergaat tijdens het programma (Hoffner & Buchanan, 2005). Cohen (2001) gebruikt deze definitie door te verklaren dat, door identificatie, een kijker zijn eigen identiteit verliest en de identiteit van het mediapersonage overneemt. Volgens Zillmann (1994) is dit echter niet mogelijk of erg zeldzaam, omdat een kijker informatie heeft over het plot dat niet beschikbaar is voor het mediapersonage, waardoor zij het perspectief van het personage niet kunnen delen. Cohen (2001) reageert hierop dat de vorm van identificatie slechts tijdelijk en vluchtig is en bovendien verschilt in intensiteit tijdens het programma.

Ten tweede, veel wetenschappers hebben erkend dat het proces van identificatie verder gaat dan alleen de kijksituatie. Rosengren, Windahl, Hakansson en Johnsson-Smaragdi (1976) beschrijven dat er ook identificatie met personages bestaat buiten het kijken naar programma’s om, wat genoemd wordt als ‘lange-termijns identificatie’ met één of meerdere personen uit de mediawereld. Wishful identification wordt beschreven als het psychologische proces dat een individu doormaakt wanneer hij of zij het verlangen heeft of pogingen waagt een ander persoon te zijn (Hoffner & Buchanan, 2005).

Identificatie met televisiepersonages zou de relatie tussen blootstelling aan seksuele media en seksuele attitudes kunnen beïnvloeden (Moyergusé, Chung & Jain, 2011; Ward & Friedman, 2006). Moyergusé et al. (2011) concludeerden dat blootstelling aan televisieprogramma’s waarin de personages gesprekken hebben over het hebben van veilige seks leidt tot meer seksuele discussies onder de participanten in hun onderzoek. Basil (1996) concludeerde zelfs dat studenten een grotere intentie hebben om zich bezig te houden met het

(16)

15 hebben van veilige seks wanneer zij zich identificeren met beroemdheden die dergelijk gedrag aanmoedigen. In relatie tot Jersey Shore zou het dus kunnen zijn dat identificatie met personages uit de realitysoap de relatie tussen blootstelling en seksuele attitudes positief kan beïnvloeden (Bond & Drogos, 2014). Wanneer jongvolwassenen het verlangen hebben om te zijn zoals hun favoriete personage uit programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore voorspelt de sociaal-cognitieve theorie dat zij hun favoriete personages zullen gebruiken als een soort gids die hen van seksuele informatie voorziet. Daarom wordt verwacht dat:

H4b: Wishful identification met personages uit programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore zullen modererend zijn op de relatie tussen blootstelling aan deze programma’s en tolerante seksuele attitudes.

Vergelijking Verenigde Staten en Nederland

Veel onderzoek naar de invloed van media op jongeren is tot op heden gedaan in de Verenigde Staten. Echter, in dit onderzoek worden relaties gemeten tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore en gedachten over seks onder Nederlandse jongeren. Nederland en de Verenigde Staten zijn redelijk met elkaar vergelijkbare landen, maar toch zijn er verschillen (Hofstede, 2001). Dit zou een verschil kunnen opleveren tussen Amerikaanse en Nederlandse jongeren wat betreft de relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en hun gedachten over seksualiteit.

Op het gebied van welvaart, onderwijsnormen en democratie zijn de Verenigde Staten en Nederland met elkaar vergelijkbare landen (Schalet, 2000). Bovendien, wanneer de vijf dimensies van nationale cultuur van Hofstede (2001) met elkaar vergeleken worden, blijkt dat op vier van deze dimensies Nederland en de Verenigde Staten dicht bij elkaar liggen: individualisme vs. collectivisme, onzekerheidsvermijding, machtsafstand en de lange-termijn vs. korte-termijn oriëntatie. Echter, bij het vergelijken van de vijfde dimensie blijkt dat de Verenigde Staten een meer mannelijke samenleving kent, terwijl de Nederlandse samenleving meer vrouwelijk is (Hofstede, 1998, 2001).

Mannelijke en vrouwelijke samenlevingen verschillen onder meer in hun morele waarden tegenover seks en hoe seks wordt ervaren (Hofstede, 2001). Een mannelijke samenleving heeft een meer moralistische attitude tegenover seksualiteit en associëren seks

(17)

16 eerder met misdaad en negatieve gevolgen dan met plezier en positieve gevolgen. Omgekeerd, vrouwelijke samenlevingen benaderen seksualiteit als iets ‘normaals’ en benadrukken het plezier en de positieve ervaringen van seks (Joshi, Peter & Valkenburg, 2011).

