• No results found

Driehoekshokken bij gespeende biggen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Driehoekshokken bij gespeende biggen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Driehoekshokken bij gespeende biggen

Henk Altena, Vf%-Raalte

Op het Varkensproefbedrijf in Raalte zijn, in 1992 en begin 1993, gedurende vijf ron-den gespeende biggen opgelegd in een afdeling met driehoekshokken. Hierbij is de hokbevuiling regelmatig geregistreerd. Een voorlopige indruk is dat er weinig bevui-ling optreedt op de dichte vloer; op de roosters duidelijk meer. Er zitten duidelijk praktische nadelen aan driehoekshokken.

Inleiding

Vanuit het welzijn en het milieu komen wensen voor dichte vloeren waar de biggen op kunnen liggen, en een kleine mestput waaruit weinig ammoniak kan emitteren. Een driehoekshok zou mogelijk aan deze wensen kunnen voldoen. Een dergelijk hok heeft namelijk een groot gedeelte dichte vloer en een klein deel roosters.

Al eerder is onderzoek verricht op VPB-Raalte naar hokken (rechthoekig) met een bolle vloer m e t d i c h t e vloeroppervlaktes van O,I2 e n O,I5 m2 per big. Hierbij bleek dat de dichte vloer en de roosters redelijk goed schoon bleven.

Hokuitvoering

I In de biggenopfokstal is een afdeling ingericht

; met vier zogenaamde driehoekshokken (zie

VOERGANG hok f2 hok 4 dichte vloer VOERGANG -mm c--brí) -b a k k e n

Figuur 1: Uitvoering van vier driehoekshokken.

figuur 1). Dit zijn hokken met, zoals de naam al aangeeft, drie hoeken. Aan de voorzijde van de hokken is een dichte vloer aanwezig met een oppervlak van 0,25 m2 per big. Aan de achterzij-de liggen metalen driekantroosters met een oppervlak van 0,lO m2 per big. Hierbij hebben twee hokken (hok I en 3) aan de achterzijde bij de roosters in de hoek een zogenaamde mest-spleet. Dit is een opening van circa 5 cm. In de twee andere hokken is een dergelijke mest-spleet niet aanwezig.

Aan de voorzijde is in beide hoeken een brijbak geplaatst.

Waarnemingen

Tijdens elke ronde zijn wekelijks de vier hokken gecontroleerd op de bevuiling van de dichte vloer en de bevuiling van de roosters. Hierdoor zijn gemiddeld per ronde, vijf waarnemingen per hok verkregen.

Voorlopige resultaten

Van de vier hokken zijn nu de gegevens van vijf ronden bekend. De resultaten staan in tabel 1. Hieruit blijkt dat de dichte vloer niet veel bevuild wordt; de roosters echter wel. De big-gen lopen minder op de roosters, aangezien deze in een hoek liggen. Met name in de uiter-ste punt van de hoek blijft veel mest liggen, doordat het er niet doorgetrapt wordt. In hok I en 3 verbetert dit wel iets door de mestspleet in deze hoek.

Bedrijfservaringen

In de afdeling zijn twee voergangen aanwezig. Hierdoor kunnen de biggen makkelijker in en uit b

(2)

Tabel I : Overzicht bevuiling van dichte vloer en roosters van de vier hokken

Hoeveelheid bevuiling van de dichte vloer en de roosters in percentage van totaal oppervlak Ronde Hok I V> Dichte vloer Hok 2 Hok 3 @> @> Hok 4 Hok I W> V> Roosters Hok 2 Hok 3 @> @> Hok 4 W I 7 7 0 10 40 40 37 3 3 2 13 0 0 0 47 40 47 40 3 8 0 8 8 36 52 20 44 4 24 0 0 8 28 48 32 48 5 3 5 30 5 5 25 20 25 32 G e m i d d e l d : 17 7 3 6 3 5 40 32 3 9

de hokken worden gehaald. Dit vergt echter hogere huisvestingskosten.

De hokafscheidingen zijn zodanig uitgevoerd dat het in- en uithalen van de biggen uit de middel-ste hokken goed uitvoerbaar is.

De controle vanuit de voergang is bij de hokken die dwars op de voergang staan, minder goed uitvoerbaar in verband met de hokafscheidingen en de diepte van de hokken.

Er zijn twee voerbakken per hok, hier brijbak-ken, in de hoeken op de dichte vloer nodig om bevuiling in deze hoeken te voorkomen.

Voorlopige conclusie

Uit de waarnemingen kan voorlopig geconclu-deerd worden dat er op de dichte vloer weinig bevuiling optreedt. Op de roosters blijft echter een behoorlijke hoeveelheid mest liggen. De bedrijfsewaringen geven aan dat dit systeem weinig perspectieven biedt voor de praktijk, n

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ziening van het gewas, grondsoort en gewasontwikkeling. Da~waas.t wtfrd~h;. g~gevens ge- bruikt over relaties· tusseri ziekte.;.. gens vaste ~elrnethod1el<en. dauw en

In verband met het voorkomen van dubbel beheer zijn voor deze versie de attributen in de overzichtsdiagrammen (deel I) niet meer opgenomen.. De uitleg van het

Het aantal dagen dat verstreek in de winter van 2009/10 tussen de laatste aflezing in Friesland en de eerst aflezing in Vlaanderen voor Kleine Rietganzen die ervaring hebben opgedaan

Vergelijkbare ontwikkelingen doen zich tegenwoordig op veel plaatsen in de wereld voor en ze laten steeds duidelijker zien dat het landschap ook een sociaaleconomische

‘We willen kij- ken of het plaatsen van een object genoeg is om een plek levendig te maken, of dat een plek levendig moet zijn voordat een object er- in kan passen.’ De

de uiteindelijke evenwichtstoestand afhankelijk is van de hoeveel- heid zout en water die per jaar toegediend wordt, gesteld dat deze hoeveelheden voor een reeks

IN DE INFORMATIËRESKS van het Proefstation voor de Groenten- en Fruit- teelt onder Glas en het Consulentschap voor de Tuinbouw te Naaldwijk zijn tot heden

Door dit experiment in de praktijk, waarin wetenschappers en lokale belang- hebbenden samenwerkten, hebben we meer inzicht gekregen in de wijze waarop sociaal-ecologische