• No results found

Lichtuitstoot stal reduceerbaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lichtuitstoot stal reduceerbaar"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)Lichtuitstoot stal reduceerbaar Plaats bij nieuwbouw van een melkveestal de lampen zo dat ze niet op de zijgevel richten, maar alleen de binnenkant van de stal verlichten. Dat reduceert de uitstoot naar de directe omgeving enorm. Deze conclusie is te trekken uit onderzoek naar lichtuitstoot van melkveestallen.. P. rojecten LTO Noord liet deze zomer onderzoek doen naar de lichtuitstoot van vier verschillende melkveestallen in Friesland. Twee ‘traditionele’ ligboxstallen en twee serrestallen. „Er wordt door plattelandbewoners, gemeenten en provincies kritischer gekeken naar verlichting van stallen in het. buitengebied”, stelt Wiebren van Stralen van LTO Noord. „Dat is prima, maar over hoe groot die hinder is en of dat meetbaar is, was nauwelijks iets bekend. Met dit onderzoek pakken wij de discussie proactief op. Verlichten van stallen moet zo ingepast worden dat het goed uitpakt voor melkveehouders en de omgeving.” HEMELVERLICHTING. Belangrijke conclusie in dat kader is de vaststelling dat melkveestallen niet bijdragen aan ‘hemelverlichting’. „Dat betekent dat lichtuitstoot door het dak of de nok van een stal de indirecte omgeving niet hindert. Dat is bij kassencomplexen soms wel een probleem en wordt van melkveestallen ook vaak veronder-. steld. Maar een soort van lichtbol, die honderden meters uitstraling heeft, zie je niet bij ligboxstallen.” Lichthinder voor direct omwonenden is wel veel voorkomend. In hoeverre dat optreedt, hangt af van de bouw van de stal, het type verlichting, de plaatsing van de lampen en wat voor kleden er voor de zijgevel hangen. „De grootste lichthinder treedt op bij stallen met transparante kleden”, verduidelijkt Van Stralen dit laatste punt. „Dat type kleden versterkt de lichtuitstoot naar buiten. Daarbij is het zo dat, wanneer omwoners de lampen in een stal kunnen zien hangen, de lichtuitstoot, en dus de mogelijke hinder, vele malen groter is dan wanneer deze zo hoog hangen dat. direct zicht erop niet mogelijk is.” Het onderzoeksrapport beveelt ook 8 uren aan van complete duisternis in de stal. „Uit eerder onderzoek bleek dat een ritme van 16 uren licht en 8 uren donker het beste is voor koeien. De melkgift kan hierdoor tot 8 procent stijgen”, zegt Van Stralen. „Wij nemen dat advies daarom over. ‘s Nachts de lichten 8 uren uit levert zo namelijk voordeel voor de boer én zijn of haar buurman.” Het onderzoek naar lichtuitstoot van melkveestallen is uitgevoerd door TNO en Wageningen UR. Productschap Zuivel, LTO Noord en provincie Fryslân financierden het onderzoek. ¯ Vakkatern Veehouderij.

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

5. de elektrische aansluiting naar het contactslot onderbroken raakt. Veiligheidsdoelstelling 6: Als de bestuurder niet aanwezig is moet een stilstaand voertuig in de

Als je de omgeving mooi maakt dan krijg je dus ook geen ellende in de wijk, nou en de hele coöperatieve wijkraad vind ik ook een ontzettend goed idee dat je mensen uit

De kern van een goed antwoord bestaat uit de volgende twee elementen: • op een ongebruikelijk tijdstip / na 11.00 uur (nog) cappuccino drinken. (in Italië)

Het voordeel van het hanteren van de Gezondheidszorgindex ten opzichte van andere indices, zoals de CPI voor de totale bestedingen of de productgroep Huisvesting, water en energie,

1 Korinthiërs 15:51-52: “Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een

The study aimed to describe the knowledge, attitudes and practices of all registered nurses and nursing assistants towards mental illness and people with mental illness in

gaping die gunstigste bindingsmoontlikheid is. In die verdere ondersoek na die siklopropaanvorming, in verskillende Fischer-tipe metaalkarbene, is dit duidelik dat die energie van

The study was conducted in the sugar industry and sought to understand whether the perceptions and attitudes of the youth whose parents are emerging cane growers