Een voorbeeld hiervan is dat conservatieven in de Verenigde Staten seks benadrukken als iets wat pas tijdens het huwelijk ervaren mag worden (Luker, 2006). Bovendien wordt seks voor het huwelijk vaak ontmoedigd door het benadrukken van de gevaren die men loopt bij het ervaren van seks (Luker, 2006). Deze moralistische houding tegenover seks en de nadruk op seksuele gevaren onder jongeren wordt benaderd in de Verenigde Staten. Tijdens seksuele voorlichting worden de risico's die verbonden zijn aan het hebben van seks vaak als reden opgegeven om geen seks te hebben (Pinkleton et al., 2008). Bovendien beschouwen Amerikaanse ouders seks onder tieners als ontwrichtend en benadrukken zij de negatieve gevolgen van seks door het te vergelijken met drugsgebruik, overmatig drinken en vandalisme (Luker, 2006).

In Nederland wordt seks echter vooral gezien als een normaal deel van het leven. Voor adolescenten is dit niet anders (Schalet, 2000). Zowel Nederlandse ouders als tieners zien seks als een normaal onderdeel van de adolescentie, ongeacht het geslacht (Schalet, 2000). Dit betekent dat zowel meisjes als jongens in Nederland seks zien als plezierig en vervullend en denken bij het hebben van seks amper aan gevaar (De Graaf et al., 2005). Echter, in de Verenigde Staten wordt seksueel verlangen voor jongens aangemoedigd, terwijl het voor meisjes wordt ontmoedigd, tenzij jongens ervan kunnen profiteren (De Graaf et al., 2005). Dankzij het feit dat Nederlandse jongeren voorlichting hebben gehad over de gevaren en risico’s van seks zijn deze negatieve gevolgen geen reden om geen seks te hebben op jonge leeftijd. Nederlandse volwassenen geloven dat adolescenten hun eigen seksuele verlangens hebben en in staat zijn om op een verantwoordelijke manier seks te hebben, gecombineerd met liefde vanuit een relatie (Schalet, 2000). Dit is in tegenstelling tot de Verenigde Staten, waar Amerikaanse ouders seksuele activiteiten onder tieners niet relateren naar een relationele of emotionele context. Volgens hen komt dit omdat 16-jarigen nog geen serieuze relatie kunnen onderhouden op een dergelijk jonge leeftijd (Schalet, 2000). Bijvoorbeeld, van de 17 Nederlandse ouders die werden geïnterviewd in het onderzoek van Schalet (2000) gaven 12 ouders aan dat hun 16-jarige kinderen met hun vriend of vriendin mochten slapen. Dit aantal is voor Amerikaanse ouders veel lager. Dertien van de veertien Amerikaanse ouders gaven aan dat hun 16-jarige kinderen juist niet mochten slapen met hun vriend of vriendin.

(18)

17 Ook zijn er verschillen gevonden in opvattingen over cyberseks, ofwel online pornografie en virtuele seks (Kuipers, 2006). In de Verenigde Staten is een morele paniek ontstaan over cyberseks en gelden er wettelijke beperkingen voor, zoals een minimumleeftijd. In Nederland vindt men dat het ieders eigen verantwoordelijkheid is om zich te mengen in online pornografie en virtuele seks (Kuipers, 2006).

Methode

Procedure

De data in dit onderzoek is vergaard middels een online vragenlijst. Er is bewust gekozen voor een online vragenlijst, omdat respondenten dan meer open en eerlijk zijn in het geven van hun antwoorden dan in het geval van een papieren vragenlijst of een interview. Dit geldt zeker wanneer het gaat om gevoelige onderwerpen, zoals in dit onderzoek (Wright, Aquilino & Supple, 1998). De respondenten zijn tussen 29 april 2014 en 12 mei 2014 benaderd via sociale media en e-mail. Het invullen van de online vragenlijst koste een respondent ongeveer 5 tot 10 minuten. De respondenten hebben tijdens het anoniem invullen van de online vragenlijst toestemming gegeven voor het gebruik van de data.

