• No results found

Melkveehouders sterk in Europese natuur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Melkveehouders sterk in Europese natuur"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

MELKVEEHOUDERS STERK IN EUROPESE NATUUR

Floor Brouwer en Katrin Oltmer

Europese gespecialiseerde melkveehouders zijn sterk vertegenwoordigd in de Europese landbouwmilieuprogramma's, circa 42% van hen doet aan deze programma's mee. De deelname in de verschillende landen loopt echter sterk uiteen, van circa 9% in België tot 100% in Oostenrijk. Nederland ligt met 28% ongeveer op dezelfde hoogte als Frankrijk, Ierland, Italië en Portugal (figuur 1). Bij de andere bedrijfstypen is de animo minder, waardoor het dan ook niet verbazingwekkend is dat een groot deel van het totale budget voor landbouwmilieuprogramma's naar de melkveehouderijbedrijven gaat. In 1999 ontvingen deze Europese melkboeren in totaal ruim 800 miljoen euro voor hun deelname, bijna 30% van het totale budget. De analyse die het LEI in samenwerking met andere instituten uitvoerde is van belang met het oog op de hervorming van het landbouwbeleid, waarvoor inmiddels in 2003 besluiten zijn genomen. Door de hervorming van het zuivelbeleid, de ontkoppeling van hectare- en dierpremies en de toepassing van voorwaarden (cross compliance) komt het bevorderen van een gewenst milieu- en natuurbeheer de komende jaren in nieuw vaarwater. De analyse geeft hierbij zicht op de wijze waarop andere landen in vergelijking met Nederland het milieu- en natuurbeheer aanpakken. Ook met de komende veranderingen in het beleid is het van belang om hier kennis van te nemen.

,

;;; ; ; ;; ;; ;; ;; ; ; ;; ; ;; ;; ;; ;; ;; ; ; ; ; ;;;; ;; ;; ;; % 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Denem arken België Dui tsland Finland Fran krijk Ierlan d Italië Luxe mbur g Neder land Ooste nrijk Portuga l Vereni gd Ko ningri jk Zweden

Voor Spanje en Griekenland zijn geen gegevens beschikbaar

Figuur 1 Aantal gespecialiseerde melkveehouders (%) die deelnemen aan landbouwmilieuprog amma's,1999 r

Bron: RICA

Compensatie toeslagen en premies

In een aantal regio's en landen overstegen de door de deelnemende melkveehouders ontvangen compensatiebetalingen voor natuur- en milieumaatregelen de door hen ontvangen hectaretoeslagen en dierpremies. Dit was het geval in Nederland, Ierland en Oostenrijk, als ook in delen van Italië, Portugal en Zweden. De stimulans voor deelname aan landbouwmilieuprogramma's en naleving van de richtlijnen is in deze landen dus vrij hoog. Een niet-naleven van de richtlijnen zou immers betekenen dat de boeren het programma verlaten en dus ook een deel van hun inkomen kwijtraken. In de meeste andere EU-landen en regio's maken de compensatiebetalingen minder dan 25% uit van de totaal ontvangen subsidies. De koppeling van natuur- en milieueisen aan hectaretoeslagen en dierpremies, zoals wordt beoogd met het cross-compliance systeem, zou in deze gebieden wellicht een nuttig instrument kunnen zijn om natuur en milieu te bevorderen. In Zweden en in de Duitse deelstaat Thüringen maken de compensatiebetalingen voor

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

natuur- en milieumaatregelen meer dan 50% uit van het gezinsinkomen uit bedrijf. Voor deze bedrijven is het dus erg belangrijk om aan de richtlijnen voor deelname aan de landbouwmilieu programma's te voldoen. Anders zou een aanzienlijk deel van het inkomen verloren gaan en de voortzetting van het bedrijf wellicht niet mogelijk zou zijn.