Metingen

Enkele demografische kenmerken en andere covariaten, zoals de hoeveelheid blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore, waren de eerste onderwerpen tijdens de online vragenlijst. Vervolgens werd gedurende de online vragenlijst gevraagd naar seksuele attitudes, seksuele activiteiten, wishful identification en parasociale relaties met personages uit programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore, sensation seeking en voyeurisme. De volledige vragenlijst is te vinden in de appendix (p. 39).

Demografische kenmerken en covariaten

Bij de demografische kenmerken werden respondenten gevraagd naar hun leeftijd, geslacht, opleiding, religie en nationaliteit. Opleiding werd gemeten door de respondenten te vragen welke opleiding zij op dit moment volgen of wat hun laatst genoten opleiding is. Voor de variabele religie gaven respondenten aan welke religie (of geen) zij aanhangen.

Vervolgens werden de respondenten gevraagd naar hoe tolerant hun ouders zijn naar het hebben van geslachtsgemeenschap en naar blootstelling aan televisie in het algemeen en blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore. De

(19)

18 tolerantie van ouders is gemeten door het stellen van één vraag: 'Mijn ouders zouden het toestaan als ik geslachtsgemeenschap zou hebben in deze tijd van mijn leven'. Respondenten gaven antwoord op een 7-puntsschaal, variërend van 1 (helemaal oneens) tot 7 (helemaal mee eens). Een hogere score op deze schaal voorspelt meer tolerantie van de ouders in het hebben van seks.

Blootstelling aan televisie in het algemeen werd gemeten door de respondenten te vragen naar het aantal uren dat zij op een doordeweekse dag naar televisie kijken, maar ook op dagen in het weekend. Op dezelfde manier is blootstelling aan ‘televisie kijken’ op het internet gemeten. De formule voor deze som is: ([5 * doordeweekse dag] + [2 * dag in het weekend]). Dit aantal werd vervolgens gedeeld door 7, zodat de gemiddelde televisiekijktijd van een respondent per dag bekend werd.

Blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore werd gemeten door de respondenten te vragen hoe vaak zij werden blootgesteld aan dergelijke programma’s. De respondenten gaven hierbij antwoord op een 5-puntsschaal, variërend van 1 (nooit) tot 5 (minstens 10 keer). In de analyse is onderscheid gemaakt tussen ‘lage’ en ‘hoge’ kijkers van programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore.

Seksuele attitudes

Respondenten gaven antwoord op acht stellingen om zodoende hun seksuele attitude te kunnen meten. De items die gebruikt zijn, zijn afkomstig uit de ‘Brief Sexual Attitudes Scale’ van Hendrick, Hendrick & Reich (2006). Hiervoor is een 7-puntsschaal gebruikt, waarbij 1 staat voor helemaal mee oneens en 7 voor helemaal mee eens. Enkele stellingen uit deze schaal zijn: ‘Ik hoef mij niet betrokken te voelen tot een persoon om seks met diegene te hebben’, ‘Ik zou graag meerdere seksuele partners willen hebben’ en ‘Het is acceptabel om seksuele relaties te onderhouden met meer dan één persoon tegelijkertijd’.

Een principale componenten analyse (PCA) geeft aan dat de 8 items samen een eendimensionale schaal vormen: maar één component heeft een eigenwaarde boven de 1 (eigenwaarde is 4,39) en er is een duidelijke knik na deze component in het scree

plot te zien. Alle items hangen positief samen met de eerste component, waarbij de variabelen ‘Ik zou graag meerdere seksuele partners willen hebben’ en ‘One-night stands zijn soms plezierig’ de hoogste samenhang hebben (componentlading is 0,82). De acht items vormen een goed betrouwbare schaal (Cronbach’s α = 0,88), die iets verbeterd kan worden door item Q18_1 (‘het hebben van seks om elkaars behoefte te vervullen’) weg te laten. Cronbach’s α wordt dan 0,883. Omdat dit weinig verschil maakt is besloten de item Q18_1 in de schaal te

(20)

19 behouden, omdat de schaalconstructie dan over meer informatie beschikt. Als schaalscore is de gemiddelde score op de acht items genomen. Hoe hoger de score op deze schaal, des te tolerantere seksuele attitudes jongvolwassenen hebben.