Gedetailleerd vergelijk

Tussen vier Europese landen en regio's (Nederland, Denemarken, Nedersaksen en West-Engeland) is een gedetailleerde vergelijking van gespecialiseerde melkveebedrijven uitgevoerd. Het valt op dat behalve in Nederland de hectaretoeslagen en dierpremies op bedrijven mét deelname aan een landbouwmilieuprogramma hoger zijn dan op bedrijven die er niet aan deelnemen (tabel 1). Dit komt omdat in Nederland de hectaretoeslagen op maïs worden gegeven en maïs met name op zandgronden verbouwd wordt. Deelnemers aan landbouwmilieuprogramma's bevinden zich echter vaker in het Veenweidegebied. Voor West-Engeland zijn vooral de runderpremies belangrijk, voor Denemarken de hectaretoeslagen voor graan en maïs en voor Nedersaksen de hectaretoeslagen voor maïs en in een mindere mate ook de runderpremies. Voor deze landen geldt dat de deelnemende bedrijven veelal groter zijn, waardoor de hectaretoeslagen en dierpremies op deze bedrijven hoger zijn dan op de niet-deelnemende bedrijven. In Nederland zijn de compensatiebetalingen voor natuur en milieu per eenheid product (1.000 kg melk) het laagst. In Denemarken en West-Engeland zijn de betalingen zelfs meer dan twee keer zo hoog. Het aandeel van de compensatiebetalingen op de betreffende bedrijven in het gezinsinkomen uit bedrijf is met 36% het hoogst in Denemarken, gevolgd door West-Engeland met 29%. In Nederland en Nedersaksen is het aandeel veel lager (tabel 1). De Nederlandse bedrijven zijn veel kleiner in oppervlakte en hebben daardoor veruit de hoogste melkproductie per hectare. De bedrijven in Nederland zijn hierdoor meer gericht op het realiseren van inkomen op basis van melkproductie dan op grond van natuurbeheer dan bedrijven elders in de EU.

Verschillende invullingen landbouwmilieuprogramma's

De manier waarop de verschillende landen en regio's de landbouwmilieuprogramma's invullen, varieert. Nederland, dat de milieu- en natuurdoelstellingen invult met het Programma Beheer, zet vooral in op specifieke maatregelen, gericht op bepaalde vegetaties of diersoorten, zoals het weidevogelbeheer. Denemarken richt zich niet zozeer op natuur en landschap maar meer op het terugdringen van nitraat in grond- en oppervlaktewater. In tegenstelling tot Nederland en Denemarken zijn de landbouwmilieu programma's in Engeland en Duitsland 'breed en laagdrempelig'. Deze programma's hebben betrekking op uitgebreide gebieden en landschappen. Een voorbeeld is het 'Environmentally Sensitive Area Scheme' in Engeland. Het doel van deze programma's is door relatief eenvoudige extensiveringsmaatregelen een groot aantal boeren in een bepaald gebied enthousiast te maken.

(3)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

Tabel 1 Kenge allen van gespecialiseerde melkveebedrijven per bedrijf met en zonder vergoedingen voor landbouw-milieu programma's in vier Europese regio's, 1999

t

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Nederland Denemarken Nedersaksen West-Engeland

met zonder met zonder met zonder met zonder ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ - Vertegenwoordigde bedrijven 7.940 20.480 2.190 7.800 1.500 12.920 1.670 7.270 - Oppervlakte (ha) 38 35 87 58 53 53 88 72 - Melkproductie per ha - (x 1000 kg) 11,3 12,2 6,0 6,9 5,0 5,6 4,5 8,1 - Hectaretoeslagen en dierpremies (euro) 1.730 1.920 14.940 11.020 6.530 5.380 13.380 11.410 - Compensatiebetalingen voor

natuur en milieu (euro) 2.190 0 6.030 0 1.780 0 7.350 0 - Compensatiebetalingen per

1000 kg melk (producten) (euro) 5 0 12 0 7 0 19 0 - Aandeel van de compensatie-

betalingen in gezinsinkomen

uit bedrijf (%) 7 0 36 0 6 0 29 0

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Bron: RICA

Meer informatie:

Rapport 3.04.01

Naturemanagement, Landscape and the CAP

.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

on the first term was we were given some papers which has questions on it so and we had to work them out on our own as to we can get more knowledge in to how do

• Ugu District Municipality, water service delivery, rural areas, ground water, purification plants, water tankers, Millennium Development Goals (MDGs), water infrastructure

The fact that water is drying up in standing pipes indicates that the officials failed to devise a sustainable plan to supply potable water to all the residents of this district

This is to confirm that the Faculty of ICT’s Research and innovation committee has decided to grant you ethical status on the above projects.. All evidence provided was sufficient

Daarna wordt eerst aan de hand van de faling van Spinnerij Vandereecken verteld hoe een minder spectaculair ogende bedrijfssluiting dan SABENA verloopt, wat de gevolgen zijn voor

 Wat de belangrijkste wetten van arbeid zijn en wie toeziet op de naleving van deze

Add 300μl whole blood to 900μl RBC Lysis Solution and incubate for 1min at room temperature; invert gently 10 times during incubation. Centrifuge for 20s at 13 000 –16 000g,

Tevens is het een unieke gelegenheid om binnen de Bedrijven Foundation in contact te komen met andere leden en biedt het een fundament voor het opbouwen van sterke onderlinge