Seksuele activiteiten

Hoe seksueel actief de respondenten zijn werd gemeten op basis van twee vragen. Allereerst werd de respondenten gevraagd hoe seksueel actief zij denken te zijn ten opzichte van hun leeftijdsgenoten. Zij gaven hierbij antwoord op een 5-puntsschaal. Hierbij geeft 1 aan dat je heel weinig seks hebt in vergelijking tot leeftijdsgenoten, terwijl 5 aangeeft dat jij veel vaker seks hebt dan leeftijdsgenoten. Hierna werd de respondenten gevraagd of zij een voorkeur hebben voor het hebben van een seksuele relatie met één persoon (monogaam) of met meerdere personen.

Voyeurisme

Voyeurisme is gemeten op basis van een schaal van Nabi et al. (2003). Om voyeurisme te meten zijn vijf stellingen geselecteerd die gemeten werden op basis van een 7-puntsschaal, waarbij 1 staat voor meteen stoppen met kijken/lezen/luisteren en 7 voor proberen alles te zien/lezen/horen zoveel als je kan. Enkele voorbeelden hiervan zijn: ‘Wanneer je je realiseert dat je in de slaapkamer van je buren kan kijken omdat zij vergeten zijn de gordijnen dicht te doen’, ‘Wanneer je de mogelijkheid hebt om een discussie te volgen over het seksleven van jouw buren’ en ‘Wanneer je een bericht, bijvoorbeeld een Whatsapp-bericht, kan lezen die bedoeld is voor iemand anders’.

Een principale componenten analyse (PCA) geeft aan dat de 4 items samen een eendimensionale schaal vormen: maar één component heeft een eigenwaarde boven de 1 (eigenwaarde is 2,07) en er is een duidelijke knik na deze component in het scree plot te zien. Alle items hangen positief samen met de eerste component, waarbij de variabele ‘Wanneer je, je realiseert dat je in de slaapkamer van de buren kan kijken omdat zij vergeten zijn de gordijnen dicht te doen’ de hoogste samenhang heeft (componentlading is 0,77). De vier items vormen een redelijk betrouwbare schaal (Cronbach’s α = 0,69), die niet verbeterd kan worden door één van de items weg te laten. Als schaalscore is de gemiddelde score op de vier items genomen. Hoe hoger de score op deze schaal, des te meer een jong volwassene een voyeuristisch karakter heeft.

(21)

20 Sensation seeking

Op basis van vier stellingen uit een schaal van Bagdasarov (2010) is gemeten in welke mate de respondenten op zoek zijn naar sensatie. Deze vragen werden gesteld op basis van een 7-puntsschaal, waarbij 1 staat voor helemaal oneens en 7 voor helemaal mee eens. De vier stellingen hiervoor waren als volgt: ‘Ik zou graag op reis gaan zonder vooraf geplande routes en tijdsindelingen’, ‘Ik heb het liefst vrienden die opwindend en onvoorspelbaar zijn’, ‘Ik hou van 'wilde' feesten’ en ‘Ik zou graag nieuwe en spannende ervaringen ondergaan, zelfs als deze illegaal zijn’.

Een principale componenten analyse (PCA) geeft aan dat de 4 items samen een eendimensionale schaal vormen: maar één component heeft een eigenwaarde boven de 1 (eigenwaarde is 2,24) en er is een duidelijke knik na deze component in het scree plot te zien. Alle items hangen positief samen met de eerste component, waarbij de variabele ‘Ik heb het liefst vrienden die opwindend en onvoorspelbaar zijn’ de hoogste samenhang heeft (componentlading is 0,85). De vier items vormen een matig betrouwbare schaal

(Cronbach’s α = 0,72), die iets verbeterd kan worden door item Q34_1 (‘ik zou graag op reis gaan zonder vooraf geplande routes en tijdsindelingen’) weg te laten. Cronbach’s α wordt dan 0,77. Omdat dit weinig verschil maakt is besloten de item Q34_1 in de schaal te behouden, omdat de schaalconstructie dan over meer informatie beschikt. Als schaalscore is de

gemiddelde score op de vier items genomen. Hoe hoger de score op deze schaal, des te meer een jong volwassene op zoek is naar sensatie.

Parasociale relaties

Parasociale relaties met personages uit programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore zijn gemeten op basis van een schaal van Ruben, Perse en Powell (1985). Om parasociale relaties te meten zijn vijf vragen geselecteerd die gemeten zijn op een

7-puntsschaal: 1 is helemaal mee oneens en 7 is helemaal mee eens. Enkele vragen uit deze schaal zijn: ‘Ik vind mijn favoriete personage uit Jersey Shore, Oh Oh Cherso of Geordie Shore een leuk persoon’. ‘Ik voel mij schuldig wanneer mijn favoriete personage uit Jersey Shore, Oh Oh Cherso of Geordie Shore een misstap begaat’ en ‘Als mijn favoriete personage uit Jersey Shore, Oh Oh Cherso of Geordie Shore in een ander televisieprogramma zou komen, zou ik zeker kijken’.

Een principale componenten analyse (PCA) geeft aan dat de 5 items samen een eendimensionale schaal vormen: maar één component heeft een eigenwaarde boven de 1 (eigenwaarde is 2,66) en er is een duidelijke knik na deze component in het scree

(22)

21 plot te zien. Alle items hangen positief samen met de eerste component, waarbij de variabele ‘Als mijn favoriete personage uit Jersey Shore, Oh Oh Cherso of Geordie Shore in een ander televisieprogramma zou komen, zou ik zeker kijken’ de hoogste samenhang heeft

(componentlading is 0,81). De vijf items vormen een matig tot redelijk betrouwbare schaal (Cronbach’s α = 0,76), die niet verbeterd kan worden door een item weg te laten. Als schaalscore is de gemiddelde score op de vijf items genomen. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe meer parasociale relaties er zijn met personages uit programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore.

Wishful identification

Op basis van een 5-itemsschaal van Hoffner en Buchanan (1996) is wishful identification gemeten. Deze vragen zijn in eerste instantie gericht op mediapersonages, maar kunnen ook gericht zijn op personages uit Jersey Shore. Om wishful identification te meten gaven respondenten antwoord op vijf vragen. Enkele vragen uit deze schaal zijn: ‘Mijn favoriete personage uit Jersey Shore, Oh Oh Cherso of Geordie Shore is het persoon dat ik zelf ook graag zou willen zijn’, ‘Mijn favoriete personage uit Jersey Shore, Oh Oh Cherso of Geordie Shore is iets wat ik nastreef te zijn’ en ‘Ik zou graag de dingen willen doen die mijn favoriete personage uit Jersey Shore, Oh Oh Cherso of Geordie Shore ook uitvoert’.

Een principale componenten analyse (PCA) geeft aan dat de 5 items samen een eendimensionale schaal vormen: maar één component heeft een eigenwaarde boven de 1 (eigenwaarde is 2,97) en er is een duidelijke knik na deze component in het scree

Plot te zien. Alle items hangen positief samen met de eerste component, waarbij de variabele Ik zou graag meer zoals mijn favoriete personage uit Jersey Shore, Oh Oh Cherso of Geordie Shore willen zijn de hoogste samenhang heeft (componentlading is 0,91). De vijf items vormen een slecht betrouwbare schaal (Cronbach’s α = 0,47), die verbeterd kan worden door item Q28_1 weg te laten. De alpha wordt dan 0,86 (goed betrouwbare schaal) en de eerste component verklaart nu 73,3% van de variantie en de eigenwaarde wordt dan 2,93 (boven de 1). Als schaalscore is de gemiddelde score op de vier items genomen. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe meer wishful identification er is met personages uit programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore.

Motieven

Tenslotte is aan respondenten gevraagd wat motieven kunnen zijn om naar programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore te kijken. Zij gaven hierbij antwoord op zes

(23)

22 verschillende motieven (entertainment van werkelijkheid, ontspanning, tijdverdrijf,

gezelschap, sociale interactie, nieuwsgierigheid naar privézaken van anderen), afkomstig uit het onderzoek van Papacharissi en Mendelson (2007). Hierbij gaven de respondenten aan in hoeverre deze begrippen motieven kunnen zijn om naar programma’s als Jersey Shore te kijken, waarbij 1 staat voor helemaal mee oneens en 7 voor helemaal mee eens.

Resultaten

Demografische kenmerken en covariaten

In dit onderzoek zijn jongvolwassenen (N = 243) benaderd deel te nemen aan een online vragenlijst. De leeftijd van alle respondenten varieerde van 18 tot en met 23 (M = 21.48, SD = 1.58). De meeste respondenten waren vrouwelijk (63.2%). Daarnaast waren de meeste respondenten van Nederlandse nationaliteit (93.8%). De overige nationaliteiten zijn grotendeels West-Europees, maar omdat het aantal respondenten met een andere nationaliteit te laag is, is besloten verder geen onderscheid te maken tussen de nationaliteiten. De meeste respondenten zijn verder ongelovig (81.4%), terwijl de overigen het christendom (13.2%), islam (2.5%), jodendom (1.7%) of een andere religie (1.2%) aanhangen. Verder volgen de meeste respondenten een wetenschappelijke opleiding of hebben zij deze gevolgd (81.8%). Twaalf procent van de respondenten volgt een hbo-opleiding of heeft deze gevolgd, waardoor de respondenten in dit onderzoek over het algemeen hoog opgeleid zijn.

Volgens de respondenten is er een hoge mate van tolerantie richting geslachtsgemeenschap door de ouders (M = 6.55, SD = 1.14). Een verklaring voor de hoge score op deze schaal zou kunnen zijn dat het in Nederland vanaf een jonge leeftijd legaal is om seks te hebben en het sneller wordt getolereerd door ouders (Schalet, 2000).

Gemiddeld kijken jongeren 2,1 uur per dag televisie (SD = 2.90). Jongeren kijken vervolgens iets minder naar ‘televisie’ op het internet (M = 1.20, SD = 1.46). De meeste respondenten zijn meer dan 10 keer blootgesteld aan programma’ als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore (34.3%). Daar tegenover staat dat ook ruim een kwart van de respondenten aangeeft nog nooit naar dergelijke programma’s te hebben gekeken (26%).

Geslacht, religie en opleiding spelen geen significante rol in blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore. Leeftijd, echter, speelt wel een significante rol in de blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore (β = .13, p < .05). Dit duidt erop dat wanneer de leeftijd toeneemt blootstelling aan programma’s als Jersey Shore ook toeneemt. Echter, deze

(24)

23 ongestandaardiseerde regressiecoëfficiënt is erg laag. Omdat alleen voor leeftijd een significant verband gevonden werd, die bovendien nog redelijk laag is, zou dit kunnen duiden op een zeer gevarieerd publiek van programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore.

Hypothesen

Seksuele attitudes

In het algemeen denken Nederlandse jongvolwassenen dat zij gemiddeld net zo seksueel actief zijn als hun leeftijdsgenoten (M = 2.95, SD = 1.05). Een overgrote meerderheid van de jongvolwassenen kiest ervoor om seksueel actief te zijn met één partner (88%). Slechts 12 procent kiest er dus voor om seks te hebben met meerdere partners tegelijk.

Vervolgens blijkt dat mannen (n = 89) significant meer tolerante seksuele attitudes hebben dan vrouwen (n = 153) (β = -.33, p < .001). Niet-gelovige mensen (n = 197) hebben significant meer tolerante seksuele attitudes dan mensen die wel gelovig zijn (n = 45) (β = -.18, p < .05). Leeftijd, echter, blijkt geen significant effect te hebben op het hebben van meer tolerante seksuele attitudes. Een reden hiervoor kan zijn dat alle respondenten in dit

onderzoek 18 jaar of ouder zijn en jongeren in Nederland al op vroege leeftijd tolerant zijn tegenover seks (Schalet, 2000). Bovendien blijkt ook het niveau van de opleiding geen significante invloed te hebben op seksuele attitudes.

In de eerste hypothese werd verwacht dat er een positieve relatie bestaat tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes onder Nederlandse jongvolwassenen.

Zowel op basis van een regressieanalyse als een onafhankelijke t-toets werden geen significante verbanden gevonden voor een positieve relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes onder jongvolwassenen. In de regressieanalyse, F (1, 236) = .003, p =.957, is gebruik gemaakt van een dummyvariabele van de variabele ‘blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore’, waarbij men of weinig of vaak werd blootgesteld. Deze regressieanalyse leverde geen significant verband op tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes onder jongvolwassenen, b* = .004, t = .054, p = .957, 95% CI [-.32, .34].

Een onafhankelijke t-toets laat ook geen significant verband zien. Deze toets laat zien dat mensen met meer tolerante seksuele attitudes (N = 147) meer worden blootgesteld aan

(25)

24 programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore dan mensen met minder tolerante seksuele attitudes (N = 91). Dit verschil is echter niet significant, t (236) = -.054, p = .248, 95% CI [-.34, .32]. Omdat er geen significante verbanden zijn gevonden wordt de eerste hypothese dat er een positieve relatie bestaat tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore en tolerante seksuele attitudes onder Nederlandse jongvolwassenen verworpen.

Moderators

De Nederlandse jongvolwassenen in dit onderzoek blijken amper parasociale relaties te hebben met personages uit programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore (M = 1.99, SD = 1.02). Daarnaast is er amper sprake van wishful identification met personages uit programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore (M = 1.63, SD = 1.06). Van sensation seeking (M = 3.97, SD = 1.26) en voyeurisme (M = 3.63, SD = 1.25) lijkt meer sprake te zijn onder Nederlandse jongvolwassenen.

In de tweede hypothese werd verwacht dat voyeurisme van invloed zal zijn op de relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes onder Nederlandse jongvolwassenen. Uit een regressieanalyse, F (2, 229), = 6.523, p < .05, blijkt dat voyeurisme een modererend zwak significant effect heeft op blootstelling aan programma’s als Jersey Shore op tolerante seksuele attitudes, b* = .232, t = 3.602, p < .001, CI 95% [.10, .35]. De proportie verklaarde variantie (R²) is .054. Voyeurisme en blootstelling aan programma's als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore verklaren dus 5,4% van de variantie in tolerante seksuele attitudes. is Vanwege het significante verband wordt de tweede hypothese aangenomen.

In de derde hypothese werd verwacht dat sensation seeking van invloed zal zijn op de relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes onder Nederlandse jongvolwassenen. Een regressieanalyse, F (2, 233) = 28.538, p < .001, laat zien dat sensation seeking een modererend redelijk significant effect heeft op blootstelling aan programma’s als Jersey Shore op tolerante seksuele attitudes, b* = .444, t = 7.555, p < .001, CI 95% [.33, .57]. De proportie verklaarde variantie (R²) is .197. Sensation seeking en blootstelling aan programma's als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore verklaren 19,7% van de variantie in tolerante seksuele attitudes. Hierdoor kan ook de derde hypothese worden aangenomen.

Voor de vierde hypothese werd verwacht dat parasociale relaties en wishful identification met personages uit programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie

(26)

25 Shore modererend zullen zijn op de relatie tussen blootstelling aan deze programma’s en tolerante seksuele attitudes onder Nederlandse jongvolwassenen. Een regressieanalyse, F (2, 178) = .535, p = .587, laat zien dat parasociale relaties geen significant modererend effect hebben op blootstelling aan programma’s als Jersey Shore op tolerante seksuele attitudes, b* = .060, t = .747, p = .456, CI 95% [-.12, .26] Tenslotte blijkt uit een regressieanalyse, F (2, 155) = 1.629, p = .199, dat ook wishful identification geen significant modererend effect heeft op blootstelling aan programma’s als Jersey Shore op tolerante seksuele attitudes, al gaat het wel meer richting significantie dan bij parasociale relaties, b* = .145, t = 1.805, p = .073. CI 95% [-.02, .36]. Omdat zowel parasociale relaties als wishful identification geen significante modererende effecten laten zien wordt de vierde hypothese geheel verworpen.

Motieven

Nederlandse jongeren zien ontspanning (M = 3.80, SD = 1.99) en tijdverdrijf (M = 4.38, SD = 1.96) als motieven voor het kijken naar programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore. Entertainment van de werkelijkheid (M = 2.61, SD = 1.80), gezelschap (M = 2.13, SD = 1.45), sociale interactie (M = 2.45, SD = 1.59) en nieuwsgierigheid naar privézaken van anderen (M = 2.76, SD = 1.71) lijken geen motieven te zijn voor het kijken naar programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore onder Nederlandse jongeren. Opvallend is echter wel dat alle motieven significant positief met elkaar correleren, al zijn in de meeste correlaties de verbanden slechts zwak tot redelijk (zie tabel 1 in de appendix, p.42).

Een regressieanalyse laat echter zien dat zowel ontspanning als tijdverdrijf, de twee motieven met de hoogste gemiddelden voor het kijken naar programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Goerdie Shore, geen modererend effect hebben op de relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore en tolerante seksuele attitudes. Ook de overige motieven kenden geen significant modererend effect tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes.

Omdat zowel voyeurisme als nieuwsgierigheid naar privézaken van anderen zijn gemeten als motief om te kijken naar programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore is gekeken naar in hoeverre deze variabelen met elkaar correleren. Er is een significante correlatie, r = .227, p < .05, tussen voyeurisme en nieuwsgierigheid naar privézaken voor het kijken naar programma’s als Jersey Shore. Het verband is zwak, maar

(27)

26 positief. Jongvolwassenen met een voyeuristisch karakter zullen meer nieuwsgierig zijn naar privézaken als motief om te kijken naar programma’s als Jersey Shore.

Conclusie

De onderzoeksvraag, waarin de vraag is wat de relatie is tussen het kijken naar programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en de gedachten van jongeren over seks kan als volgt beantwoord worden. In tegenstelling tot wat wordt beschreven in de bestaande literatuur lijkt er geen relatie te zijn tussen het kijken naar programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en de gedachten over seks onder Nederlandse jongvolwassenen. In het onderzoek zijn meerdere motieven getest die van invloed zouden kunnen zijn voor het kijken naar programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore. Gebleken is dat ontspanning en tijdverdrijf de hoogste gemiddelden opleverden als redenen voor het kijken naar programma’s als Jersey Shore. Andere motieven als entertainment van werkelijkheid, gezelschap, sociale interactie en nieuwsgierigheid naar privézaken van anderen bleken geen redenen voor het kijken naar dergelijke programma’s. Ondanks dat ontspanning en tijdverdrijf dus goede redenen waren om te kijken naar programma’s als Jersey Shore werken deze motieven niet modererend op de relatie tussen blootstelling aan dergelijke programma’s en tolerante seksuele attitudes. Hieronder worden vervolgens de hypothesen besproken, waardoor de onderzoeksvraag middels deze hypothesen verder zal worden besproken.

De eerste hypothese, waarin werd verwacht dat er een positieve relatie bestaat tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes onder jongvolwassenen kan worden verworpen. Er bleek geen significant verband te zijn tussen het kijken naar dergelijke programma’s en een toenemende mate van tolerante seksuele attitudes.

De tweede hypothese, waarin werd verwacht dat voyeurisme van invloed zal zijn op de relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes onder jong volwassen kan worden aangenomen. Hiermee werd aangetoond dat een individu met een voyeuristisch karakter bij blootstelling aan programma’s als Jersey Shore eerder zijn tolerante seksuele attitudes zal zien toenemen.

De derde hypothese, waarin werd verwacht dat sensation seeking van invloed zal zijn op de relatie tussen blootstelling aan programma’s als Jersey Shore, Oh Oh Cherso en Geordie Shore en tolerante seksuele attitudes onder jongvolwassenen kan worden aangenomen. Net als voor voyeurisme geldt ook voor sensation seeking dat mensen met deze

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

uitademing wordt gevonden, is dat waterstof in de dikke darm weer kan worden omgezet. Daarvoor zijn verschillende routes gevonden, waarvan de belangrijkste in figuur 1

De bevindingen van het huidige onderzoek, dat zowel reality entertainment, sociale interactie, ontspanning als ook het format motieven zijn voor het kijken naar programma’s zoals Oh

Words by CHARLES WESLEY and MARTY PARKS... œœ œœ œœœ œœœ œœœ œœœ œœ œ

[r]

© Be Essential Songs (Admin. by Essential Music Publishing LLC) Birdboy Songs (Admin. by Small Stone Media). Birdwing Music (Admin. by Small Stone Media) My Refuge Music (Admin.

In het dagelijks gedoe kan de vraag ’Is dit liefdevol?’ jou, beter: je hunke- rende, bazige of whatever ego, bij de les houden – en die les hebben we allemaal te leren. Het is

Wat zijn je takken wonderschoon Ik heb je laatst in ‚t bos zien staan Toen zaten er nog geen kaarsjes aan. Oh, denneboom

O Kindeke klein, O Kindeke teer Uit hoge hemel daalt Gij neer Verlaat uw Vaders heerlijk huis. Wordt arm en hulploos Draagt